Er is geen twijfel mogelijk: als we onze wereld van de ondergang
willen redden, dan moeten we allemaal overschakelen op een dieet van insecten!
De kweek van insecten kost véél minder aan grondstoffen dan de kweek
van koeien of varkens, en insecten produceren ook véél minder mest en
broeikasgassen dan bij voorbeeld koeien. Bovendien zijn insecten erg eiwitrijk
en dus veel voedzamer dan vlees.
Het probleem is: ik ben niet echt enthousiast om in een pot meelwormen
te tasten, en al helemaal niet om een sprinkhanenpoot van tussen mijn tanden te
koteren. En ik ben duidelijk niet de enige in Europa die wat reserves heeft. Terwijl
in de rest van de wereld het eten van insecten, of met een geleerd woord: "Entomofagie", de gewoonste zaak van de
wereld is: 84% van de wereldbevolking eet af en toe een portie insecten. (En
dan heb ik het niet over de halve kilo vliegjes die we allemaal jaarlijks
onbewust verorberen in onze slaap.)
Nochtans zegt mijn gezond
verstand mij dat dit echt wel dé voedselbron van de toekomst is: vroeg of laat
zullen we allemaal insecteneters moeten worden.
Maar er is goed nieuws voor mensen zoals ik, die nogal huiverig staan
tegenover het inslikken van krieuwelende pootjes of krakende vleugels of
slijmerige wormen: aan de Gentse Universiteit zijn ze erin geslaagd een
vervangproduct voor boter te produceren, gemaakt uit insectenvet.
Als ik de vliegen en muggen rond mijn oren zie zoeven, of de mieren
zie rondspurten op mijn oprit, dan kan ik me eigenlijk niet voorstellen dat er
ook maar een greintje vet te vinden is bij een insect. (Misschien gaat het om dikke
bromvliegen of zo?)
Maar goed: insectenvet, dus. Te gebruiken om te braden en te bakken.
Je ziet geen enkel verschil met échte boter of bakmargarine, en je smaakt,
volgens de testpersonen, ook geen verschil. En bovendien is het véél gezonder
dan boter. Niet alléén is het gunstig voor de cholesterol en voor ons BMI, maar
bovendien zou insectenvet ook lichter verteerbaar zijn, én kan het virussen en
bacteriën in ons lichaam onschadelijk maken. Langer en gezonder leven door
insecten te eten; wie had dat gedacht?
Daarenboven hebben we hier in Europa en in ons eigen land genoeg
insecten, of we kunnen ze gemakkelijk hier kweken, zodat we door over te
schakelen op insecten ook bijdragen aan de mobiliteitsproblemen én aan een
beter klimaat, want al dat verre transport van exotisch voedsel is niet meer
van doen.
In de Thomas Moore Hogeschool in Geel zouden ze al willen
experimenteren met het kweken van meelwormen op het restafval van witloof.
Misschien is er wel een nieuwe Belgische delicatesse in de maak: witloof op een bedje van meelwormen?
Maar ook sprinkhanen en krekels zouden gemakkelijk te kweken zijn, op restafval
van de landbouw. Binnenkort krijgen we dus een heel nieuwe generatie
landbouwers. In plaats van 's morgens de koeien te gaan melken, zouden die dan
elke dag hun insectenvoorraad moeten oogsten.
In Somalië en Kenia hebben ze een gigantische sprinkhanenplaag te
verduren, waarbij hun totale (schamele) oogst wordt opgevreten. Ik begrijp niet
goed waarom ze zo wanhopig proberen die sprinkhanen weg te jagen of de plaag met
vergif te bestrijden. Zouden ze niet beter de beestjes verzamelen en vermalen
om er boter van te maken, of er voedzame koekjes van te bakken? Het gaat over
honderden miljoenen sprinkhanen; daar kan je véél mensen mee voeden, toch?
En nu we bij ons zo goed als géén winter gehad hebben, mogen we ons
ook hier in de zomer aan een ware insectenplaag verwachten. En dat is dus goed
nieuws: insectenvet en andere lekkernijen in overvloed.
Voor de liefhebbers heb ik alvast enkele suggesties: gefrituurde sprinkhanen in knoflookboter,
of risotto meelwormballetjes in filodeeg,
of ook nog: insecten sushi, of
misschien tagliatelle met krekelpesto.
Ik kan alvast "Het Insectenkookboek"
aanraden, verkrijgbaar bij bol.com.
|