comme il pleut sur les villes. De eerste woorden van het derde gedicht uit romances sans paroles van Paul Verlaine. Een prachtige Franse dichter wiens woorden, ook al zijn ze al meer dan een eeuw oud, nog steeds zo waar zijn. Het is een excuus aan zijn geliefde, Arthur Rimbaud, die hij verwondde na een ruzie. Het is zoveel meer dan gewoon een prachtig citaat, een innuendo om niet te missen. ''Il pleut doucement sur la ville'' - A. Rimbaud
Na het werk op dinsdag naar Willem thuis. De bus was verlaten, enkel ik en de chauffeur, die duidelijk ook snel zijn ronde wilde afwerken. Een avond met muziek, games en vrienden, wat wil je nog meer. Om iets na twee vertrek ik samen met Jim, die na me even vergezeld te hebben, ook naar huis fietst. Dan maar luisteren naar muziek onder het wandelen. Ik loop voorbij een politiebusje waar een kleine auto naast stond. Ik hoorde ''vriendin'' en ''ruzie'', lachte de agente toe en liep verder. Ik loop langs het huis waar ik vroeger woonde, ik loop langs de huizen van vrienden...
Woensdag vrijaf. Het mooie weer zorgt ervoor dat ik met mijn ouders naar de Abdijstraat trek. Na afloop een glaasje drinken en iets eten. Meer moet dat niet zijn. Donderdag vroeg wakker, het is weer zo warm, té warm. De laatste dagen vielen mee, maar vandaag is het tropisch warm. Weer om met AC op de zetel te zitten en een boekje te lezen, denken aan alles en niets. Ik denk na over de wereld, zou er nog iets zijn. Iets buiten dit. Ik hou wel van het idee, maar het is bedenkelijk. Een mooie theorie vind ik die van de afgescheurde dimensies. Bij elke keuze, elk ongeluk, elke gebeurtenis, ontstaat er een andere wereld. In geval van een ongeval zouden er dus twee werelden ontstaan, een wereld X waarin het ongeval plaatsvindt en een wereld Y, waarin er niets is gebeurd. Er is dus één perfecte wereld. Ik denk aan jou en ik denk aan haar. Misschien zou in die perfecte wereld...
Ik besluit de avond met deze woorden die zeggen wat ik zo graag zou willen, maar niet kan.
Mon cur près de ton cur bat daise
Et damour pour jusquà la mort : Aime-moi, Car, sans toi, Rien ne puis, Rien ne suis.
De ochtend lonkt weer door de ramen, weinig geslapen vannacht. Te warm, geen slaap... Om 14u sta ik weer op mijn vertrouwde plek, te wachten tot het pauze is. Deze pauze zou anders zijn, ik kocht 2 cola's en zette me naast de dakloze man die zelf ook weer op zijn vertrouwde plek zat. We begonnen te praten. Over zijn leven en over dat van mij. De dakloze man was niet altijd dakloos geweest. Hij had de voorbije 9 jaar (hij was nu bijna 1 jaar dakloos) bij zijn moeder gewoond en voor haar gezorgd. Bij de dood van zijn moeder hebben zijn broers/zussen het huis achter zijn rug van de hand gedaan, het geld verdeeld en verdwenen met de noorderzon. Sindsdien gaat het met de man niet zo goed. Hij is dakloos maar, meent hij zelf, geniet van het leven. Ik lach hem toe dat mijn pauze over is, hij groet me en ik werk verder...
20u, de dag is voorbij. En morgen begint ze opnieuw, tijd om wat te slapen.
The Prince's Robes and Beggar's Rags
Are Toadstools on the Miser's Bags.
A truth that's told with bad intent.
Beats all the Lies you can invent.
Om twaalf uur werd ik wakker, hoewel mijn wekker om 9uur had moeten aflopen. Weeral 3 uur verloren. Snel iets eten, douchen en dan gaan werken. Het is zondag, geen enkele andere winkel is open dus trekt iedereen naar de GB. Een vermoeiende dag, to say the least.
De dakloze man die nu al een soort van bekende is geworden, is ook weer op post. In een wereld waar alles gehaast moet gebeuren, waar geen tijd is voor rust, snelt alles voorbij. Behalve de dakloze man, hij zit daar maar. Hij laat de wereld aan zich voorbij gaan terwijl hij geniet van de mensen en de zon. Van de aalmoezen van enkele vrijgevige mensen koopt hij een appel en een flesje water. En amper een minuut later zit hij weer op zijn plek en groet hij de mensen die voorbijsnellen...
Dat laatste uurtje is er teveel aan. Gelukkig was het vandaag niet mijn beurt om de broodbakken te stofzuigen en schabben te kuisen. Wanneer ik buitenkom is de dakloze man zoals gewoonlijk weg, en ik trek naar huis. Ik ga met mijn ouders even langs de Singsefoor, 't is een soort van traditie geworden op de laatste dag te gaan (die vorig jaar genegeerd werd). De sfeer die ik associeer met de 'foor' is verdwenen. Ik weet niet hoe ik het moet omschrijven, maar het voelt niet hetzelfde aan. Misschien heeft dat ook met de crisis te maken en zijn de mensen daarom minder uitbundig.
Thuisgekomen, check ik facebook en kijk ik m'n mails na, met een filmpje op YT op de achtergrond. Nu zit ik deze blog te schrijven, terwijl ik eigenlijk al had moeten slapen. Morgen weer vroeg dag, wéér werken.
Vandaag heb ik niet aan haar gedacht. Nee zelfs niet eens, nee helemaal niet, nee... (05-07-2010 1:55)
Vandaag was het rustdag. Hoewel God die voorziet op zondag, voorziet mijn baas die op zaterdag. Ik werd wakker door een luid geklingel, in de keuken sneuvelde er een bord. Het was al half 12, de dag was al bijna half voorbij (of half begonnen? Of ben ik dan te optimistisch?). De middag ging snel voorbij, het zalige niets doen. Op het terras een boek lezen met muziek in de oren...
Ik zag een vlinder, tegenwoordig tamelijk zeldzaam, mijn gezichtsveld voorbij vliegen. Ik kon de afleiding niet weerstand en volgde het beestje tot het uit mijn bereik was. Zoiets onbenulligs deed me aan zoveel denken, ongelooflijk. Kon de mens maar zo vrij zijn, konden we maar gewoon wegvliegen. Aan een reis naar Griekenland, die prachtige vlindertuin. Maar ook aan haar...Ik kan me niet meer herinneren dat ik het voor de eerste keer opmerkte, wel dat het er was en dat bleef me bij. Dat onze hersenen zo'n banden leggen, als gevolg van één impuls, de mens
is zo'n gecompliceerd ding.
Voetbal, spijtig voor Diego. Nederland gaat uit zijn dak en Brazilië rouwt. Spanje juicht en Paraguay, hoe zijn die zo ver gekomen om mee te beginnen? Het gevoel van nationale trots brengt mensen samen en doet geschillen verdwijnen. Wie heeft er wapens nodig, als je voetbal hebt?
Om 11 uur op, de warmte maakt slapen onaangenaam. Het is tijd dat het weer eens wat regent en wat kouder wordt. De douche in en dan vertrekken voor nog een namiddag werken. De warmste dag van het jaar tot nu toe, en dat was merkbaar, honderden mensen zoeken de airco van de GB op, ben ik blij dat ik niet buiten hoef te werken. God lauwert de dakwerkers.
Tijdens mijn pauze zet ik me voor de winkel, een koud drankje in de hand. Een paar meter verder zit een dakloze man, niet sjofel gekleed maar in een proper wit T-shirt en (verweerde) jeans. Hij groet de mensen die voorbijgaan, mensen zeggen een goede dag terug maar lopen snel door. Hij heeft niets en toch geniet hij van het leven. Hij blijft optimistisch, amor fati. Er rijdt een vrachtwagen voorbij, "Professioneel vernietigen'' lees ik af, mijn pauze is voorbij.
's Avonds vind ik mezelf in de stad, op een terrasje achter de kathedraal, een duveltje in de hand. Het leven is mooi.
De eerste uit (hopelijk) een reeks van 62 naar aanleiding.
Na weinig geslapen te hebben op om 7 uur. De zomer is nu definitief begonnen en dat betekent werken. Na een jaar sta ik er weer, vol goede moed, naar godsvrucht en vermogen. Een grappig praatje slaan met leuke klanten, het negeren van gemor van klanten die zich ergeren aan de trage ouderen. Respect is ver te zoeken. En de tijd vliegt voorbij, Om twee uur ben ik weer thuis, even mail checken, snel iets eten en dan weer door. Afgesproken aan het Astridplein met Nina, je ziet er alles en iedereen, van daklozen tot zakenmannen, al dan niet met een bezweette rug door de warmte van het kostuum dat ze aanhebben, hopend dat niemand het opmerkt.We eten een ijsje en wandelen naar het park, praatten over de meest
triviale dingen, de tijd vliegt. Om 7 begint Robin Hood, snel dan maar,
om de menigte Twilight-fans voor te zijn. Het toeval wou dat ook zij
meekwam, voor de film althans, zij...
Staaft toeval de werkelijkheid? Heeft alles een reden, was dit voorbestemd te gebeuren? Aannemelijk gewoon een oorzaak/gevolg situatie, maar toch. Noem je dit toeval, of een speling van het lot? A posse ad esse non valet consequentia, zeggen ze daar ergens in het zuiden. Dit mocht niet gebeuren, ik wou dit niet, maar ik kon moeilijk nee zeggen, ik wou het ook niet. Ik had gepland om er net met haar -niet zij- over te praten die avond, dat kwam er niet van, en zal er ook niet van komen de kortste dagen.
Goede film die Robin Hood, toch betrapte ik me erop niet 100% gefocust te zijn op de film, het is raar dat gevoel. Na afloop ging het kort. Moeheid van het leven van de dagen na het afstuderen eist zijn tol. Het is tijd voor afscheid, een kus op de wang maakt een einde aan de dag.
How do you react in these
situations? Someone's not doing okay. Do we shrug it off and feel
happy about the fact that it's their future that sucks? Should we
cry for the ones that are not doing well? Will that really make them
feel better, would that really make a difference?
It's man's nature to
feel empathy towards those who aren't doing so well. When I see a
homeless person on the streets, I feel for them. That doesn't mean
that I'm willing to give up the life I am living in order to make him
feel better. Another part of mankind's genuine design. We only care
about others if we do not hurt ourselves in the process. Does this
make us selfish? No, we just care for ourselves in another way than
we do for others.
Today was a day of mixed
feelings, the joy of spring resounded in the air. School was ending
and holidays were starting. Plans were being made, going out, having
fun, playing soccer with friends, all seems so well... Yet even on
these days, when everything seems to be A-Okay, there's people close
to us that aren't that fortunate. At around eleven, word was told
that he wasn't doing too well, explaining his absence for so long.
Someone who we knew and (most of ) us liked was fighting against
cancer. Silence filled a room
where once, about five minutes ago, the thought of vacation was
rejoicing.
A person who we all
liked would not be having a fun holiday with their family, wouldn't
even be doing those things we all take for granted in our lives.
After a minute of dazement, life just went on. Just like that, as if
it had never been said at all. Five minutes later, something that had
and will have such great influence on the life of another is
forgotten. I heard other people talking about what they would be
doing when they got out at one pm. All I could think of was the pain
he and his family will suffer. I can only hope the best for them, may
luck be on their side, may god have mercy on their soul. Fortuna
adiuvat fortes.