Op 28 juni 2020 heb ik in mijn blog het volgende geschreven: "Zal ik me nog eens aan een voorspelling
wagen? Binnen dit en vijf jaar komt er een alarmerend rapport van een
universitaire werkgroep over het bedroevend lage niveau van ons onderwijs. En
niemand zal begrijpen hoe dat zo gekomen is: 'Wat is er toch fout gelopen met
onze jeugd?'"
Ik was verkeerd: dat alarmerend rapport is er ondertussen al...
In een recente internationale studie naar het kennisniveau van
10-jarigen, kwam Vlaanderen bij de 58 geteste landen op plaats 17 terecht voor
Wiskunde, en op plaats 35 voor Wetenschappen. De achteruitgang is vooral
significant geweest sinds 2015. Vijf jaar geleden stonden we voor Wiskunde nog
op plaats 11, en achttien jaar geleden waren we nummer één. We boeren dus
zienderogen achteruit. Om het een beetje in perspectief te plaatsen: voor
Wetenschappen staan we nu op hetzelfde niveau als Kazakstan.
Dus komt inderdaad de onvermijdelijk vraag: "Hoe is het zo ver kunnen komen? Wat is er fout gelopen?"
Onze
onderwijsexperten zitten met de handen in het haar, en raken er niet aan uit:
ze begrijpen het niet.
Zal ik dan misschien een paar hints geven?
Er is om te beginnen het heilige principe van de "inclusiviteit": alle leerlingen moet "mee" zijn. En dus wordt het niveau een beetje naar beneden
bijgesteld zodat ook de zwakkere leerlingen kunnen volgen. Het gaat dan vooral
om leerlingen uit kansarme gezinnen of met een taalachterstand. Die moeten "alle kansen" krijgen, en dus moet
vermeden worden dat ze onderweg afhaken omdat het voor hen te moeilijk wordt.
Een nobel streven, maar de verkeerde aanpak. Zorg dat die taalachterstand
aangepakt wordt, en doe iets aan de thuissituatie, zodat ook die kinderen zich
ten volle kunnen ontplooien. Maar dat doet men niet: men gaat voor de gemakkelijke oplossing, en men past het lesniveau
aan. Naar beneden toe. Het gevolg is dus dat de eisen alsmaar lager komen te
liggen, en dat het globaal kennisniveau zakt. Het gevolg is ook dat de slimste
leerlingen van de klas zich gaan vervelen en niet meer kunnen gestimuleerd
worden om zich blijvend in te zetten en hun intellectuele vaardigheden verder
te ontwikkelen. Daar waar vroeger de lessen (verkeerdelijk) bijna uitsluitend
gericht waren op het uitdagen van de betere leerlingen, zodat die nog "beter" werden, maar waardoor de zwakke
leerlingen verwaarloosd werden, gebeurt nu het omgekeerde.
Een ander punt is de nadruk op het "welbevinden" van de leerlingen in de klas. Het mag allemaal niet te
zwaar en niet te moeilijk meer zijn. Er mag van de leerlingen sowieso niet "te veel" meer gevraagd worden, want dan
krijgen ze "stress", en het is
belangrijk dat ze zich "goed voelen".
Dat houdt ook in dat er niet te veel huiswerk of taken meer mogen gegeven
worden, want de kinderen moeten thuis kunnen ontspannen en kunnen spelen, en de
school vergeten. Het gevolg laat zich raden: de kinderen worden gemakzuchtiger,
nonchalanter, minder gemotiveerd. Het maakt immers niet echt meer zo veel uit
of ze goed presteren op school; wat telt is dat ze zich "goed voelen".
En tenslotte is er ook het tanend respect voor de leerkrachten.
Vroeger was het woord van de meester of juffrouw "wet". Als een leerkracht zei dat iets moest gebeuren, dan zou het
ook gebeuren. En als de kinderen straf kregen, dan werd dat door de ouders gerespecteerd
en geaccepteerd. Dat is helaas compleet verdwenen. De leerkrachten hebben geen
enkel reëel gezag meer, want ze mogen geen straf meer geven, en elke uitspraak
die niet "fijn" is voor een leerling
wordt gecontesteerd. Om de haverklap staan verontwaardigde ouders bij de
directeur, en de leerkracht wordt op het matje geroepen. Het gevolg is dat een
leerkracht geen enkel instrument meer heeft om discipline op te leggen in zijn/haar
klas. Het gevolg is ook dat veel leerlingen zomaar wat lanterfanten in de klas,
want: "Wie doet mij iets?" Het gevolg
is ook dat de leraars ontmoedigd en gedemotiveerd raken en er de brui aan
geven. En dan is men verwonderd over het grote verloop, en over de vele jonge
leerkrachten die er na korte tijd de brui aan geven.
Maar onze onderwijsexperten zullen vermoedelijk andere oorzaken en
remedies bedenken: meer "politiek
correcte" remedies waarbij het "welzijn"
van de kinderen centraal staat. En waarbij de kloof tussen de goede en kansarme
leerlingen zal gedicht worden door het niveau nog wat te laten zakken, en meer
aandacht te geven aan de zwakke leerlingen. Ten koste van die leerlingen die
het niveau omhoog zouden kunnen trekken.
|