Ik ben nooit een fan geweest van wijlen Leopold graaf Lippens,
levenslang burgemeester van Knokke-Heist. De man is ontzettend populair bij de
inwoners van zijn gemeente. Al is dat misschien vooral omdat hij gestorven is: "Van de doden geen kwaad"? Maar ik
mocht de man niet. Ik was het grondig oneens met veel van zijn opvattingen, ik
had een probleem met de manier waarop hij zijn positie als burgemeester
gebruikte om zichzelf te verrijken, en ik had zware bedenkingen bij de keuze
van zijn vrienden (Donald Trump onder andere). Ik mocht hem zelfs nog minder
dan zijn broer Maurice graaf Lippens die, als voorzitter van de Raad van
Bestuur, in grote mate mee verantwoordelijk geweest is voor het Fortis-débacle.
Eén van de meest controversiële uitspraken, ergens in het begin van de
jaren 1990, van Leopold Lippens had betrekking op de "frigoboxtoeristen". Een "frigoboxtoerist"
is een ééndagstoerist die zijn/haar eigen eten en drinken meebrengt en dus geen
bestedingen doet in de plaatselijke horeca. Zo'n toerist brengt voor de
plaatselijke middenstand, en dus voor de gemeente, niets op. En voor graaf
Lippens waren die strandbezoekers bijgevolg absoluut niet welkom in zijn mooie kustgemeente.
De man zou zich dezer dagen vermoedelijk in zijn graf omdraaien, want
wat zien we gebeuren nu het kustseizoen stilaan weer op gang komt? De horeca
is corona-dicht, ook op de terrassen mag niets geconsumeerd worden. De eendaags-
of weekend-toeristen die nu naar de kust komen, naar de prachtige gemeente
Knokke-Heist bijvoorbeeld, die kunnen geen bestedingen doen bij de plaatselijke
horeca. Die kunnen geen frietjes met Noordzee-garnalen gaan eten in een
restaurant, die kunnen geen frisse pint gaan drinken op een terras. Ze brengen
dan maar hun eigen drank- en voedselvoorraden mee voor de hele dag. In een
frigobox! En dan gaan ze met enkelen bijeen gezellig samen zitten op het
strand, of in de duinen, of langs de dijk. Ze maken plezier, en ze maken een
paar flessen soldaat. Jongeren die ergens in Brussel op een klein appartementje
opgesloten zitten, nemen allemaal samen de trein naar de kust. Onderweg mooi
aan het raam gezeten. En dan bouwen ze een feestje op het strand. Met veel
drank, en veel lawaai en veel bravoure. Dat ze daarbij de brave gezinnen storen
die ook wel op het strand hadden gewild, en dat ze daarbij de
corona-beperkingen negeren, dat zal hen (na de zoveelste pint) een zorg zijn.
Of zoals een wanhopige horeca-uitbater het verwoord heeft: "De frigoboxtoeristen zijn terug. Ze komen
bij ons een tonic halen, de fles gin hebben ze mee in hun frigobox en dan
gieten ze die gewoon door. Bij ons gebeurt het per portie en gecontroleerd. Er
groeien al gauw groepjes tot tien personen, terwijl wij kunnen zorgen voor
afgelijnde bubbels. Nu verliezen we twee keer, want er is amper omzet en er
zijn gezondheidsrisico's."
Het zou nochtans anders kunnen als men de terrassen zou openen. Met
strikte corona-regels: tafels van maximaal vier personen, en minstens
anderhalve meter uit elkaar. En als men, graaf Lippens indachtig, het in groep
consumeren van alcoholische dranken op het strand of elders zou verbieden. Het
toezicht zou veel gemakkelijker zijn, de regels zouden veel gemakkelijker
afdwingbaar zijn. De overlast zou beperkt kunnen worden.
Helaas hadden de heren politici in het corona-overlegcomité beslist
dat zoiets niet kon. En dus hebben ze de "frigoboxtoerist"
tijdens de paasvakantie weer naar de kust gelokt. Gelukkig hoefde graaf Lippens
dat niet meer mee te maken!
Maar zie: vanaf Moederdag komt het allemaal weer goed. Of juist helemaal niet?
|