Het probleem komt de laatste tijd regelmatig opduiken: de seksuele
intimidatie van de vrouw in de Brusselse straten. Of in andere grootsteden.
Het is zó erg geworden dat vrouwen in sommige buurten nog amper de
straat op durven. En al zéker niet op hun eentje, en nooit in het donker. Het
is zó erg geworden dat vrouwen al twee keer moeten nadenken over hun outfit
vooraleer zich op de Brusselse (of andere grootstedelijke) straten te wagen. Ze
moeten er vooral over waken er "niet te sexy"
uit te zien: een rokje of een jurkje is uit den boze, bij voorkeur houden ze
het bij een seksloze lange broek.
Dat is uiteraard de omgekeerde wereld: het is niet de vrouw, of de
vrouwelijkheid, die uit onze straten moet gebannen worden, het zijn de macho
mannen die menen vrouwen te mogen lastig vallen, die uit onze steden moeten weg
gehouden worden.
In Brussel is het ondertussen al zó ver gekomen dat er dagelijks
minstens twee klachten over seksuele intimidatie neergelegd worden. En dat zijn
dan nog alléén de vrouwen die de moeite willen doen of er de moed voor kunnen
opbrengen. Het échte aantal vrouwen die lastig gevallen worden, ligt misschien
wel tien keer hoger. En dan hebben we het al vlug over twintig gevallen per
dag. In Brussel.
Volgens professor Karen Celis van de VUB ligt de oorzaak bij "diepgewortelde genderpatronen". Ik
citeer: "Dat gaat terug op heel
diepgewortelde genderpatronen, waarbij de publieke ruimte mannelijk
geconnoteerd wordt en de private ruimte, de huiselijke sfeer, wordt als vrouwelijk
aanzien. Dat betekent ook dat wanneer vrouwen zich in de publieke ruimte
begeven, dat zij eigenlijk al niet op hun plaats zijn."
Op de vraag hoe dit kan opgelost worden, heeft de professor niet
direct een pasklaar antwoord: het gevoel van straffeloosheid moet aangepakt
worden, het onderwijs moet zorgen voor een betere sensibilisering. Maar, zegt
de professor, en mét haar alle politiek correcte psychologen en sociologen: "Je kan het niet reduceren tot een specifieke
groep en je kan het niet culturaliseren." En dat is weer zo'n typisch
omfloerste uitspraak van mensen die bang zijn het probleem bij naam te noemen,
uit angst om door mensenrechtenadvocaten verketterd te worden.
Ik riskeer nu wellicht een "Vlaams
Belang"-etiket opgeplakt te krijgen, en van racisme beschuldigd te worden,
maar het kan geen toeval zijn dat het probleem zich vooral manifesteert in "multiculturele" grootsteden, met een
hoge concentratie moslim-jongeren.
Ligt het aan de culturele achtergrond van die jongeren, of eerder aan
hun frustraties wegens het gebrek aan vooruitzichten en het ontbreken van
toekomstkansen? Ik weet het niet. Ik weet wél dat de Islam volgens de meeste
interpretaties erg vrouwonvriendelijk is.
Dat is zéker zo in Moslimlanden met een héél conservatieve Islam-opvatting,
genre Saudi-Arabië, waar de vrouwen zo goed als géén rechten hebben. Maar ook
in een moderne staat als Turkije zie je meer en meer hoe vrouwen, in naam van
de religie, onderdrukt en zelfs fysiek belaagd worden. Herinner u het befaamde "stoelenincident" met mevrouw von der Leyen, en de aanleiding
daartoe: dat Turkije zich teruggetrokken had uit de "Conventie voor Vrouwenrechten".
Veel teksten van de profeet Mohammed,
uit de zevende eeuw, verwijzen de vrouw ook expliciet naar die "minderwaardige positie". Althans voor hen
die de oeroude teksten op de dag van vandaag toch nog altijd letterlijk willen
interpreteren, en die vergeten dat die voorschriften in een totaal andere
tijdsgeest geschreven werden.
Zo staat in Soera 4, vers 34
het volgende: "Mannen zijn voogden over
de vrouwen omdat God de enen boven de anderen heeft doen uitmunten en omdat zij
van hun rijkdommen besteden. Deugdzame vrouwen zijn dus zij, die gehoorzaam
zijn en heimelijk bewaren, hetgeen God onder haar hoede heeft gesteld. En
degenen, van wie gij ongehoorzaamheid vreest, wijst haar terecht en laat haar
in haar bedden alleen en tuchtigt haar."
Wat, voor wie dat wil, gemakkelijk kan gelezen worden als een
aanduiding van de minderwaardigheid van de vrouw (want God heeft de mannen boven de vrouwen doen "uitmunten"), én als de toelating van de
man om zijn vrouw hardhandig aan te pakken. (Wat onder andere in Turkije een
ware plaag geworden is.)
Het zou dus misschien al een goed begin zijn om het probleem gewoon
bij naam te noemen, in plaats van er altijd doekjes om te winden. En dan heb ik
ergens het gevoel dat er toch mogelijkheden zijn om te remediëren: als men eens
écht werk zou maken van de strijd tegen de conservatieve Islam-interpretatie die
nog altijd massaal onderwezen en opgedrongen wordt. Het is trouwens datzelfde
radicale islamisme dat nog altijd in veel koran-scholen van jongs af aan
aangeleerd wordt en jongeren in de richting van radicalisering duwt.
We zouden natuurlijk ook kunnen pleiten voor meer vrouwelijke ridders
in het Lego-aanbod. Want volgens genderspecialiste
Veerle Draulans ligt dáár de oorzaak van de fysieke of andere agressie
van mannen tegenover vrouwen: in het Lego-assortiment zijn de vrouwelijke
ridders niet of nauwelijks aanwezig.
Als de kleine meisjes net als de kleine jongetjes van kindsbeen af
oorlogje zouden mogen en kunnen spelen, zou dit (in die logica) ongetwijfeld een véél betere
wereld worden...
|