De wereld van Fie
Inhoud blog
  • Dieren in nesten
  • Belgische....of niet?
  • Verliefd....
  • Beestjes, beestjes, beestjes
  • Zomer serenade

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     



    28-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Belgische....of niet?

     

    Het begon eigenlijk toen ik naar de Wereldkampioenschappen Atletiek zat te kijken. Er was een Nederlandse hardloopster die geïnterviewd werd na haar race. Ik kon haar naam niet uitspreken, ze leek uit Afrika te komen en ik vond dat ze, voor een Nederlandse, zeer slecht Nederlands sprak.
    Eigenlijk gaat het nergens over, dat hele landen-gedoe. Je kunt hard rennen, je wordt gevraagd om voor een volkomen vreemd land te gaan rennen, en ineens ben je Nederlandse. Ze komt duidelijk niet uit Nederland, gezien haar moeizame interview. Ik kan me niet voorstellen dat zij zich daadwerkelijk Nederlandse voelt, en toch zijn we met zijn allen lyrisch dat ze zo goed gepresteerd heeft voor ons land. Ik vind het maar raar hoor….
    In mijn ogen sporten en presteren atleten voor zichzelf. En natuurlijk zullen ze in sommige gevallen erg trots zijn op hun land. Maar als je als buitenlander besluit in Nederland of België of Duitsland te gaan wonen omdat daar meer getraind wordt en betere coaches zijn, vind ik het raar dat je ineens Nederlandse of Belgische of Duitse zou zijn.

    Ik vroeg het me toen af: ‘Wanneer zal ik me nu eigenlijk Belgische voelen?’
    Is het omdat ik hier nu ruim 6 jaar woon? Is het omdat ik de taal versta en de moeite doe om er af en toe een woordje Belgisch doorheen te gooien? Moet ik een inburgeringscursus doen om me ook écht Belgische te voelen? Moet ik alles weten van de politiek? Of moet ik alle acteurs en ander BV’s bij naam kennen om me echt Belgische te voelen? Volgens mij werkt het zo niet.
    Het loopt toch allemaal al zo door elkaar. Kijk maar naar het voetballen. Je kunt bij PSV voetballen, bij Club Brugge of bij Feyenoord, maar als ik voor aanvang van de wedstrijd te zien krijg wie er die dag opgesteld is om te spelen, dat tel ik altijd voor de grap alle Nederlands klinkende namen. Ik kom soms tot drie en soms tot vier. En voordat ik nu een sloot rotzooi over me heen krijg: natuurlijk weet ik dat niet iedereen in Nederland of België; Janssen, Clemens of Vandenborre heet. Natuurlijk weet ik dat er een hele hoop buitenlanders in onze landjes zijn komen wonen de laatste twee, drie generaties (en dat is oké). Maar dat je als trouwe PSV fan elk seizoen te maken krijgt met nieuwe spelers, naar gelang de club in financiële nood zit, is toch ook niet leuk? Dan ben je eigenlijk gewoon fan van een stad, ongeacht wie er voetbalt, woont, de touwtjes in handen heeft, of op vakantie komt. En dat is denk ik waar ik zelf ook meer naar neig.
    Ik stopte mijn gedachtegang en zei hardop tegen Bart en Moeke: “Ik vraag me af wanneer ik me Belgische ga voelen, want het is er in de verste verte nog niet, dat gevoel”.
    Ik vroeg aan ons Moeke. “Moeke, voelt u zich Belg?”
    “Bijlange niet!!” roept ze verontwaardigd. Ik schrok van haar fanatisme.
    “Ik ben Vlaamse”, zei ze. “België is eigenlijk helemaal geen land. Vroeger hoorde wij bij de Nederlanders. Dat had zo moeten blijven.”
    “Maar eigenlijk voelt u zich nog het meeste een Antwerpse, niet?” vroeg ik weer.
    “Natuurlijk”, zegt ze. “Ik ben boven alles Antwerpse!”

    “Vroeger hadden de Franstalige het voor het zeggen. In Wallonië hadden ze de mijnen en de staalfabrieken. Daar was ons land afhankelijk van. Toen was je heel voornaam als je Frans sprak. Bijna iedereen in Antwerpen sprak Frans. Nu is dat niet meer zo. Nu gaat het vooral om Techniek, Elektronica en ICT”, legde Bart uit. “En dat zit nu meer in Vlaanderen. Nu zijn de rollen omgedraaid.”

    Er is nooit een gezonde band geweest tussen de Walen en de Vlamingen. Hoe wil je dan een fatsoenlijk land vormen?
    Ik vind het héérlijk om hier te wonen. Maar ik voel me nog steeds Nederlandse in hart en nieren. Ik hou van Koningsdag, van het Wilhelmus zingen met 30.000 man. Ik hou van het ‘ons-gevoel’ in Nederland. Ik hou ervan als alles oranje kleurt, of rood-wit-blauw. Ik zeg ook altijd ‘wij’ als ik het over Nederland heb. Ik kan het niet helpen. Ik heb er 35 jaar gewoond en ik heb 35 jaar het ‘ons-gevoel’ meegekregen. Dat is zo ontzettend mooi! Als iemand mij vraagt: waar kom je vandaan? Dan zeg ik automatisch Nederland (behalve toen ik op de luchthaven in Kopenhagen was, en een meisje bij de Starbucks in het Engels vroeg: ‘waar kom je vandaan?’ Toen besloot ik voor het eerst ‘België’ te zeggen, ik vond dat ik dat mezelf moest aanleren. Ze zei meteen: Oh, ik dacht dat je Nederlandse was! Ik ben zelf ook Nederlandse, en je ziet er zo Nederlands uit…….toen durfde ik niet meer te zeggen dat ik ook eigenlijk een Nederlandse ben, dat was vast raar overgekomen….)
    Maar als je in Nederland woont is het weer belangrijk van waar je precies bent. Nu heb ik maar 5 jaar in Brabant gewoond en ruim 20 jaar in Limburg, maar ik voel mezelf een trotse Brabantse. Zeker geen Limburgse. Maar nu ik in België woon voel ik me gewoon Nederlandse.
    En ik heb eens goed opgelet, maar men zegt hier nooit: “Jij bent geen Belgische hè?” tegen mij.
    Men zegt altijd: “Gij komt niet van hier hè?” (Gij zeit Nollandse). Ik hoor hier ook niemand trots zijn op zijn/haar Belg-zijn. Men is hier nét zo trots als wij op hun afkomst, maar die is gelinkt naar van welke stad of dorp ze afkomstig zijn.
    Bart en Moeke kennen dat gevoel niet wat ik heb als ik aan Nederland denk. De trotsheid en het verlangen naar het ‘ons-gevoel’. Zij zijn daar niet me opgegroeid.
    In Amerika kweken ze het ‘ons-gevoel’ al van jongs af aan. Zodra je een beetje kunt praten stampen ze het volkslied in je hoofd, inclusief het ‘hijsen-van-de-vlag en de hand-op-je-borst- ritueel’. Je kunt veel zeggen van de Amerikanen, maar dat doen ze toch goed. Mensen hebben extreem het ‘ons-gevoel’ meegekregen en daar hebben ze veel aan, zeker in donkere dagen zoals bijvoorbeeld 9/11.
    Dat mis ik hier. Ik wil hier ook voor de TV zitten en het Belgisch Volkslied meezingen, terwijl ik naar een voetbalstadion vol met rood, geel en zwart kijk. Ik wil ook kippenvel krijgen en trots zijn.
    Ik had kunnen kiezen om Belgische te worden toen ik met Bart trouwde, ruim twee jaar geleden. Ik vond dat bizar. Dan had ik een Belgisch paspoort gekregen en dan was ik ineens Belgische geworden. Dat voelde zo raar dat ik ervan in de lach schoot toen de gemeente-mevrouw mij dat vroeg.  Dus zo simpel wordt ik een Belgische? Ik krijg een paspoort en hupsakee….Belgische!
    Nee hoor, ik wil het ‘gevoel’ krijgen. Ik wil erbij horen. Ik wil net zo trots zijn op België als ik op Nederland ben. Pas dan zal het lukken. Maar stel dat ik Belgische zou zijn geworden, zou ik dan ineens ook een Vlaamse zijn omdat ik toevallig Nederlands spreek? Dat zal nooit lukken volgens mij. Voor mijn gevoel zit ‘Vlaamse’ nog dieper dan ‘Belgische’. Ik denk dat ik nooit een Vlaamse zal worden, net zoals ik ook nooit een Groningse kan worden. Dat kan toch niet, dat zou toch heel raar zijn?

