Laathi's Thailand-reisverhaal
Een autotrip van Bangkok naar Chiang Mai
Foto

www.laathi.be

  • Voorwoord.
  • Hoofdstukken
  • 1. Varkensvis.
  • 2. Kippenvel in Bangkok.
  • 3. Herberekenen, herbereken, herbereken!
  • 4. De WC des Doods.
  • 5. Chang. Chaa-AAng? ChAA-aang? Chaa-AA-aaang? Oh! ChAA-aaa-âââng!
  • 6. Een waardig einde van een trouwe broek.
  • 7. Een mahout met een hoed.
  • 8. Hapklare brokken voor Hanuman.
  • 9. Het geslacht der engelen.
  • 10. Is mijn gat niet te dik voor deze fiets?
  • 11. We maken van ons gat ne steen.
  • 12. De wisselkoers van de gelukskiezel.
  • 13. De discipline van het olifantheffen.
  • 14. Een hernia van geluk.
  • 15. De Giraffennek- en de Apenarmvrouwen.
  • 16. Achter elke stam een nieuwe stam.
  • 17. Een wandelend souvenirstalletje.
  • Mijn andere blogs
  • Laathi (homesite)
  • Mijn jeugdverhalen
  • Reisverhaal Egypte
  • Reisverhaal Thaise eilanden
  • Reisverhaal Noorwegen en Spitsbergen
  • Mijn poezenblog
  • Mijn macro foto's
  • Irma
  • 31-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.14. Een hernia van geluk.

    Zaterdag, 31 januari 2009.
    Fern Rim Than Resort, Mae Hong Son.

    14. Een hernia van geluk.

    Gisterenavond was ik plots zo oneindig moe, nog steeds wat emotioneel van 't bezoek aan Mosha, dizzy van die honderden haarspeldbochten, zenuwachtig door ineens tussen zo'n hoop drukke toeristen beland te zijn, behoorlijk pissig dat die dure suite zijn thermaalbad kapot bleek te zijn (de reden waarom we nu net díe kamer geboekt hadden nota bene) en koppijnerig van het gezeik aan de receptie, dat ik 't ineens kotsbeu was en gewoon zonder eten in bed ben gestapt met een dikke slaappil. Af en toe moet er ook eens bijgeslapen worden, de toerist kan niet altijd gespannen staan.

    ’s Morgens vroeg hoorde ik een gebroebel en gekletter onder onze paalwoning maar ik sliep lekker voort. Bleek dat de bron gerepareerd was en dat Paul om half vijf begonnen was met ons reuzebad op 't terras te laten vollopen. Toen ik wakker werd stond dat bad te dampen en had Paul verse thee gezet. Het ging op slag een stuk beter met me. Lekker in de zwavel zitten sudderen met zicht op... niks... aangezien alles nog in de mist zat. Heel mysterieus. We zaten daar echt allebei als 't orakel van Pai, want veel zinnigs komt er 's morgens vroeg uit master Danssews en haar begeleider niet uit. Wel grappig, in Sri Lanka wordt Paul altijd als “the master” bezien en behandeld en hier ben ik het aan wie al de vragen gesteld worden en op wiens naam (nou ja, op een paar verkeerde medeklinkers na toch) alles geregistreerd wordt.



    A bath with a view. Tenminste als de damp en de mist opgetrokken zijn...



    Optrekkende ochtendnevel gezien vanop ons zalige terras..

    Op 't ontbijtterras zaten alle Thai warm ingeduffeld met truien, mutsen en sjaals. Het leken wel sherpa's! 't Was fris, maar toch nog zeker 12° of 15°. Het was zo mooi om de mist stilaan te zien optrekken boven de rivier en de weiden, zeker toen de zon vanachter de berg kwam en alles plots in kleur begon te baden. Een madam bracht haar koe vrolijk bellend naar de oever om aan de dagelijkse graaspartij te beginnen. Pastorale in winters Thailand.



