Ik wil
beginnen met te zeggen dat ik heel gelukkig ben. Ik ben blij met wie ik ben. Ik
heb mij geaccepteerd en bovendien heb ik nog veel te leren over mezelf ook. Ik
ben dus nog lang niet klaar en dat is spannend. En hoewel ik blij ben met wie
ik ben, had ik dat toch graag eerder ook zo gevoeld. En met eerder bedoel ik:
vroeger. Als iemand mij had uitgelegd dat mijn hoofd anders werkt dan dat van
anderen, als iemand eens verder had gekeken dan zijn neus lang was, als er
iemand tijd en moeite zou geïnvesteerd hebben in mijn dromerige en afwezige
gedrag in de klas, als iemand mijn gevoelens serieus zou hebben genomen, dan
zou ik een veel blijer en opener kind geweest zijn. Dan had ik mijn brein op de
juiste manier kunnen stimuleren. Dan had ik kansen gehad en mogelijkheden
verkend. Dan had ik begrepen dat mijn manier van denken écht niet minderwaardig
is dan de andere manier van denken. Dan was ik niet voor dom en lui
uitgemaakt. En dat vind ik heel jammer voor dat kleine Sofietje. Dat jonge
grietje dat in de klas maar de helft meekreeg, dat pijn en verdriet van andere
kindjes voelde, dat altijd iedereen het naar de zin wilde maken, dat bang was
voor confrontaties en daardoor bijna verdween om maar te passen in onze
maatschappij. Al op hele jonge leeftijd lette ik niet alleen op wat de juffrouw
zei, maar ook op hoe ze stond, hoe ze bewoog en haar gezichtsuitdrukking. En
dat deed ik niet alleen bij haar maar bij iedereen. Ik lette op veel meer
details zodat ik een juist plaatje kreeg van de situatie, zodat ik daarop zou
kunnen anticiperen.
Ik ben een
beelddenker.
Ik zie
beelden, plaatjes, filmpjes, striptekeningen en fotos. Mijn leven is visueel.
Als ik met iemand in gesprek ben dan zie ik wat de ander zegt. Alle woorden
worden beelden. Meteen. En omdat het net iets langer duurt voor de beelden zich
voor mijn ogen hebben opgedrongen, kan het heel goed zijn dat ik een deel van
de zin, of het gesprek niet heb gehoord. En natuurlijk heeft iedereen dat wel
eens, dat je levendig kunt voorstellen wat iemand verteld. Dat je dat ook kunt
zien. Maar ik heb het altijd en overal. Ook dus wanneer mensen vertellen dat ze
in het ziekenhuis hebben gelegen en een ontsteking hebben gehad aan een
vreselijke beenwond. Ik zie dat dus, met alles erop en eraan. Ik zie een
ziekenhuis kamer, ik zie de mens in bed liggen, ik zie dat het bed aan één
zijkant omhoog staat zodat de mens er niet uitvalt. Ik zie daar een aantal
zakken en tuubjes lopen die allemaal aan een grote staande kapstok zijn
vastgemaakt. Ik hoor de piepjes en ruik de geur in de kamer. Ik zie het
uitzicht vanuit het raam en ik de slinger met kaartjes die aan het hoofdeinde
hangen. Ik zie de moeder van het mens er naast op de stoel zitten met een wit
weggetrokken gezicht en ik zie, ruik en voel bijna de geïnfecteerde wond van de
mens in detail (en dat zal ik je besparen). Soms is het dus niet zo leuk dat je
alles meteen ziet. Maar ik kan het niet uitschakelen. Deze opmaak van beelden
gaat snel. Echter, ik kan pas reageren als het beeld volledig op mijn netvlies
staat. En wat ik dan ook nog kan is vanuit verschillende perspectieven de kamer
observeren. Dus het ene moment sta ik aan het voeteinde en het ander moment lig
ik bij wijze van spreken naast de zieke mens en zie ik de kamer vanuit zijn
oogpunt.
Acht-en-dertig
jaar lang heb ik gedacht dat iedereen het leven ervaart zoals ik, maar dat is
niet waar.
Ik ben een
beelddenker, een chaoot, ik heb geen besef van tijd, ik ben altijd 100% bezig
met wat ik op dat moment doe, leef erg in het moment, heb een fantasie waar
menigeen jaloers op zou zijn. Ik kan me alles, maar dan ook alles, voorstellen.
Ik zie grote plaatjes een daarna de details in plaats van andersom. Op school
leer je dat A + B + C + D uiteindelijk bij Z uitkomt. Dat kan ik niet. Ik leer
achterstevoren. En het zou maar wat fijn zijn geweest als ik dat vele jaren
eerder had geweten. Dan had ik me niet al die jaren, dom, stom en lui gevoeld.
Ik ben blij
dat Bart is blijven zoeken. Hij is de eerste die door heeft gezocht, die vragen
is blijven stellen en die wilde weten en snappen hoe het werkt in mijn hoofd.
Hij weet het nu, maar hij snapt het lang niet allemaal.
Ik zal eens
een voorbeeldje geven.
Bart en ik
zaten te eten aan tafel vanochtend. Ik bedacht me dat het wellicht slim zou
zijn om vanavond insectenspray te spuiten op mijzelf wanneer ik naar de
hondenschool ga. Het wordt warm weer en dan zijn er s avonds muggen. En
aangezien ze mij graag hebben lijkt het me verstandig om de spray mee te nemen.
Onmiddellijk zie ik mezelf dus op de hondenschool staan met mijn spray in mijn
handen. Ik heb met Falco het tweede uur les, dus vóór ons zijn de puppys en
het A, B, en C-klasje. Onmiddellijk zie ik grote, volgevreten muggen met
kerstman-dikke buiken uitgeput langs de kant van de wei zitten puffen. Ze
wrijven over hun pijnlijk opgezwollen buiken en kijken elkaar ongemakkelijk
aan. Ze hebben zich helemaal tegoed gedaan aan alle mensen van het eerste uur.
Ik glimlach
even om dat filmpje in mijn hoofd. Dat zou betekenen dat ik geen spray meer op
hoef te doen! Bart ziet mij glimlachen en vraagt meteen: Wat zie je, Fietje?
En dan vertel ik dat in geuren en kleuren.
Ik heb zo
wel 10 keer op een dag een leuk filmpje dat door mijn hoofd gaat, zonder dat ik
dat vraag. Ik heb gewoon een enorme fantasie en dat is hartstikke leuk!
Wat ik hier
nu eigenlijk mee wil zeggen is het volgende. Misschien weet je het nog niet,
maar wellicht heb je ook een beelddenkend kind of neefje of nichtje. Misschien
herken je jezelf er wel in.
Ik zal een
aantal van mijn karaktereigenschappen omschrijven zodat je ziet of je deze
dagelijkse dingen herkent in jezelf of in je kind.
Ik zou er
bijna een moord voor hebben gedaan als ik dit als kind geweten zou hebben en
als ik de juiste begeleiding zou hebben gehad om tot een evenwichtige en
zelfzekere volwassene op te groeien. Ik vecht nu nog tegen mijn enorme
onzekerheid. Als je als kind die nare dingen over jezelf hoort van grote
mensen, jaar na jaar, doet dat geen leuke dingen met je eigenwaarde. Het duurt
heel lang voordat je je daar overheen kunt zetten. Ik ben op een hele goede
weg, dankzij Bart. En door het feit dat
ik nu weet dat ik een beelddenker ben, zijn voor mij, in één klap (bijna van
vandaag op morgen) alle losse, raar gevormde, rond dwarrelende puzzelstukje op
hun plaats gevallen.
Ik zal eens
met mijn billen bloot gaan.
Ik heb
vroeger heel hard moeten studeren om gezegden of begrippen in mijn hoofd te
stampen. Als iemand zegt: met je billen bloot, dan zie ik dat voordat het
tot mij doordringt dat het een gezegde is. Dat gaat in een split-second, maar
ik zie toch echt eerst een klein gedrongen mannetje zijn rode broekje naar
beneden trekken en zijn billen showen. Ik kan het niet helpen. Het paard
achter de wagen spannen, olie op het vuur gooien, gauw aangebrand zijn, je
keutel terugtrekken en ga zo maar door. Ik zie het, en vind het raar. Je zegt iets,
maar je bedoelt iets heel anders. Verwarrend.
Ik kan met
een wasmand met schone en gevouwen was naar boven gaan om dat op te ruimen en
een uur later ben ik nog weg. Als Bart dan s avonds laat naar boven komt,
staat de wasmand met schone en gevouwen was daar als een stilleven op onze
kleedkamer. Ik ben dan onderweg andere dingen tegengekomen. Zo ook als ik de
twee schelpjes (zwembaden van de hondjes) vul met water. Het moment dat ik even
naar binnen ga, en een kwartier later weer naar buiten kom, en het water over
mijn terras zie stromen, dan denk ik: och ja, ik was de badjes aan het vullen!
Dan leg ik de tuinslang in het tweede badje en bedenk me dat ik lekker een
kopje thee ga maken voor wanneer ik zo meteen buiten achter de computer ga
zitten. Als ik dan na een poosje weer buiten kom dan loopt het tweede badje ook
al volledig over mijn terras. Ik denk dan: Och ja, ik was de badjes aan het
vullen. Zodra ik iets anders zie, ben ik vergeten wat ik aan het doen was.
GODZIJDANK
kan Bart hier prima mee leven en vindt het vaak amusant om te zien. Ik moet me
enorm concentreren als ik van die losse dingen moet doen. Als ik aan het
schrijven ben of aan het werk, dan gaat het goed. Maar ontspant mijn brein, dan
fladder ik door het leven als een vlinder, zoals Bart dat ooit heel mooi heeft
omschreven. Zeer chaotisch, al heb ik er zelf nauwelijks last van.
Ik kan heel
goed lang in een wachtkamer zitten wachten tot ik aan de beurt ben, zonder iets
te doen of te lezen. Ik zie altijd van alles.
Ik kan soms
even moeten lachen als iemand iets zegt. Dit komt omdat ik letterlijk zie wat
hij/zij zegt. Dat is niet gemeen, en ik lag je niet uit, maar dat zijn de
beelden die zich dan opdringen en lachwekkend zijn. Ik heb nog steeds moeite
met het feit dat men het hier over de poep heeft als ze over je kont of je
billen praten. Ik zie wat anders en dat zorgt soms voor rare taferelen (Kom,
dan schuif ik de stoel onder uw poep
.)
Bart vraagt
mij ook altijd maar om één ding te doen. Des te groter is de kans dat het
gebeurd. Als Bart vraagt: wil je mij koffertje pakken en een boek van
die-en-die auteur? Het maakt niet uit welk. En ook even mijn zwarte schoenen,
je weet wel, van de trouw. O, ja, mijn scheermesje zit nog niet in de
toilettas.
Dan kun je
er vergif op innemen dat ik de helft vergeet. Want dan kom ik op de kamer waar
de boekenkast staat en dan zie ik daar nog oude kleren liggen die misschien uit
elkaar gehaald kunnen worden zodat ik ze kan gebruiken voor mijn drommels en
dan ben ik vertrokken. Dan komt Bart later naar boven en vindt mij tussen de
oude kleren. Ik heb nu een soort liedje in mijn hoofd gemaakt waar alle dingen
in verwerkt zitten die Bart mee moet hebben als hij op reis gaat. Zo vergeet ik
tegenwoordig niets meer
.op zijn pyjama na dan, laatst. Hij belde me s avonds
vanuit Finland en hij zei: Je bent mijn pyjama vergeten. Dan kijk ik in mijn
hoofd naar de handelingen die ik gedaan heb toen ik zijn koffertje inpakte, en
ja hoor, géén pyjama. Dan moet hij 3 nachten slapen in zijn overhemd. Kei-sneu.
Maar hij vindt het helemaal niet erg. Ik loop overigens wel met een
schuldgevoel rond omdat ik dat natuurlijk ook voor me zie en ik bijna kan
voelen hoe oncomfortabel slapen in een overhemd moet zijn. Bart is nooit boos
(HOERA).
Als ik een
gesprek met je heb, dan kijk ik je netjes aan, totdat je me teveel informatie
geeft en ik langs je heen kijk om mijn beelden de vrije loop te laten. Vanaf
dat moment hoor ik je ook even niet. Dat komt heel onaardig over, maar ik kan
niet anders. Als ik je aan blijf kijken, hoor ik niet wat je zegt, want ik heb
geen tijd om het te zien. Snap je dat nog?
Ik ben een
dromer. Ik staar uit het raam, ik staar in de verte als ik met de honden aan
het spelen ben. Als ik ergens een dag naartoe ben geweest, dan ben ik nog dagen
alle informatie aan het verwerken in mijn hoofd.
Als ik lange
tijd niets zeg, is dat niet een ongemakkelijke stilte, maar dan ben ik nog
beelden aan het maken.
Als je me
ziet lachen zonder reden; dat zijn binnenpretjes. Dat zijn beelden als met die
dikke vette muggen op de hondenschool. Die dringen zich op en dan moet ik even
lachen. Dat werkt natuurlijk ook als ik nare beelden zie, dat is minder leuk.
Dan probeer ik mijn gedachte te bevriezen(zo noem ik dat).
Soms weet ik
een oplossing voor een groot probleem maar kan ik niet uitleggen hoe ik daartoe
ben gekomen. Dan weet ik het gewoon. Bart heeft een enorm vertrouwen in deze
onverklaarbaarheid en volgt mijn intuïtie blind, zelfs als hij een andere
mening heeft. Het klopt namelijk ook altijd.
Ik ben heel
erg gevoelig. Extreem gevoelig. Dat is soms fijn en soms niet. Gevoelig voor de
ellende en het geluk van anderen, maar ook gevoelig wat betreft mijn lichaam.
Ik maak vaak
zelf woorden, omdat ik niet op woorden kan komen. Ik moet namelijk, als ik je
iets wil zeggen, een beeld omschrijven. Een beeld is niet alleen een plaatje,
maar heeft ook een sfeer, een geur en een kleur. Daardoor spreek ik vaak
met handen en voeten en zijn mijn verhalen altijd erg uitgebreid. Ik wil
namelijk graag dat je precies begrijpt wat ik bedoel terwijl ik vaak de juiste
woorden niet kan vinden. Dat kost tijd en het is fijn als je me die tijd geeft
en dat je me laat uitpraten. En als je het niet begrijpt, dat je dan
doorvraagt. Dan voel ik tenminste dat je geïnteresseerd bent.
Ik weet dat
je me vaak niet helemaal snapt of begrijpt. Dat ik raar lijk omdat ik je niet
de hele tijd aankijk of dat ik een grapje niet meteen begrijp. Ik heb het
altijd goed met je voor want ik ben oprecht geïnteresseerd en leef erg met je
mee.
En vergeef
me mijn taalfouten alsjeblieft. Ik ben niet goed met taal Ik kan de regels niet
onthouden (want ik kan me er geen beeld bij vormen) en ik maak ellelange
zinnen. Ik weet het, ik ben me ervan bewust. Ik heb mijn eigen taal. Bart kijkt
altijd mijn stukjes na, maar hij kan niet aan mijn zinnen gaan sleutelen want
dan zijn ze niet meer van mij.
Ik onthoud
dingen alleen wanneer ik ze gezien heb. Dus leer me iets met fotos of
plaatjes, in plaats van met woorden. Ik leer door te zien en te ervaren.
En tot slot,
ik hou van rust en stilte. Ik heb het nodig om mezelf op te laden met energie.
Ik ben doodmoe na een dagje uit, omdat ik niet alleen zie wat ik zie, maar ook
voel wat ik zie, ruik wat ik zie en ervaar wat ik zie. Alles maakt altijd een
diepe indruk op mij. Ik moet dat verwerken.
Herken je
jezelf of je kind, doe er je voordeel mee.
Ik ben al zo lang bezig in mijn hoofd of ik dit hier zou vertellen of
niet. Maar als er één kind mee geholpen zou zijn, en die zou goed begeleid en gehoord worden, dan is het een geweldig mens
in wording
.als ik Bart mag geloven.
11-06-2015, 15:55 geschreven door Sofie 
|