De European Panel Federation (EPF) en Fedustria voeren actie op 11 en 29 oktober 2010 tegen massale houtverbranding voor energie !
De hout- en meubelindustrie wordt in de ganse EU steeds vaker geconfronteerd met stijgende prijzen voor hout en halfafgewerkte producten op basis van hout. Een van de oorzaken hiervoor is het toenemend gebruik van hout als biomassa door de energiesector. Dat men nu (zoals eeuwen terug) in Europa opnieuw, en ditmaal op belangrijke industriële schaal, hout verbrandt heeft alles te maken met de beslissing van Europa om tegen 2020 zon 20% van het totale energiegebruik met hernieuwbare bronnen te produceren. In vele EU landen speelt biomassa immers een belangrijke rol in de nationale actieplannen die momenteel worden uitgewerkt om de EU doelstellingen te halen.
Nu reeds wordt massaal veel hout ingezet om hernieuwbare elektriciteit te produceren. De elektriciteitsproducenten krijgen immers steun (in België via de groenestroomcertificaten) voor iedere MWh die hernieuwbaar wordt geproduceerd. De waarde van deze groene stroomcertificaten bedraagt momenteel niet minder dan (gemiddeld) 108 /MWh! Dit lijkt echter nog maar een begin, aangezien vele EU lidstaten nu gelijkaardige steunmechanismen willen opzetten voor groene warmteproductie. Een analyse van alle plannen leert dat de energiesector (electriciteits- en warmteproductie) in de EU tegen 2020 zou instaan voor een houtverbruik van 696 miljoen m³ hout. Ter vergelijking, de houtverwerkende nijverheid (ruim gedefinieerd en dus inclusief bv. zagerijen, producenten van houten plaatmateriaal, papiersector,
) zou in dat jaar volgens berekeningen goed zijn voor een verbruik van (slechts) 523 miljoen m³. En de houtproductie uit Europese bossen wordt tegen 2020 verwacht 824 miljoen m³ te bedragen. Er dreigt dus op korte termijn een massaal houttekort, van ongeveer 400 miljoen m³ tegen 2020 .
De ambitieuze plannen inzake biomassa-energie kosten een flink pak geld, voor alle energieverbruikers. En de bedrijven uit de hout- en meubelsector betalen zelfs dubbel, enerzijds door de groene stroomcertificaten en anderzijds door de stijgende grondstofprijzen. Heel wat toegevoegde waarde gaat ook verloren, aangezien de toegevoegde waarde van een houten product natuurlijk veel groter is dan deze van de productie van een MWh (subsidies niet meegerekend). Voor het milieu is deze ontwikkeling evenmin duurzaam, aangezien de in hout opgeslagen CO2 bij verbranding onmiddellijk opnieuw in de atmosfeer vrijkomt. Contradictorisch is dat Europa en de nationale overheden alles in het werk stellen (en veel geld veil hebben) om bv. bosbranden te bestrijden o.a. omwille van kwalijke effecten op het milieu, maar anderzijds ook geld besteden onder de vorm van subsidies
om hout te verbranden!
Deze politiek kost ook banen, daar er uiteraard meer werkuren kruipen in het maken van houten producten en meubelen dan in het in een verbrandingsoven storten ervan.
De boodschap van de houtverwerkende industrie is duidelijk: de hiërarchie van het gebruik van hout moet worden gerespecteerd. Hout moet dus allereerst worden gebruikt onder de vorm van producten. Deze moeten zoveel mogelijk worden hergebruikt en gerecycleerd. Pas op het einde van de levensduur van de producten (dus wanneer het technisch of economisch onhaalbaar is ze te recycleren), kunnen houtachtige producten worden ingezet als groene brandstof. Enkel op deze wijze komt men tot duurzame ontwikkeling (hoogste toegevoegde waarde, minst impact op het milieu en beveiliging van tewerkstelling).
Maar de boodschap wordt niet door iedereen goed begrepen. Om te wijzen op de absurditeit van deze situatie en op de gevolgen die deze met zich meebrengt organiseren EPF, de Europese Federatie van het houten Plaatmateriaal, en Fedustria een aantal specifieke acties in de maand oktober 2010. Vooreerst zal op 11 oktober 2010 in de late namiddag (omstreeks 17u) een evenement worden georganiseerd in de Lokettenzaal van het Vlaams Parlement om de problematiek onder de aandacht van de beleidsmakers én van de media te brengen. Het evenement zal worden geïntroduceerd door Arne Quinze (bekend van grote houten kunstwerken zowat overal ter wereld), gevolgd door een panelgesprek met een aantal vooraanstaande Europese en nationale/regionale beleidsmensen. Na het debat wordt de mogelijkheid geboden om het kunstwerk The Sequence van Arne Quinze te bekijken, dat zich naast het Vlaams Parlement bevindt.
Om de problematiek nogmaals onder de (media-)aandacht te brengen en aan te tonen dat de situatie onhoudbaar is, wordt een Europese actiedag gepland op 29 oktober 2010. Die dag wordt actie gevoerd door alle bedrijven uit de Europese platensector en zal de productie er tijdelijk worden stilgelegd, om te wijzen op het houttekort.
Hiermee willen we de overheden, maar ook alle betrokken bedrijven en de consumenten informeren over de dreiging die de houtverwerking boven het hoofd hangt. Aan alle houtliefhebbers wordt dan ook gevraagd om 11 en 29 oktober alvast in hun agenda te noteren. I: guy.vansteertegem@fedustria.be, tel. 0475/38.47.35
27-09-2010, 15:49 geschreven door ber 
|