    Ik vind het allemaal maar ingewikkeld. Ik wacht maar gewoon af, en zie of ik ooit een Belgische wordt. En tot die tijd zit ik met een oranje flamingo op mijn kop en een rood-wit-blauwe boa om mijn nek, naar het wereldkampioenschap Atletiek te kijken. Trots dat ik een Nederlandse ben!


    28-08-2015, 18:57 geschreven door Sofie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    27-08-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verliefd....

     

    Ik kan er heel kort over zijn. Ik ben verliefd geworden op Zweden.

    Normaal gesproken, als ik al zou mogen kiezen, zouden Zweden en Denemarken niet bovenaan mijn lijstje staan. Sterker nog; ze zouden helemaal niet op mijn lijstje staan. Mijn voorkeur gaat uit naar landen met warme temperaturen, met heerlijke, vers gevangen vis op de menukaart, en lange zwoele avonden. Ik hou van vers stokbrood en sappige perziken. Ik hou van het trekkerige gevoel van mijn huid aan het eind van de dag, dat aangeeft dat ik nèt iets te lang in de zon heb gezeten. Ik hou van paardrijden op een tamme manegeknol die achter alle andere paarden aansukkelt, maar helemaal gek wordt als hij de zee ziet en door het water mag crossen. Ik hou van prachtige bloemen en zalig ruikende struiken, van lavendel en zonnebloemen. Ik hou van oude dorpjes met kleine marktjes en cafeetjes met metalen, super-oncomfortabele, maar charmante stoeltjes en mooie obers die cappuccino’s komen brengen of ijsjes. Obers die met je flirten en je even heel mooi laten voelen, ondanks je disaster-hair (want mini-shampootjes-doen-het-‘em- écht-niet) en comfi- schoenen (want mijn-leuke-rode-sleehakjes-versus-kasseitjes-is-gênant-gebleken).

    Maar ik had natuurlijk al veel verhalen gehoord van Bart over Scandinavië en ik was benieuwd. Het leek me leuk om de plaatsen te zien waar hij zo vaak naartoe gaat. Dan kan ik in het vervolg een beetje meegenieten als hij vertelt waar hij is en wat hij ziet.

    Ik ben iemand, ik laat me graag verrassen. Ik zoek dus niet al dagen het internet af voor informatie over Stockholm, Gotenborg of Kopenhagen. Ik hoor natuurlijk wel het één en ander. Mijn ouders zijn namelijk lyrisch over Kopenhagen en zij hebben me dan ook enkele tips gegeven van wat er allemaal te doen is. Maar ik wist alleen waar we naartoe gingen, geografisch gezien dan, en verder wist ik niets. Ik wil me laten verrassen en ik wil ondergedompeld worden in nieuwe ervaringen. Dat vind ik het fijnst. Dat doe ik bijvoorbeeld ook als ik naar het theater ga. Ik ga niet van tevoren YouTube filmpjes kijken of allerlei recensies lezen. Ik weet aan het begin van de zomer wat ik het volgende seizoen ga zien, maar tegen de tijd dat we gaan ben ik dat toch allemaal weer vergeten. Ik weet alleen nog maar wat het voor voorstelling is: musical, dans, cabaretier of zang. Zodra de lichten uitgaan en de show begint, staan heel mijn lijf en mijn hoofd open om te ‘ervaren’. Een zalig gevoel.
    En zo deed ik dat dus ook vanaf het moment dat we hier in de auto stapten en de boel met een gerust hart achterlieten bij mijn fantastische oppas.

