Op maandag 2 augustus volgen we de Seine verder stroomafwaarts. We stoppen voor een bezoek aan kasteel Gaillard in Les Andelys. Opnieuw pech, op maandag is er geen bezoek mogelijk... De omgeving is wel vrij te bezoeken en compenseert met een mooi uitzicht over de Seine.
Na Les Andelys verlaten we even de Seine voor een bezoek aan het nabij gelegen Ecouis. De kerk is buiten proportie tov de grootte van het dorpje, maar wel mooi, met veel houtsnijwerk. Onze volgende stop is in Lyons-la-Foret, een middeleeuws aandoend dorpje dat vooral bekend werd door de opnames van de film 'madame Bovary' die er plaats vonden (in regie van Jean Renoir, 1934). (de film kreeg nog enkele remakes, de meest recente in 2015).
We stappen even binnen in het kantoor van toerisme, daar word ons gesuggereerd om na het bezoek aan het dorp ook een bezoek te brengen aan de abdij van Mortemer, hetgeen we na de middag dan ook doen. Echter we hebben opnieuw pech, we hebben nog maar net onze tickets gekocht of het begint hevig te regenen.. Schuilen dan maar, tot de regen wat minder word.. We hebben onze regenjasjes bij en vatten onze wandeling over het domein aan zodra de plensbui afneemt tot een gestage regen. We wandelen nog rond de eerste kunstmatig aangelegde visvijver (met veel forel) maar houden het dan voor bekeken wegens het slechte weer. We rijden veder naar Rouen waar we terchtkomen in volle avondspits. Door wegenwerken is het daarenboven wat zoeken om de camperparking te bereiken. Eenmaal daar aangekomen hebben we niet veel zin meer om nog op stap te gaan, we houden het de rest van de avond kalm en lezen wat in onze Michelin gidsen over de vele bezienswaardigheden in Rouen.
Op maandag 2 augustus volgen we de Seine verder stroomafwaarts. We stoppen voor een bezoek aan kasteel Gaillard in Les Andelys. Opnieuw pech, op maandag is er geen bezoek mogelijk... De omgeving is wel vrij te bezoeken en compenseert met een mooi uitzicht over de Seine.
Na Les Andelys verlaten we even de Seine voor een bezoek aan het nabij gelegen Ecouis. De kerk is buiten proportie tov de grootte van het dorpje, maar wel mooi, met veel houtsnijwerk. Onze volgende stop is in Lyons-la-Foret, een middeleeuws aandoend dorpje dat vooral bekend werd door de opnames van de film 'madame Bovary' die er plaats vonden (in regie van Jean Renoir, 1934). (de film kreeg nog enkele remakes, de meest recente in 2015).
We stappen even binnen in het kantoor van toerisme, daar word ons gesuggereerd om na het bezoek aan het dorp ook een bezoek te brengen aan de abdij van Mortemer, hetgeen we na de middag dan ook doen. Echter we hebben opnieuw pech, we hebben nog maar net onze tickets gekocht of het begint hevig te regenen.. Schuilen dan maar, tot de regen wat minder word.. We hebben onze regenjasjes bij en vatten onze wandeling over het domein aan zodra de plensbui afneemt tot een gestage regen. We wandelen nog rond de eerste kunstmatig aangelegde visvijver (met veel forel) maar houden het dan voor bekeken wegens het slechte weer. We rijden veder naar Rouen waar we terchtkomen in volle avondspits. Door wegenwerken is het daarenboven wat zoeken om de camperparking te bereiken. Eenmaal daar aangekomen hebben we niet veel zin meer om nog op stap te gaan, we houden het de rest van de avond kalm en lezen wat in onze Michelin gidsen over de vele bezienswaardigheden in Rouen.
op deze laatste julidag houden we het rustig, de voorbije dagen waren druk met het bezoek aan Fontainbleau en Versailles.
Wellicht omwille van het weekend(?) zijn we verrast door de drukte in Giverny, we kunnen weliswaar probleemloos tickets aanschaffen maar het is toch even aanschuiven vooraleer we de tuinen van Monet binnen mogen. Er geld een maximum aantal bezoekers, er word continu gemeld hoeveel mensen het domein verlaten en hoeveel er bijgevolg binnen mogen.
Na afloop van het bezoek wandelen we nog rond in het dorpje, mijn aandacht word getrokken door een privé museum dat gerund word door een groep vrijwilligers, hoofdzakelijk oude mannen; het "museum de mécanique naturelle", met antieke machines, motoren en generatoren die hier gerestaureerd en tentoongesteld worden.. Er is nauwelijks bewegingsruimte tussen alles wat hier tentoongesteld staat, ik krijg een volledige rondleiding van een enthousiaste vrijwilliger. Het museum beschikt over een eigen, uitgebreide werkplaats waar onderdelen hersteld of nieuw gemaakt worden. Zelfs dit atelier oogt antiek, met werktuigmachines uit vervlogen tijden..
Nadien wandelen we nog tot het kerkje en bijhorend kerkhof om het graf van Monet te bezoeken.
In de voormiddag zijn we langs geweest bij het kantoor van de toeristische dienst, om wat documentatie op te halen ivm Vernon, het stadje dat we morgen willen bezoeken. De mevrouw van dienst verzekerd mij dat we een vrijliggend fietspad kunnen nemen tot het centrum van Vernon, een fietspad dat grotendeels de Seine volgt. Na het avondeten nemen we de fietsen en rijden nog even tot de brug over de Seine die naar het centrum van Vernon leid. (Er word hard gewerkt aan een fietsroute langs de Seine: La Seine à vélo). Het fietspad Giverny-Vernon maakt deel uit hiervan.
