De "Astronomie" (of "Sterrenkunde") is veruit mijn favoriete
tak van de Natuurkunde, en bij uitbreiding van de Wetenschap. Omwille van het
ontzagwekkende van het heelal, en het mysterieuze ervan. En omdat het nog
altijd vol verrassingen zit.
De meest bizarre en ongrijpbare objecten in het heelal zijn
ongetwijfeld de "zwarte gaten". Voor
de meeste mensen is het bijzonder moeilijk om zich voor te stellen wat dat
precies is, een "zwart gat". (Voor de
meeste wetenschappers is dat eigenlijk ook zo, maar die doen alsof ze het
helemaal begrepen hebben.)
Heel simplistisch gesteld: een "zwart
gat" is een voorwerp dat zó zwaar is dat het alles wat in de buurt komt,
naar zich toe trekt (door de "zwaartekracht"),
waardoor niets eraan kan ontsnappen. Zoiets als een enorme stofzuiger die alles
opzuigt wat binnen zijn bereik komt. Nu geldt dat niet alléén voor "materie" zoals wij dat gewoonlijk zien,
maar ook voor andere vormen van energie die precies dóór hun energie ook "gewicht" hebben. Het geldt dus ook voor "licht-deeltjes": ook licht kan niet
aan een "zwart gat" ontsnappen.
Vandaar dat het "zwart" is: er kan
geen straaltje licht naar buiten komen.
De meeste sterrenstelsels hebben in hun binnenste, in het centrum, een
superzwaar "zwart gat": een
stofzuiger die niet alléén het stof en vuil in alle hoeken van je woonkamer mee
opzuigt, maar meteen ook het vuil en stof van heel de parochie. Met "superzwaar" bedoelt men dan iets met een
massa van een paar miljoen zonnen of daaromtrent.
Bij zo'n actief superzwaar "zwart
gat", wordt er dus ontzettend veel materie naar binnen getrokken, en dat
zorgt dan weer voor intense wrijvingsprocessen en botsingen binnen in het "zwart gat". Bij die botsingen en
wrijvingen komen allerlei soorten elektromagnetische straling vrij. Kortom: de
buurt rondom zo'n zwarte joekel is niet gezond. En dan bedoel ik écht niet
alléén de meest nabije buurt.
Maar dat "zwart gat" van ons
Melkwegstelsel, dat "Sagittarius A*" heet,
is een lui "zwart gat". Of liever: was een lui zwart gat, want het begint
zich te roeren. Dat wil zeggen: de astronomen zien sedert kort meer frequente
opstoten van verhoogde elektromagnetische straling en erupties van
elektromagnetische deeltjes, en dat zijn aanwijzingen dat "ons" zwart gat actiever aan het worden is.
Een hele tijd geleden al, trouwens. Want we mogen niet vergeten dat we
eigenlijk altijd naar het verleden kijken als we een ster of een sterrenstelsel
bestuderen. Wat wij nu waarnemen, is een beeld van iets dat "ginder" al duizenden jaren geleden
gebeurd is, vermits de stralingen vanuit die verre objecten duizenden (of
miljoenen) jaren nodig hadden om ons te bereiken.
Als je bedenkt dat het omgekeerde ook geldt, dus dat wie vanuit een
ander sterrenstelsel naar ons zonnestelsel kijkt, iets ziet wat mogelijk al
miljoenen jaren in het verleden ligt, dan zou het best wel eens kunnen dat een
geleerde op een verre planeet zopas ontdekt heeft dat hier dinosauriërs
rondlopen! Een fascinerend idee, toch?
Waarom is dat nu van belang, dat "ons"
superzwaar "zwart gat" actief
geworden is?
Voor wie "dicht" in de buurt
ligt of komt, betekent dat vooral een grotere kans om "opgeslorpt" of "opgezogen"
te worden: grote planeten en zelfs sterren die binnen de onmeetbare
aantrekkingskracht van zo'n "stofzuiger"
terecht komen, zijn onherroepelijk verloren. En wie niet opgezogen wordt,
krijgt een straling te verduren waarbij vergeleken Tsjernobyl een brandend
kaarsje was.
Maar wij zijn (voorlopig) nog veilig: "Sagittarius A*" ligt 26.000 lichtjaren van ons vandaan, dat is
ongeveer 245 biljoen kilometer. En vermits het heelal, naar men aanneemt,
continu uitzet, is die afstand ondertussen al weer iets groter geworden. De
kans dat onze Aarde de eerstkomende eeuwen in een stofzuiger zal verdwijnen,
lijkt dus al bij al geruststellend klein.
Ik vermoed en vrees dat we eerder zélf onze planeet zullen
vernietigen.
|