    Het ontbijt was verzorgd maar er lag enkel aardbeienconfituur tussen de boterkes, allemaal in van die kleine plastic potjes, dus vroeg Paul naar de klassieke appelsienenconfituur en kreeg totaal onverwacht, in vlekkeloos Engels het magische antwoord : "We only have two kinds of marmelade sir : strawberry and butter." Vorm en inhoud zijn hier niet altijd in evenwicht. Telkens mijn dag met zo’n onsterfelijk onlogisch zinnetje ingeleid wordt kan hij niet meer stuk.



    Genieten van de eerste stralen zon.

    Aangezien hier veel gidsen en chauffeurs van toeristen logeren die redelijk goed Engels spreken heb ik weer eens een poging gedaan om te weten te komen wat dat zalig gekke wezentje is dat ik sinds Bangkok rond mijn nek heb hangen. Het koperen dikbuikige beestje reikt met zijn voorpoot in de lucht naar iets... Als in Azië mensen iemand wenken dan doen ze dat anders dan wij. Europeanen maken een wuivend, grijpend, zijdelings handgebaar, Aziaten houden hun handpalm naar onder gericht en maken dan een wenkende, een soort van krabbende, beweging. Dit diertje blijkt dus naar het geluk te wenken om het naar zich toe te halen. Zijn naam is Noe Noei en de tekst op zijn rug blijkt te luiden : "Laat het geluk tot mij komen."
    Het blijkt een figuurtje uit het schaduwtheater van het zuiden van Thailand en niet zo heel bekend hier in ’t noorden, maar ik had in de loop van vorige week toch al opgemerkt dat vele Thai die het de laatste week rond mijn nek zagen bengelen beginnen te lachen en teken doen dat het iets heel positiefs is. Een gelukbrengende amulet dus.
    Thailand is echt het thuisland van magische prullaria, ze zouden aan elke steentje, elk beeldje een betekenis geven. Als ’t maar voorspoed of geld brengt. Gelukkig dat het Boeddhisme zo soepel is dat het al dat bijgeloof vrolijk tolereert. Hier mag gebeden worden voor alles en iedereen. Moest ik alle geluksbrengers die ik tijdens deze reis al verzameld had rond mijn nek hangen dan liep ik al rond met een hernia. Een hernia van geluk.

            

    Mijn geliefde Noe Noei!



    Heetwaterbronnen.

    Op weg naar Pai ontdekten we een wegeltje dat leidde naar een heuse mini-canyon! Allemaal bergruggetjes van een halve meter breed waar ge over kon wandelen, als ge tenminste geen hoogtevrees had want aan beide kanten naast u was 't wel pal bergaf voor tientallen meters. Ge zag terwijl ge de zigzaggende paadjes volgde hoe die richels zich als de tentakels van een inktvis kronkelig steeds verder en verder door het landschap uitstrekten. Ik denk dat ge er uren mee zoet zou kunnen zijn door ze allemaal af te wandelen. Maar daar is natuurlijk geen tijd voor. We hebben voor dit noordelijk rondreisje maar drie nachten en vier dagen en dat is al veel meer dan de gemiddelde toerist er voor uittrekt.







    In de verte een klooster...



    Het dorpje Pai bleek een heel leuk nest te zijn, een soort kruising tussen een hippie-hangout en een trendy design nederzetting. De bergvolkeren komen hier hun groenten naar de markt brengen en hun naaiwerk aan de bezoekers verkopen. 
    De hoofdstraat bestaat voornamelijk uit toeristenwinkeltjes die zich toespitsen op Thaise toeristen die het noorden van hun land werkelijk het einde vinden. Lekker koel! En cool! Ze kopen hier - heel sjieke en goed gefotografeerde - postkaarten en beginnen die dan te schrijven, te bewerken met een speciaal stempeltje en ze te posten in de speciale brievenbusjes van Pai. Al die acties moeten ondertussen door hun vriendjes gefotografeerd worden want iedereen zal geweten hebben dat ze in Pai geweest zijn. Ze poseren alsof ze filmsterren zijn en trekken vaak de meest dramatische snuiten. Heerlijk om zien.