De volgende morgen fietsen we opnieuw hetzelfde traject, en met behulp van een stadsplannetje met een suggestie voor een rondrit per fiets door Vernon bezoeken we het stadje. We wensen ook het kasteel van Bizy te bezoeken, maar wanneer we na een lange klim bij dit kasteel komen blijkt dat het enkel in de namiddag vanaf 14hr open is... We hebben geen zin om ruim tweenhalf uur te wachten en maken rechtsomkeer, terug naar het centrum. Het fietsen maakt hongerig, dus we zoeken een restaurant waar we buiten onder de bomen kunnen eten. Terwijl we aan het eten zijn neemt de bewolking meer en meer toe, na de koffie besluiten we om terug te fietsen naar Giverny. Gelukkig blijft het droog gedurende de rest van de dag. We blijven een tweede keer overnachten op de rustige camperparking van Giverny en besluiten de avond met een wandeling.
Vandaag staat een bezoek aan Versailles op ons programma.
Opnieuw zijn we wat te vroeg, pas vanaf 10hr worden de eerste bezoekers toegelaten.
Het is beduidend drukker dan Fontainebleau, ondanks het feit dat het aantal bezoekers per 'tijdsslot' beperkt is. Net als in Fontainebleau is de controle op de 'sanitaire pas' de eerste stap. Zonder deze pas kom je het kasteel niet in. Maar hier is een tent opgesteld zodat eventueel nog ter plaatse een sneltest kan uitgevoerd worden om alsnog groen licht te krijgen voor een bezoek...
Versailles is zo mogelijk nog imposanter en luxueuzer dan Fontainebleau.. Na het bezoek aan het paleis spenderen we heel wat tijd in de immense tuinen van het domein. We hebben geluk met onze timing en kunnen op 3 plaatsen de fonteinen in werking zien. (sommige worden maar om het uur even opgestart). De wandeling door de tuinen van Versailles is bijna 7 km lang..
Na het bezoek aan Versailles trekken we de stad in om er iets te eten, daarna vertrekken we naar La Roche-Guyon.
Een bezoek aan het kasteel in La Roche-Guyon is niet meer mogelijk op dit late uur, we beperken ons tot een wandeling door het dorp (met mooie uitzichtpunten over de bochtige Seine). Na een (zonnig) terrasje rijden we verder naar Giverny, een dorpje dat zijn bekendheid dankt aan Monet. Ook hier is enkel nog een wandeling mogelijk, zowel het huis van Monet als de tuinen van Monet zijn reeds gesloten.
Vandaag gaat het naar de Parijse regio, vanavond plannen we Fontainebleau te bereiken.
Onderweg stoppen we voor een bezoek aan La Ferté-Milon, een mooi dorpje met ook hier de ruines van een ooit groot kasteel.
Onze volgende stop is in Saint-Loup-de-Naud, daar is de kerk een bezoek waard. De laatste tussenstop is in Barbizon, een dorpje ten zuiden van Parijs dat geliefd was bij schilders.
Van Barbizon naar Fontainebleau is het niet ver, we overnachten er in de buurt van de Ecole Militaire Equestre, aan de rand van het domein van Fontainebleau. De tuinen zijn nog niet gesloten, we kunnen er nog wat rondwandelen. Na het avondeten wandelen we nog wat in de bossen buiten het domein.
De volgende dag kunnen we lang slapen, het kasteel opent de deuren voor bezoekers pas om 10hr... we zijn wat te vroeg en moeten wachten bij de toegang tot het bezoekersgedeelte vooraleer we binnen kunnen.
De drukte valt goed mee, er is vrij weinig volk op dit uur. Na het bezoek aan het kasteel wandelen we naar het stadje voor het middageten. Daarna keren we terug voor een bezoek aan de tuinen van het kasteel. In de late namiddag vertrekken we naar Versailles waar we parkeren op een boogscheut van het centrum (parking de l'Europe). Een parking waar overnachten in de camper toegestaan is.
We wandelen nog wat rond in de buurt, we bevinden ons dicht bij de ingang van het kasteel van Versailles, een bezoek aan dit kasteel staat op het programma voor morgen!
26-27 juli 2021, Auchy-le-Chateau naar Coucy-le-Chateau-Affrique
Vandaag verlaten we de kust en rijden het binnenland in.
Auchy-le-Château is vandaag onze bestemming. Er is een camperparking in het centrum van het dorp, aan de oever van de Authie. We zijn er bij aankomst de enige camper.
Er zijn diverse uitgestippelde wandelingen en fietstochtjes rond het dorpje, we opteren voor de 'Sentier du Lannoy', een luswandeling van 9km. Een mooie afwisselende wandeling.
Bij terugkeer in het dorpje bezoeken we de kerk Saint-Martin en het nabijgelegen museum met voorwerpen uit het dagelijks leven van toen.. Als we terugkeren van het avondeten blijken we nog steeds de enigen te zijn die deze plek gekozen hebben om te overnachten.. Het regent s'nachts opnieuw heel veel, maar gelukkig blijft het riviertje binnen zijn bedding..
De volgende dag rijden we naar Coucy-le-Chateau-Auffrique met een tussenstop om de abdij van Ricquier te bezoeken en een korte wandeling te maken door het centrum van Ricquier.
Op de camperplaats in Coucy-le-Chateau-Auffrique staan enkele campers, maar er blijven veel plaatsen beschikbaar.
