xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" /> In februari konden we nog genieten van een Vlaamse Jobkorting. In mei 2009 wordt ons voor onze beroepsinkomsten van die maand opnieuw een federale jobkorting verrekend. Het is de het vierde jaar op rij dat werknemers en bedrijfsleiders, die hun beroepskosten niet bewijzen, genieten van een 'aanvullende vermindering van de bedrijfsvoorheffing voor beroepsinkomsten'. De 'jobkorting' wordt net zoals de vorige jaren, voor heel 2009 eenmalig verrekend in mei via de bedrijfsvoorheffing. Voor werknemers varieert de korting tussen de 51,36 euro en 102,84 euro, afhankelijk van het brutomaandloon. Door deze korting zal het nettoloon in mei hoger liggen dan in de andere maanden.
Het koninklijk besluit van 6 april 2009 'tot toekenning van een aanvullende vermindering van de bedrijfsvoorheffing voor beroepskosten' is van toepassing op de bedrijfsvoorheffing vastgesteld op de bezoldigingen die betrekking hebben op de maand mei 2009. De federale jobkorting werd ingevoerd onder de vorm van een verhoging van de zogenaamde 'forfaitaire beroepskosten'. Dat zijn de kosten die voor de belastingberekening worden afgetrokken van de beroepsinkomsten. Een verhoging van die kosten heeft tot gevolg dat het belastbaar inkomen daalt en dat er dus minder belasting verschuldigd is op het arbeidsinkomen.
Net als bij de Vlaamse jobkorting gaat het ook bij de federale variant van die belastingvermindering om een inkomensgebonden voordeel, maar daar houdt de vergelijking op. Het aantal inkomensschalen bij de federale jobkorting is veel groter dan bij de Vlaamse jobkorting. Er zijn maar liefst 14 verschillende jobkortingen voor 14 verschillende inkomenscategorieën. Voor wie minder dan 765 euro per maand verdient, bedroeg de aanvullende belastingvermindering vorig jaar in mei 29,04 euro. Voor de hogere inkomens liep de korting stelselmatig op tot een maximumbedrag van 58,20 euro (voor de inkomenscategorie tussen 2.970 en 4.740 euro bruto). Voor werknemers die nog meer verdienden, gaat de jobkorting opnieuw omlaag.
niet verwarren met de Vlaamse Jobkorting van februari 2009
De federale jobkorting wordt dus fiscaal verrekend door verhoging van de beroepskosten met een fiscale berekening. Bij de Vlaamse jobkorting krijgen personen met een netto belastbaar inkomen van 5.500 tot 22.000 euro per jaar fortaitair 300 euro netto op hun rekening. Mensen met een netto inkomen dat hoger ligt, krijgt 250 euro. Zowel bedienden, arbeiders, bedrijfsleiders of zelfstandigen hebben daar recht op de netto jobkorting van 300 of 250 euro.
Het is daarmee wel duidelijk dat de federale jobkorting een stuk minder genereus is dan de Vlaamse. In februari was de Vlaamse jobkorting ook een heel stuk minder gevoelig aan inkomensverlies door tijdelijke werkloosheid. Met de 14 verschillende inkomenscategorieën en fiscale verrekening als verhoging van de beroepskosten is de doorzichtigheid van de federale maatregel navenant.
Die federale jobkorting kadert in een beleid van die regering om, onder meer langs fiscale weg, werken relatief aantrekkelijker te maken dan een vervangingsinkomen. In juli 2006 werd voor de eerste keer beslist om de forfaitaire beroepskosten te verhogen. Omdat het toen al te laat was om voor dat jaar nog de sleutelformule voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing aan te passen, werd beslist om de belastingvermindering voor dat jaar eenmalig te verrekenen in de bedrijfsvoorheffing van de maand december. Dat leverde in die maand voor de meeste werknemers een eenmalige vermindering van de bedrijfsvoorheffing op van +/- 25 euro. Bij de invoering ervan werd ze smalend een 'marginaal voordeel' genoemd, of het equivalent van 'twee broden per maand'. Die belastingsmaatregel stond inderdaad in schril contract met de cadeaus die door de federale regering Verhofstadt werden verstrekt aan de monstergages, ondermeer door de afschaffing in 2000 door paarsgroen van de hoogste belastingsschalen.
Het jaar nadien was verkiezingsjaar 2007 en werd beslist om de forfaitaire beroepskosten verder op te trekken. Opnieuw werd beslist om dat voordeel te verrekenen via een eenmalige vermindering van de bedrijfsvoorheffing. Deze keer ging het om een bedrag van pakweg 50 euro, toegekend in de maand mei. Omdat de sleutelformule voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing nog niet werd aangepast aan de nieuwe percentages van de forfaitaire beroepskosten, nam de overheid ook vorig jaar weer haar toevlucht tot een eenmalige korting van de bedrijfsvoorheffing in mei. Opnieuw ging het om een korting van ongeveer 50 euro. En dit jaar wordt nogmaals eenzelfde jobkorting toegekend in de loop van de maand mei, want de sleutelformule voor de berekening van de bedrijfsvoorheffing is op dit moment nog altijd gebaseerd op de oude percentages van de forfaitaire beroepskosten.
Concrete berekening in 2009 voor werknemers :
Voor werknemers (BV berekend volgens schalen I, II, III) bedraagt de jobkorting, onafhankelijk van de gezinstoestand:
Bruto-inkomen per maand* Aanvullende vermindering beroepskosten
Tot 780,00 EUR 51, 36 EUR
Van 780,01 EUR tot 795 EUR 56,40 EUR
Van 795,01 EUR tot 1.020 EUR 61,68 EUR
an 1.020,01 EUR tot 1.035 EUR 70,44 EUR
Van 1.035,01 EUR tot 1.425 EUR 82,20 EUR
Van 1.425,01 EUR tot 1.440 EUR 87,00 EUR
Van 1.440,01 EUR tot 2.970 EUR 92,52 EUR
Van 2.970,01 EUR tot 2.985 EUR 99,00 EUR
Van 2.985,01 EUR tot 4.890 EUR 102,84 EUR
Van 4.890,01 EUR tot 4.905 EUR 101,52 EUR
Van 4.905,01 EUR tot 4.920 EUR 98,64 EUR
Van 4.920,01 EUR tot 4.935 EUR 95,76 EUR
Van 4.935,01 EUR tot 4.950 EUR 92,76 EUR
Van 4.950,01 EUR tot 4.965 EUR 90,00 EUR
Van 4.965,01 EUR tot 4.980 EUR 87,00 EUR
Van 4.980,01 EUR tot 4.995 EUR 84,24 EUR
Van 4.995,01 EUR tot 5.010 EUR 81,24 EUR
Van 5.010,01 EUR tot 5.025 EUR 78,48 EUR
Van 5.025,01 EUR tot 5.040 EUR 75,48 EUR
Van 5.040,01 EUR tot 5.055 EUR 72,60 EUR
Van 5.055,01 EUR tot 5.070 EUR 69,72 EUR
Boven 5.070,00 EUR 69,48 EUR
* De bedragen van bruto-inkomen zijn het brutoloon, waarvan de bijdragen voor RSZ al zijn afgetrokken.
|