    Huisvlijt van de bergvolkeren die ze op straat mogen zitten verkopen.
    De regering stimuleert die mensen hun nijverheid met alle mogelijke middelen.



    Hippe winkels in de hoofdstraat van Pai.



    En als contrast tussen al het trendy-gedoe : een oud huis, eveneens in de hoofdstraat van Pai...


    Deel 2 : Dansen tussen de lampenkappen en een broek als een valies.

    Iets verder langs de baan kwamen we per héél gelukkig toeval terecht op een stammenfeestje! Wat er juist aan de hand was weet ik niet, het bleek een soort verjaardag te zijn. Iedereen danste hand in hand in een rondedans rond een tafel waarop allerlei cadeaus lagen in prullige plastic zakjes verpakt en heel slordig op een hoop gestapeld. Een eenzame muzikant gaf midden in de cirkel de danspasjes aan terwijl hij op een heel speciale fluit voor de, vrij eentonige, muziek zorgde.





    De kadootjestafel.





    Het waren duidelijk mensen van verschillende stammen want er zaten minstens vier verschillende klederdrachten tussen. Eén van de vrouwen kwam naar me toe, nam mijn hand en trok me mee in de cirkel. En daar gingen we weer... Ondertussen stond Paul te filmen, dus ik was weer de paljas van dienst. Gelukkig waren er geen andere blanken te zien. De danskes duurden héél lang. Het werd een eindeloos geschuifel, een soort muzikale processie van Echternach, maar ondertussen had ik wel de kans om hun schitterende kostuums met de vele kleurtjes en glittertjes goed te bekijken.



    Mijn lieve danspartner.



    En schuifelen maar...

    Een bepaalde stam had fijn uitgewerkte zilveren ornamenten in de vorm van vissen en vlinders op zijn rug hangen. Andere mensen droegen brede hoofddeksels met heel lange, fijne bengelende franjes. Het leken wel dansende lampenkappen uit een Walt Disney-tekenfilm. De mensen van nog een andere stam hadden dan weer allemaal 't zelfde kostuum aan, maar met een driehoek op de borst genaaid, die bij iedereen uit een ander stuk stof in een andere kleur bestond. Dat was hun schamel stukje persoonlijke bijdrage aan hun uniform. Het naaiwerk was opvallend verzorgd afgewerkt en de kleding heel proper.



    Toch wel echt een dans van lampekappen uit een Disney-film?





    Bij sommigen stammen droegen de mannen gigantisch wijde broeken waarvan het kruis maar 20cm van de grond hing, de stof is bestikt met heel mooi uitgewerkte cirkels. Magnifiek en volgens mij ook een heel gerieflijk kledingstuk, hoewel ik er dan wel een stuk of 20 zakken in zou maken aangezien ge toch plaats genoeg hebt. Geef mij zo'n broek en ik heb geen valies meer nodig.





    Terwijl er steeds nieuwe stammen aankwamen werd er vrolijk (nou ja, vrolijk... uitbundig kunt ge ze zeker niet noemen als ze nog nuchter zijn) verder gerondedanst terwijl de meeste mannen toekeken vanop plastic stoelen onder plastic zeilen genietend van grote flessen bier en Fanta.
    Achteraan waren dames groenten aan 't schoonmaken, kippen aan 't plukken en dat alles in reuze potten aan 't koken en op vuurtjes aan 't roosteren. Een kip bakken is trouwens heel gemakkelijk want ge gebruikt de poten als handvat om ze te draaien. Kinderen werden ondertussen aan de borst gelegd, er werd gelachen en bijgepraat, en vooral veel getelefoneerd... In al die schitterende kostuums zit tegenwoordig altijd wel ergens een zakje voor een gsm ingenaaid.

