Le train-train cotidien. Het leven gaat zijn gewone gangetje en dat vind ik niet erg. Nog één maand vakantie. Na lang twijfelen tussen Fysica of Informatica is het dan toch
Informatica geworden. Bij je eerste gedacht blijven, dat is altijd het
beste. Ik ga het missen die middelbare school. Ik ga het zo erg missen.
Zoveel moment die nooit meer zullen terug komen. Er gaat ook een nieuwe
wereld open, een nieuwe tijd, een nieuw begin?
Zaterdag zak ik samen met vrienden af naar het huis van Tom voor een avondje in de tuin. Alcohol, waterpijp, muziek en vrienden, meer moet dat niet zijn. We zakken samen even af naar een feestje maar zijn al snel weer terug. Rond drie uur vertrek ik samen met Jim en Bram, die dan al van de wereld was verdwenen. Om vijf uur kom ik uitgeput thuis.
Familiefeest. Mijn jongste nichtje wordt 5 jaar en heel de familie is uitgenodigd. Praten over hoe lang het geleden is dat iedereen elkaar nog heeft gezien. Afspreken dat het zeker vaker moet gebeuren, wat nooit het geval is. Ik hoor mijn nonkel achter de rug van mijn peter over hem praten. Enkele minuten later staan ze weer samen te lachen. Ik zie in de verte mijn opa zitten. De man die me heeft leren kaarten, schaken. Of ten minste wat er van overblijft. Hij is mager maar verzorgd. Hij zit stil en alleen, zijn vrouw is jaren geleden gestorven. Hij is veranderd in de jaren die ons scheidden. Hij is niet meer de man die me van school kwam halen, hij is oud geworden en is ziek geworden.
Ik ga binnen om weg te geraken van de schijnheiligheid. Binnen vind ik de dochter van de nieuwe man van mijn nicht. Ik neem een glas wijn en ga tegenover haar aan tafel zitten. Ze zegt niet veel wanneer ik vraag hoe het op school gaat, naar welk jaar ze gaat. Ze is aan het schrijven op een blad papier. Wanneer ik mijn glas ga bijvullen, loop ik langs haar. Ik lees "Soms ben ik een beetje verlegen. Ik ben bang dat alles verandert. Maar ik ben blij dat ik hier zit, omringd door mensen van wie ik denk dat ze van mij houden." Haar stiefzusje komt binnen en vraagt wat ze aan het doen is. Zij zegt schrijven en dat het privé is. Ze stopt met schrijven, scheurt het papier af de blok en steekt het in haar zak. Ik begeef me terug naar de tuin en meng me weer tussen de mensen, van achter me hoor ik haar stiefzus roepen, zij roept niets terug.
That look you give that guy, I wanna see...
Looking right at me.
If I could be that guy, instead of me...
I'd never let you down.
It always seems like you're going somewhere,
better than you've been before.
Well I go to sleep, and I dream all night,
of you knocking on my door.
I never thought that I could be so bold,
to even say these thoughts aloud.
But if let's say, it won't work out.
You know where I can be found.
That look you give that guy, I wanna see...
Looking right at me.
If I could be that guy, instead of me...
I'd never let you down. I'd never let you down.