We wandelen naar de ruines van het kasteel, die zijn nog behoorlijk indrukwekkend. Gezien de ligging op een hoogte was dit tijdens WW1 een fel bevochten plaats. Blijkt dat veel vernielingen aan het kasteel werden aangebracht toen de Duitsers zich terugtrokken tot achter de Hindenburglinie. (er werd hiervoor 28 ton dynamiet ingezet lezen we op de infoborden)
Bij terugkeer op de camperparking is het wat drukker, maar nog steeds geen overrompeling...
Onze volgende overnachtingsplaats na Boulogne word Montreuil-sur-mer, opnieuw een plaats waar we reeds zijn geweest (in juni 2014). Toen hadden we geopteerd voor de camping, nu kiezen we voor de camperparking die een stuk dichter bij het centrum ligt.
Maar vooraleer naar Montreuil te rijden houden we s'voormiddags halt in Condette, om er het kasteel van Hardelot te bezoeken. In de buurt word volop gewerkt aan de EV4 (traversée de Condette...), er worden momenteel veel inspanningen geleverd om het fietstoerisme in Frankrijk naar een hoger niveau te tillen.
Aangekomen in Montreuil wandelen we eerst wat rond in het stadje (dat behoord tot de mooiste van Frankrijk). We bezoeken de kerk Saint-Saulve en het museum van het godshuis. We wandelen verder naar de Citadel, die we bij ons vorig verblijf bezocht hebben. Vanaf de citadel nemen we de 'promenade des remparts' voor een volledige toer op de omwallingen.
Op zondag is het weer opnieuw wisselvallig, we besluiten om in de namiddag naar Neuville-sous-Montreuil te wandelen voor een bezoek aan de 'Chartreuse notre-dame des prés', een voormalige abdij. Er zijn volop restauratiewerken bezig in en rond de abdij, en gezien we deze in 2014 reeds bezocht hebben beperken we ons vandaag tot een entreekaartje voor de tuinen en een tijdelijke expositie. Bij de receptie ligt een fotoboek van alle Belgen die hier tijdens WW1 overleden zijn (veel gevluchte burgers uit België werden hier opgevangen).
Het word een stevige wandeling, bij terugkomst in Montreuil wandelen we nog door de Rue du Clape en Bas, destijds een wijk voor minder gegoede burgers, nu een pittoresk straatje.
op 21 juli verplaatsen we ons naar Marck, daar is een mooie en rustige camperplaats met alle voorzieningen en een restaurantje vlakbij.
Na het middageten nemen we de fietsen om naar het centrum van Calais te fietsen, op een 6 tal km van de camperplaats. Ook deze stad bezoeken we niet voor het eerst... We parkeren onze fietsen bij het stadhuis en maken een wandeling doorheen Calais tot aan het strand en de pier. Wegens het warme weer hebben we hiervoor 2 tussenstops nodig.. op een terrasje.. Het word uiteindelijk een wandeling van 7km.
terug op de camperplaats brengen we opnieuw een bezoek aan 'Le BroodOven'. Nadien proberen we nog te fietsen naar het vliegveldje van Calais, maar langs de (binnen)weg die we gekozen hebben is het verboden toegang tot het vliegveld..
Na een rustige nacht (slechts 1 andere camper -uit Engeland- aanwezig, laatste overnachting vooraleer de ferry te nemen naar Dover) tanken we vers water (en lozen vuil water) vooraleer naar Wissant te rijden. De camperplaats daar is heel populair, het is er druk. We wandelen door het dorpje, brengen een bezoek aan de toerist-info en krijgen er een plannetje met de fiets- en wandelroutes in de buurt.
We opteren voor een korte wandeling in de buurt: le sentier du Fartz. Met vertrek aan de camperplaats tot we er terug zijn komen we toch aan 6,5 km.
Op 23 juli opnieuw fietsen, dit keer langs het traject van de GR128. We hebben hier in november 2018 een stukje gewandeld via het nieuwe tracé van deze GR, dit keer opteer ik voor het oude traject omdat de Mont de Couple op dit oude traject ligt.
Het mooie uitzicht dat men krijgt vanop deze site was ook de Duitsers niet ontgaan tijdens WW2, kort na de verovering van Frankrijk werden hier bunkers gebouwd (voor observatiedoeleinden en om er luchtafweergeschut te plaatsen om het vliegveld dat bij Wissant werd aangelegd te verdedigen).
Bij helder weer is de kust van Engeland goed zichtbaar vanaf hier. Er zijn nog bomkraters en geulen van verbindingsloopgraven zichtbaar op deze site. Ik volg het (oude) traject van de GR128 verder tot Haute-Escalles en neem daar de verharde weg via Escalles terug naar Wissant.
Dit GR traject is uiteraard veeleer geschikt om te wandelen, toch word er veel met MTB's gereden over de onverharde wegjes die hier talrijk zijn. (MTB's zijn daar ook beter voor geschikt dan mijn stadsfiets..)
Na de middag rijden we verder naar Boulogne, er is een camperparking in het centrum die vrij druk bezocht word. Heel de site waar de parking ligt is momenteel een bouwwerf, het uitzicht is er niet mooi maar we kunnen wel onmiddelijk te voet het centrum van Boulogne bezoeken. (in 2011 waren we hier ook reeds op bezoek..)
De oude stad (ville-haute) gaat terug tot een Romeins kamp, van hieruit werd Engeland (deels) veroverd. Het is er gezellig druk, met veel restaurants en cafés. Het kasteel bezoeken is niet meer mogelijk, we zijn te laat daarvoor..
Als we s'avonds terugkeren bij de camper verandert het weer, s'nachts regent het hevig.
Op de 19de verplaatsen we ons naar Gravelines (27km..), daar is een servicepunt waar we vers water tappen en het vuil water lozen. (werkt enkel met munten!)
Daarna parkeren we op de rue des Islandais, het is ook niet de eerste keer dat we hier komen, we kennen het stadje reeds. Vandaag opteren we voor een wandeling rond Gravelines: circuit nr 3: 'Gravelines d'hier à aujourd'hui'. Een wandeling van bijna 11km met een tussenstop aan de gemeentelijke manege voor een verfrissing en bij terugkeer in het centrum een tweede stop om de inwendige mens te versterken. De kerncentrales en vooral de talrijke hoogspanningslijnen die er vertrekken zijn nooit ver weg..
s'avonds wil Jessica nog even van de camperparking tot het eind van de pier wandelen, maar we nemen hiervoor toch de fiets, nogmaals 9km wandelen is wat te veel van het goede...
De 20ste fietsen we van Gravelines naar het natuurreservaat 'le platier d'Oye' (met een tussenstop aan de vismarkt). Er is een klein infopunt bij de ingang van dit park, en we besluiten om hier in de namiddag een (bepijlde) wandeling te maken. We rijden erheen met de camper (parkeer- en overnachtingsmogelijkheid met camper bij de ingang van het reservaat) en wandelen het traject van ongeveer 4 km. Omdat deze camperplaats blijkbaar weinig bekend is en gelegen is langs de straat besluiten we om terug te keren naar Grand-Fort-Philippe waar we een camperplaats gespot hebben die wat meer bezocht word. s'avonds doen we nog een kleine wandeling (Oye-plage).
Vandaag de eerste dag van het zomerverlof, we starten onze vakantie in Bergues, Noord-frankrijk, op zo'n 85km van thuis.
Het is niet ons eerste bezoek aan dit stadje, in mei 2017 zijn we er ook op bezoek geweest. Er is een grote camperplaats op een boogscheut van het centrum, net buiten de omwalling van dit versterkte stadje.
Beginnen doen we met een korte wandeling door het centrum, na het middageten is het tijd voor een fietstochtje.
Ik heb in voorbereiding van ons verlof enkele lussen uitgestippeld die 2 fietsroutes combineren; de 'Tour de Manche', een route die een grote lus beschrijft door Frankrijk en Engeland, en de Europese fietsroute EuroVelo 4 (centraal Europa route). Deze laatste komt Frankrijk 'binnen' bij De Panne. Beide routes volgen in Frankrijk een traject dat gedeeltelijk samenvalt, soms parallel verloopt.
De lus die ik voor vandaag heb voorbereid start in Bergues en pikt daar in op de Tour de Manche, via Coudekerque-Village en Teteghem gaat het naar Leffrinckoucke Village, Ghyvelde en verder door de Cabourduinen richting Adinkerke. Op de grens word het traject van Tour de Manche verlaten en via de Maerestraat gaat het richting kust. Na het dwarsen van de Duinkerkseweg en de Veurnse vaart (fiets- en voetgangersbrug) komen we op de weg tussen Bray-Dunes en de Panne. Net over het kruispunt (ingang camping Perroquet) werd aan Franse zijde de oude spoorweg tussen Duinkerke en Adinkerke omgevormd tot fietspad. Het is er heel mooi fietsen door het duingebied. Een kleine zijsprong brengt ons aan het 'Fort des Dunes', een oude versterking die tijdens de evacuatie van Duinkerke (operatie Dynamo eind mei 1940) een rol speelde en daarna door de Duitsers werd gebruikt tijdens WW2. Spijtig genoeg is het bijna sluitingsuur, een bezoek aan het museum in het fort zal voor een andere keer zijn...
Het fietspad loopt verder door Duinkerke, maar voor het kanaal Duinkerke-Bergues bereikt word verlaten we de EV4 om door het 'Bois des Forts' terug te fietsen naar het startpunt met bijna 50km op de teller bij aankomst.
Onze eerste vakantiedag eindigt met een wandeling rond het stadje waarbij we zoveel mogelijk de omwalling volgen.
op 18 juli fietsen we een tweede lus vanuit Bergues, we volgen het kanaal Bergues-Duinkerke tot we de EV4 oppikken ongeveer op het punt waar we die gisteren verlaten hebben. De route door Duinkerke valt mee, maar dan komt het verbindingsstuk dat ik gekozen heb om van de EV4 over te gaan op de Tour de Manche, dit valt tegen, een drukke weg zonder afgescheiden fietspad.. gelukkig is het zondag zodat het nog meevalt met het verkeer. Maar het is pas na de kruising met de A16 en aansluitend de tunnel onder de spoorweg dat we deze weg kunnen verlaten. We rijden verder door een verlaten industrieterrein tot we bij het kanaal Duinkerke-Boubourg komen en dit volgen via het jaagpad. Wellicht omdat het zondag is zijn er veel vissers actief langs dit kanaal..
Bij het gehucht Coppenaxfort wisselen we van kanaal (de streek is er doorspekt mee..) om zo op het traject van de Tour de Manche aan te sluiten. Helaas, het brugje over het kanaal van Lyck-Coppenaxfort is afgesloten voor alle verkeer wegens instortingsgevaar. We zoeken een alternatieve weg, terug naar Coppenaxfort en van daar naar Broekkerke. Zo komen we terug op het uitgestippeld traject, bij het Canal de la Haute Colme (tussen Watten en Bergues), echter aan de verkeerde kant van het kanaal (Het jaagpad dat we wilden volgen loopt aan de overkant...) Ook in Grand Millebrugghe verkijken we de kans om het kanaal over te steken. Dit gehucht van Steene ontstond aan de kruising van de heirbaan tussen Cassel en de Romeinse haven van Mardijk (later opgeslorpt door Duinkerke) en de Colme.
Het is pas bij de volgende brug (Petit Millebrugghe) dat we het jaagpad bereiken en zo terug rijden naar het startpunt. We hebben dan goed 46km gefietst.
s'avonds doen we nog een wandeling -met een terrasje- in Bergues om ons verblijf in Bergues af te sluiten.
april en mei zijn voorbijgegaan zonder meerdaagse uitstappen.
De nieuwe camper werd in mei geleverd, ik heb er wat zaken aan toegevoegd om het verblijf comfortabeler te maken.
Gezien het verlof er stilaan aan komt is het tijd voor een 'testweekend'. We blijven dicht bij huis en kiezen de camperparking van sint-Maria-Aalter als onze uitvalsbasis.
Het weer valt wat tegen, het regent pijpenstelen op zaterdag... We hebben echter een afspraak met vrienden in Brugge zodat we -met enige tegenzin- onze regenkledij aantrekken om met de fiets naar Brugge te rijden. Na dit bezoek fietsen we nog door het centrum van Brugge, daarna rijden we via dezelfde weg terug naar de camper.
Op zondag is het weer beter, we fietsen de 'Aalterse acht' fietsroute waarbij we s'middags een plaatsje vinden op het terras van een restaurant in Ursel... (ja, de horeca is eindelijk opnieuw open !!) In deze streek zijn er nog vrij veel bosbestanden, de route leid ons door meerdere ervan. Na de middagstop in Ursel houden we nog een koffiestop in Aalter, daarna gaat het terug naar sint-Maria-Aalter.
Een dichtbij-weekend maar toch leuk! Ook de camper heeft de 'test' goed doorstaan... en we weten wat we op onze volgende trip niet mogen vergeten mee te nemen....
Enkele fotos: klikken op de kleine foto of de link onderaan volgen...
Ook in maart beperken onze uitstapjes zich tot ééndaagse activiteiten.
Op 1 maart opnieuw mooi en zonnig weer, we zijn op wandel geweest in Brugge.
De route die we (grotendeels) gevolgd hebben komt uit Kreo van maart 2002, grotendeels langs de vesten..
We hebben een kleine zijsprong gemaakt om het begijnhof te bezoeken (veel krokussen en paasbloemen..)
We hebben ook de kolenkaai gevolgd tot aan de N9 en pas daar richting Ezelpoort gewandeld.
Vanaf de Ezelpoort hebben we opnieuw de vesten gevolgd tot aan de Smedenpoort, daar was onze 'ronde van Brugge' ten einde.
de rest van de maand beperken we ons tot wandelingen in en rond onze woning...
30 maart is de warmste dag tot nu toe voor dit jaar, tijd voor een fietstochtje dus!
De keuze valt op een van de 14-18 fietsroutes, "The Legacy", met start aan het memorial museum 1917 in Zonnebeke.
Ik kies voor het (recente) voet- en fietspad dat het park verbind met het polygonebos. De route loopt langs het bos en kiest dan richting Zandvoorde, brug over de snelweg, daarna de Menenstraat dwarsen. De route loopt niet rechtstreeks naar Zandvoorde maar maakt een ommetje door de 'gasthuisbossen'. In Zandvoorde zijn er wegenwerken bezig, er is echter een omleiding voorzien die netjes aangeduid word. Zo word de route een stukje ingekort, maar voor we in Geluveld opnieuw de Menenstraat dwarsen zitten we terug op het originele parcours.
Ook de A19 word een tweede keer gedwarst, via een kleine omweg op smalle weggetjes bereiken we Beselare dat we verlaten via de baan naar Passendale om onmiddellijk rechtsaf te fietsen. We rijden opnieuw via kleine weggetjes richting Passendale, en komen even terug op de grote baan. Die word verlaten om de "stroroute" te volgen, op de voormalige spoorwegbedding tussen Roeselare en Ieper. We volgen deze een stukje richting Moorslede om dan resoluut af te slaan naar het centrum van Passendale. We rijden door het centrum en fietsen een stukje parallel de grote baan naar Westrozebeke. Dit is het meest noordelijke punt van de route, het gaat terug zuidwaarts -voorbij Tyne Cot- tot de route opnieuw bij de stroroute komt. We volgen deze nu in de andere richting, terug naar Zonnebeke en het einde van deze rondrit.
De afstand is iets minder dan de 'officiele' route, wellicht door de omleiding in Zandvoorde. (Volgens de GPS heb ik 36,5 km gefietst ipv de 37km vermeld op de kaart).
We wandelen wel vrij veel, het koude weer met wat sneeuw zijn voldoende aansporing hiertoe..
9-10 februari.
Er mag nog steeds (bijna) niets, ook alle activiteiten van Pasar Kachtem zijn tot nader order opgeschort..
Er werd echter een wandeling in Kachtem bepijld door de bestuursleden, met als naam 'stretjeswandeling'. We hebben deze reeds eerder gewandeld, maar de wegeltjes hebben we toen vermeden wegens te modderig. (alternatief was trouwens goed aangeduid)
Vandaag bij het koude vriesweer en met nog wat sneeuw besluiten we om de wandeling nog eens over te doen, de modderige gedeelten zijn vervrozen.
s'Anderendaags wandelen we -eveneens in een winters landschap- door Menen.
12 februari
Vandaag de GR128 een stukje verdergezet.
De auto op de parking van het museum Passchendaele 1917 achtergelaten en naar het Polygonebos gewandeld (kortste weg). Aan het Polygonebos het traject van de GR128 opgepikt en gevolgd tot bij de parking, goed 7km.
Achteraf beschouwd kon dit traject ook per fiets gedaan worden: fietsen door het Polygonebos is toegestaan, enkel voor de 2 begraafplaatsen op de route moet er even afgestapt worden.
Eind februari krijgen we zonnig weer, tijd voor ons eerste fietsttochtje...
PS: zoals steeds kunnen enkele foto's bekeken worden door te klikken op de kleine foto of door de link onderaan aan te klikken.
onze eerste uitstap van het nieuwe jaar brengt ons naar Brugge voor het 'wintergloed' parcours, een lichtfestival.
De voorbije maanden was er niet veel te doen wat uitstapjes betreft, eind september onze camper verkocht, bijgevolg einde van de camperuitstapjes tot de nieuwe geleverd word.. We zijn ook voorzichtig en gezien het succes van dit Brugs lichtfestival besluiten we om dit midden de week te bezoeken ipv tijdens het weekend.
Dit lijkt echter weinig verschil te maken (of veel mensen hebben hetzelfde gedacht..), het is toch druk langs het parcours en dit ondanks het gure weer...
Gezien alle horeca dicht is heeft Brugge langs het parcours toch één openbaar toilet geopend, het is er aanschuiven...
Al bij al een mooi parcours door Brugge, de diverse gebouwen zien er toch was anders uit met de kleurrijke verlichting..
Op 11 september vertrekken we in de namiddag naar Dusseldorf, voor een bezoek aan het 'caravan salon'.
Er zijn beduidend minder bezoekers dan normaal (achteraf blijkt minder dan de helft in vergelijking met 2019).
Ook op de parking bij deze beurs die gereserveerd is voor campers zijn er veel meer vrije plaatsen in vergelijking met 'normale' jaren. (We hebben nog meegemaakt dat deze parking volzet was en dat er uitgeweken moest worden naar een tijdelijke camperplaats enkele km verder).
Op 12 september bezoeken we de beurs, het is er vrij rustig en iedereen houd zich goed aan de regels (mondmaskers verplicht, handen ontsmetten vooraleer een voertuig te betreden, afstand houden etc.... )
s'avonds nemen we de bus naar het centrum van Dusseldorf voor een wandeling door de Altstadt. Eten doen we in de Mertensgasse, bij Chuan Chuan Plus, een Chinees restaurant waar we traditionele "hot-pot" eten.
Op zondag 13 september bezoeken we opnieuw de beurs, iets na 14hr vertrekken we naar Kempen, een middeleeuws stadje in de buurt waarvan het historische centrum grotendeels autovrij is. We installeren ons op de camperplaats Am Aquasol en fietsen vandaar naar het centrum. Daar parkeren we onze fietsen voor een wandeling.
Op maandagvoormiddag fietsen we nogmaals naar het centrum, dit keer om wat boodschappen te doen. Na het middageten vertrekken we naar huis.
21-23 augustus 2020, camperweekend Balokken Wervik
Het voorlaatste weekend van augustus hebben we met 2 andere camperbemanningen afgesproken aan 'de balokken' in Wervik.
De balokken is een kunstmatig eilandje dat ontstond door een bochtig stuk Leie af te snijden door een nieuwe bedding te graven . Ingesloten tussen de oude en nieuwe bedding en deels opgehoogd met de uitgegraven aarde ontstond zo een eilandje dat ingericht werd als groenzone. Er bevind zich een bescheiden kampeerautoterrein (10-tal campers), een jachthaventje, enkele trekkershutten en, niet onbelangrijk, een brasserie. Gezien we uit verschillende provincies komen is er geen vast uur afgesproken, we treffen elkaar in de brasserie om bij te praten na de lockdown wegens Corona. Gelukkig is het mooi weer zodat we buiten op het terras kunnen zitten.
Op zaterdag is een fietstochtje gepland, er loopt een kunstproject (Contrei Live), een initiatief van de intercommunale Leiedal. Er zijn 3 lussen uitgestippeld; Contrei West, -Oost en -Zuid (met Kortrijk als geografische referentie). Vandaag staat de westelijke lus op ons programma. We pikken de route op in Wervik, van daar gaat het (bergop) uit het Leiedal naar Kruiseke, verder via Geluwe richting Moorsele.
We hebben de middagstop niet vooraf gepland maar beslissen om in het Vijverhof (Wevelgem) te gaan eten. In meer dan een opzicht een goede keuze, want tijdens de stop begint het hard te regenen..
Na de middagstop rijden we via Gullegem en Heule naar Bissegem. Daar komen we bij de Leie die we vanaf hier stroomopwaarts volgen tot ons startpunt in Wervik. Enkel in Menen verlaten we het jaagpad voor een kleine omweg. Ook bij de namiddagstop in Lauwe hebben we geluk, terwijl we op een terrasje zitten worden we overvallen door een kort maar hevig onweer...
Op zondag hebben we een rit gepland naar Ieper. We volgen het fietspad dat aangelegd werd naast het tracé van het kanaal Ieper-Komen. Zo komen we bij het provinciaal domein de Palingbeek. Hier verlaten we het tracé van dit (onafgewerkt) kanaal omdat we gereserveerd hebben in restaurant 'de Steenen Haene' gelegen aan de Komenseweg. Na het middageten fietsen we tot het centrum van Ieper.
Voor de terugweg opteren we om langs de vijver van Zillebeke te rijden, en bij de Gasthuisbossen stoppen we nog even om de Caterpillar mijnkrater te bezichtigen bij Hill 60. Ter hoogte van Hollebeke komen we terug op het fietspad langs het 'verwezen kanaal Ieper-Komen' dat we nu in omgekeerde richting volgen tot aan de balokken. Er is nog een ontmoeting met 2 andere koppels om dit weekend af te sluiten met een hapje en een drankje, dan is het voor ons tijd om huiswaarts te rijden, gelukkig niet zo ver van Wervik vandaan...
De 2 fietsuitstapjes van dit weekend klokken samen af op 97km.. mag ook wel ter compensatie van het lekkere eten en bijhorende drankjes die we genuttigd hebben...
Op 4 augustus rijden we naar het schiereiland van Quiberon.
Onderweg houden we halt bij de Benediktijner abdijen van Saint-Michel de Kergonan, eentje voor de vrouwen en wat verder die voor de mannen.
Op het schiereiland is er een grote camperparking (bij de Port Kerné), daar installeren we ons.
We nemen de fietsen voor 'le tour du Quiberon', een bewegwijzerde fietsroute die ons langs kleine wegjes rond het schiereiland brengt. Na het avondeten wandelen we nog naar de kust, de Cote Sauvage heet de westkust van het schiereiland.
op 5 augustus rijden we naar Hennebont, met onderweg een stop in Erdeven voor een bezoek aan de lokale menhirs. Ook in Etel maken we een tussenstop om te wandelen bij de monding van de Etel rivier.
In Hennebont is er een camperparking bij de Blavet, een rivier die door Hennebont loopt. De namiddag besteden we aan een bezoek van het stadje, we bezoeken tevens de oude smederij (forges d'Hennebont), nu ingericht als museum. s'avonds is er nog tijd voor een fietstochtje langs het jaagpad van de rivier.
Op 6 augustus staat onze laatste uitstap gepland in Lorient, een bezoek aan de Duitse onderzeebootbasis. Het aantal kandidaten voor een engelstalige rondleiding is klein, er worden er bijgevolg per dag slechts 2 voorzien. Gelukkig is er nog tijd om ons aan te sluiten bij de rondleiding van 10h30. 9 personen dagen op voor deze rondleiding. (om 12h30 zijn we terug, er zijn 4 personen ingeschreven voor de 2de en laatste engelstalige rondleiding..) De basis zelf is indrukwekkend door de afmetingen van de diverse dokken en "garages", met muren en een dakconstructie die bescherming boden tegen de zwaarste vliegtuigbommen uit WW2. Van 1945 tot 1997 bleef deze basis quasi ongewijzigd in gebruik door de Franse Marine.
We eten in een restaurant op de site zelf en s'namiddags rijden we richting België. We stoppen s'avonds in een heel klein maar leuk dorpje (Gouvets), we hebben dan zo'n 270km gereden. De camperparking is er gratis, met gratis stroom en met toiletten. Er staat één andere camper op de ruime parking. Op 7 augustus rijden we dan huiswaarts, met iets minder dan 500km op de teller voor deze laatste en langste rit van dit verlof. Bij aankomst hebben we iets minder dan 2200km bij op de teller van de camper, en 250km erbij op de kilometertellers van de fietsen.
fotos via aanklikken kleine foto & links hieronder.
De eerste augustus bezoeken we in de voormiddag de Neolitische site van 'le petit mont' in Arzon. Spijtig genoeg is bezoek binnenin enkel mogelijk in groep en met een gids. Voorzichtigheidshalve beperken we ons tot een wandeling rond dit indrukwekkend bouwsel (naar schatting 10.000 kubieke meter stenen werden hier gebruikt). Tijdens WW2 werd binnenin dit bouwsel een bunker gebouwd die op deze manier gecamoufleerd werd voor observatie vanuit de lucht.
Nadien verplaatsen we ons naar de camperparking van Vannes. We doen wat inkopen in de buurt, daarna nemen we de fiets voor een bezoek aan de stad. Er loopt een fiets- en voetpad langs de kustlijn, we komen zo bij de monding van de Marle, deze is uitgebouwd tot havengeul zodat boten tot aan de zuidelijke stadspoort konden varen. (nu is dit een plezierhaven). We fietsen -autovrij- tot bij het kantoor van de toeristische dienst op de havenkaai, halen er een stadsplannetje op en parkeren onze fietsen.
Vannes is de grootste stad aan de golf van Morbihan, het is de oude (ommuurde) stad die interresant is om te bezoeken. Dit deel is autovrij, heeft veel mooie vakwerkhuizen en andere historische gebouwen (Ook een oude wasplaats is gerestaureerd).
Na afloop fietsen we terug langs de havengeul maar volgen nu de kustlijn naar het schiereiland van Conleau. Daar wandelen we nog wat rond vooraleer terug naar de camper te fietsen.
s'anderendaags rijden we verder langs de golf van Morbihan, tot camperparking 'aire des Îles' bij Port Blanc, een dorpje met een haventje dat tot de gemeente Baden behoort. In vogelvlucht zijn we nauwelijks enkele km verwijderd van Arzon waar we gisteren zijn geweest. Nadat we er ons geïnstalleerd hebben nemen we de fiets naar het haventje en laten ons overzetten (met fiets) naar het grootste eiland in de golf van Morbihan, het Île-des-moines. Het grootste deel van de dag spenderen we hier.
Op 3 augustus trekken we verder, maar we blijven in de buurt van de golf van Morbihan voor een bezoek aan Auray. Daar is het markt en nogal druk, maar het is wel een mooi stadje om door te wandelen. Na de middag rijden we naar Carnac, er is een camperparking niet ver van het 'maison des mégalithes'. We rijden er met de fiets naartoe, bij navraag blijkt dat we het wandelparcours van de menhirs ook met de fiets mogen afleggen, gelukkig maar want we leggen ruim 13 km af..
Nadat we wat uitgerust hebben fietsen we nog naar het dorpje zelf en verder naar de kust.
fotos via klikken op de kleine foto en via de links hieronder.
zomerverlof 2020, 29-31 Juli. La Roche Bernard naar Sarzeau
We verlaten s'morgens de camping Painfaut en rijden naar La Roche Bernard. We wandelen door het oudste gedeelte van dit stadje (toepasselijk 'le Vieux Quartier' genoemd).
Volgende halte is in Guérande, een stad die zijn middeleeuwse omwalling volledig heeft behouden. Het is een streek waar veel zout gewonnen werd (en nog steeds, zij het op kleinere schaal), het stadje was bijgevolg rijk. We bezoeken het oude deel van de stad (binnen de omwalling). Het is er druk en de markt is nog in volle gang. We vinden toch een relatief rustig restaurant voor het middageten.
In de namiddag rijden we nog een klein stukje verder, tot in Le Croisic, een mooi havenstadje (4000 inwoners). Hier staan we aan de Atlantische oceaan. Overnachten doen we nog een klein stukje verder, in Pénestin, bij la Plage de la Mine d'Or. De naam mag letterlijk genomen worden, hier werd goud gewonnen... uit het zand. Echter in onvoldoende hoeveelheid om rendabel te zijn.
De site is een geologische eigenaardigheid, op deze plaats mondde ooit een rivier uit in de oceaan. De camperparking ligt op wandelafstand van de kust.
De volgende morgen wandelen we nogmaals naar het strand, daarna wandelen we een stukje op een pad bovenop de falaise (pad dat ook gevolgd word door de GR34, sentier des douaniers).
Na de middag vertrekken we naar Rochefort-en-Terre, een dorpje op de lijst van mooiste dorpjes van Frankrijk. We blijven er overnachten.
Ook op zaterdag 31 juli zijn onze verplaatsingen beperkt; we bezoeken eerst Questembert, daarna La Vraie-Croix, dorpje zo genoemd omdat een ridder van de orde van de Tempeliers een stukje van het kruis van Christus zou hebben meegebracht naar hier..
(Er is een 'chapelle des templiers' in het dorpscentrum)
In de namiddag rijden we naar Sarzeau, voor een bezoek aan het kasteel van Suscinio, een kasteel dat een grote rol heeft gespeeld doorheen de geschiedenis van Bretagne. Alhoewel de ruines van dit kasteel sinds 1840 op de lijst van erkende monumenten stond heeft het heel lang geduurd voor met de restauratie werd gestart. Pas in de 70-ter jaren van vorige eeuw kon het kasteel opengesteld worden voor bezoekers.
Overnachten doen we op een camperparking naast de camping GCU Sarzeau, aan zee.
Vandaag zondag staat een bezoek aan Rennes op het programma, Rennes is de hoofdstad van Bretagne.
Via het jaagpad langs de Vilaine fietsen we er autovrij naartoe, een ritje van een 20tal km.
We houden halt bij de kathedraal van Rennes die we voorbijfietsen op weg naar het kantoor van toerisme. We parkeren onze fietsen voor het kantoor. Met een plannetje en beschrijving voor een stadswandeling rijker verlaten we het kantoor. In het autovrije deel van Rennes vinden we een restaurantje dat zijn tafels ver uit elkaar op een pleintje heeft opgesteld. We beslissen om er het middageten te nemen.
Na het bezoek aan Rennes fietsen we langs de rivier terug naar de camper, het is 18hr wanneer we die bereiken.
s'Anderendaags rijden we verder richting het departement van Morbihan. Onderweg stoppen we in Saint-Just, een klein dorpje dat bekend is voor zijn vele menhirs. Alle bezoeken zien we niet zitten, we houden het op één van de uitgestippelde luswandelingen.
We rijden verder en bezoeken het kunstenaarsdorpje La Gallicy. Daar krijgen we een buitje te verwerken.
Daarna gaat het rechtstreeks naar onze overnachtingsplaats, camping Painfaut in het gelijknamige gehucht van Saint-Vincent-sur-Oust. (Vandaag wat meer afstand afgelegd; 125km)
De Oust is een rivier die wat verder zuidelijk (onder Redon) uitmond in La Vilaine.
De ontwerpers van het kanaal Brest-Nantes hebben de rivier deels gekanaliseerd om de verbinding Brest-Nantes de realiseren.
Op 28 juli fietsen we van de camping naar Redon, we volgen hierbij een stukje de gekanaliseerde rivier, enkele km voor Redon verlaten we deze, hier splitst het kanaal zich af van de Oust. Langs het jaagpad komen we in het oude centrum van Redon. Hier 'kruist' het kanaal de rivier la Vilaine dmv sluizen. Na het bezoek aan het oude centrum van Redon fietsen we terug naar de camping.