    De keukenbrigade in actie :



    De groentenschoonmaaksters...



    De kippenpluksters...



    De plongeurs...



    De... euh,... smosserkes?...



    De chef, de demi-chef en de sous-chefs.



    En ondertussen schuifelt iedereen vrolijk verder...



    ... en verder... en verder... met steeds meer volk maar op 't zelfde muziekske...



    ... van 't gitaarke met vier snaren.



    Om van in slaap te vallen...



    Of uit verveling een stuk in uw voeten te drinken...
    De heren der schepping zitten uiteindelijk al uren te wachten op hun diner...

     
    Deel 3 : Authentieke gsm-ende bergstam-pubers met "shredded pork"-kapsels.

    Enkele kilometers verder kwamen we in een vreemde nederzetting terecht. Een kruising tussen een Chinees vluchtelingenkamp en een toeristisch Chinatown-openluchtshoppingcenter. In de kleine rode hobbithol-achtige winkeltjes werden allerlei Chinese zaken verkocht: theepotten, allerhande soorten amuletten en geluksbrengers, kruiden, snoep en veel gedroogde vruchten (of drollekes?). Ik heb me de bakua gekocht die ik altijd al wou hebben. Zo'n spiegeltje om de slechte geesten af te wenden met de tekens van de I Tsjing op.



    Een van de schattige winkeltjes...
     


    ... met allerlei onbekend lekkers.

     De Aziatische toeristen kochten er vanalles, poseerden voor elk winkeltje maar vooral voor het grote gouden Chinese opschrift op een rots in 't midden van dit gekke gedoe. Niets zo leuk als Aziaten zien poseren. De snuiten die ze trekken zijn onbeschrijfelijk en die pose duurt, heel efficiënt, ook maar net zo lang als nodig is om af te drukken. Maar niet alleen de pathetische bekken die ze trekken zijn hilarisch, ook de houdingen van armen en handen. Bij die mensen is zin voor drama echt ingebakken. De jeugd speelt duidelijk videoclipfiguren na en poseert bij voorkeur met twee gespreide vingers in V-vorm. Waar is de tijd dat wij met een vredesteken op de foto gingen staan?... Maar de allerleukste vorm van poseren is ook de moeilijkste. Ze springen dan in groep omhoog en dan moet de fotograaf op 't juiste moment, als ze zo hoog mogelijk in de lucht hangen, afdrukken. Prachtig om zien! Inspirerend gewoon.
     


    En maar poseren...
     
    Wazige Chinese madammen verkochten er t-shirts met wazige teksten over wazigmakende rookproducten. "Flying Elaffant smokings", "Fly Pai stuff" en zaken van dat allooi... We zitten hier natuurlijk wel dicht bij “de gouden driehoek” waar de papavers bloeien als waren het meiklokjes. Toch wel vreemd als je er bij stilstaat dat de Thaise overheid bekend staat om zijn uiterst streng drugsbeleid. Of geldt dat misschien alleen voor toeristen?...
     


    De Engelse taal heeft evenveel geheimen voor de Thai als hun taal voor ons...
     
    Zoals steeds had ik in dat dorpje wat mondvoorraad op de kop weten te tikken. De gedroogde "dingetjes" die ik in zo'n mini-winkeltje gekocht had bleken een soort bessen want er zat een pit in, ze smaken naar hibiscus en ge kunt er lekker lang op kauwen.
    Er waren ook openluchtrestaurants waar al de Chinezen aan grote tafels zaten te eten. Het zag er niet slecht uit, maar ik heb me bij mijn bessen gehouden en Paul bij de onmisbare sesamkoekskes uit de oneindige voorraad in onze auto. Na Viëtnam zullen ze ons niet meer hebben liggen, dat we uitgehongerd van de ene groene tros bananen naar de volgende moeten laveren, sinds die reis ligt er altijd een voorraad gedroogd lekkers voor de hongerwinter in een apart zakske op de grond achter onze autozetels rond te rollen. Tussen de liters drinken natuurlijk. En de stenen die ik opgeraapt heb. En de kapotte broeken die nog nuttig zouden kunnen zijn als vod. En de sandalen die te nat waren om in de reiszak in te pakken. En de afval die we in een open zak proberen te verzamelen tot we een vuilbak zien... Kunt ge u voorstellen hoe zo'n verzameling “autobodemtoestanden” er uitziet na een weg van meer dan 700 haarspeldbochten?...
     


