Dit jaar hebben we een hele mooie boom! Ook nu komen we met z'n allen tot deze eens-gezin-de conclusie. Met de nieuwe, lichtblauwe en zilveren ballen is hij beslist nog mooier dan deze die vorige kerst onze huiskamer mocht sieren.
We kijken er samen goedkeurend naar terwijl onder de kunstmatige spar de berg presentjes gestaag groeit. Voorspelbare cadeautjes van inderhaast geschreven lijstjes waar je toch elke keer weer blij mee bent. Die Kerstman toch!
Buiten maakt kille sneeuwregen korte metten met wat begon als een maagdelijk wit tapijt en eindigen zal in een roestbruine, zwarte smurrie. Als kind vond ik dat verschrikkelijk; nu ben ik er als de kippen bij om sneeuw te ruimen.
'Je eet teveel suiker!' Het is mijn vrouw die mij met opgestoken wijsvinger berispt als ze in de gaten krijgt dat ik mij aan marsepein en chocolade te goed doe. Het laatste Sinterklaas postuurtje moet er aan geloven. Met mijn vuist sla ik zachtjes op het zakje waar het ventje, een ferme knaap eigenlijk, zich voor mijn zoete vraatzucht verborgen houdt. Zo krijg je kleinere stukjes versplinterde chocolade die net als je jeugd voorgoed in gruzelementen geslagen zijn. Melk. Ze zegt dat fondant gezonder is.
'Een heuse berg beklimmen moet toch echt wel lastig zijn!', laat ik vallen terwijl een dampend bord hete soep mij uitnodigt om aan te vallen. Preisoep met kruidenkaas.
'Heb je een berg beklommen?', vraagt ze, terwijl ze op haar volle lepel blaast.
'Een stukje maar...Halverwege, nog voor ik op de top was, moest ik stoppen om mijn edele delen af te koelen met een nat washandje', detailleer ik. De warmte die je tijdens het artificieel fietsen op rollen ontwikkelt is verschroeiend voor je klokkenspel.
Om mijn vrouw op stang te jagen, zeg ik dat ik na het fietsen met hetzelfde doekje over mijn kale hoofd wrijf.
'Niets is zo smoezelig als een coureur!', is haar voorspelbaar commentaar.
Het zijn scenes uit een huwelijksleven van een koppel dat vastzit in de sneeuw die straks dooien gaat.
Met een vleugje muziek wordt onze boom nog mooier...Wedden!?
...We spelen met de kaarten. Op zaterdagavond durven we dat al eens doen. Een mens mag toch zijn vertier hebben, hé.
'Mag ik iets vies zeggen?' vraagt de jongste. Dat mag. Zo puriteins zijn we nu ook weer niet en we hebben al gegeten.
'Op het werk had ik een klant, een ietwat oudere man, die voor een vacature kwam. Ik bood hem zoals het hoort een glas water waarna het sollicitatiegesprek begon.
Na het gesprek ging ik aan mijn pc zitten en dronk ik een slokje van mijn bekertje tot ik tot mijn grote ontsteltenis bemerkte dat ik aan het drinken was van het glas van de sollicitant...'
Lagen zijn valse tanden er nog in? Had hij erin gerocheld? Dat waren de eerste vragen die bij ons opkwamen.
'Neen! Maar ik vond dat gewoon...bah...'
Wij vonden dat niet zo vies.
'Hij had wel last van zijn rug', voegt ze er met veel zin voor drama aan toe.'
Net als jullie, beste lezers, snappen we het verband niet maar we gaan wel plat van het lachen.
Die avond verliest ze zwaar bij het spelletje. Ze lacht een beetje groen.
Mooi gedicht gelezen van Luc Vandorpe en heb er muziek van Jean Sibelius onder gezet. Tekst en muziek drukken verlangen uit naar een tijd die niet meer bestaat.
In de donkerste dagen voor Kerstmis valt er zelfs op de noen weinig licht binnen en buiten ziet alles er mistroostig uit.
Toch valt er in onze straat altijd wel iets te beleven, ook al is het vandaag koud, mistig en grijs.
Op nummer vijf staat er sinds enkele dagen een mooie, lederen salon buiten.
Haastige wandelaars hebben er misschien geen nood aan, maar slenterende medemensen met iets meer tijd kunnen hier gerust even verpozen in afwachting dat weer iemand anders hem op zijn rug neemt. Die zetel.
Het is een twee-zit; dus zo'n zwaarwichtig probleem kan dat niet zijn.
Omdat het meubelstuk ook 's nachts blijft buiten staan, is het geenszins verboden even te gaan liggen. Slaapzak of beddengoed moet je zelf meebrengen. Het mag dan binnenkort wel weer warmste week zijn; zo sociaal voelend is de eigenaar nu ook weer niet.
Wat verderop in mijn straat staat een leeg blikje Red Bull op een vensterbank zonder bloemen. De eigenaar van het toverdrankje is in geen velden te bekennen. Zou hij vleugeltjes gekregen hebben, opgestegen zijn en nu ergens in een kerstboom prijken?
Misschien heeft hij, na het leegdrinken, zoveel energie gekregen dat hij er op de fiets voorgoed vandoor is. Ribbedebie na een hazenslaapje op de zachte bank.
Aan fietsen in onze straat is er immers geen gebrek! Mooie, glimmende stadsfietsen maar ook roestige vehikels waar je geen meter mee vooruit geraakt. Meestal staan de duurdere op slot maar wie een beetje handig is komt al een heel eind ver.
Zo zie je maar...
Zeg dus nooit: 'In mijn straat valt nooit iets te beleven!'
...Buiten is er alleen maar kouwelijke mist en ook vandaag wordt weer iemand naar zijn laatste rustplaats gedragen. Terwijl omstaanders hun tranen dempen luister ik naar het Larghetto uit de Negende symfonie Antonin Dvorak. Fragment uit 'De Nieuwe Wereld'. De Tsjechische componist schreef het werk toe hij conservatoriumdirecteur was in New York. De première vond plaats op 18 december in Carnegie Hall en werd uitgevoerd door het New York Filharmonisch Orkest.
Misschien wordt de betreurde overledene, vrouw van Ronny, wel wakker in een heerlijke nieuwe wereld, zonder pijn.
Dvorak tekende ook voor de prachtige aria 'Song to the Moon' uit de opera Russalka.
Het drukt het verlangen uit om op bezoek te kunnen gaan naar de Overkant, zonder daarvoor zelf te moeten sterven.
Vandaag begint mijn muzikale lijn bij een concert voor hobo van Tomaso Giovanni Albinoni; Venetiaans barokcomponist, violist en zanger die leefde tussen 1671 en 1750. Hij was een tijdgenoot van Antonio Vivaldi en in zijn hoboconcerto's hoor je dat maar al te goed.
Om den brode hoefde hij geen muziek te componeren want hij was van rijke afkomst en hij werkte vooral in opdracht van adellijke families.
Uiteraard kennen de meesten onder ons Albinoni van zijn gelijknamig Adagio al is hij zelf niet verantwoordelijk voor deze compositie. Het was ene Remo Giazotto die het werk schreef en enkel de baslijn van de Italiaanse componist bewerkte. Ere aan wie ere toekomt.
Blijkt dat ook Liesbeth List gebruik maakte van het Adagio voor haar lied 'Kinderen van de Zee', maar dat vind ik persoonlijk niet zo geweldig in tegenstelling tot haar Pastorale die ze samen met Ramses Shaffy voor de eeuwigheid heeft ingezongen. Het nummer, één van de absolute hoogtepunten uit het Nederlandstalig repertoire werd geschreven door Lennert Nijgh, op muziek van Boudewijn De Groot.
Misschien heeft het Adagio van Albinoni net iets te vaak geklonken op begrafenissen en andere trieste evenementen, maar zo nu en dan, tijdens de donkere dagen voor Kerstmis, mag het wat mij betreft nog eens weerklinken.
VIJF... De deur van wat ooit mijn bureel werd genoemd en dat ik nu gemakshalve de sportkamer noem vliegt open met een ruk. In de deuropening staat mijn vrouw die haar hand opsteekt, vijf vingers opengesperd. 'Binnen vijf minuten gaan we aan tafel!', zegt ze niet zonder enige nadruk op het cijfer te leggen. Vijf minuten. Dat haal ik wel, denk ik. Eigenlijk ben ik opgelucht omdat ik door haar dwingend bevel mijn fietssessie op de vaste rol vroeger dan voorzien moet beëindigen. Na de slijkerige rit van zondag heb ik het laatste modderprut eindelijk uit mijn ogen gewreven. Zo'n zestig minuten voordien had ik mijn stalen ros bestegen omdat ik geen enkele dag wil laten voorbijgaan zonder mij te onderwerpen aan enige fysieke gewaarwording en omdat het buiten zo grijs is dat je zelfs de mussen niet kunt onderscheiden was de gedwongen keuze snel gemaakt. Aan de rol met Rimsky Korsakov en Sheherazade. Een sprookje zonder einde na een matinee met Julia Roberts waarmee we samen de verzopen middag lieten verglijden. Mona Lisa Smile. Maar is ze gelukkig? De kerstverlichting in de hoofdstraat doet haar uiterste best om aan deze dag toch nog enige glans te geven. Tevergeefs. Vandaag valt er nauwelijks natuurlijk licht waar te nemen. De duisternis treedt nog vroeger in dan gewoonlijk. Mensen blijven binnen of zoeken de bedwelming van het koopcentrum. Gezellig toch?! Vijf minuten later zit ik voor een dampende schotel pasta met saus. Rood is de kleur van de Spaanse wijn die ik mezelf inschenk. De temperatuur stijgt. Onze jongste doet haar beklag over 'het systeem' maar ik vind de juiste woorden niet om haar van antwoord te dienen. Er zijn zo van die onbeholpen dagen. 'Op een schaal van gelukkig zijn haal ik op dit moment maar een schamele zeven op tien', zegt ze. 'Ben mijn kat kwijt en ik heb nog altijd geen rijbewijs'! 'Hoe jong was de dochter van je vriendin Viviane, toen ze stierf?, vraag ik aan mijn vrouw met voorbedachte rade. Vijftien. Anouchka draait haar vork enkele keren rond in haar pasta en beseft dan dat voor haar het beste nog moet komen. dc
Goran Bregovic (°Sarajevo 1950) is een muzikant en componist uit Bosnië. Hij is de zoon van een Kroatische vader en een Servische moeder. Tijdens de oorlog in het voormalige Joegoslavië ontvluchtte hij zijn land. Hij schreef onder meer de muziek voor de Franse film 'La Reine Margot' uit 1994. Het scenario is gebaseerd op de gelijknamige roman van Alexandre Dumas.
Bregovic schreef ook de muziek voor de prent 'Underground', een Servische film uit 1995. Het verhaal gaat over de invasie van Joegoslavië tijdens de tweede wereldoorlog en over de periode na de oorlog.
Bleef even hangen bij Bach en een kop koude chocolade. Eerst genoot ik van een mooie herfstfoto van fotograaf Dino Remondino en vond dat daar een klassiek werkstukje bij hoorde. Ik koos voor één van de zes suites voor cello die de meester schreef in de periode 1717-1723. Het zijn zes verwante en gelijkaardig gestructureerde instrumentale muziekstukken, maar dit geheel terzijde. Het waren trouwens vruchtbare jaren voor Bach want ook zijn Brandenburgse concerto's dateren uit die tijd. In het eerste concerto zijn het vooral de koper- en houtblazers die uitbundig aan bod komen.
De suite werd al menig maal gebruikt in de soundtrack van enkele films, onder meer voor 'The Pianist', zo blijkt.
Bach verleende ook postuum zijn medewerking aan 'The Godfather' (Jesu, Joy of Man's Desiring) en aan 'Mr. Holland's Opus' (Minuet in G)
In deze film uit 1995 probeert een leraar wanhopig zijn leerlingen enige liefde voor klassieke muziek bij te brengen. Hij gebruikt daarbij een pop-deuntje uit de jaren zestig, met name 'Lovers Concerto', van 'The Toys' met een knipoog naar Johann Sebastian Bach.
Ziezo. Buiten klettert de regen tegen de ramen. Leeg kopje moet meteen in de afwasmachine, zegt mijn vrouw.