Het zou een
heerlijk rustig weekendje worden. Bart reist super veel de laatste tijd en ik
run het hier in mijn eentje. Het was heel fijn dat we lekker een weekendje
zouden hebben waarin we bij konden kletsen en weer even tijd met elkaar zouden
hebben voordat hij weer een hele week weg
gaat volgende week. We slapen lekker uit en dan gaan de oude kleren aan
en gaan we maaien, hakken, zagen en klieven. Ja, dat is voor ons een weekendje
ontspannen. Lekker buiten met de honden.
Ik maakte
gisteren de kooien van de cavias schoon en zag dat Rokkie bijgeknipt moest
worden. Rokkie is een meisje-cavia die zon lange haren heeft dat het lijkt
alsof ze een rokje draagt. Maar dat rokje sleept over de grond en neemt dan van
alles mee. Daar moeten we haar niet te lang mee laten rondlopen want dan krijgt
ze rastaatjes. Dus ik pakte de schaar en de cavia en begon voorzichtig te
knippen. Dat vond ze niet leuk, dus het bleek al snel dat het geen eenmans-taak
zou zijn. Ik vermoedde dat ik beter het
grote geschut kon pakken en ging op zoek naar het scheerapparaat voor mijn
Duitse Herder dat nog ergens ongebruikt in de kelder moest liggen. Aangezien ik
geen verstand heb van dat soort apparaten vroeg ik aan Bart hoe die
opzetstukjes werkten en waar ik op moest letten. Hij vroeg waar ik het voor
ging gebruiken en toen ik zei dat het was om de poep van Rokkie te scheren,
trok hij bleek weg. Laat mij dat maar doen, zei hij tot mijn opluchting. Niet
veel later stond ik met een volledig gepanikeerde cavia onder mijn arm, en Bart
met een schaar en een scheerapparaat in zijn hand, in de garage onder een TL
lamp. Er zaten drie kwijlende honden om ons heen in de hoop dat ik de cavia
misschien eens zou laten vallen. Dan zouden zij wel helpen om haar weer te
vangen. Drie kwartier later leek de poep van Rokkie langzaam weer ergens op en
konden we haar met een gerust hart weer terug in de ren laten. Ze is nu kaal
van achter en mooi lang van voren. Geen gezicht, maar ze huppelt alweer vrolijk
rond. Ja, als je ze hebt moet je er ook goed voor zorgen.
We besloten eindelijk die paar bomen die al een hele zomer op onze oprit
liggen, en waar ik me al maanden aan erger als ik thuis kom, weg te zagen. En
we ontmantelden een oud en vervallen konijnenhok. Prima stookhout als je er
alle poepjes vanaf hebt gehaald. Jessie gaat altijd achter Bart zitten, precies
in de stroom houtsnippers die uit de kettingzaag vliegt. Aan het einde van de
dag is hij en blonde labrador geworden, en het deert hem niet. Hij wordt dan
namelijk altijd heerlijk en grondig geborsteld door mij, voordat hij naar
binnen mag. Falco en Senna weten dat als de zaag (kettingzaag, zaagtafel of
kliefmachine) aanstaat, dat er dan niet tegen het balletje geschopt wordt. De
bal wordt wel voor mijn voeten neergelegd en er wordt met engelengeduld gewacht
tot het lawaai stopt en ik een paar keer tegen de bal schop om hen te belonen.
Het is dus een familieaangelegenheid, dat zagen hier.
Afijn, vandaag besloten we de gezaagde stukken te klieven (of kloven, geef het
maar een naam). We hebben daar een heel tof machientje voor en omdat wij dit nu
al jaren samen doen, zijn wij een zeer goed-geoliede machine. We weten ieder
welke taak we hebben en zouden die hoop hout in een rap tempo weg kunnen
werken. Met de nadruk op zouden kunnen
In die stukken hout hebben zich de afgelopen zomer namelijk vele beestjes
genesteld. En als wij die stukken dus gaan klieven dan vallen die zo uit hun
huisje, op de tafel waar de kliefmachine op staat. Kei-zielig vind ik dat. Ik
bestuur de machine en Bart zorgt ervoor dat de stukken hout niet alle kanten
op springen, en gooit ze vervolgens, gekliefd en wel, in de kruiwagen. En zo
gebeurt het dus regelmatig, dat ik halverwege het klieven stop omdat ik een
familie pissebedjes onder de bast uit zie schieten. Papas, mamas en vooral
ook veel babytjes. Met tientallen tegelijk vallen of rennen ze uit hun huisje
om hun vege lijf te redden. Ik vind dat vreselijk zielig en probeer er zoveel mogelijk
te redden. Bart is hier niet altijd van gecharmeerd, want het is soms een
beetje gevaarlijk.
Voorheen verzamelde ik de pieren. Ik had een klein Tupperware bakje naast mij
staan en elke keer als ik een pier zag, werd alles stilgezet en moest die pier
eerst in het bakje. Dan pas konden we verder. De pieren waren voor onze kippen.
Maar aangezien we geen kippen meer hebben, doe ik die nu ook gewoon in de ton
waar ik alle andere kleine beestjes ook in doe. Het is af en toe ook schrikken
als de bast van een boom afvalt en er honderden kleine zwarte miertjes landen
op de tafel. Dan vegen we die met zijn tweeën in de ton want die zijn zo snel
dat ik dat alleen niet aan kan. Bart
heeft zich erbij neergelegd. Oorwurmen, die wonen er ook. Die zijn echt heel schattig
als je die goed bekijkt. En af en toe een slakje mét, en soms ook zonder,
huisje. Spinnetjes en torretjes zijn even waardevol. Dat moet allemaal eerst
gered worden. Daarom duurt het toch nog altijd iets langer dan gewenst. Maar ik
kan het anders niet over mijn hart verkrijgen.
Als we uiteindelijk toch klaar zijn ruim ik het hout weg en begint Bart met het
schoonvegen van de oprit. Dan doen we alle houtsnippers, zand en kleine stukjes
hout in een emmer, en openen we de elektrische poort zodat we de rotzooi in de
modderputten voor ons huis kunnen gooien (in de ijdele hoop dat we ooit toch
eens een enigszins acceptabele weg krijgen).
Vandaag dus ook. Ik opende de poort zodat Bart de emmer rotzooi weg kon
gooien, en zag toen dat de rechterpoort een beetje stroef opende. Er lagen
allemaal kleine houtjes in en rond de grondplaat waar het mechanisme in ligt.
Ik tilde de plaat op en er bleken veel blaadjes in die ruimte te zitten. Ik
haalde ze er voorzichtig uit toen ik ineens een mamamuis en allemaal kleintjes
in het rond zag springen. Ooooh, er zitten muisjes in! riep ik verrast en
enthousiast. Dat kende mijn labrador maar al te goed!
Muisjes? Muisjes? Zijn hier muisjes? Hij beukte Bart opzij en zat in no-time
met zijn neus bovenop die muisjes.
Jessie, nee
foei!! riep ik weer en legde vlug de grondplaat terug.
Bart zei: Die moeten weg want die knabbelen die hele bedrading stuk. Haal ze
er maar uit!
Haal ze er maar uit? Er staan hier drie loebassen die zon muisjes in hun
holle kies duwen! Niks ervan! Ik haal even een bakje, dan verplaats ik ze wel
naar ergens, zei ik verontwaardigd.
Ik holde naar binnen en kwam met mijn pieren-tupperware-bakje naar buiten. Ik
wilde de moeder pakken maar die was zo in paniek dat ze tussen mijn vingers
door weg sprong en de tuin in vloog. Ik zag Jessie er achteraan vliegen en
bulderde JES-SE-PES-SIE!!! Hij bleef stokstijf staan. Mamamuis verdween en
uiterst voorzichtig pakte ik de vijf babytjes op en zette ze, met de blaadjes
waaronder ze verstopt zaten, in het pierenbakje. Ze hadden al wel een vachtje,
maar hun oogjes zaten nog dicht. Onder grote belangstelling maakte ik aan de
ándere kant van het Heras Hekwerk, dichtbij waar ik de moeder voor het laatst
gezien had, een kuiltje in de grond en deed daar de babytjes in. Ik deed de
verdorde blaadjes er weer over en hoopte met heel mijn hart dat mamamuis ze
terug zou vinden.
We gingen weer verder met opruimen en als allerlaatste zette ik de ton met
beestjes en kleine takjes in de kruiwagen om richting de composthoop te lopen.
En terwijl Jessie braaf en gezellig naast mij meeliep, zoals hij altijd en
overal doet, zag ik vanuit mijn rechteroog en Jessie vanuit zijn linkeroog
iets door het gras springen. Het was te groot om een sprinkhaan te zijn, en
het sprong te hoog om een muis te zijn. Ik zette gauw mijn kruiwagen neer, maar
de snelle beweging had, bij de toch al wat gespannen Jessie, al een
aaneenschakeling van intuïtieve en instinctieve tandwieltjes in beweging gezet
en hij stoof naar waar de onbekende prooi geland was. Zijn neus snoof
verwachtingsvol door het gras en zocht naar iets wat daar niet hoorde. Zijn
staart bewoog als een wilde op en neer en ongeduldig stampte hij op diverse
plaatsen in het gras om de onbekende prooi te uit te dagen weer weg te springen.
Ineens sprong de onbekende prooi naast zijn neus op. Ik zag het duidelijk,
het was een kikker. Jessie schrok zo hard, dat hij een vergelijkbare sprong
richting mij maakte. Ik moest lachen. Ik zei: het is maar een kikkertje Jess,
en draaide me om. Er was geen haar op mijn hoofd dat eraan dacht dat Jessie
achter het beestje aan zou gaan, want het was nu eenmaal een kikker. Geen muis,
konijn of rat. Maar dat had ik verkeerd ingeschat. Ik zag hem nog net met een
absurde kikkerachtige sprong achter het beestje aangaan. Ik riep: Jess, niet doen het is een
ki
.. maar het was te laat. Hij was
met zijn vier poten boven op hem geland.
De kikker was in één klap plat.
Trots keek hij mij aan. Had hij het vrouwtje nu niet voor iets vreselijks
behoed? Had hij dat, op zijn oude dag, niet hartstikke goed gedaan voor zijn
blonde vrouwtje?
De platte kikker lag ietwat verfomfaaid en roerloos in het gras. In één klap
was het gedaan. Ik besloot Kermit aan één pootje op te pakken en in de
kruiwagen te doen, zodat hij tenminste niet nog eens gemolesteerd kon worden
wanneer Senna en Falco hem zouden zien liggen. Hij eindigde ook op de
composthoop. Net als alle oorwurmen, complete families pissebedden, de mieren,
spinnen en torretjes én natuurlijk de pieren.
Het is the circle of life, zullen we maar zeggen, maar ik had zo graag álle
diertjes willen redden vandaag
..
06-09-2015, 18:22 geschreven door Sofie 
|