    Een van de laatste frisse zonnebloemvelden.
     


    Zonnebloemeke bij de zonnebloemen.
     


    De mooie habitat van de bergstammen.
     
     
    Een paar kilometer verder bezochten we een waterval waar het in 't weekend heel druk was. De locals kwamen er baden en eten. Op een open plek was een parking (allemaal sjieke pick-up trucks natuurlijk) en daarnaast was een wildgroei van open keukenkramen. De lage eettafels stonden op kleine zwevende plateaus die tussen de bomen bevestigd waren. Elke familie at op zijn eigen eilandje een combinatie van zelf meegebrachte spullen en aan de grill gekochte gerechtjes. Grappig zicht wel, bomen vol etende mensen.
     
     


    Moderne meisjes, met make-up en gsm's, maar toch in de klederdracht van hun stam.
     

    Een oudere zus klautert met haar broertjes naar de waterval voor een zwempartij.
    Met baby op de rug. En vanzelfsprekend de gsm aan haar oor.
     
    We sukkelden door het struikgewas naar de waterval waar nog heel veel picknickers op de rotsen zaten, sommigen in hun stamkostuum, anderen gewoon westers gekleed. Maar toch waren sommige van die tieners, die op 't eerste zicht zo traditioneel gekleed waren, diep in hun ziel een beetje punk. Ze hadden ros gekleurde haren, opvallende make-up, kortom, ze probeerden zelfs in hun kostuums toch een persoonlijke toets te leggen. Het is een plezant zicht, zo'n dwarse stampuber die eigenlijk een beetje gothic zou willen zijn, althans toch binnen bepaalde grenzen. En iedereen ons maar weer uitnodigen om mee te eten. Maar ik heb weerstaan.
     


    Bij deze uitnodiging om mee te eten hadden we toch onze twijfels...
     
    Een veel voorkomend nieuw kapsel in Thailand is wat wij het "shredded pork kapsel"- noemen omdat het zo erg lijkt op het uitgevezeld rossig-gele barbe-à-papa varkensvlees dat ze hier tussen sandwiches leggen. Hun schitterende lange zwarte haren worden opgeknipt, diverse malen gepermanent zodat ze pluchig worden en naar alle kanten blijven staan, vervolgens ook nog gebleekt en al die mishandelingen resulteren in een warrig bolletje van ongelukkig rossig-oranje kleur. Zowel jonge mensen als iets ouderen dragen het, hoewel die laatsten er al eens iets purperachtigs durven doormengen. Dit is onder andere één van de redenen waarom pruikenharen en haarverlengingen zo duur worden. De Aziaten vangen tegenwoordig vanalles aan met hun prachtige haar zodat het niet meer bruikbaar is in de pruikenindustrie.

    In 't water speelden een paar naakte jongetjes als wildemannen in de waterval. Ze lieten zich op de gladde rotsen vallen zoals onze kinderen op glijbanen spelen en roetsjten spetterend naar beneden. Het zag er heel plezant uit maar ’t bleef voor mij een raadsel dat ze niet vol blauwe plekken stonden. Hun oudere zus, in stamkostuum, moest duidelijk een oogje in 't zeil houden, maar hoe boos ze zich ook maakte, haar broertjes hadden veel te veel lol om zich iets van hun aangeklede zus aan te trekken. Ze kon hen toch niet bereiken daar lekker onderin hun waterpoeltjes.

