"Afstand" en "isolatie" zijn dezer dagen zowat de
meest gebruikte woorden.
Helaas zit er achter die woorden dikwijls heel veel leed en pijn
verborgen: eenzaamheid, en tekort aan warmte en contact. En dan heb ik het niet
zozeer over de over-het-paard-getilde "huidhonger",
maar gewoon over de behoefte aan een knuffel, een omhelzing, of zelfs maar een
levend gezicht om tegen te praten.
Voor veel mensen zal dit vermoedelijk blijvende littekens achterlaten:
mensen en kinderen die het psychisch al moeilijk hadden. Voor sommige mensen
zal de put waar ze (voorheen al) in terechtgekomen waren, hierdoor misschien
alléén maar nóg dieper geworden zijn, en zal alles helemaal uitzichtloos
lijken. En de onvoorziene bijkomende slachtoffers van kindermisbruik en
partner-mishandeling in deze lockdown-periode, zullen voor altijd gekwetst
achter blijven. Ik heb het eerder al geschreven: de tol aan "collateral damage" zou op het einde van
de rit weleens héél hoog kunnen zijn.
(Over de financiële put waarin veel mensen die het vóór deze crisis al
moeilijk hadden, door de corona-maatregelen terecht zullen komen, wil ik het
later eens hebben.)
Maar voor de meesten onder ons zal het na de corona-periode, hopelijk,
weer helemaal goed komen. Al zullen we misschien wel de behoefte voelen om onze
schade in te halen, met een ferme knuffel of een omhelzing.
De vraag is alleen: zal onze samenleving weer "als vroeger" worden? Zal de ziel in onze samenleving nog levend
zijn na deze periode? Zal de warmte terugkeren? Of zal de "afstandelijkheid" blijven en onze samenleving voor altijd killer
maken?
Wat er wellicht voor altijd zal blijven in zitten, is de angst voor
fysiek contact. Onze gekende omgangsvormen en begroetingsrituelen zouden
weleens definitief tot het verleden kunnen behoren. De warme of stevige
handdruk als we iemand ontmoeten, of als we 's morgens onze collega's
begroeten; of de begroetingskus in de Franstalige cultuur; of de warme omhelzing
als we een vriend(in) terugzien. Het zal misschien wel voorgoed afgedaan
hebben. En het "neuze-neuze" van de
Eskimo's zullen we ook achterwege laten.
Misschien zullen we allemaal moeten leren van de omgangsvormen in de
Aziatische wereld: een beleefd knikje of een enthousiaste buiging. Al bij al is de gewoonte om elkaar de hand te
schudden bij ons in de Westerse wereld nu ook weer niet zó oud: het heeft pas
in de late 19de eeuw hier in Europa als gebruik ingang gevonden, op
initiatief van streng-religieuze gemeenschappen die vonden dat het alleen
tegenover God gepast was om het hoofd te buigen.
Hoe dan ook, ik zou er zelf niets op tegen hebben als het handen
schudden zou vervangen worden door een vriendelijk knikje of een beleefde
buiging. Ik heb het wél niet zo erg voor de nieuwe trends die nu opduiken,
zoals het elleboogje, of het vuistje, of de "wuhanshake". Hoe hip die ook zullen worden, ik laat die trends toch
liever aan mij voorbij gaan.
Ik hoop wél met heel mijn hart dat we onze vrienden weer zullen mogen
en kunnen en durven omhelzen, en dat we elkaar opnieuw een dikke knuffel zullen
kunnen geven als we daar nood aan hebben!
Wat we vermoedelijk ook als blijvend effect van deze crisis zullen
zien, is het besef van onze eigen breekbaarheid en kwetsbaarheid. Deze
corona-periode heeft ons allemaal psychisch en emotioneel geraakt, en het idee
dat het met elk van ons héél snel de verkeerde kant kan uit gaan, is iets wat
vermoedelijk blijvend in ons brein genesteld zit.
Misschien zullen we ons daar dan ook meer naar gaan gedragen, en een
beetje zorgzamer met elkaar en met de wereld omgaan? Laat ons hopen!
|