Nu Corona geen "hot topic" meer is, komen de aloude
thema's weer opduiken. Zoals de discussie over een hoofddoekenverbod.
Diegenen die al iets ouder zijn, zullen zich wellicht ook nog wel de
tijden herinneren toen zowat iedereen bij ons met een hoofddeksel rondliep op
straat: een pet, een hoed, een muts, een sjaal. Tegen de kou, of omdat het "deftig" stond, of omdat het mode was, of
gewoon voor de schoonheid. Maar de beleefdheid eiste wel dat men zijn/haar
hoofddeksel telkens zou afzetten als men met iemand anders in gesprek ging, of
als men ergens binnen kwam. In de klas, op het werk, bij een ontmoeting: altijd
werd het hoofddeksel afgenomen. Dat was een vorm van elementaire beleefdheid.
Toen, en in mijn opinie nog altijd. Hoe zou u het trouwens vinden als de man
die u in het gemeentehuis aan het loket te woord staat, een pet zou op hebben?
En eigenlijk geldt dat evengoed voor de hoofddoek: los van religieuze
bedenkingen of de discussie omtrent de noodzakelijke "neutraliteit" in een openbare functie of in een publiek gebouw.
Gewoon uit elementaire beleefdheid moet de hoofddoek afgenomen worden als men
andere mensen te woord staat, of samen in een publieke ruimte zit. Op straat
kan die gedragen worden, net als een pet of een hoed of wat dan ook, maar binnen
in een publiek gebouw en als men andere mensen moet ontmoeten, dan moet die
hoofddoek af. Punt.
Maar de voorvechters van het recht voor moslima's om een hoofddoek te
dragen, in de klas, op het kantoor, aan het loket, die blijven aandringen.
Waarbij ik me dan toch af vraag waarom diezelfde voorvechters niet harder strijden
voor de rechten van moslimvrouwen in het algemeen en tegen de achteruitstelling
van, of het geweld tegen, moslimmeisjes en -vrouwen thuis? Erg consequent zijn
ze in elk geval niet.
De recente aanleiding voor de hernieuwde discussie was onder andere de
niet-aanwerving bij de MIVB van een moslima met hoofddoek, en ook de
aanstelling tot regeringscommissaris van een dame met hoofddoek. De politiek is
daar, zoals altijd, totaal over verdeeld. De linkse, politiek-correcte,
partijen vinden dat de MIVB zich bezondigd heeft aan discriminatie en dat die
aanstelling sowieso moet kunnen; de rechtse, "conservatieve", partijen vinden dat die hoofddoek niet mag, wegens
het "neutraliteitsbeginsel". Een
zinloos dispuut volgens mij: een hoofddoek mag sowieso niet in die omstandigheden.
Net zo min als een pet of een muts.
Uiteraard komt er vanuit de meest vinnige moslim-hoek zware kritiek op
een mogelijk hoofddoekenverbod. De redenering is voorspelbaar. Ons land moet
zich aanpassen aan de zeden en religieuze opvattingen van de "nieuwe" inwoners, want "diversiteit" is belangrijk, en nodig om
vooruitgang te kunnen boeken: "Een land
dat uitsluit, kan nooit evolueren."
De redenering is dat wij, als modern en progressief land, de "gastvrijheid" zouden moeten betonen om
onze gasten toe te laten hier te leven volgens hun eigen tradities en
gewoontes, en ook met hun eigen kledingvoorschriften. Maar dat is een mes dat
aan twee kanten snijdt, toch? Je zou ook kunnen verwachten dat mensen die naar
hier komen, die hier "te gast zijn",
voor kortere of voor langere tijd, zich aan onze zeden en gewoonten zouden
aanpassen. Als ik bij iemand op bezoek ga, dan moet ik me toch ook aan zijn/haar
huisregels aanpassen? En als ik naar een Moslimland ga, in de Arabische wereld,
mag ik me dan kleden volgens mijn eigen Westerse kledingvoorschriften? Niet
echt, hee... Als westerling moeten wij ons heel strikt houden aan de erg "preutse" kledingvoorschriften die
bijvoorbeeld in Saudi-Arabië gelden. En het is niet zo dat een vrouw ginder alléén
maar minder kans heeft op een job als ze bijvoorbeeld een "te korte" rok zou dragen, of een T-shirt die haar schouders bloot
laat. In bijvoorbeeld Saudi-Arabië zijn ze nog véél strenger: de consequenties
van "ongewenste" kledij zijn mogelijks
zware boetes, of zelfs gevangenisstraf. Zélfs in het erg "tolerante" Dubai geldt als algemene regel dat de schouders en de
knieën moeten bedekt zijn in openbare gebouwen.
Dus nee, ik vind niet dat de moslim-activisten écht het recht hebben om
te eisen dat vrouwen die hoofddoek of die chador zouden mogen dragen bij het
uitoefenen van hun werk, in een publieke functie, als ze daarbij andere mensen
moeten ontmoeten. En al helemaal niet als ze onze (Westerse) regering moeten
vertegenwoordigen.
|