Maandag 10 november Welkomsmoment Nieuwe Inwoners
Categorieën
  • Agenda (1)
  • Allerlei (4)
  • Buurtcomitè (8)
  • Delle in de oorlogen (4)
  • Ik hou van Delle (3)
  • Ik hou van Delle - Activiteiten 2013 (3)
  • Ik hou van Delle - Activiteiten 2014 (3)
  • Ik hou van Delle - KERMIS 2014 (3)
  • Ik hou van Delle - KERMIS 2015 (1)
  • Jeugbeweging (2)
  • Jodam (3)
  • Jodam - Activiteiten 2011 - 2012 (4)
  • Jodam - Activiteiten 2013 (6)
  • Jodam - Activiteiten 2014 (1)
  • Kapelletjes-Gebouw (5)
  • Kerk en Parochie (8)
  • Onderwijs (2)
  • Parochiale Werken (8)
  • Pastoors (13)
  • Politiek (4)
  • Sport - Voetbal (5)
  • Sport - Wielrennen (5)
  • Talent uit Delle (4)
  • Vereniging *KVLV (4)
  • Vereniging *KVLV Activiteiten 2012 (3)
  • Vereniging *KVLV Activiteiten 2013 (1)
  • Vereniging - - KVLV Activiteiten 2014 (3)
  • Vereniging - -KVLV Activiteiten 2015 (1)
  • Vereniging -Landelijke Gilde Activiteiten 2011 en vroeger (4)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Activiteiten 2012 (4)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Activiteiten 2013 (13)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Activiteiten 2014 (8)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Activiteiten 2015 (2)
  • Vereniging- Landelijke Gilde Jaarlijkse Reis (8)
  • Vereniging- OKRA (3)
  • Vereniging- OKRA Activiteiten 2012 (7)
  • Vereniging- OKRA Activiteiten 2013 (6)
  • Vereniging- OKRA Activiteiten 2014 (1)
  • Vereniging-- OKRA Activiteiten 2015 (1)
  • Vereniging--WTC Delle (7)
  • Volksleven (5)
  • Wijngilde-Lipsevallei (6)
  • x Wijngilde Lipsevallei Activiteien 2013 (3)
  • Ziekenzorg (3)
  • ¨¨ Met dank voor de medewerking .. (1)
  • ° Websites (1)
  • DELLE - vroeger en nu

    31-12-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Eerste Wereldoorlog

    Delle tijdens de Eerste Wereldoorlog.

     

      

    Op 4 augustus 1914 vielen de Duitsers  ons land binnen.

    De stad Luik viel op 7 augustus 1914 en langzamerhand rukte het Duitse leger op, richting Leuven en Brussel.  Op 19 augustus 1914 kwamen de Duitsers in Delle aan. Het waren ruiters van Ulanenregimenten maar ook infanteristen. Ze bleven vrij rustig tot 24 augustus 1914, toch werd er op 20 augustus een man uit Wilsele doodgeschoten in de Eikestraat.

    Door een uitval van het Belgisch leger vanuit de vesting Kontich nabij Antwerpen werden de Duitsers weer achteruitgeslagen.  Als wraak voor hun nederlaag werd het gebied tussen Leuven en Mechelen één vuurhaard.

    Vanaf die dag begonnen de Duitsers te plunderen en te moorden. Ze doorzochten elke woning en uit de kasten verdwenen veel waardevolle voorwerpen in de zakken van de belagers.

    Op 25, 26 en 27 augustus werden in Delle zonder enige aanleiding 57 woningen geplunderd en platgebrand, waaronder de lagere gemeenteschool. De acties hadden een wraakzuchtig en barbaars karakter.

