Na de rustdag hoopten we dat Br eindelijk relatief zonder pijn zou kunnen wandelen. Na het ontbijt vertrokken we met volle moed richting "boulanger" om een baguette te kopen en te vertrekken. Br zei dat het tamelijk goed ging maar niet zoals ze verwacht had. Het zou één van de mooiste etappes worden in de Aubrac; eigenlijk zaten we hier op de grens van de Aubrac, de Aveyron en de Cantal.
De eerste 9 km tot het dorpje Aubrac verliep hoofdzakelijk bergop op weides , gedeeltelijk ook privegronden. We moesten ongeveer 400 hoogtemeters overwinnen en dat bleek lastiger dan eerst gedacht. Uiteindelijk bereikten we rond 11 u Aubrac waar naast de eeuwenoude gebouwen een modern bouwsel stond met een uitnodigend terras. Binnenin bleek er een permanente tentoonstelling te zijn over alles wat met pelgrimage naar Compostelata te maken had. De geroosterde boterham met tomaten en kaas smaakte voortreffelijk.
In het dorp werden voorbereidingen getroffen voor grootse feesten die te maken hebben met het naar de weides brengen van de runderen, die dan met allerlei versieringen en de Franse vlag behangen, in stoet door de dorpen trekken. Al de hotels zijn volgeboekt voor het weekend van 26 mei en honderden mobilhomes stonden om de campings rond het kleine dorpje.
We trokken verder en nu moesten we de hele weg dalen. Brigitte kreeg terug veel pijn mede door de forse dalingen op smalle paadjes die met grote stenen bezaaid waren. Een koppel vrouwen raadde ons aan eens een halfuurtje haar sokken uit te doen en haar voeten te verluchten, iets wat we prompt deden. Dit bracht echter weinig soelaas en toen we rond 14.30 arriveerden bleek haar kleine teen helemaal ontstoken zodat hij bijna purper kleurde. De plaatselijke apotheker gaf me een soort ether mee waarmee we de pijnlijke teen moesten behandelen en de morgen afwachten. Als het niet betert zal ze verplicht zijn de volgende etappe met een taxi te doen . Daar ziet ze vreselijk tegen op zeker ook doordat ze de taal niet beheerst en dan de hele dan moet doorbrengen in een weliswaar prachtig dorp maar waar eigenlijk niets te beleven valt. Als het nu niet betert tegen de ochtend zal er echter niets anders opzitten.
Ze zal niet de enige zijn want als je de verhalen hoort zijn er veel mensen die na bijna 150 km zodanig onder de blaren zitten dat ze mee met de bagage naar de volgende stopplaats gebracht worden.
We zien wel...








|