In onze tienerjaren moesten wij voor de lessen Nederlands verplicht
ook een aantal boeken lezen van Nederlandstalige, zeg maar Vlaamse, auteurs. Ik
vermoed dat die verplichting er nu niet meer is. Ik ben zelfs niet eens zeker
of er sowieso nog veel boeken moeten gelezen worden voor de lessen Nederlands.
Ik had daar geen enkel bezwaar tegen, toendertijd, want ik verslond
boeken. Letterlijk. Ik was elk vrij moment aan het lezen in mijn middelbare-schooljaren.
Ook boeken van Vlaamse schrijvers. Ik was ondermeer grote fan van het "magisch realisme" dat hier in Vlaanderen
een tijdlang erg in zwang was bij onze auteurs. Ik denk aan Jos Vandeloo,
Hubert Lampo, Johan Daisne, en ook Marnix Gijsen.
"De Trein der Traagheid" is één van de meest gekende boeken van
Johan Daisne. Geschreven in 1950. Het boek is later zelfs verfilmd. In 1968,
door André Delvaux. Al is het bij mijn weten niet bepaald een commercieel
succes geworden.
Bij mijn titel "De Trein der
Traagheid" denken vermoedelijk heel weinig lezers aan Johan Daisne of aan
de periode van het magisch-realisme bij ons in Vlaanderen. Maar misschien wel des
te meer aan onze Belgische justitie die met een haast mythische traagheid lijkt
te werken.
Het meest schrijnende voorbeeld is ongetwijfeld de jacht op de Bende
van Nijvel. De misdaden van die gangsterbende dateren al van de jaren tachtig
van de vorige eeuw, en onze justitie staat werkelijk nog nergens. Er is nog
geen enkel zicht op een nakend proces; er is zelfs nog geen enkel spoor van een
dader. Dus ja, misschien is dit geen goed voorbeeld om de onvoorstelbare
traagheid van onze rechterlijke molen te illustreren: zolang er geen dader is,
kan er ook geen proces komen.
Iets anders is het als we spreken over de IS-aanslagen van 22 maart 2016,
in Zaventem en op de Brusselse metro. Daar zijn de daders en de motieven al
lang gekend. De speurders hebben de misdadigers binnen de kortste keren
opgespoord. Er zijn ook geen twijfels, geen onzekerheden, geen discussies.
Alles is zo klaar als een klontje. De onderzoekers hebben de daders als het
ware op een dienblad aan onze justitie gepresenteerd. Maar zie: we zijn
ondertussen al vier jaar verder, en we staan nog altijd nergens met de
procesvoering. Of nee, dat klopt niet helemaal: ze zijn al begonnen met de
discussie of het proces voor een volksjury zal moeten gehouden worden, dan wel
voor een jury van beroepsrechters. Als alles héél erg mee zit, dan zou daar in
de loop van volgend jaar een beslissing over kunnen vallen. En dan kan er
misschien in 2022 een proces komen: zes jaar na de feiten. Als we ook nog de
pech hebben dat dit proces tóch voor een assisenjury moet gevoerd worden, dan
zijn we daarna nog eens minstens zes maanden bezig. Kortom: de slachtoffers en
nabestaanden zullen finaal vermoedelijk minstens zeven jaar moeten gewacht
hebben op een uitspraak die hen zal toelaten hun rouwperiode eindelijk af te
sluiten. Daarmee vergeleken is "De Trein
der Traagheid" een soort hogesnelheidstrein...
Een ander voorbeeld, maar even schrijnend was het fameuze proces rond
de treinramp nabij Pécrot, in 2001. Het (hopelijk) laatste proces over dat
ongeluk, waarbij eindelijk klaarheid had moeten komen omtrent wat er nu
allemaal precies was misgelopen en welke aaneenschakeling van fouten en
tekortkomingen tot zo'n catastrofe had kunnen leiden, is pas dit jaar gevoerd.
Bijna 20 jaar na de feiten. In schildpaddenland waren ze rapper geweest!
Wie dus zijn hoop op onze justitie gevestigd zou hebben om recht te
laten spreken of om een dispuut geregeld te krijgen, die kan maar beter niet
gehaast zijn. Maar al bij al is dat niet zo verwonderlijk: in ons land gaat alles extreem moeizaam en stuntelig
vooruit. We hebben tenslotte ook 20 maanden nodig gehad om een nieuwe regering
op de been te brengen.
Onze Vlaamse auteurs waren bij de besten van de wereld in het genre
van het magisch-realisme. Onze Belgische verantwoordelijken, zowel bij de
uitvoerende als bij de rechterlijke macht, zijn dan weer kampioen in traagheid.
En zo is de cirkel rond, en komen we weer uit bij "De Trein der Traagheid". Ik zou zeggen:
lees het boek. Het is zéker de moeite waard. En we hebben toch tijd zat...
|