    Als we meer tijd zouden hebben, hadden we hier ook wel een verfrissend bad genomen, maar in plaats daarvan klauterden we terug naar boven en zetten onze weg verder. Door de heuvels en de dalen  vol groentenvelden en vooral langs heel veel bochten. Bovenop een berg stopten we aan een uitkijkpunt waar maïskolven en aardappels geroosterd werden. Ik kocht me ogenblikkelijk een portie van die laatste, en mijn geluk kon niet op toen ik beet en proefde dat het zoete aardappels waren. Alweer een van mijn geliefde - en o zo voedzame - lekkernijen. Ik had weeral eten voor een hele namiddag.

    Meer foto's van de bergvolkeren : Klik hier


    Deel 4 : Welkom in Kloksaland.

    Nog een berg verder (we zijn hier regelmatig boven de 2000 meter hoog) was er alweer een stammenfeestje aan de gang. De dag was ondertussen al verder gevorderd en de drankvoorraad duidelijk geslonken. De rondedans die we hier voor onze ogen zagen afspelen was al van een veel slordiger en rommeliger allooi dan die vorige. Er werd al flink gestruikeld, de belletjes op hun kleding rinkelden en tinkelden al een pak onregelmatiger, de snaarinstrumenten klonken vals, en de blaasinstrumentspeler keek ook niet meer zo nauw, de serieuze gezichten waren vervangen door wazige blikken, er werden zo te zien veel vettige moppen verteld (waarschijnlijk over ons) en hartelijk gelachen. En vanzelfsprekend werden we uitgenodigd om mee te feesten maar deze bende was nu toch een beetje teveel boven zijn theewater om op die uitnodiging in te gaan.







    Naargelang de drank vloeit worden de schuifelpasjes iets slordiger.
    Maar het blijft wel de "processie van Echternach".

    En ik die bang was geweest om geen mensen in lokale klederdracht meer te zien. Ik dacht echt dat we die in de jungle gingen moeten gaan zoeken om ze dan niet te kunnen vinden. Ze lopen hier begot gewoon in kuddes los en dansen naast de baan! Maar ik denk wel dat het vandaag een feestdag is want voor een normaal 's zondags uitje lijkt iedereen me te veel opgetut en is de kleding te gesoigneerd. Jammer dat geen mens Engels spreekt - ze spreken trouwens niet eens Thai - want het zijn heel vriendelijke mensen en ik zou er graag meer over weten.



    Genieten van de zon kan overal. Zelfs in een afvalbak.



    Bergdorpje.

    Onze volgende stop was aan het Nationaal Park waar zich de Fish Cave bevond. Een mooi park met een rivier die propvol karpers zit. De bedoeling is om naar een diepe grot in de berg te wandelen en de karpers die ge daar beneden ziet zwemmen te voeren met stukken papaya. Dat levert de gelovige veel "merit" op en de karpers verdorie een flinke cholesterol. Gesteld dat het niet waar zou zijn dat al dat “vissen voeren” hun karma terug wat op de rechte baan helpt, het vissenetenverkoopstertje en de karpers kunnen er maar goed mee varen. Ik ben al heel blij dat de ceremonie zich hier enkel tot “vissen voeren” beperkte en niet tot “vissen bevrijden uit plastic zakskes”.



    De volgevreten karpers. Karma kan lekker zijn.



    Het altaar in Fish Cave.
    De heilige heeft een dekentje met tijgerprint rond zijn schouders gedrapeerd.
    Ja, in een grot kan 't koud worden. Zeker 20°... Boven nul, welteverstaan.



    De tijd van 't normaal poseren is definitief voorbij! Ik doe 't nu op zijn Japans! Véél leuker!

