De waker ziet een wereld. De waker ziet een afschuwelijke wereld. Een wereld van moord, verkrachting, haat en bejag. De waker kan niet meer slapen, hij kan niet meer vergeten. Hij is aan zijn lot overgelaten en dwaalt de wereld rond, op zoek naar dat ene licht dat hij nooit zal vinden. Als een nomade loopt hij door een desolate beschaving, op zoek naar een oase. Hij weet dat er niets meer te vinden is en hoopt niet meer. De waker is verloren. Nee, hij is de enige die de echte wereld ziet.
De slaper ziet geen wereld. Hij ziet niets. Hij slaapt en hij voelt niets. Geen pijn en geen geluk. Hij hoeft nooit te zoeken, want hij heeft niets te vinden. Er is niets en daar is hij blij mee. Hij is blij bij afwezigheid van het onbekende. Hij zoekt niets nieuw, hij hoopt niet. Hij is verloren. Nee, hij is de enige die de echte wereld ziet.
De dromer ziet een wereld. De dromer ziet een prachtige wereld. Geen pijn maar geluk. Een wereld van liefde, schoonheid, natuur, vriendschap en vrijgevigheid. Maar de dromer wordt nooit meer wakker. En dat hoeft hij ook niet. De droom geeft hem alles wat hij wil en daar heeft hij genoeg aan. Hij leeft de illusie, een waanbeeld, hij is verloren.
Een lange dag gisteren, 's morgens vroeg op om een kadootje te zoeken voor moederdag. 's Middags naar Linkerwoofer en 's avonds even langs Jazz Middelheim gegaan. Het is niet echt mijn ding die jazz. Ik zou er zelf nooit kaarten voor kopen, maar het brengt je wel tot rust. Ik legde me neer en keek naar de donkere hemel. Ik kwam tot rust en dacht aan bijna niets meer. De avond vond zijn einde in een gezellig cafeetje aan het Mechelsplein. Sommige mensen kunnen blijkbaar niet zo goed tegen drank. Tegen 5 uur ben ik terug thuis en kruip ik licht beschonken mijn bed in. Morgen zomerfilms, Y tu mama tambien.
Cause I'd rather waste my life pretending
Than have to forget you for one whole minute
Ik zou graag willen geloven maar ik weet niet hoe. Ik zou graag kracht kunnen putten uit dat geloof maar ik zie niet in hoe. Ik kan me niet blindelings overgeven aan zo'n geloof hoewel ik het wel zou willen. Nothing compares to A quiet evening alone Just the one, two I was just counting on That never happens I guess I'm dreaming again Let's be more than this
En omdat er verder niets te zeggen is; Amore, more, ore, re
Het is midden in de nacht en ik ben klaarwakker. Ik staar naar de maan die me toch soort van gezelschap houdt. Ik luister naar muziek die me tot rust brengt en al de rest doet vergeten. Spinvis en Johnny Cash, beiden masters in their own house. Ergens in de verte hoor ik een verdwaalde brandweerauto. Ik weet niet waar hij heen gaat. Mijn laatste werkdag was zalig. Er was niets te doen. Ik sla voor de laatste keer een babbel met de dakloze man, die met der tijd een soort van vriend is geworden. Om 18h gaat hij zijn eigen weg en ga ik de mijne om 20h. J'espère que tu vas la gloire, Carlo. Een mooie afsluiter van een vermoeiende maand. 's Avonds ga ik nog iets drinken met vrienden en om 2uur kom ik uitgeput te slapen in m'n bed.
Het is nu een maand geleden, dat ik haar nog gehoord of gezien heb in persoon. En dat doet pijn. Ik mis elke dag tegen haar praten voor uren aan een stuk, over de domste dingen maar dat maakte niets uit. Ik mis het staren en verdwalen in die ogen wanneer ze me iets vertelt. Ik mis naast haar zitten. Ik mis haar voorbij zien lopen... Ik mis haar en dat doet zeer. She shines In a world full of ugliness She matters When everything is meaningless. Ik wil haar een bericht, een sms sturen, maar wat maakt het uit, wat moet ik zeggen. Het doet er niet toe. Het doet er niet toe. Misschien is het beter dat ze het niet weet, nooit weet. Blissful Ignorance.