                         

     

     

    Heel wat inwoners werden aangehouden en mishandeld.  Paul Schoeters, de vroegere eerste schepen, die niet snel genoeg meer marcheerde wegens opgelopen verwondingen, werd neergeschoten. De 70-jarige Germaan Lambrechts, die verlamd was, werd door de Duitsers gefusilleerd. Daarna werd zijn huis in brand gestoken.  Op 25 augustus vielen de Duitsers binnen bij de 42-jarige landbouwer Philippe Van Bellingen. Hun 3-jarig zoontje Jan Van Bellingen werd vermoord onder de ogen van zijn ouders.  Ze mochten het lijkje niet begraven en werden op de vlucht gedreven, terwijl de Duitsers het huis in brand staken.  Edward Pauwels was met zijn zevenjarige zoon Willem gevlucht maar werd aangehouden. Willem Pauwels kreeg een steek in de buik en overleed een paar uren later.  De bezetter stak ook de pachthoeve in brand van Frans, Karel en Pieter Staes. Toen de drie broers de brandende hoeve wilden ontvluchten, schoten de Duitsers de twee oudste broers Frans en Karel dood. De jongste broer Pieter kon nog ontkomen in de naburige velden waar hij – vreselijk gekwetst – een ellendige dood stierf.

    De Duitsers ageerden identiek in Leuven, Herent, Beneden-Veltem, Buken, Tildonk, Haacht, Kampenhout-Sas, en andere gemeenten. De stad Leuven kreeg op 25 augustus 1914 ‘een strafexpeditie’ van de Duitse troepen op bezoek. De stad werd gedeeltelijk platgebrand en 218 burgers werden vermoord.

    Tweeduizend tweehonderd van de ongeveer zesduizend huizen die Leuven toen telde werden in de as gelegd Ook de universiteitsbibliotheek viel ten prooi van blinde woede. De Duitsers keken toe hoe een kwart miljoen boeken, waaronder duizenden onvervangbare middeleeuwse manuscripten, in vlammen opgingen. Merkwaardig genoeg liep de Statiestraat (nu Bondgenotenlaan) nergens schade op.

    Pastoor Moons, tijdens de Eerste Wereldoorlog actief in de Weerstand, moest op 19 augustus 1915 Delle ontvluchten omdat hij door de Duitsers werd gezocht. Op 4 augustus 1917 werd hij in Brussel aangehouden en door de Duitse Krijgsraad ter dood veroordeeld.  Op 16 maart 1918 werd hij gefusilleerd in Fort V in Edegem.

     

    Er sneuvelden ook vier soldaten uit Delle. Theophiel Stroobants sneuvelde op 26 augustus 1914 bij een gevecht in Namen, Pieter Cnops vond de dood op 25 januari 1915 in het Franse Calais. Op 20 augustus 1915 sneuvelde Filip-Jozef Piot in De Panne en Theophiel Van Muylder, die gevangen was genomen, overleed in Lamstedt (Duitsland) op 8 juni 1916.

    In Delle werd na de oorlog een plaatselijke commissie opgericht tot huldiging van onze oorlogslachtoffers.  Op 31 december 1918 had een eredienst plaats voor de gesneuvelde soldaten en burgers van Delle.  Delle kreeg ook een oudstrijdersvereniging.

    Zoals in vele gemeenten uit de streek kwam er ook een oorlogsmonument. De gedenkzuil werd onthuld op het kerkhof op 19 oktober 1919. Aan de achterzijde van dit monument staan de zeven namen van de burgers die vermoord werden in augustus 1914.

     

     

    LAMBRECHTS GERMAAN 70 JAAR

    PAUWELS WILLEM           7 JAAR

     SCHOETERS PAUL          69 JAAR*

    STAES FRANS               60 JAAR

    STAES KAREL               51 JAAR

    STAES PIETER               38 JAAR

    VAN BELLINGEN JAN       3 JAAR





     

                                                        

                                                                 

                                                                  

     


           

    *Paul Schoeters, wiens gedenkfoto jarenlang aan het oorlogsmonunent stond, werd geboren in Herent op 26 augustus 1845. Hij was landbouwer van beroep. Bij de gemeenteraadsverkiezingen van 1895 werd hij verkozen tot schepen, in 1899 tot eerste schepen. Na de verkiezingen van 1903 bleef hij die functie behouden.   Paul Schoeters is de grootvader van Bertha Schoeters en dus ook de overgrootvader van Maria en Alice Grauwels. Zijn foto aan het oorlogsmonument is sinds een paar jaar jammer genoeg verdwenen, mogelijk het gevolg van de jaarlijkse opruimingswerken op het kerkhof.