     

    In Mae Hong Son aangekomen gingen we ijs en drank kopen in de 7/Eleven en daar kwamen we de Nederlanders weer tegen. Ze maakten ons flink bang voor het Fern-hotel waar we naar op weg waren. Zij hadden het bezocht en afgekeurd omdat ze het zo donker gevonden hadden, het publiek piepjong, en er veel teveel honden rond liepen... Ze hadden iets veel sjieker en betaalbaarder ontdekt, het Golden Pai Hotel. Een ding dat onze Trees niet eens kende. We zijn er dan toch maar eens naartoe gereden maar het stond ons helemaal niet aan. Zo doods, geen uitzicht, en droevige, donkere kamers. Aangezien nóg veel donkerder toch al niet kon besloten we maar naar onze eerste keuze, dat Fern Resort te rijden. En dat bleek een heel goeie beslissing te zijn.

    Het ligt in een nauwe vallei hoog tussen enkele bergtoppen, midden in de natuur. Bossen en rijstveldjes. De hutjes staan in 't bos verspreid en daar doorheen kronkelen heel smalle beekjes. Hier en daar staat een bamboeklepper in 't water en als die volloopt en zich leegkiepert gaat het "klok". In de stilte van 't bos klinkt dat als "KLOK!!!" En er staan hier zo wel een paar “kabouters Klok”... maar voor de rest is de plek de rust zelve. Het hotel is eco, dus eenvoudig, geen ijskasten of tv's, één handdoek per persoon, maar wel een zwembadje. Het personeel bestaat uit mensen van de Shan en Karen-bergstammen die met vallen en opstaan, maar met veel liefde en plezier, hier hun kost verdienen en hun gasten verwennen.
    Wat hier ook erg opvalt is dat ze aandacht besteden aan hun honden. Op bordjes staat dat we respect moeten hebben voor hun geliefde viervoeters omdat ze voor ons waken en gids spelen op de natuurwandelingen. Geestig! Als ge het uitgestippeld nature trail volgt gaat er een hond mee om u op 't goede pad te houden! Dat is pas origineel gevonden!

     

    De kamer mag dan niet bepaald luxueus zijn, maar ze heeft alles wat we nodig hebben (behalve gsm-ontvangst door die hoge bergwanden), de omgeving is prachtig, de tuin is verlicht met kerstlampjes wat het zicht helemaal onaards maakt. En toen moest het eten nog komen! Dat was om helemaal lyrisch van te worden, toen ging de hemel pas écht open!
    Knapperige groenten-tempura en gefrituurde pompoen, in reusachtige hoeveelheden... Gevolgd door zalige curry's, die we gelukkig konden delen met vier honden. De oudste is 12 jaar en ziet eruit als een husky-achtige, heel vreemd om zo'n dier op deze plek te zien, ik denk dat hij vooral 's nachts gelukkig is als 't afkoelt. Hij heeft de zachtste pels die ik ooit bij een hond gevoeld heb, nog zachter dan die van een poes!

    Na het diner spraken we Toni, de receptionist, aan om nog eens te vragen juist uit te leggen hoe we morgen naar de “Karen langnek-dorpjes” moeten rijden. Vol goede wil, maar met zijn kop al in de alcoholische nevelen, begon hij eraan,... maar hij kon er ook niet meer mee stoppen. Na twintig minuten was hij nog altijd met evenveel enthousiasme dezelfde route aan ’t uitleggen… en wij ondertussen maar knikkebollen van de slaap en toch hartstochtelijk beleefd proberen blijven. Als we de girafvrouwen na deze uitleg nóg niet vinden dan zijn we echt wel uilen. Gelukkige uilen.

    Het is hier zo'n rustige plek, er zijn hooguit nog een tiental andere gasten, en iedereen kruipt hier alweer lekker vroeg in zijn hutje. Dus ook voor ons tijd om de - stilaan sterkverdunde, haast homeopatische - slaapsokken aan te trekken en ons in slaap te laten kloppen door kabouter Klak, Klek en Klok.




    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs