|
Chikungunya is een virus dat overgebracht wordt door de dengue-en tijgermug. Bekend is het eerste geval van dit virus uit 1955, toen iemand uit Tanzania dit virus had opgelopen. Niet alleen in de Afrikaanse landen heeft men met dit virus te maken, maar bekend is het ook in de landen rondom de Indische Oceaan, en dan hebben we het over landen zoals Suriname en Curaçao. De muggen die dit virus overbrengen zitten vooral in de buurt van stilstaand water. Wordt je door een besmette mug gestoken dan duurt het twee tot zeven dagen eer je er iets van merkt. De aandoening begint meestal met hoge koorts, hoofdpijn en ernstige spier en gewrichtspijn. De mensen die besmet zijn hebben ook een hekel aan licht en zitten het liefst in het donker. Berucht is ook de felle huiduitslag (rash), meestal aan handen, polsen, enkels, voeten en soms ook in het gelaat. De aandoening kan enkele weken duren, maar ook wel maanden en bekend zijn gevallen van mensen die nooit meer van de gewrichtspijn afgekomen zijn. Ook al die daarbij het water komende dieren kunnen het virus oplopen. Overdraagbaar van mens op mens is het virus niet. Je moet echt door zo'n besmette mug gestoken zijn om deze aandoening op te lopen. Een vaccin tegen de aandoening is nog niet voorhanden. Ga je op vakantie naar zo'n Afrikaans land of naar het Caribisch gebied, ga dan niet helemaal bloot rondlopen, maar bedekt zoveel mogelijk alle lichaamsdelen. Handen en gezicht smeer je in met een beschermende muggencrème en 's nachts slapen doe je onder een muskietennet. Niet overdreven is het om ter verzorging extra aandacht te schenken aan pasgeborenen, oudere mensen en chronisch zieken, want als die te maken krijgen met vooral bij de Chikungunya optredende hoge koorts, dan is het niet ondenkbaar dat deze mensen komen te overlijden. Sinds een aantal jaren komt het regelmatig voor dat ook hier vooral in de zomer tijger en denguemuggen zitten. Mogelijk zijn er hierdoor ook in Nederland uitbraken geweest van Chikungunya, maar door mij ingenomen informaties bij verschillende medische instellingen bevestigen deze veronderstelling echter niet. Hiervan uitgaande kunnen we stellen dat Nederlanders die besmet raken echt deze aandoening op bezoek of verblijvend in een tropisch land hebben opgelopen.



|