Wie zou op 26 november van het vorige jaar gedacht hebben dat ik nu,
zeven maanden later, nog altijd stukjes voor deze blog zou schrijven? Maar zie:
we zijn aan aflevering 200 toe. En de inspiratie is er niet minder op geworden.
Al zal deze "jubileum-aflevering"
een beetje anders zijn dan "normaal":
geen sarcastisch stukje over Donald Trump, geen kolder over de Belgische
regeringsvorming, geen verbijstering over de corona-obsessie bij de media.
Gewoon een meditatief stukje over de zin van het schrijven, over de zin van het
leven, over de zin van alles.
Ik vraag me van tijd tot tijd inderdaad af: "Waarom doe ik dit, die blog?"
Omdat ik het graag doe, dat is zeker. Omdat ik er zélf plezier aan
beleef. Omdat ik het gevoel, of de "pretentie",
heb dat ik toch wel iets te vertellen heb. En omdat ik er, net als iedere
creatieveling, "nood" aan heb om "gelezen" te worden en waardering te
krijgen voor mijn geschrijf. Of dacht u dat het bij Tom Lanoye of bij
vuilbekker Herman Brusselmans anders was? Al hebben zij wel iets méér lezers
dan ik.
Maar afgezien daarvan: "Wat is
de zin van dit geschrijf? Heeft iemand er iets aan? Zit iemand erop te wachten?
Wordt iemand er beter van? Zou het voor iemand een verlies zijn als ik géén
stukjes meer zou schrijven?"
Ik heb er het raden naar. Ik kan het alléén maar hopen. Het zou me een
heel fijn gevoel geven.
Eigenlijk sluit dit aan op een stukje dat ik eerder al geschreven heb,
met de bedenking: "Zou het een verlies
zijn als ik er niet (meer) zou zijn?"
En dan gaat het niet meer over de zin van dit geschrijf, maar over de
zin van mijn leven, de zin van hét leven.
"Moeder, waarom leven wij?"
vroeg Lode Zielens zich in 1932 al af. Het antwoord dat hij in zijn
naturalistische roman heeft verteld, was bijzonder negatief en zwartgallig: "Wij lijden omdat wij leven." En wie nu
meteen zin zou hebben om dat boek te lezen, moet ik toch waarschuwen: het is een
vreselijk triest en hard verhaal. Wie depressieve neigingen heeft, blijft er
liefst vér van weg.
Zó negatief wil ik écht niet klinken: het leven is al bij al niet zó
slecht. Voor mij toch niet. Voor velen onder ons niet. Helaas zijn er nog
altijd al te veel mensen op deze planeet voor wie het leven wél "lijden" is. Ook bij ons in België. En
met deze corona-crisis zijn er veel bijgekomen, té veel.
Het is niet evident, vermoed ik, om je leven zó te beleven dat het
écht zinvol wordt, en dat je er achteraf op kan terugkijken met een goed en
voldaan gevoel. Met het gevoel dat je iets "verwezenlijkt"
hebt, iets nagelaten hebt, een "spoor"
dat blijvend is. Maar het is de wens van iedereen, denk ik. En een
wijdverspreide angst om "misbaar" te
zijn en er helemaal niet toe te doen. Ik heb het op 30 mei al eens geschreven.
Om van ons leven inderdaad iets waardevol te maken, daar moeten en
kunnen we alleen maar ons best voor doen. Misschien moeten we daarbij ook niet
al té ambitieus zijn, en accepteren dat ook "kleine bijdragen" hun waarde kunnen hebben.
Dit is dan ook mijn "boodschap"
bij deze 200ste aflevering.
Laat ons blijven lachen met alles (en zeker ook met onszelf), en de
draak steken met alle stommiteiten van onze "leiders".
Maar laat ons vooral geduld hebben met elkaar. Elkaar leren en willen
begrijpen. Elkaars mening appreciëren ook als we ze niet delen. En elkaar een
warm hart toe dragen.
Ik weet dat dit nogal "melig"
klinkt. En daarom voeg ik er ook nog een "melig"
liedje aan toe:
https://www.youtube.com/watch?v=Us-TVg40ExM
When the night
has come
And the land is dark
And the moon is the only light we'll see
No I won't be afraid
Oh I won't be afraid
Just as long as you stand, stand by me
If the sky that we look upon
Should tumble and fall
Or the mountain should crumble to the sea
I won't cry, I won't cry
No I won't shed a tear
Just as long as you stand, stand by me
Whenever you're in trouble won't you stand by me
Oh stand by me
Whoa stand now, oh stand, stand by me
|