Tja... Ik heb vorige vrijdag dus
weer "prijs" gehad. Tamelijk onverwachts: 's avonds terwijl ik naar tv zat te
kijken, voelde ik het opeens opkomen. Helemaal als een verrassing kwam het wel
niet, want ik had al een paar dagen opnieuw méér last gehad van oorsuizingen in
mijn linkeroor, en ik had de voorbode herkend van wat ik kon verwachten.
Het was géén prettige ervaring. Het begon met duizeligheid en een wankel gevoel. Ik dacht eerst gewoon nog even
te blijven zitten tot het na een uurtje ofzo zou over gaan, maar het werd
alléén maar erger. En dus ben ik toch maar naar bed gegaan. Ik heb de trap op
gewaggeld, waarbij ik me voor de veiligheid stevig heb vastgehouden aan de
trapleuning met mijn rechterhand, en tegelijk steun heb gezocht tegen de muur
met mijn linkerhand. En dan in bed... Eerst kwam de misselijkheid. Waarop ik voor
de zekerheid naar het toilet ben gesukkeld. Maar dát was een misrekening, want
tegelijk kwam de "vertigo" op zetten: de hele wereld draaide als gek om me
heen. Dat kon ik alléén maar afweren door mijn ogen dicht te doen en die wild
rondtollende wereld buiten te sluiten. Eenmaal ik terug in bed was geraakt, en,
met de ogen stijf dicht geknepen, op mijn rug ging liggen, werd het allemaal
stilaan een beetje beter: de misselijkheid zakte langzaam weg. Maar helaas... ik
kán gewoon niet stil liggen in bed: mijn ambetante knie, weet je wel. Dus
probeerde ik me op mijn rechterzij te draaien, en alles begon weer opnieuw. En
als ik de ogen durfde te openen, draaide de hele kamer als zot rondom mij. Met
de ogen dicht, zakte ook dat misselijk gevoel een beetje, na enige tijd. Maar
toen moest ik weer op de rug gaan liggen... en alles kwam weer terug. Meestal draai
ik dan ook nog eens op mijn linkerkant, maar dat durfde ik al helemaal niet. Want
ik wist dat Ménière zich in mijn suizende linkeroor schuil houdt, en wat die dan voor mij in petto
had, durfde ik niet uit te proberen. De martelgang heeft zo'n drie uur geduurd,
schat ik: ik was om kwart voor tien naar bed gesukkeld, en de laatste blik op
het uurwerk, dat ondertussen gelukkig toch al braaf bleef staan waar het stond,
leerde mij dat het iets na één uur was.
Ik mag me nu al voorbereiden op
de volgende keer, en die zal vermoedelijk niet zo heel lang op zich laten
wachten. De frequentie van de aanvallen verhoogt duidelijk. De eerste keer was
zo'n zeven maanden geleden, geloof ik; de volgende keer was een goeie vier
maanden later; de derde keer was amper een maand geleden. Het goede nieuws is
dat de aanvallen elkaar in het begin alsmaar sneller opvolgen, maar dat de frequentie
nadien weer daalt, tot de aanvallen uiteindelijk helemaal weg blijven. Het
slechte nieuws is dat tegen dan mijn gehoor vermoedelijk zal weg zijn, zeker
aan die ene kant. Het voordeel daarvan is dan weer dat ik altijd kan beweren
dat ik iets niet gehoord heb, als ik het niet wil horen...
Het vervelende aan die Ménière
is wel dat ik het moeilijker krijg om lang te lezen, of om te schrijven. Elke
keer opnieuw voel ik na enige tijd die misselijkheid opkomen, die gelukkig
verdwijnt als ik mijn lectuur of mijn laptop weg leg. Ik vrees dus dat ik minder
en minder in staat zal zijn om elke dag een blog-stukje te schrijven. Het zou
daarom best wel kunnen dat ik in de (nabije) toekomst af en toe eens verstek zal
moeten laten gaan...
Maar eigenlijk wou ik hierbij niet zozeer mijn verhaal vertellen, maar
wél de aandacht vestigen op alle Ménière-slachtoffers. En vooral op de
vaststelling dat de ziekte al bekend is sinds 1861, maar dat er nu nog altijd geen
echte oorzaak gevonden is. En dus is er ook geen enkele remedie. De ziekte is
nochtans niet zó zeldzaam: ongeveer 1 op 1000 mensen hebben er last van, dat
zijn dus méér dan 11.000 slachtoffers in België. Als je bedenkt dat op dit moment ongeveer
1600 mensen serieus ziek zijn door Covid-19, dan lijkt het mij dat de Ziekte
van Ménière geen verwaarloosbaar fenomeen is. Niet?
En dan is de vraag, nog maar eens: "Hoe komt het dat de hele wereld in actie geschoten is om een vaccin of geneesmiddel te vinden tegen Covid-19, en
dat ze dat vaccin in minder dan een jaar ook ontwikkeld en geproduceerd hebben?"...
Terwijl er voor Ménière na 160 jaar nog altijd geen remedie gevonden werd? Dat
geldt niet alléén voor Ménière, trouwens: er zijn nog altijd véél te véél
aandoeningen, ziektes, die al lang gekend zijn, maar die onbehandeld of
onbehandelbaar blijven. Zoals de Ziekte van Alzheimer, bijvoorbeeld, om er maar
één te noemen.Omdat men er nooit de middelen tegenaan gegooid heeft om een remedie
te vinden.
De flagrante tegenstelling met de immense mobilisatie van de
farma-bedrijven en de medische onderzoekers in de strijd tegen Covid-19 blijft
voor mij één van de grote mysteries van deze tijd.
|