    Ik wilde voelen, ruiken, zien, horen en genieten. En vooral wilde ik dat doen met mijn lieve man. Acht jaar lang zijn we nog geen nachtje samen weggeweest. Wat we ook te zien kregen, ik was er klaar voor. Wij waren er klaar voor.
    We vlogen naar Stockholm met een klein vier-motorisch vliegtuig. Ik hou van vliegen. Ik vind het gevoel in mijn lichaam (en mijn buik) geweldig wanneer we klaarstaan aan het begin van de startbaan. Wanneer de piloot de motoren volledig opengooit en we in no-time, met een rotvaart over die baan heen racen, dan krijg ik vlinders in mijn buik. Wat een kracht hebben die motoren! En als we dan uiteindelijk de lucht ingaan en ik alles kleiner en kleiner zie worden, word ik overvallen door emoties. Ik ga écht weg, ik ga écht op vakantie! Ik kijk naar het steeds kleiner wordende België en zie hoe mooi ons landje eigenlijk is, zo van boven (op die lelijke windmolens na dan).
    Twee uur heb ik naar buiten gekeken. Naar de kleine eilandjes, de meren, de rotsen en de perfecte, rechthoekige stukjes langbouwgrond. Het was onbewolkt tot we in Stockholm landde. Ik vind het fijn om een stad eerst van boven te zien. Dan krijg je een goed beeld en gevoel. Toen we later met de trein naar Gotenborg reden, en nog iets later ook naar Kopenhagen, heb ik dat écht gemist, dat ‘gevoel van de stad’. De aankomst in een stad is voor mij hét moment. Wat is het gevoel dat ik krijg als ik uitstap uit het vliegtuig of de trein? Ik kijk om me heen, ik voel en zie en ruik. En ik hoor. Ik neem alles in me op. En ik weet ook niet hoe dat werkt, maar dan krijg ik een soort ‘allereerst-basis- gevoel’ dat nog moeilijk weggaat. En dat gevoel in Stockholm was geweldig! En dat bleef de dagen erna alleen nog maar meer groeien. Ik was verliefd op de stad. Ik was veel alleen die dagen maar dat was oké. Ik had mijn telefoon met gps en een kaart van de stad, er kon niets misgaan. Bart had mij, voordat hij de eerste dag ging werken, al een stukje meegenomen de stad in, zodat ik me een beetje kon oriënteren. Hij had allerlei handige apps op mijn telefoon gedownload en hielp me die te gebruiken. Het was heerlijk weer, zo’n 21 graden en een strakblauwe hemel. Dat maakte het alleen nog maar mooier. Ik liep en ik liep en ik liep. De stad is schoon, ruim, gezellig, mooi, afwisselend en veilig. Ik was betoverd door de kleine en grote versierselen op de vele gebouwen. Ik kocht een salade en een cola en ging op een grote kei langs het water zitten. Er is zoveel water in Stockholm! Er staan nergens flats of wolkenkrabbers. Alle gebouwen zijn in een aardetint geverfd en de huizen zijn van hout en gewoonweg idyllisch. Mensen zijn aan het varen of aan het kanoën. Ik zag het koninklijk paleis en nog veel meer mooie belangrijke gebouwen. Ik was meer omhoog aan het kijken dan voor me uit. Het oude gedeelte was heel gezellig. Smalle straatjes met kinderkopjes en piepkleine winkeltjes. Het was bergop en bergaf, maar ik kon er geen genoeg van krijgen. Ik stond te popelen om dit allemaal met Bart te delen.
    Nergens werd je lastig gevallen of nog maar nagefloten. Mensen spraken me aan in het Zweeds en waren verrast dat ik er niets van verstond. Ik liep dan ook niet met een foto camera van jewelste op mijn buik, ik had geen petje op en geen T-shirt aan met ‘I love Brussel’ of zo. Ik liep ook niet rond met een rugzak en een ‘selfie-stick’. Ik was gewoon ik.
    Later zijn we met de trein naar Gotenborg gegaan. Heerlijk om door het mooie, glooiende landschap te reizen op deze manier. De typische houten huizen met bijbehorende stallen in alle kleuren van de regenboog maakten dat ik de volle 5 uur alleen maar naar buiten heb zitten kijken (behalve die twee uur dat onze trein in pannen stilstond dan…). Gotenborg is ook erg leuk. Ik kreeg hetzelfde gevoel in mijn lijf als in Stockholm. Houten huizen langs brede straten, veel water, weer die mooie gebouwen, bruggen en straatlantaarns. We gingen met de tram naar de haven en met de boot weer terug naar de stad. Jammer dat we er maar één dag waren.

    Daarna gingen we weer met de trein naar Kopenhagen. Vanaf het begin had ik me hier al heel erg op verheugd. Dus toen we uiteindelijk de grote brug overreden die van Zweden naar Denemarken gaat, stond ik te popelen om eruit te mogen.
    Helaas voor mij was dat niet de beste ervaring. We sjorden onze koffers naar boven de stationshal in en de drukte overviel me totaal onverwacht. Het was warm, benauwd zelfs, druk, luid en chaotisch. Ik volgde Bart naar buiten waar we een sigaretje wilden roken, en ik moest uitkijken dat ik niet over de rochelende, stinkende, boerende en viezige mannen struikelde die te pas en te onpas overal lagen, hingen of zaten. Tegenover de uitgang van het station is Tivoli, een pretpark middenin de stad. Daar kwam veel lawaai, gegil en muziek vandaan. Tussen de uitgang en Tivoli stonden taxi’s, bussen en andere ongeduldige chauffeurs te toeteren. Het viel over me heen als een donkere, stinkende, benauwende deken. Ik probeerde mezelf tot de orde te roepen, maar mijn hele lijf was in shock. Misschien waren we juist op het verkeerde moment op de verkeerde plaats, maar ik voelde de tranen achter mijn ogen duwen. Ik wilde weg, ik wilde daar niet zijn. Ik kreeg heus geen paniekaanval, maar ik voelde me overdonderd en onveilig. Bart zag mijn gezicht, liet zijn sigaret vallen, pakte me bij mijn hand en loodste mij en onze koffers weer terug het station in en aan een andere kant er weer uit. Er waren zoveel mensen, die liepen gewoon tegen je aan. Taxi’s reden tot op je hielen en de ene na de andere zatlap lag te boeren en te roepen. Wat een verschil met waar ik uren tevoren nog alleen wandelde. Dit was geen goed begin. We haastten ons naar het hotel wat langs een drukke straat bleek te liggen. Pas toen we een paar uur op onze kamer waren  kwam ik wat tot rust. Het buikgevoel was niet goed…. en ik had me zo verheugd!
    Gelukkig kan ik dan op Bart vertrouwen. Hij zocht een kaart van het openbaar vervoer, kocht kaartjes en nam me mee naar het prachtige rustige deel van Kopenhagen. Daar waar we met bootjes voeren en op terrasjes zaten. Daar waar het prettig was en mooi. We hebben nog twee hele mooie dagen gehad daar, en mijn buikgevoel verbeterde. Kopenhagen was zeer de moeite waard. De laatste avond zijn we naar Tivoli gegaan en hebben heerlijk gegeten en naar het vuurwerk gekeken. Een prachtige afsluiter van een fijne week saampjes.

    Het was zalig geweest. Ik was verliefd geworden op Zweden en weer helemaal opnieuw op mijn man. We hebben het zo fijn met zijn tweetjes, ik zou het met niemand liever gedaan hebben.
    En… guess what? Eind september hopen we het nog eens te doen. Dan gaan we misschien naar Stockholm en ook naar Helsinki. Ik kan niet wachten. Alles was zo goed gegaan hier thuis. De hondjes waren in orde, het huis stond er nog, en onze lieve oppas had het ook nog eens naar haar zin gehad. Dus toen zij tegen mij zei: ‘ik vind het wel voor herhaling vatbaar’, dacht ik bij mezelf: ‘Nou…IK OOK!’

     


    27-08-2015, 17:24 geschreven door Sofie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beestjes, beestjes, beestjes

     

    Het was ongeveer twee weken geleden dat Bart aan me vroeg. “Ga je mee naar Singapore, Fietje?”
    Mijn hart stond stil. Naar Singapore? Ik? Mee? En de hondjes dan?
    Hier was ik helemaal niet op voorbereid. En dat was fout van mij, want ik had het al lang en breed moeten aanvoelen. Bart is zóveel weg het laatste jaar, ik kon me heel goed voorstellen dat het leuk zou zijn voor hem om zijn vrouw mee te nemen op zakenreis. Ik had het dus moeten zien aankomen. Tot nu toe had ik altijd wel een perfect excuus om niet mee te gaan:
    …….“Falco is zo’n bangerd. Hoe moet ik nu weggaan? Dadelijk gebeurt er iets als ik weg ben en vallen we 5 stappen terug in onze ‘zorgvuldig opgebouwde constructie van vertrouwen’"
    ……..“En Senna en Jessie zijn nu zó oud, ik ga hen toch nu niet meer alleen achterlaten? Ze hebben al zo’n zere botjes, hoe moeten ze nu zonder mij hun dag doorkomen?”
    Alsof ze huilend in hun rennen zitten te wachten tot ik weer terug thuis kom. Ja, dat denk je dan toch....
    Je denkt zeker niet dat als je iemand in huis vraagt dat het mijn schatjes geen bal uitmaakt of IK nu eten geef of iemand anders. Dat iemand anders met hen speelt en dat dat oké is, dat stond ver van mijn bed. Ik achtte mijzelf immens onmisbaar. Ik dacht: 'ze verpieteren van ellende omdat hun liefdevolle vrouwtje hen heeft verlaten, en ze gaan me weken niet aankijken als ik terug kom….'
    Maar het was tijd…..
    Ik voelde het aan alles in mijn lijf. Ik kan geen 'nee' meer zeggen tegen Bart. Mijn laatste vakantie was de huwelijksreis die ik maakte zonder mijn man maar met mijn moeder, twee jaar geleden. Toen bleef Bart thuis voor de honden, dat was redelijk acceptabel.
    Kortom, mijn hoofd schoot vol met duizenden beelden van Singapore, van zielige honden, van ellenlange vluchten, van achtergelaten kippetjes en verwaarloosde caviaatjes. Maar mijn mond (en hart) zei: “nou…..Singapore misschien niet, maar moet je over twee weken niet naar Zweden?”
    Zijn ogen begonnen te stralen, zijn bodylanguage veranderde en hij heeft vervolgens twee uur lang achter elkaar gepraat over Zweden. Alleen al daarvoor zou ik mee gaan. Wat een verrassing! Hij had, zéker weten, gedacht dat ik weer “nee” zou zeggen, en hij had zich al bij mijn afwijzing neergelegd. Toen verraste ik hem werkelijk.
    Het gaat onze eerste vakantie samen zijn sinds acht (8) jaar!!!! Het werd dus tijd.
    Ik dacht altijd dat 'zomers in mijn achtertuin' het voor mij deden, en dat deed het ook voor een paar jaar. Maar nu er een échte mogelijkheid was voor mij om mee naar het buitenland te gaan (en dat had dan vooral te maken met het feit dat ik het voor mogelijk achtte dat er iemand anders net zo goed voor mijn dieren zou kunnen zorgen als ik) begon het toch te kriebelen in mijn buik.
    Maar dan moest ik natuurlijk wel een oplossing vinden voor de honden, anders ging het hele verhaal niet door, en dat zei ik ook tegen Bart. Met als verschil met vorige keren, dat ik heel gemotiveerd was om daadwerkelijk een oplossing te vinden. Ik moest voor mezelf bewijzen dat mijn honden heus niet zouden verpieteren.
    Wat gaan we doen? Brengen we de honden weg? Halen we iemand in huis? En hoe gaan we dat regelen met nog twee weken te gaan? Na een goed gesprek op de hondenschool besloot ik al gauw dat het ‘t beste was om iemand in huis te vragen. Dan blijven de honden tenminste in een vertrouwde omgeving.

    Nou, om een lang verhaal kort te maken: we hebben een fantastische meid gevonden die zo lief is om dit op zo’n korte termijn, en met verschuiving van haar eigen vakantie, voor ons te doen. Ik was gigantisch blij! Ik had me niet durven te verheugen op de vakantie voordat ik van haar een volmondig “ja” had gekregen. Zij is een hondenfluisteraar, en in mijn ogen het op een na beste (ik ben natuurlijk het allerbeste…..) voor mijn schatjes. Zij zette vorige week, bij wijze van oefening, gewoon haar hondje tussen die van mij. Ik was vriendelijk doch dringend verzocht mijn eigen huis te verlaten en mij in mij auto in het bos te verstoppen totdat ik een verlossend telefoontje van haar zou krijgen dat –of alle honden gezellig samen door de tuin liepen, -of ze met gierende sirene naar de dierenarts moest gaan met haar lieve kleine hondje. Haar hondje was namelijk nog nooit gebeten, vertelde ze trots. Ik zag mijn brute, hond-onvriendelijke herder al bovenop haar hondje ploffen, en dacht bij mezelf: het zal dan toch zeker niet uitgerekend mijn hond zijn….? Vandaar dat ik beter weg kon gaan. Die energie van mij had vast niet tot iets constructiefs geleid. En zo parkeerde ik mijn auto vooraan in het bos, zodat ik meteen kon zien wanneer ze langs zou komen gieren om naar de dierenarts te gaan. Maar er gebeurde niets. Vijf-en-veertig-minuten lang hoorde ik niets, tot ik een telefoontje kreeg van haar dat alle honden gezellig samen door de tuin liepen. Ik kon mijn oren niet geloven en later mijn ogen ook niet. Het liep allemaal zonder moeite door elkaar. Vanaf dat moment dacht ik: het is een tweede Cesar Milan. Een echte hondenfluisteraar. Het gaat gewoon állemaal goed komen.
    Ik schreef vier A4-tjes vol met aanwijzingen en tips over onze honden, onze kippen, onze cavia’s en ons huis. Ik poetste zoveel als ik kon, kocht frisdrank, chips en groentjes en bracht de logeerkamer in gereedheid.
    Afgelopen zaterdag zou ze nog eens langskomen om alles door te nemen en om haar hondje weer tussen die van ons te zetten.

    Echter….zaterdag ochtend, toen Bart en ik lekker zaten te ontbijten tussen de wespen in onze tuin, viel het me op dat het verdacht stil was in de tuin. Geen kwebbelende cavia’s en geen kakelende kippetjes. Ik kreeg een stomp in mijn maag. Schoorvoetend toog ik, met de honden in mijn kielzog, naar de kippenren. Daar werd mijn ellendige voorgevoel waarheid…….
    Mijn geliefde en beminde maatje Koos Beenloos lag roerloos op de grond. Ik riep: KOOS!!!
    Bart kwam aanrennen terwijl ik, struikelend over mijn honden, naar de kippenren stoof. Ik vloog naar binnen en zag Koos levenloos op de grond liggen. Ik keek vliegensvlug om me heen op zoek naar Toos. Ik zag een enorme berg veren in een hoekje liggen maar ik zag haar zo snel niet. Maar al gauw zag ik haar verminkte lijfje naast de boomstronk liggen. TOOS….!!!!
    Toos is gepakt door de buizerd, en vreselijk toegetakeld. Koos was ogenschijnlijk ongehavend. Ik denk dat hij van schrik een hartaanval heeft gehad.
    Ik was er kapot van……
    Ik hou van roofvogels en ik begrijp dat zij ook moeten eten, dus ik was niet boos. Maar ik was wel vreselijk verdrietig. Wij hadden niets gehoord, geen geschreeuw, geen paniek. De cavia’s die bij de kippetjes wonen waren van schik onder het hok gekropen en durfde er niet onderuit te komen. Wat een slagveld….
    Iedereen weet wat Koos Beenloos voor mij betekende. Mijn lieve, stoere, gevoelige en charmante haantje is niet meer. Het is voor mij een grote troost dat hij samen met ons Tooske naar de kippenhemel is gegaan, maar zowel Bart als ik zijn er nog steeds niet goed van. Hoe kon deze vakantie nou nog ooit goed worden als hij al zo begon?
    Ik heb de alinea waarin ik uitlegde aan onze ‘oppas’ hoe ze met de kippetjes moest omgaan, gewoon laten staan. Ik kon het niet over mijn hart verkrijgen om dat simpelweg door te strepen.

    En twee dagen later zijn we toch gegaan, natuurlijk. Voor het eerst in acht jaar, samen op weg. Net zoals vroeger.
    Wat een zaligheid om samen weg te zijn. Een nieuw land, een nieuwe stad, een nieuwe taal. Lekker in mijn eentje een nieuwe plaats ontdekken. En wat een fijne stad is Stockholm! Later deze week nog naar Gotenborg en Kopenhagen. Ik kan niet wachten!
    En ondanks het verdrietige begin...... wat had ik dat eerlijk gezegd toch gemist…even lekker samen weg!!


    27-08-2015, 17:20 geschreven door Sofie  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
    Archief per week
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 16/03-22/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 09/02-15/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    https://www.facebook.com/DeWereldVanSofie

    http://www.luisterboekje.be/


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs