Dat onze politici zich regelmatig, om niet te zeggen meestal, extreem
kinderachtig gedragen, dat weet ik al lang. Ik heb al enkele keren aangegeven
dat de meesten van hen niet eens het intellectueel niveau van een achtjarige lijken
te halen, en zich soms zelfs als kleuters gedragen. Ik heb daar trouwens al een
paar stukjes over geschreven. Onder andere op 05/02/2020 en op 20/05/2020.
Maar het recente optreden van de heer Joachim Coens, CD&V
voorzitter, was toch wel een dieptepunt.
De voorzitter, die zich geconfronteerd ziet met alsmaar slechtere
peilingen, voor zijn partij én voor hemzelf, dacht er goed aan te doen zich ook
eens te mengen in het "PFOS"-debat.
Al was het maar om te laten weten dat zijn partij er óók nog is, en dat er in
zijn partij óók over serieuze dingen nagedacht wordt. En wat had de heer Coens
te vertellen? Dat volgens hem de werken voor de Oosterzeel-verbinding opgeschort
moeten worden tot er volledige duidelijkheid is omtrent de gezondheidsrisico's door
de PFOS-verontreiniging.
Voor wie het verhaal niet van nabij gevolgd heeft, een korte
samenvatting. Bij de werkzaamheden voor de langverwachte Oosterweel-verbinding,
is ontdekt dat de uitgegraven grond grote hoeveelheden van het giftige en
niet-afbreekbare PFOS bevat. Die verontreiniging dateert niet van gisteren,
maar wél al van in de vorige eeuw, toen de nabijgelegen 3M-fabriek nog ongestoord PFOS mocht fabriceren en gebruiken. PFOS
was/is immers een bijzonder populaire stof omdat het vet- en vuilafstotend is.
Sinds 2002 is de productie en het gebruik van PFOS verboden, maar omdat het
spul niet op natuurlijke wijze kan afgebroken worden, blijft het voor eeuwig in
de grond zitten, en ook in het oppervlaktewater. Zo heeft het zich al zowat
overal kunnen verspreiden. Recente metingen tonen aan dat in de meeste van onze
oppervlaktewateren (beken en rivieren) de toegelaten concentratie aan PFOS ruim
overschreden wordt. En ook de bodemverontreiniging blijkt zich ondertussen al
lang niet meer te beperken tot de omgeving van de 3M-fabriek. Ook in West-Vlaanderen zijn plaatsen ontdekt waar de
bodem sterk vervuild is. En in de streek van Mechelen, enzovoort.
Het is dus in het verleden grondig fout gelopen, zó veel is wel
duidelijk. En dat er eens ernstig moet onderzocht worden hoe het zo ver is
kunnen komen, dat is ook duidelijk. Maar wat het stopzetten van de
Oosterweel-werken daar nu kan aan verhelpen, dat is voor mij een raadsel. Het
is niet door de grond daar niet verder uit te graven dat het risico verdwijnt;
het is ook niet door wél te graven dat het risico zou vergroten. In feite
hebben de Oosterweel-werken met de hele problematiek geen enkel uitstaans. De
enige link met het PFOS is dat het probleem toevallig bij die werken is
ontdekt. Hoe dan ook: de enige manier om de vervuilde bodem te saneren, is de
bovenste laag met PFOS af te graven. En dát is precies wat bij de
Oosterweel-werken gebeurt. Het lijkt me dus beter om daar zeker wél verder te
werken.
En dan is de vraag: "Waarom komt
voorzitter Coens nu toch met die suggestie op de proppen?"
Voor het antwoord moeten we zowat vier jaar terug in het verleden.
Want toen was het PFOS-probleem ook al gekend. Althans binnenskamers: de
afvalstoffenmaatschappij OVAM heeft het toen al gesignaleerd aan de bouwheer
voor de Oosterweel-werken. Maar een communicatie naar het grote publiek is er op
dat moment niet geweest. Omdat de toenmalige Vlaamse minister van Leefmilieu
dat niet opportuun achtte. En die Vlaamse minister, dat was Joke Schauvliege
van de CD&V. Net zoals alle Vlaamse ministers van Leefmilieu vóór haar ook
al uit de CD&V kwamen, en de problemen met het giftige PFOS eigenlijk ook al
bij die ministers gekend waren. Al van vóór het jaar 2002.
En dáár knelt het schoentje voor voorzitter Coens: als alles boven
gespit wordt wat in de voorbije twintig jaar is misgelopen rond de PFOS-vervuiling,
dan komt men telkens uit op een CD&V minister. Diegene die de bal laatst
aan het rollen heeft gebracht (en allicht niet helemaal zonder bijbedoelingen), is Zuhal Demir, huidig minister van Leefmilieu,
en vooraanstaand N-VA lid. Voorzitter Coens is dus zwaar geschoffeerd door de
démarche van mevrouw Demir, want al het drek riskeert op zijn partij terecht te
komen. En dus heeft de heer Coens, zoals elke kleuter zou doen, besloten zich
te wreken en het "die ander" betaald
te zetten. Die "ander", dat is dan de N-VA van Bart De Wever. En het moet nu
lukken dat het Oosterweel-dossier een pluim is die Bart De wever heel graag op
zijn hoed steekt, want het dossier is jarenlang geblokkeerd geweest tot Bart
het in beweging heeft getrokken. En Oosterweel past ook perfect in de mooie
plannen van vorig Vlaams minister van Mobiliteit, Ben Weyts... ook al van de
N-VA. Als Joachim Coens er nu zou in slagen de Oosterweel-werken te doen stil
leggen, zogezegd omwille van de gezondheidsrisico's, dan zou hij daarmee én Ben
Weyts én Bart De Wever stokken in de wielen kunnen steken, en zouden zij die
mooie verwezenlijking van hun palmares moeten schrappen.
"Als jij mij pijn doet, dan doe ik jou ook pijn. Nè!"
Zoals gezegd: een bende kleuters...
|