Gisteren heel lekker gegeten in het restaurant dat de uitbater van hotel les Bains ons aanraadde. We kregen een koude crème van witte asperges met een bolletje ijs als voorgerecht, ongebruikelijk maar heel lekker.
De weergoden hadden niks goeds met ons voor want het regende onophoudelijk bij het opstaan. We had en een lange tocht van 26 voor de boeg en niemand had er echt zin in. Toch moesten we erdoor en met een klein hartje en veel regenkleren vatten we de tocht aan. De wandelstokken werden ingeruild voor de paraplu en dat bleek een goede keuze. Onze 'battons' gaven we mee met onze bagage, die door de Male Postale telkens netjes op onze volgende bestemming werd afgezet. Brigitte had 3 blaren en die had ik zo goed mogelijk verzorgd met 'compeed' en nog eens een beschermende tape er rond. Ik vreesde dat ze het moeilijk zou hebben maar het viel mee. Na een negental km belandden we in het dorpje Faycelles waar een acceuil was voor pelgrims, we deden er ons te goed aan koffie en lekkere notentaart en de plaats zat vol met wandelaars die er even konden drogen. Brigitte bleek nu op de andere voet ook een blaar te hebben, die ik vakkundig doorprikte, droogde en voorzag van een nieuwe compeed.
Op het einde van de wandeling zou dít de enige pleisterplaats blijken van het hele traject, onze boterhammen hebben we moeten opeten op een eeuwenoud stenen muurtje waar het hier in de streek vol van staat. Er staat een foto van Brigitte bij waar ze dít bewijst. Het regenen verminderde even rond de middag om daarna zijn tempo van 's morgens weer aan te nemen. De rest van de tocht verliep op eerder saaie wegen met veel losliggende stenen die B haar voeten geen deugd deden. Het was voor haar dan ook een grote opluchting toen we om 17 u, een uurtje later dan verwacht bij onze slaapplaats, le Moulin in Pêche Granat arriveerden.
|