Herinnert u zich nog mijn stukje, op 12 maart vorig jaar, over de
lamentabele toestand waarin ons majestueus Justitiepaleis verkeert? Zowel de
binnen- als de buitenkant waren (en zijn nog altijd) om bij te huilen. Het
gebrek aan respect voor deze belangrijke instelling en voor het prachtige
gebouw is stuitend. De reden is uiteraard niet ver te zoeken: gebrek aan
middelen. Er was, en is nog altijd, geen geld voor een volledige opknapbeurt,
binnen én buiten.
Wat het interieur en de infrastructuur binnenin betreft, is er geen
beterschap in zicht: het blijft behelpen, en hopen dat de elektrische leidingen
het houden. En dat de lampen het niet al te dikwijls begeven tijdens een
zitting.
Maar wat de buitenkant betreft is er groot nieuws: het majestueuze
Brusselse Justitiepaleis wordt gerestaureerd. Of beter gezegd: de restauratie
die lang geleden al eens gestart was, wordt weer hervat. Het gebouw staat dus
al vele lange jaren, sinds het jaar 2000, in de stellingen.
Laten we vooral niet al te vroeg victorie kraaien. Want vooraleer het
gebouw zélf kan aangepakt worden, moeten eerst nog de stellingen gerestaureerd
worden. Het zijn ondertussen bijna zélf beschermde monumenten geworden. En ze
zijn dringend aan herstelling toe. Wat dus als hilarische consequentie heeft dat
het budget dat nu eindelijk gevonden werd voor de restauratie van het
Justitiepaleis, in de eerste plaats zal moeten dienen voor de restauratie van
de stellingen. De geschatte kostprijs om de stellingen weer helemaal in orde te
brengen, is al opgelopen tot ongeveer 1,5 miljoen euro. Hopelijk blijft er
daarna nog iets over voor het gebouw zélf. Want anders blijven die stellingen
daar nog eens 20 of 30 jaar staan te vergaan. Dan mag bij een volgende
restauratiebeurt opnieuw begonnen worden met het oplappen ervan en blijft er
misschien opnieuw geen geld over voor het gebouw zelf. Tot het op een dag niets
meer zal uitmaken omdat het Justitiepaleis zodanig zal afgetakeld zijn dat er
geen herstellen meer aan is.
Dat is dus hoe hier in België met de (schaarse) middelen omgesprongen
wordt. Had men lang geleden al gedaan wat moest gedaan worden, dan waren de
kosten maar een fractie geweest van wat het nu zal worden. En dan had men een
(groot) deel van het budget niet moeten verkwisten aan de herstelling van de
stellingen.
Ons land heeft een gigantische overheidsschuld, want de uitgaven
swingen de pan uit. En tegelijk slagen we er niet in om onze wegen en bruggen
en gebouwen te onderhouden. Hoe komt dat toch?
Omdat men eindeloos lang moet overleggen en discuteren en evenwichten
zoeken, eer men zelfs maar aan iets kan beginnen (ver)bouwen. En omdat er
gigantisch veel geld verkwist wordt aan studies en onderzoeken.
En, helaas, ook en vooral, omdat er heel veel geld "blijft plakken" bij "vrienden" die ook graag een centje bij
verdienen. Zie maar naar, om een willekeurig voorbeeld te nemen, het schandaal
rond de Waalse intercommunale Publifin,
of Enodia zoals die nu heet. Een
aantal topmanagers van Nethys, de
operationele tak van Enodia, hebben
zich daar jarenlang royale vergoedingen laten uitbetalen. Voor een totaal
bedrag van om en bij 15 miljoen euro. Anderen, mindere goden, hebben duizenden
euro's opgestreken voor deelname aan adviesraden waar ze zelfs nooit bij
aanwezig waren geweest.
Het is maar één voorbeeld. Er zijn er nog talloze andere die aan het
licht gekomen zijn. En er zijn er vermoedelijk nog méér die (voorlopig nog) in
duisternis gehuld blijven.
Het gevolg van dit alles is dan, onder meer, dat er geen middelen
beschikbaar zijn om onze gebouwen te onderhouden. Of onze wegen. Of onze
bruggen.
Of om de kinderarmoede te bestrijden, bij voorbeeld.
|