Het is vreemd om dit hier neer te schrijven. Zo dichtbij voor iedereen om te lezen, maar zo veraf. Het geeft een soort vrijheid, zo'n blog. Je praat tegen niemand, je kan je gevoelens vrij laten gaan. Geen remmingen die je ervaart wanneer je tegen iemand vertelt. Ik weet niet of zij het leest, dat zal wel niet, maar ergens hoop ik toch van wel.
De maan is reeds verdwenen en ik ben weer alleen, nu enkel meer moe als daarnet. Het is al ochtend, zondagochtend. De vogels zullen zo wel wakker worden en ik ga slapen.
Why should she give her bounty to the dead?
What is divinity if it can come
Only in silent shadows and in dreams?
Shall she not find in comforts of the sun,
In pungent fruit and bright green wings, or else
In any balm or beauty of the earth,
Things to be cherished like the thought of heaven?
Divinity must live within herself:
Passions of rain, or moods in falling snow;
Grievings in loneliness, or unsubdued
Elations when the forest blooms; gusty
Emotions on wet roads on autumn nights;
All pleasures and all pains, remembering
The bough of summer and the winter branch.
These are the measure destined for her soul.
I am waiting for a train. A train that will take me far, far away. I know where I hope this train will take me, but I cannot be sure. But it doesn't matter. Because we'll be together, and that is all that matters.
Een rustige zaterdag. De rest van de wereld lijkt op vakantie te zijn terwijl ik de rol van aanvuller op mij neem. De dag ging ondanks de rust snel voorbij. Tijdens mijn pauzes praat ik wat bij met de dakloze man die nog steeds aan de ingang van de GB zit. 's Avonds heb ik afgesproken om de film 'Inception' te zien. Toen we bovenkwamen zag ik voor de eerste keer zo'n grote groep mensen wachten om een zaal binnen te gaan. De zaal zat stampvol.
Wauw. Wat een film, zeker een aanrader. Wat een einde. Het is de eerste keer dat ik een zaal heb horen roepen van verbazing op het einde van de film. Zoveel verwarring die dan op het einde wordt uitgelegd. Maar de film roept wel een mooie vraag op. Stel nu dat dit alles een droom is, een droom van iemand. Een droom waarin er één persoon schept, creëert en vormt naar zijn of haar wil. Het zou veel verklaren. In een droom lijkt niets vreemd, tot je wakker wordt en nadenkt over wat je hebt gedroomd. Dus misschien moeten we allemaal wakker worden, om te beseffen hoe de wereld echt is. Hoe vreemd de wereld echt is en waarom niets klopt. Waarom er dingen gebeuren die eigenlijk niet zouden mogen gebeuren, zo'n kleine kans en toch nog. Ik ga slapen en de regen tikt tegen de ramen. Ik vraag me af of zij nog wakker is. Of zij misschien ook nog ooit eens aan me denkt. Maar ze zal wel slapen, en aan niets meer denken, en zeker niet aan mij.
Nog twee dagen werken en dan vakantie.
If I could read your mind, love,
What a tale your thoughts could tell.
Just like a paperback novel,
The kind the drugstores sell.
When you reached the part where the heartaches come,
The hero would be me.
But heroes often fail, And you won't read that book again
Because the ending's just too hard to take.
Het is weeral even geleden sinds ik mijn laatste blog schreef, reden te meer om aan een nieuwe te beginnen. Het leven gaat zijn/haar gewone gangetje. Werken, vroeg of laat, het maakt niet uit. De dagen lijken zo snel te gaan. Niets doen is nergens goed voor. Zoveel 'bekende mensen' komen er over de vloer. Ik zag Els de Schepper, Stany Crets en Robbe de Herdt. Deze laatste was oud geworden en ik miste de rode, Antwerpse handdoek rond zijn nek. Ook heb ik minder, maar voor mij toch bekende mensen gezien. Caspar, Laura Nys, die haar CV kwam binnenbrengen, en mijn ex-buurvrouw kwamen ook eens langs.
Dagen van samenwerken met vermoeiende collega's worden afgewisseld door dagen van werken met interessante mensen. Zaterdag ga ik na het werk naar Jim om wat bij te praten, leuke afwisseling in de monotone week tot nu toe. Zondag wel weer om acht uur op, dus lang heb ik niet kunnen genieten.
De laatste dagen werken komen in het vooruitzicht, nog 3 en ik ben er vanaf.
You look so beautiful today when you're sitting there it's hard for me to look away So I try to find the words that I could say And I know distance doesn't matter but you feel so far away.
And I can't lie, everytime you leave my heart turns grey. Another day without you with me, is like a blade that cuts right through me, but I can wait forever... I can wait forever... I can wait forever...
You once said you'd be lost without me, I now still wonder if that's true, you seem to be doing great without me and I'm stuck here deprived of you.
And I tell you I don't know, just so you'll explain and look at me, I'll stare back to you although I know that you'll look but never see, friends is the last thing I'd ever want us to be.
Now it has been oh so long since we've seen eachother or spoke. I promise to never ever treat you wrong, I wish I could take you to New York...
De mens is een kuddedier. We hebben routine in ons leven (nodig). Zo ga ik weer om tien voor twee door om mijn routine te hervatten. En het leven gaat verder. Het is vijf dagen geleden dat ik mijn laatste blog schreef en ik herinner me niet meer zoveel van de voorbije werkdagen om eerlijk te zijn. Het zijn doordeweekse dagen geweest maar er is iets waar ik altijd aan denk.
Het is twintig juli, de dag voor de nationale feestdag. Dat betekent, alle leveranciers die normaal op woensdag komen, komen vandaag. Ze hadden zelfs extra personeel ingezet. Vandaag moest ik geen kassa doen, enkel aanvullen. Om het met de woorden van een collega te zeggen, ''fitness is er niks tegen''. Dat de wereld zoveel kratjes bier nodig heeft, het is ongelooflijk. En er is van alles veel. Te veel. Zoveel soorten bier, chips, frisdrank hebben we toch helemaal niet nodig. Zoveel productie om niets, om de massaconsumptie te voldoen.
's Avonds begeef ik me naar het stadspark, waar enkele vrienden al reeds zaten. Een waterpijp, een fles appeljenever en passoa maken de avond aangenamer. Wanneer het donker is, is het stadspark toch geen fijn park meer. Louche figuren op fietsen die rondrijden en rondrijden en rondrijden... Een eenzame vrouw durft te joggen door het park. We gaan nog naar een studentenfeestje achter de kathedraal. Superavond. Rond half vier loop ik met Tom naar huis. En ik denk en ik zie dat het leven mooi is en er is iets waar ik altijd aan denk.
Nationale feestdag. Voor een land dat geen land wil zijn, is het een hele stap. We hebben geen regering maar dat maakt niet uit. De twee delen van een land kunnen elkaar niet uitstaan, maar dat wordt allemaal vergeten, echter is er iets waar ik heel de dag aan denk. Morgenvroeg werken, ik ga slapen.
22-07-2010 - 1:03
Beautiful girls, all over the world. I could be chasin', but my time would be wasted. They've got nothing on you baby.
Weer zo'n ellenlange dag, ook al is het maar 1 uurtje meer, het lijkt een eeuwigheid langer te duren. En morgen is het weer van dat, wel de late deze keer. Hoewel het lang duurde, was het verre van saai. Om 4uur kwam Jan even langs en bleef even tijdens m'n pauze. Voor de ene of andere reden besloten de mensen vanaf 7uur niet meer te komen, ik denk dat ik heel dat uur 5 mensen heb gezien. De baas rijdt door de winkel op één of ander apparaat om normaliter paletten mee te vervoeren terwijl wij een inventieve manier hebben gevonden om de vervallen producten uit de winkel te verwijderen. Van aan de ene kant van de winkel naar de andere schuiven/gooien. Werken, het kan toch ook leuk zijn soms. Die avond naar Toy Story 3 gaan kijken voor de verjaardag van Tom. Prachtige film met zeker wat betekenis die sommigen ontgaat. Veel verwijzingen naar de vorige Toy Story's. Het leek me, in tegenstelling tot de vorige, veel meer voor de oudere kijker gemaakt. Om 7 uur werken morgen, ik wil eens een dagje niets doen.
Om 3u ben ik weer thuis na een dagje werken. Rustige dag in het algemeen en ik ga vroeg slapen, morgen weer werken.
Tell me what I'm supposed to do,
With all these left over feelings of you;
'Cause I don't know.
Het is enkele dagen geleden dat ik nog eens de nood heb gehad om iets te schrijven. Dinsdag de dertiende, net niet zo angstaanjagend als vrijdag. Weer een zonnige dag, om de onweders af te wisselen. Mensen klagen weer over het warme weer en wanneer het dan regent is dat ook niet goed. Ik kan er niet veel om geven, ik sta in de airco op mijn werkplek, laisser faire, laisser passer.
Ik zie de mensen, ik zie ze allemaal. Ze oordelen allemaal. Ze kijken neerbuigend neer naar de vrouw die haar geld niet kan vinden. De wereld kan niet snel genoeg gaan. Ik zeg niet dat ik niet oordeel. Wij zijn allemaal mensen, wij hebben hokjes nodig. Mooi, lelijk, dom,... Er is één man, geen idee waarom, maar zijn manier van doen vertelt dat hij niet is zoals de modale man. Hij loopt trager, ietwat voorover gebogen en lijkt van de wereld verdwenen. Zijn uiterlijk doet me denken aan een of andere onbekende dictator uit de 20e eeuw. De man is introvert en zegt niet veel. En net zoals ik, oordeelt de hele wereld over hem. Daarom is hij alleen... Mijn vader heeft de man nog gekend, samen met hem op school gezeten. Vroeger was hij niet zo. Zijn beste vriend is, wanneer hij twaalf was, verongelukt. De man loopt rond met de pijn van de hele wereld op zijn schouders. Ik oordeel niet meer en ga de wereld voorbij.
Woensdag uitslapen, om half 12 uit m'n bed. 's Avonds vertrek ik naar m'n nicht. Een avond in de tuin, met een glaasje wijn in de hand de zon zien ondergaan. Een kaartje leggen en een ijsje eten. Rond 1uur vertrek ik weer. Wandelen door de regen doet goed. Een wandeling die me tijd geeft om aan alles te denken.
Het is nu 9 dagen geleden, dat ik jou nog heb gezien. Nee ik maak me nog geen zorgen, want ik ben jou nog niet vergeten.
Ik weet dat ik je gauw weer zie en alle problemen zijn vergeten. Geen wolkje aan de lucht, verdwenen na één, twee, drie....
We zijn nu negen maanden verder en die dag die komt heel gauw, dat ik jou niet meer herinner maar nog zoveel van je hou.
Maar ik denk nog elke dag aan hoe leuk het toch was heel'der uren praten en staren naar je lach.
Het is nu negen jaar geleden en ik denk niet meer aan jou... Het is negen jaar geleden en ik hou nog steeds van jou.
Om acht uur weer op, snel douchen en werken.
Waer bestu bleven, mi lanct na di, ghesellin mijn.
Het is zondag. De laatste dag van de week, ook de laatste werkdag van de week. De sfeer van de WK-finale hing overal. Veel mensen kwamen kratjes/bakken bier halen om de avond mee door te brengen. Meer Nederlanders dan Spanjaarden, onwetend over wat hen te wachten stond.
Met Jim en Willem zoek ik een cafeetje op om de voetbal te kijken. Zoveel gele kaarten in een wedstrijd dat er meer geklapt is geweest wanneer de scheidsrechter (wéér) een kaart trok dan bij het doelpunt. 1-0 voor Spanje en de wedstrijd is voorbij. Nederland druipt verslagen af en Spanje schrijft geschiedenis. Gejuich klinkt door de straten en ergens roept er een verdwaalde Marokkaan, 'Marokko!'.
Vanmorgen om 7uur op, tijdens de vakantie dan nog. Om 9 stond ik weer op het werk. De dakloze man was er nog niet, die kwam pas rond 11uur weer op zijn vertrouwde plek zitten. Rond half 10 werd het opeens donker buiten, er weerklonk een stevige donder en geplons van dikke regendruppels tegen de ramen en op de grond. Vast en zeker God die zegt:''Laat er licht zijn.'', want enkele minuten later zijn de wolken weggetrokken, de mens kan weer zien. Mensen maken zich druk in onbenullige dingen, ik laat begaan en werp een lach toe.
Laten we liegen liefste, laten we liegen, over dit uitgelezen boek. Laten we liegen. - Youp van't Hek.
Gisteren was het veel te warm. Meer dan 36°C in Ukkel, de mens is toch niet gemaakt voor zo'n temperaturen. Maar ik stond te werken bij airconditioning, hemel op aarde. De dag leek lang te duren, te lang. Als je dan moet samenwerken met iemand die denkt dat ze zo interessant is dat ze alles moet vertellen... Ook de dakloze man was weer op post. De warmte treft niet alleen mij, maar ook de andere mensen. Nog nooit zoveel puffende mensen gezien die verkoeling zochten bij de airco als gisteren...
Geen zin om filosofisch te doen vandaag, daar is het te warm voor. Om af te sluiten, haal ik een citaat van Edmund Spenser aan. Hij was een man die zocht, zocht, maar nooit vond...
Where whenas death shall all the world subdue, our love shall live, and later life renew. - Edmund Spenser.
comme il pleut sur les villes. De eerste woorden van het derde gedicht uit romances sans paroles van Paul Verlaine. Een prachtige Franse dichter wiens woorden, ook al zijn ze al meer dan een eeuw oud, nog steeds zo waar zijn. Het is een excuus aan zijn geliefde, Arthur Rimbaud, die hij verwondde na een ruzie. Het is zoveel meer dan gewoon een prachtig citaat, een innuendo om niet te missen. ''Il pleut doucement sur la ville'' - A. Rimbaud
Na het werk op dinsdag naar Willem thuis. De bus was verlaten, enkel ik en de chauffeur, die duidelijk ook snel zijn ronde wilde afwerken. Een avond met muziek, games en vrienden, wat wil je nog meer. Om iets na twee vertrek ik samen met Jim, die na me even vergezeld te hebben, ook naar huis fietst. Dan maar luisteren naar muziek onder het wandelen. Ik loop voorbij een politiebusje waar een kleine auto naast stond. Ik hoorde ''vriendin'' en ''ruzie'', lachte de agente toe en liep verder. Ik loop langs het huis waar ik vroeger woonde, ik loop langs de huizen van vrienden...
Woensdag vrijaf. Het mooie weer zorgt ervoor dat ik met mijn ouders naar de Abdijstraat trek. Na afloop een glaasje drinken en iets eten. Meer moet dat niet zijn. Donderdag vroeg wakker, het is weer zo warm, té warm. De laatste dagen vielen mee, maar vandaag is het tropisch warm. Weer om met AC op de zetel te zitten en een boekje te lezen, denken aan alles en niets. Ik denk na over de wereld, zou er nog iets zijn. Iets buiten dit. Ik hou wel van het idee, maar het is bedenkelijk. Een mooie theorie vind ik die van de afgescheurde dimensies. Bij elke keuze, elk ongeluk, elke gebeurtenis, ontstaat er een andere wereld. In geval van een ongeval zouden er dus twee werelden ontstaan, een wereld X waarin het ongeval plaatsvindt en een wereld Y, waarin er niets is gebeurd. Er is dus één perfecte wereld. Ik denk aan jou en ik denk aan haar. Misschien zou in die perfecte wereld...
Ik besluit de avond met deze woorden die zeggen wat ik zo graag zou willen, maar niet kan.
Mon cur près de ton cur bat daise
Et damour pour jusquà la mort : Aime-moi, Car, sans toi, Rien ne puis, Rien ne suis.
De ochtend lonkt weer door de ramen, weinig geslapen vannacht. Te warm, geen slaap... Om 14u sta ik weer op mijn vertrouwde plek, te wachten tot het pauze is. Deze pauze zou anders zijn, ik kocht 2 cola's en zette me naast de dakloze man die zelf ook weer op zijn vertrouwde plek zat. We begonnen te praten. Over zijn leven en over dat van mij. De dakloze man was niet altijd dakloos geweest. Hij had de voorbije 9 jaar (hij was nu bijna 1 jaar dakloos) bij zijn moeder gewoond en voor haar gezorgd. Bij de dood van zijn moeder hebben zijn broers/zussen het huis achter zijn rug van de hand gedaan, het geld verdeeld en verdwenen met de noorderzon. Sindsdien gaat het met de man niet zo goed. Hij is dakloos maar, meent hij zelf, geniet van het leven. Ik lach hem toe dat mijn pauze over is, hij groet me en ik werk verder...
20u, de dag is voorbij. En morgen begint ze opnieuw, tijd om wat te slapen.
The Prince's Robes and Beggar's Rags
Are Toadstools on the Miser's Bags.
A truth that's told with bad intent.
Beats all the Lies you can invent.
Om twaalf uur werd ik wakker, hoewel mijn wekker om 9uur had moeten aflopen. Weeral 3 uur verloren. Snel iets eten, douchen en dan gaan werken. Het is zondag, geen enkele andere winkel is open dus trekt iedereen naar de GB. Een vermoeiende dag, to say the least.
De dakloze man die nu al een soort van bekende is geworden, is ook weer op post. In een wereld waar alles gehaast moet gebeuren, waar geen tijd is voor rust, snelt alles voorbij. Behalve de dakloze man, hij zit daar maar. Hij laat de wereld aan zich voorbij gaan terwijl hij geniet van de mensen en de zon. Van de aalmoezen van enkele vrijgevige mensen koopt hij een appel en een flesje water. En amper een minuut later zit hij weer op zijn plek en groet hij de mensen die voorbijsnellen...
Dat laatste uurtje is er teveel aan. Gelukkig was het vandaag niet mijn beurt om de broodbakken te stofzuigen en schabben te kuisen. Wanneer ik buitenkom is de dakloze man zoals gewoonlijk weg, en ik trek naar huis. Ik ga met mijn ouders even langs de Singsefoor, 't is een soort van traditie geworden op de laatste dag te gaan (die vorig jaar genegeerd werd). De sfeer die ik associeer met de 'foor' is verdwenen. Ik weet niet hoe ik het moet omschrijven, maar het voelt niet hetzelfde aan. Misschien heeft dat ook met de crisis te maken en zijn de mensen daarom minder uitbundig.
Thuisgekomen, check ik facebook en kijk ik m'n mails na, met een filmpje op YT op de achtergrond. Nu zit ik deze blog te schrijven, terwijl ik eigenlijk al had moeten slapen. Morgen weer vroeg dag, wéér werken.
Vandaag heb ik niet aan haar gedacht. Nee zelfs niet eens, nee helemaal niet, nee... (05-07-2010 1:55)
Vandaag was het rustdag. Hoewel God die voorziet op zondag, voorziet mijn baas die op zaterdag. Ik werd wakker door een luid geklingel, in de keuken sneuvelde er een bord. Het was al half 12, de dag was al bijna half voorbij (of half begonnen? Of ben ik dan te optimistisch?). De middag ging snel voorbij, het zalige niets doen. Op het terras een boek lezen met muziek in de oren...
Ik zag een vlinder, tegenwoordig tamelijk zeldzaam, mijn gezichtsveld voorbij vliegen. Ik kon de afleiding niet weerstand en volgde het beestje tot het uit mijn bereik was. Zoiets onbenulligs deed me aan zoveel denken, ongelooflijk. Kon de mens maar zo vrij zijn, konden we maar gewoon wegvliegen. Aan een reis naar Griekenland, die prachtige vlindertuin. Maar ook aan haar...Ik kan me niet meer herinneren dat ik het voor de eerste keer opmerkte, wel dat het er was en dat bleef me bij. Dat onze hersenen zo'n banden leggen, als gevolg van één impuls, de mens
is zo'n gecompliceerd ding.
Voetbal, spijtig voor Diego. Nederland gaat uit zijn dak en Brazilië rouwt. Spanje juicht en Paraguay, hoe zijn die zo ver gekomen om mee te beginnen? Het gevoel van nationale trots brengt mensen samen en doet geschillen verdwijnen. Wie heeft er wapens nodig, als je voetbal hebt?
Om 11 uur op, de warmte maakt slapen onaangenaam. Het is tijd dat het weer eens wat regent en wat kouder wordt. De douche in en dan vertrekken voor nog een namiddag werken. De warmste dag van het jaar tot nu toe, en dat was merkbaar, honderden mensen zoeken de airco van de GB op, ben ik blij dat ik niet buiten hoef te werken. God lauwert de dakwerkers.
Tijdens mijn pauze zet ik me voor de winkel, een koud drankje in de hand. Een paar meter verder zit een dakloze man, niet sjofel gekleed maar in een proper wit T-shirt en (verweerde) jeans. Hij groet de mensen die voorbijgaan, mensen zeggen een goede dag terug maar lopen snel door. Hij heeft niets en toch geniet hij van het leven. Hij blijft optimistisch, amor fati. Er rijdt een vrachtwagen voorbij, "Professioneel vernietigen'' lees ik af, mijn pauze is voorbij.
's Avonds vind ik mezelf in de stad, op een terrasje achter de kathedraal, een duveltje in de hand. Het leven is mooi.
De eerste uit (hopelijk) een reeks van 62 naar aanleiding.
Na weinig geslapen te hebben op om 7 uur. De zomer is nu definitief begonnen en dat betekent werken. Na een jaar sta ik er weer, vol goede moed, naar godsvrucht en vermogen. Een grappig praatje slaan met leuke klanten, het negeren van gemor van klanten die zich ergeren aan de trage ouderen. Respect is ver te zoeken. En de tijd vliegt voorbij, Om twee uur ben ik weer thuis, even mail checken, snel iets eten en dan weer door. Afgesproken aan het Astridplein met Nina, je ziet er alles en iedereen, van daklozen tot zakenmannen, al dan niet met een bezweette rug door de warmte van het kostuum dat ze aanhebben, hopend dat niemand het opmerkt.We eten een ijsje en wandelen naar het park, praatten over de meest
triviale dingen, de tijd vliegt. Om 7 begint Robin Hood, snel dan maar,
om de menigte Twilight-fans voor te zijn. Het toeval wou dat ook zij
meekwam, voor de film althans, zij...
Staaft toeval de werkelijkheid? Heeft alles een reden, was dit voorbestemd te gebeuren? Aannemelijk gewoon een oorzaak/gevolg situatie, maar toch. Noem je dit toeval, of een speling van het lot? A posse ad esse non valet consequentia, zeggen ze daar ergens in het zuiden. Dit mocht niet gebeuren, ik wou dit niet, maar ik kon moeilijk nee zeggen, ik wou het ook niet. Ik had gepland om er net met haar -niet zij- over te praten die avond, dat kwam er niet van, en zal er ook niet van komen de kortste dagen.
Goede film die Robin Hood, toch betrapte ik me erop niet 100% gefocust te zijn op de film, het is raar dat gevoel. Na afloop ging het kort. Moeheid van het leven van de dagen na het afstuderen eist zijn tol. Het is tijd voor afscheid, een kus op de wang maakt een einde aan de dag.
How do you react in these
situations? Someone's not doing okay. Do we shrug it off and feel
happy about the fact that it's their future that sucks? Should we
cry for the ones that are not doing well? Will that really make them
feel better, would that really make a difference?
It's man's nature to
feel empathy towards those who aren't doing so well. When I see a
homeless person on the streets, I feel for them. That doesn't mean
that I'm willing to give up the life I am living in order to make him
feel better. Another part of mankind's genuine design. We only care
about others if we do not hurt ourselves in the process. Does this
make us selfish? No, we just care for ourselves in another way than
we do for others.
Today was a day of mixed
feelings, the joy of spring resounded in the air. School was ending
and holidays were starting. Plans were being made, going out, having
fun, playing soccer with friends, all seems so well... Yet even on
these days, when everything seems to be A-Okay, there's people close
to us that aren't that fortunate. At around eleven, word was told
that he wasn't doing too well, explaining his absence for so long.
Someone who we knew and (most of ) us liked was fighting against
cancer. Silence filled a room
where once, about five minutes ago, the thought of vacation was
rejoicing.
A person who we all
liked would not be having a fun holiday with their family, wouldn't
even be doing those things we all take for granted in our lives.
After a minute of dazement, life just went on. Just like that, as if
it had never been said at all. Five minutes later, something that had
and will have such great influence on the life of another is
forgotten. I heard other people talking about what they would be
doing when they got out at one pm. All I could think of was the pain
he and his family will suffer. I can only hope the best for them, may
luck be on their side, may god have mercy on their soul. Fortuna
adiuvat fortes.