                                                                   

                                                            

     

    31-12-2011 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Delle in de oorlogen
    01-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het voedingscomité te Winksele in de eerste wereldoorlog

    Het voedingscomité te Winksele in de eerste wereldoorlog

     

    De Duitse inval was zeer rampzalig op economisch gebied.  2/3 van de tarwe werd uit het buitenland ingevoerd en door de oorlog werden de verbindingen verbroken.

    Ernest Solvay stichtte een centraal comité voor Hulp en Voedselvoorziening.  Hieruit ontstond het Nationaal Comité o.l.v. Emile Francqui. Deze probeerde levensmiddelen uit het buitenland in te voeren en deed een beroep op de Amerikaan Herbert Hoover, de latere president van de U.S.A.  Herbert Hoover richtte de Commission for Relief op, die voedingswaren uit Amerika overbracht.   De U.S.A. wenste alleen voedsel te leveren als dit niet voor de Duitse bezetter bestemd was. 

    Het Nationaal Comité voor Hulp- en Voedselvoorziening dat uitsluitend uit Belgen bestond, verdeelde de voedingswaren in ons land.  Het had gemeentelijke en provinciale onderafdelingen.  Graaf Jan de Merode uit Everberg was ondervoorzitter van het provinciaal comité van Brabant en voorzitter van het kantonaal voedingscomité te Leuven. 

    Winksele had ook zijn eigen “comiteit”.  Dit comité zorgde voor voedselvoorziening en hulpverlening: volkssoep, uitdeling van brood en levensmiddelen, kosteloos of tegen verminderde prijs. 

    Op 26 april 1915 dankte het gemeentebestuur van Winksele het Amerikaanse volk voor hun medewerking aan de ravitaillering.

    Meester Louis Servranckx, hoofdonderwijzer te Delle maakte zelfs een liedje op de werking van het comité te Delle op 22 januari 1915.  Hierin werd vooral de openbare uitdeling van soep bezongen.

    Hieronder vind u de tekst van de eerste strofe en het refrein van dit lied

    LIED DER SOEPHALERS

    Naar eene volkwijze voorgezongen door Louis Servranckx, onderwijzer

    Hé, wie gaat er mee om soep,

    met  ‘nen ketel,

    met   ‘nen ketel ?

    Wij gaan allen meé om soep !

    Ziet, we zijn een hele troep !

    Refrein

    De soep is goed!

    Zij kan niet beter wezen

    De soep is goed !

    Zij kan niet beter zijn.

     

    01-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Delle in de oorlogen
    10-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Delle tijdens de Tweede Wereldoorlog.

    Delle tijdens de Tweede Wereldoorlog.

     

      

    Op vrijdag 10 mei 1940 vielen de Duitsers ons land binnen.

    België deed een beroep op het Engels-Frans bijstandsverdrag dat ons land op 24 april 1937 had getekend.  Na de val van Eben-Emaal, trok ons leger zich op 17 mei 1940 achter de Schelde terug.

    Vanwege haar strategische ligging, namen Duitse Stukas  Leuven reeds op 10 mei zwaar onder vuur toen “de Achttiendaagse veldtocht” van start ging.

    Die eerste dag vielen er in de omgeving van de Tiensepoort al burgerslachtoffers. Terwijl de bevolking op de vlucht sloeg, werkte de Belgische tiende infanteriedivisie van de Jagers te Voet zo snel mogelijk door aan het op punt stellen van de voorbereidde verdedigingswerken.

    De verdediging van de stad Leuven werd op maandag 13 mei 1940 overgedragen aan het Britse leger  Vanaf de namiddag stroomden Britse troepen onder leiding van Generaal Bernard Montgomery de stad binnen. Die avond werd gemeld dat de Duitsers oprukken uit de richting van Diest.

    Op dinsdag 14 mei 1940 viel de Duitse infanterie de oostrand van Leuven binnen. Hevige gevechten onder andere op het kruispunt van de Diestsevest en Diestsestraat braken los. Op 16 mei 1940 werd de Universiteitsbibliotheek op het Ladeuzeplein zwaar beschadigd bij een Brits-Duits artillerieduel, waarbij nagenoeg heel de boekencollectie (900.000 stuks) in vlammen opging. Diezelfde dag nog trokken de resterende Britse troepen zich terug.

     

     

     

      

    Ook Delle liep leeg mede omdat de Engelse generaal Bernard Montgomery op maandag 12 mei het bevel gaf om alle dorpen rond Leuven te ontruimen, ten laatste tegen woensdag 15 mei 1940, voor 8 uur ’s morgens.

    Een aantal inwoners van Delle gingen op vlucht tot in Oudenaarde-stad.  Ook daar bleek het niet helemaal veilig te zijn.  Pastoor Van Eyck verloor daar in een bombardement zijn huishoudster Marie.

    Op 17 mei 1940 bezette het Duitse leger vervolgens de stad Leuven. De Duitsers zouden geen troepen kazerneren in Leuven maar eisten wel openbare gebouwen en particuliere woningen op die onderdak moesten bieden aan de administratieve bezettingsmacht en wachtdiensten. Gedurende bijna vier jaar zou  het militaire bestuur te Leuven onder de leiding komen van de Duitse Kreiskommandant Von Thadden.

    Delle ontsnapte ook niet aan de vele bombardementen die Leuven en omgeving troffen. Reeds in de eerste dagen van de oorlog vielen bommen nabij het pachthof Perdieus.  De stallen werden geraakt en enkele koeien werden gewond en moesten worden afgemaakt.

    Na de overgave op 27 mei 1940 door koning Leopold III keerden alle vluchtelingen naar Delle weer.  Vele vonden hun huis geplunderd terug.  Ook de pastorij was geplunderd. Al deze plunderingen in zijn parochie  boezemde pastoor Van Eyck veel angst in. Door dit gebeuren  en wat  zijn voorganger pastoor Felix Moons overkomen was, besloot hij zich een tijd niet meer te kleden als priester.

    Op 24 september 1940 wierp een Duits vliegtuig rond 23 uur ‘s nachts acht bommen uit aan de Ellestraat te Delle nabij het huis van Jozef Brabant en op de Mechelsesteenweg nabij het huis van August Neefs.  Er was daardoor schade aan de huizen.

     Ook op maandag 23 augustus 1943 omstreeks 1 uur ’s nachts werden enkele  zware bommen op het grondgebied van Delle uitgeworpen Een bom nabij de hof van Petrus Pardon en een zware bom in de weide van Leopold Tobback (vader van Raymond) in de Oude Hoevestraat. Vele ruiten van de huizen in de buurt vlogen stuk. Pannen waren van de daken gevlogen en de deuren waren uit de hengsels gerukt. De bom had een put gemaakt in de weide van wel 10 meter doorsnede en 1 meter 30 diep.

    In de lente van 1944 werd Leuven zwaar gebombardeerd. Vooral op 11, 12 en 13 mei waren zware dagen met vreselijke bombardementen en luchtgevechten tussen Duitse, Engelse en Amerikaanse vliegtuigen . De Sint-Pieterskerk van Leuven  werd gedeeltelijk vernield en  het beeldhouwwerk van het stadhuis ernstig beschadigd. Ook in de andere kerken was de schade enorm. De Leuvense binnenstad werd een puinhoop. Een volledig beeld geven van de ellende die Leuven die dagen gehad heeft is niet mogelijk.

    Heel wat geallieerde bommen vielen buiten het doelgebied en hadden bijzonder veel schade aangericht in Leuven, Herent, Kessel-Lo en Wilsele. Pas de volgende dagen werd de ware omvang van de ramp duidelijk: bijna 500 inwoners waren om het leven gekomen en honderden huizen en openbare gebouwen waren totaal verwoest.

    Ook de omliggende dorpen deelden in de brokken.  Vooral  Bertem leed veel schade en daar vielen 12 doden.

    Na de landing in Normandië op 6 juni 1944 duurde het nog bijna drie maanden vooraleer de geallieerden België konden binnentrekken. Op 1 september 1944 begon de Duitse uittocht uit Leuven. Met militaire voertuigen, opgeëiste vrachtwagens en talloze fietsen verlieten de soldaten de stad, terwijl een kleine achterhoede zich had opmaakt voor een gevecht met de oprukkende geallieerden. Op  de ochtend van maandag 4 september 1944 hing er een gespannen rust over Leuven. De vorige dag was Brussel bevrijd geworden. Iedereen bleef zoveel mogelijk binnen en wachtte vol angst op wat er zou gebeuren. Rond 15 uur bereikten eindelijk de eerste Britse verkenningseenheden van de Royal Guards de stad via de Tervuursesteenweg. Twee Dijlebruggen vielen, dankzij het verzet, onbeschadigd in geallieerde handen en na een kort maar hevig gevecht met de Duitse achterhoede werd de stad veroverd. Leuven werd na meer dan 4 jaar Duitse bezetting bevrijd, en terwijl er aan de rand van de stad nog werd geschoten, brak er in het stadscentrum al een waar volksfeest uit. Voor de streek rond Leuven leek de oorlog beëindigd, maar spoedig bleek dat er nog geen vrede was.

    De Duiters kwamen dan met een “Vergeltungswaffe”, de V1 of vliegende bom.

    (In technisch opzicht was de V1 eigenlijk een onbemand straalvliegtuig. Hij kon een maximumsnelheid van 656 km/h bereiken en had een bereik van 240 km (later werd dit 400 km). De lengte was 7,9 meter en de spanwijdte 5,3 meter. Een V1 woog 2180 kilogram en had een springkop van 850 kilogram. De motor van de V1 liep op gewone kerosine.  Het toestel was uitgerust met een explosieve lading in de neus en vloog door middel van een primitieve straalmotoraandrijving en een simpel geleidingssysteem op eigen kracht naar zijn doel.

     Op zaterdag 18 november 1944 om 21 uur viel een Engels vliegtuig, een Vickers Wellington bommenwerper van het 69ste Squadron brandend op het dak van de schuur van August Goovaerts aan de Mechelsesteenweg 413 te Delle.

    Het vliegtuig  werd door het luchtafweergeschut geraakt tijdens een verkenning van de Heinsberg-Erkelen regio en probeerde op één motor terug te keren naar zijn basis te Melsbroek. Het toestel crashte echter boven Winksele-Delle en viel op de woning van August Goovaerts

    De vijf Engelse piloten verkoolden.  De verkoolde lichamen van vijf Britse bemanningsleden werden gevonden tussen het puin. De vijf bemanningsleden die stierven in deze crash waren : Flight Sergeant Allan H. Fairmaid (piloot),  Flight Sergeant George Older (bommenrichter), Sergeant John. A. Hayes (boordschutter),  Sergeant Robert E. Atkinson (boordschutter) en Flight Officer Peter J. Dawson (navigator).

    Ze rusten nu op de Brusselse begraafplaats.

    De schuur en stallen van August Goovaerts  met daarin de volledige oogst en aardappelen, vier koeien, twee geiten, één varken en alle pluimvee gingen in de vlammen op. 

    De woonruimte van de boer kon worden gevrijwaard van de brand en de bewoners bleven ongedeerd.  De familie Goovaerts kon na 'deze ramp' op heel wat steun rekenen van de andere inwoners van Delle. 

    Enkele weken later op 10 januari 1945 moest een Amerikaans bommenwerper “Flying Fortress B-“  ‘een noodlanding’ maken nabij het Pachthof Perdieus aan de Molenweg op het grondgebied van Beneden-Veltem.  De bemaning bracht het er levend van af. ‘De romp’ van dit gevallen toestel bleef verschillende maanden in het veld liggen.Van het type B-17 Flying Fortress maakte Boeing 7 verschillende typen en in totaal 12.731 toestellen. De bemanning bestond uit 9 personen waarvan een boordcommandant, een co-piloot, een bommenrichter en tevens frontschutter, de boordwerktuigkundige en ook rugschutter, de navigator en tevens radio operator, twee boordschutters, de buikschutter en de staartschutter

     

     

     

     

     

     

     

     

    De Duitse V-1 raketten zouden  tussen 29 november 1944 en 8 februari 1945 in de stad Leuven nog 22 slachtoffers maken. 

    Op zaterdag 17 februari 1945 om 8 uur ’s avonds vielen er vliegende bommen neer aan de Lips in de Kleine Kerkweg.  In de Ellehoek tot aan de school in de Ellestraat waren vele ruiten stuk en was er schade aan de daken. 

    Op maandag 7 mei 1945 gaf Duitsland zich ‘onwaardelijk’ over en eindigde in Europa de grootste en bloedigste aller oorlogen. 

     Onmiddellijk na de bevrijding begon ook de repressie. Bekende en vermeende collaborateurs werden hardhandig aangepakt. Uiteindelijk zou de Krijgsraad van Leuven meer dan 2.500 dossiers behandelen; dit leidde tot 200 veroordelingen en 10 effectief uitgevoerde doodvonnissen.

     

    10-01-2012 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Delle in de oorlogen
    14-09-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Slag aan de Lips in 1266

    De slag aan de Lips en de politieke geschiedenis rond Leuven in de periode 1260 – 1295.

    In Delle en Tildonk had in 1266 de Slag aan de Lips plaats. Hierbij vind u een overzicht  van de politieke geschiedenis in het Hertogdom Brabant in die bewogen jaren.

     

    Na de dood van Hertog Hendrik III in 1261 daagden een aantal mogelijke troonpretendent en inhalige regenten op.

    De Brabantse edelen stelden Hertogin Aleidis, de echtgenote van Hertog Hendrik III als regentes aan. Ze werd aangesteld in de abdij van Kortenberg. Ze werd bijgestaan door een regentschapsraad bestaande uit: Wouter Berthout VII, heer van Mechelen  en Godfried, heer van Perwez, achterkleinzoon van Hertog Godfried III.  Godfried van Perwez overleed in 1265 en Hendrik van Boutersem volgde hem op.

     

                                                      

     

     

    Arnold III van Wezemaal, eremaarschalk van Brabant voelde zich gepasseerd bij deze benoemingen in de regentschapsraad en dreigde met een opstand.

    Leuven telde sedert 1265 twee partijen: de Colneren en de Blankaarden. Beide groepen behoorden tot het patriciaat(= bestuurders).  Het was een twist tussen twee Leuvense schepenen Franco Blankaard en Everard Colnere.  Ze  waren ook verwant want Everard Colnere was een aangetrouwde neef van Franco Blankaard. De familieruzie deinde uit en stilaan waren alle Leuvense patriciërsfamilies in de vete betrokken. Het gewone volk trok eerder partij voor de Colneren.

    Arnold III van Wezemaal die razend was omdat hij geen lid van de regentschapsraad van het hertogdom Brabant was geworden, sloot zich aan bij de Leuvense partij van de Colneren.  Hij bracht de Colneren aan de macht in stad Leuven.  Toen de Brabantse Hertogin Aleidis in het nieuwe kasteel op de Keizersberg wou gaan wonen, met haar jongste zoon Jan I,  en de stad Leuven wou betreden vond zij de poorten gesloten en de Leuvense bevolking stond vijandig tegenover haar. 

    De Leuvense partij, de Colneren, verdreven in 1266 de partij van de Blankaarden uit Leuven.   De Blankaarden vluchtte dan naar Erps-Kwerps. De Colneren besloten naar Erps Kwerps te trekken om de Blankaarden volledig uit te schakelen.  Daar namen de Colneren wel de kerk van Erps in maar de Blankaarden  konden maar Mechelen vluchten.  In Mechelen hoopten de Blankaarden steun de krijgen van Wouter Berthout, de heer van Mechelen

    Toen de Colneren dit vernamen stormden ze samen met het leger van Arnold van Wezemaal ook richting Mechelen om Wouter Berthout een lesje te leren. Bovendien waren Wouter Berthout en Arnold van Wezemaal elkaars vijanden.

    Wouter Berthout kon echter verhinderen dat de Colneren Mechelen binnenvielen en achtervolgde hen met zijn leger in de richting van Leuven. Hij haalde hen in bij de Lipsebeek te Winksele-Delle en Tildonk en daar brak de slag tussen de Mechelaars en Leuvenaars onder aanvoering van Arnold III van Wezemaal los.

    Het werd een smadelijke nederlaag voor  Arnold III van Wezemaal en de Colneren.  Arnold van Wezemaal kon nog net vluchten, maar zijn broers werden door de Mechelaars gevangen genomen.  Deze Slag bij de Lipsebeek had plaats in 1266.   Op 14 mei 1267 kwam er een verzoening met Leuven.  De Colneren kregen maar een lichte straf.  Hun leider Arnold III van Wezemaal beloofde een trouwe leenman te zijn van de Hertogin Aleidis.  Kort daarop verliet hij Brabant en werd Tempelier.

    Op 25 mei 1267 deed Hertog Hendrik IV in de abdij van Kortenberg afstand van de troon en werd vervangen door zijn jongere broer Hertog Jan I

     

    Wie was Hertogin Aleidis ?

    Hertogin Aleidis (1233-1273) was een prinses van Bourgondiër en bestuurde Brabant na de dood van haar echtgenoot, Hertog Hendrik III. Hertogin Aleidis prijkt niet voor niets met haar beeld als zeldzame vrouw in het rijtje van graven, hertogen, koningen en keizers in een nis van de gevels van het Leuvense stadhuis.

    Tegen de zin van een groot deel van de Leuvenaars ontzegde zij haar oudste zoon Hendrik IV, die zwakzinnig was, de troon. Zij zorgde er voor dat Hendriks jongere broer Jan I, als hij oud genoeg was, om zijn vader op te volgen als nieuwe Hertog aangesteld werd.  Zij trotseerde allerhande troonpretendenten en de Leuvense Colneren. 

    Als een bekwame politica loodste zij Brabant door zeven moeilijke jaren.
    Aleidis was ook een diepgelovige vrouw. Ze correspondeerde met Thomas van Aquino over religieuze vraagstukken. In 1262 stichtte ze in Oudergem het eerste dominicanessenklooster in de Nederlanden. Hertogin Aleidis overleed in 1273 en werd begraven naast haar man in de O.L.Vrouw-ten-Predikherenkerk in Leuven.  Het klooster is al lang verdwenen en vervangen door een kasteel. Sinds Wereldoorlog II doet het kasteel van Hertoginnedal dienst als een kader voor belangrijk politiek overleg. De naam Hertoginnedal is intussen een begrip in België. En zo leeft Aleidis ongemerkt voort ...

     

                                                     

     

     

     

    Wie was Hertog Jan I ?

     

    Jan I (Leuven, 1252 - Bar-le-Duc, 3 mei 1294) was hertog van Brabant van 1267 tot 1294 en van Limburg van 1288 tot 1294. Jan I was de jongste zoon van Hertog Hendrik III en Hertogin Aleidis van Bourgondië.

     Jan I van Brabant volgde in 1267 zijn mentaal gestoorde oudere broer Hendrik IV op, die door zijn moeder-regentes Aleidis van de troon was geweerd.  Jan I huwde in 1273 met Margaretha van Dampierre, dochter van de Vlaamse graaf Gwijde van Dampierre.

    Jan I was een krachtige heerser die zijn gebied aanzienlijk vergrootte. Hij kondigde ook een algemeen landrecht af en reorganiseerde de administratie van zijn vorstendom.  Zijn belangrijkste aanwinst was het hertogdom Limburg, (samenvallend met het noordoosten van de huidige Belgische provincie Luik en het zuiden van de Nederlandse provincie Limburg.  In Brabantse volkslegenden leeft "hertog Jan" voort als een populaire, gulle en goedlachse vorst die graag in het gezelschap van eenvoudige lieden genoot van spijs en drank. Na de Slag bij Woeringen (1288) zou hij een groot overwinningsfeest voor zijn leger hebben gehouden, met heel veel bier. Om zijn soldaten toe te spreken ging hij boven op een stapel biervaten zitten. Volgens sommigen zou hij op die manier model gestaan hebben voor de bierkoning Gambrinus, wiens naam ontstaan zou zijn door de volkse verbastering van zijn Latijnse naam ('Jan primus' = Jan de eerste). Alleszins wordt zijn afbeelding te paard gebruikt als logo voor de in België populaire biersoort Primus HAACHT die naar Hertog Jan I verwijst. Op het logo van het naar hem vernoemde biermerk Hertog Jan staat hij afgebeeld als bebaarde vorst in hermelijnen mantel die een grote pot bier heft.

    Hertog Jan I staat ook bekend als een levensgenieter en minnaar van muziek, zang en dichtkunst, aan wie een aantal Middelnederlandse minneliederen  toegeschreven worden. Ook is er een bekend Brabants volkslied waarin hij wordt vereerd. Zijn hartstocht voor jachtpartijen en gewelddadige riddertornooien moest de hertog echter met de dood bekopen: hij verongelukte tijdens een tornooi in Bar-le-Duc. Hij werd begraven in de minderbroederskerk in Brussel. De resten van zijn graf zijn nog te zien naast het beursgebouw. 

     

                                                            

     

     

     

     

    De Lipsebeek

    De Lipsebeek is een onbevaarbare waterloop in het stroomgebied van de Dijle.  De Lipselaan in Winksele getuigt door haar naam van de historische band van Winksele met Delle.

    De Lipsebeek ‘ontspringt’ in de kwelzone* van het Kastanjebos in Winksele-Delle.  Ze mondt uit in de Leibeek ter hoogte van het Haachts Broek.  De belangrijkste zijbeek is de Hoge Beek die ontspringt in Bertem en in de Lipsebeek uitmond  te Tildonk, in de buurt van het Bertrodehof.

    *Kwel is grondwater dat onder druk aan de oppervlakte uit de bodem komt.

     

     

     Met dank aan Dr. Henri Vannoppen.

     

     

     

     

    14-09-2013 om 00:00 geschreven door Jozef  


    Categorie:Delle in de oorlogen



    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.



    Blog als favoriet !

    Inhoud blog
  • KERSTMIS 2015
  • OKRA 2015
  • KERMIS IN DELLE 2015
  • Lessenreeks Keramiek van KVLV te Boortmeerbeek
  • Winterwandeling + Ontbijt (spek met eieren)

    Zoeken in blog




    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs