Het is enkele dagen geleden dat ik nog eens de nood heb gehad om iets te schrijven. Dinsdag de dertiende, net niet zo angstaanjagend als vrijdag. Weer een zonnige dag, om de onweders af te wisselen. Mensen klagen weer over het warme weer en wanneer het dan regent is dat ook niet goed. Ik kan er niet veel om geven, ik sta in de airco op mijn werkplek, laisser faire, laisser passer.
Ik zie de mensen, ik zie ze allemaal. Ze oordelen allemaal. Ze kijken neerbuigend neer naar de vrouw die haar geld niet kan vinden. De wereld kan niet snel genoeg gaan. Ik zeg niet dat ik niet oordeel. Wij zijn allemaal mensen, wij hebben hokjes nodig. Mooi, lelijk, dom,... Er is één man, geen idee waarom, maar zijn manier van doen vertelt dat hij niet is zoals de modale man. Hij loopt trager, ietwat voorover gebogen en lijkt van de wereld verdwenen. Zijn uiterlijk doet me denken aan een of andere onbekende dictator uit de 20e eeuw. De man is introvert en zegt niet veel. En net zoals ik, oordeelt de hele wereld over hem. Daarom is hij alleen... Mijn vader heeft de man nog gekend, samen met hem op school gezeten. Vroeger was hij niet zo. Zijn beste vriend is, wanneer hij twaalf was, verongelukt. De man loopt rond met de pijn van de hele wereld op zijn schouders. Ik oordeel niet meer en ga de wereld voorbij.
Woensdag uitslapen, om half 12 uit m'n bed. 's Avonds vertrek ik naar m'n nicht. Een avond in de tuin, met een glaasje wijn in de hand de zon zien ondergaan. Een kaartje leggen en een ijsje eten. Rond 1uur vertrek ik weer. Wandelen door de regen doet goed. Een wandeling die me tijd geeft om aan alles te denken.
Het is nu 9 dagen geleden, dat ik jou nog heb gezien. Nee ik maak me nog geen zorgen, want ik ben jou nog niet vergeten.
Ik weet dat ik je gauw weer zie en alle problemen zijn vergeten. Geen wolkje aan de lucht, verdwenen na één, twee, drie....
We zijn nu negen maanden verder en die dag die komt heel gauw, dat ik jou niet meer herinner maar nog zoveel van je hou.
Maar ik denk nog elke dag aan hoe leuk het toch was heel'der uren praten en staren naar je lach.
Het is nu negen jaar geleden en ik denk niet meer aan jou... Het is negen jaar geleden en ik hou nog steeds van jou.
Om acht uur weer op, snel douchen en werken.
Waer bestu bleven, mi lanct na di, ghesellin mijn.