Laathi's Thailand-reisverhaal
Een autotrip van Bangkok naar Chiang Mai
Foto

www.laathi.be

  • Voorwoord.
  • Hoofdstukken
  • 1. Varkensvis.
  • 2. Kippenvel in Bangkok.
  • 3. Herberekenen, herbereken, herbereken!
  • 4. De WC des Doods.
  • 5. Chang. Chaa-AAng? ChAA-aang? Chaa-AA-aaang? Oh! ChAA-aaa-âââng!
  • 6. Een waardig einde van een trouwe broek.
  • 7. Een mahout met een hoed.
  • 8. Hapklare brokken voor Hanuman.
  • 9. Het geslacht der engelen.
  • 10. Is mijn gat niet te dik voor deze fiets?
  • 11. We maken van ons gat ne steen.
  • 12. De wisselkoers van de gelukskiezel.
  • 13. De discipline van het olifantheffen.
  • 14. Een hernia van geluk.
  • 15. De Giraffennek- en de Apenarmvrouwen.
  • 16. Achter elke stam een nieuwe stam.
  • 17. Een wandelend souvenirstalletje.
  • Mijn andere blogs
  • Laathi (homesite)
  • Mijn jeugdverhalen
  • Reisverhaal Egypte
  • Reisverhaal Thaise eilanden
  • Reisverhaal Noorwegen en Spitsbergen
  • Mijn poezenblog
  • Mijn macro foto's
  • Irma
  • 25-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.8. Hapklare brokken voor Hanuman.

    Zondag, 25 januari 2006 - Chinees Nieuwjaar.
    Lop Buri, Lop Buri Inn Resort.

    Hoofdstuk 8.
    Deel 1. Hapklare brokken voor Hanuman.

    Dus dit ging een rustige kamer zijn? Ze was inderdaad ver van de karaoke gelegen maar jammer genoeg wel pal naast de dienstingang waar 't personeel zijn brommerke stalt... En die mensen werken tot laat in de nacht en nemen dan vrolijk kwekkend afscheid van de nachtwaker om met hun hemeltergend lawaaimachientje weg te pruttelen.

    Vanmorgen zagen de apenbeelden er veel minder griezelig uit, sommigen zelfs heel lief en anderen ronduit hilarisch, ik voelde me echt geroepen om er bij en er op te gaan poseren, zonder bril dan kon ik tenminste de voorbijgangers hun verbaasde snuiten niet zien. Hier mag zoiets allemaal, ze lachen u zelfs toe, ge zou het in België eens moeten proberen om op ’t standbeeld van Rubens of  Brabo te kruipen… Thais houden enorm van plezier maken.



    "Hm... flinke brok... Hier is eten aan..."



    "Maar toch eerst wat rommel uit dat haar plukken
     want anders steekt dat straks allemaal tussen mijn tanden..."


    Wat mij hier ook opvalt is de gezonde zin voor humor van de mensen. Eens we mekaar verstaan wordt er veel en van harte gelachen, dan verdwijnt ineens de eeuwige glimlach en komt er een gezonde grijns of schaterlach boven, heel de uitdrukking van hun gezicht veranderd ineens van plastic naar rimpelig en echt. Een plezante metamorfose. Ze lachen ook om dezelfde dingen als wij. In Sri Lanka lukt samen onnozel doen met de gewone mensen meestal niet, die blijven onderdanig en dienend. De enigen die ik daar ken waar ge voluit onnozel mee kunt doen en gieren van ‘t lachen zijn Sam en zijn familie, Manju en Selina, maar hier kunt ge zelfs grappen maken met mensen die ge gewoon in een winkel tegenkomt.
    Misschien kunt ge alleen oprecht gezamenlijk lachen als ge u allebei gelijk voelt? De Thai voelen zich zeker niet minder dan wij, ze zijn van nature geduldig, behulpzaam en beleefd maar in geen geval onderdanig tegen toeristen.



    Het ontbijt was van dezelfde lamentabele kwaliteit als het avondmaal. Koude verlebberde spiegeleieren, mislukte wentelteeftjes en een boel Chinezerij die er uit zag alsof ik het allemaal al eens van tussen mijn tanden gepeuterd had en al kers op de taart lagen deze heerlijkheden opgebaard in een restaurant dat rook als 't vet dat op een bord ganzensoep zou drijven. Op 't terras dan maar verbrande toastjes met confituur zitten verorberen. Ik had heel veel goesting om mijn stoel aan 't altaar van Hanuman te schuiven want daar hadden ze rijpe bananen en andere lekkere vruchten geofferd. En dat beeld zag er toch niet uit of het ze ging opeten. Zonde gewoon.



    De smakelijke offergaven voor Hanuman.

    't Was erg bewolkt en we vroegen ons af of 't zou gaan regenen, aan de receptie stelde Paul de vraag : "Is it going to rain today?" waarop het meiske argeloos en volkomen surrealistisch antwoordde : "Is Chinese New Year today." En daar konden we het mee doen. Met een glimlach natuurlijk.

    We laadden dan maar een assortiment kleding voor alle weer in de auto en reden naar 't centrum om de apenruïnes te gaan bezoeken. Lop Buri is de stad die volgens de legende kado gegeven is aan Hanuman, de apenkoning uit de Ramayana, vandaar dat de apen er vrije baan hebben. Ik wou er niet zozeer naartoe voor de oude Khemer-ruïnes maar wel om nog eens het Jungle Book-gevoel te kunnen ervaren.

    De eerste Khmer-rest (grappig woord wel) stelde niet veel voor, er schoot niet veel meer dan een gammelen toren van over. Ramp boven ramp zag ik dan ook nog een hondje met verlamde achterpoten, maar o wonder bleek het diertje zich prima redden. Het kon liggen en zich voortslepen maar het kon ook staan! Meer nog het bleek zelfs te kunnen lopen! De achterpootjes bleven samen en stijf, alsof het maar één poot was, maar hij dirigeerde heel zijn lijf met zijn voorpoten, het was een ware evenwichtskunstenaar. De mensen waren er gelukkig ook lief voor.
    De honden zijn hier meestal in zeer goede doen, weinig zichtbare ziekten en de meesten flink doorvoed, sommige zelfs ronduit vet. Veel dieren dragen een halsbandje, zelfs sommige poezen! Stom genoeg is de rage van ‘t hondjes aankleden ook hier al begonnen. Poedels met jasjes aan die ocharme in temperaturen van 36° liggen te puffen... Zielig. De balans is dus weer maar eens naar de verkeerde kant over gaan hellen. Van graatmagere straathonden die geslagen en weggejaagd werden naar huisdieren die kindjes moeten vervangen. 't Is ook altijd 't zelfde liedje. Maar kom, beter zo dan de oeverloze dierenellende waar we in Sri Lanka altijd mee geconfronteerd worden. Hier moeten we gelukkig niet met een zak hondenbrokken achter in de auto rondrijden.

    Het volgende Khmer-tempeltje bleek zeer populair te zijn. Heelder families, (meestal Chinese, er bestaan trouwens amper Thaise gezinnen waar geen Chinezen in voorkomen) kwamen hier op hun paasbest uitgedost hun nieuwjaarsoffers brengen. Het was er een komen en gaan van ladingen gekookte eenden, varkenskoppen, manden eieren, flessen whiskey, palletjes Danacol (ja dat zal die god wel nodig hebben want die zijn cholesterol zal op een dag als deze nogal een gang gaan...), rijst, zoete koekskes, waterflessen, kortom alles wat ge maar kunt bedenken werd op de offertafel gelegd. Het personeel kon amper bijhouden met afruimen om de volgende offeraars ook de kans te geven hun gaven uit te stallen. Vele mensen waren in 't rood gekleed, de gelukskleur op nieuwjaar. En iedereen maar weer drummen om hun velletjes bladgoud op de beelden te wrijven. Maar ze plakken niet goed zodanig dat al die beelden bestaan uit wapperende schilfertjes, best een grappig zicht. Precies gouden beelden die te lang in de zon gelegen hebben en nu vervellen.







    De flesjes Danacol naast de gekookte eenden...



    Maar 't kan altijd nóg onverteerbaarder...

    Er lag een beker met waarzeggersstokjes dus ik heb ook maar eens heel gelovig op mijn knietjes met de beker zitten schudden tot er eentje uitsprong, het werd nummer vier en toen ik het briefje met de uitleg bij dat nummer ging lezen bleek mijn toekomst er nogal vreemd uit te zien. Vooral dat ik nog een zoon ga voortbrengen vind ik enigszins verontrustend. Me niet meer kunnen voortplanten was eigenlijk ’t enige voordeel dat ik aan de menopauze zag maar dat gaat dus ook al niet meer op.



    Op Nieuwjaarsdag op zijn Paasbest gekleed.



    Goudblaadjes proberen te kleven...

    Beneden aan het tempeltje verkochten ze een lavasteen met magische krachten. De verkoopsters demonstreerden het door u met gespreide armen op één been te laten staan en dan een arm neer te drukken. Dat ging makkelijk. Vervolgens moest ge het steentje vasthouden en als ze dan op uw arm drukten ging uw arm niet meer zomaar naar beneden maar bleef mooi horizontaal gestrekt. Eén van hun trukjes was ook met vier man iemand opheffen door hun vingers onder de man zijn oksel en knieholten te steken. Een oud kunstje.

    De Scherpenheuvel-toestand aan de voet van het tempeltje was heel leuk. Ze verkochten zelfs piepkleine glazen kokertjes van amper drie centimeter lang waarin een zeer primitief houten mannetje en vrouwtje in olie dreven, goed voor de liefde. En als dat fleske breekt zal alles zeker goed gesmeerd lopen.
    Paul ontdekte een heus schrijntje met de 7 Boeddhabeelden, ééntje voor elke dag van de week in goud en glitter. De kitsch van de kitsch, een soort plastic aquarium met een spiegelachterwand... Ge moet een zonnebril opzetten om het te bekijken. Maar 't was echt helemaal op berenhuisformaat dus Paul vond dat het ding mee moest. Gelukkig weegt het niks.

    Ondertussen kwamen er een paar studenten een interview afnemen voor hun schoolwerk. Eén van de vragen die ze me stelden was wat ik van de apen van Lop Buri vond en ik kon naar waarheid zeggen dat ik er tot mijn grote teleurstelling nog niet één, zelfs geen kleintje gezien had. Maar dat zou geen vijf minuten meer duren en me nog lang heugen... Dat ondertussen vijftig meter verder de gevels allemaal vol apen hingen had ik nog niet gezien… Dat meiske moet ook zo haar gedachten over de kwaliteit van mijn ogen gehad hebben…

    Meer foto's over het nieuwjaarsgebeuren in de tempel vinden jullie op
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/ThailandHoofdstuk8LopburiNieuwjaarInDeTempel?authkey=Gv1sRgCL-pnrnTgZy6pwE#


    Deel 2 : Méér hapklare brokken voor Hanuman...

    Aan de overkant van de straat en de rotonde (waar de trein gewoon dwars door rijdt...) stonden drie grote overgebleven torens van Khmertempels en daarop zaten tientallen aapjes. Zo rap ge er enkele opgemerkt had zag ge ze overal, heel de straat, alle gevels, de electriciteitsdraden, de daken, álles maar dan ook alles, tot zelfs auto’s toe, zaten vol aapjes! Honderden beestjes! Zóveel had ik er nu ook weer niet verwacht. 't Waren gelukkig kleintjes, helemaal niet de grote monsters uit Sri Lanka. Maar echt gerust voelde ik me toch niet, zeker niet nu 't er zoveel waren dat ge ze onmogelijk allemaal in de gaten kon houden.



    De straten van Lopburi, in de buurt van de aapjesruïne...



    Die bewoner zal ook wel spijt hebben dat hij 't raam heeft laten openstaan...



    Ik wandelde nog geen vijf minuten rond de ruïne en ze begonnen me al te bespringen. Ik schudde ze van me af, maar iets verder stonden enkele toeristen en die waren ze aan 't voeren (triest genoeg allemaal ongezonde spullen) en zij hingen ook vol beestjes. Het bleek hier dus de geplogenheid te zijn...





    Ik had veiligheidshalve totaal niets van eten bij, zelfs niet eens de obligate koekskes voor mezelf, want ik vind apen voeren een heel gevaarlijke bezigheid. Mijn voorzichtigheid mocht niet baten want die beesten waren het gewend om eten te krijgen dus die bleven maar op me springen en ik bleef ze maar van me af duwen tot er eentje een stevige knauw in mijn arm gaf. Gelukkig werd het enkel een bloeduitstorting en was ‘t geen open wonde. Maar leuk was anders.
    Ik heb medelijden met de diertjes, al dat ongezond eten, de verwondingen die ze oplopen door bange, boze mensen die hen trachten te verjagen, en echt "hygiënisch schoon" kunt ge de diertjes ook niet noemen. Ik vind het zielepootjes. Jammer dat ik ze nog niet gezien had voor "het interview" werd afgenomen anders had ik 't zeker voor 't lot van die aapjes opgenomen.



    "Kom eens hier dat ik iets aan uw rampzalig haar doe...
     Want zo kunt ge in mijn schone ruïnes niet rondwandelen..."



    "Maar mens toch, wat is dát voor een coiffure waar gij mee rondloopt?... Daar is werk aan..."



    "Ja natuurlijk doe ik u pijn!!! Ge moet braaf stilzitten als ik u aan 't verzorgen ben hé seg!"



    "Ondankbaar mens! Trek u plan, ik ben al weg!
    Betaal u een échte kapper! 't Zal u aardig wat meer kosten dan peanuts!"

    In het binnenste van de tempel mochten geen apen komen, alle ramen en deuren waren met hekwerken dichtgemaakt. Wij wandelden door de duistere gangen terwijl de apen zich langs buiten aan de tralies vastklampen en naar binnen keken. Gordijnen van levende apen… Het was de omgekeerde wereld, eindelijk zat de mens in een kooi en hadden de dieren de vrijheid.
    Het moet vreselijk zijn om als beest in een Zoo naar de wereld buiten te kunnen kijken en daar al dat vrije, vrolijke rondgedartel te zien zonder zelf in vrijheid te kunnen bewegen en aan de pret deel te nemen.

    Terug buiten bleek de zon door de wolken gebroken en wou ik nog een paar apenportretjes nemen. Ik vond een heel mooi apenmannetje dat in tegenlicht lag te slapen, de zon streelde door zijn hoofdhaartjes. Ik stond geconcentreerd te wachten op 't juiste moment toen plots een babytje in de lus van mijn fotoapparaat sprong. Het diertje gebruikte de lus als schommel maar op die manier kunt ge natuurlijk niet meer scherpstellen. Dus ik schudde de jonge speelvogel van mijn riem… Maar ondertussen was de moeder mij langs achter genaderd en die zag me haar jong wegjagen dus vloog ze me aan en zette haar tanden in mijn rechterarm. Ze was dan ook nog zo onbeleefd om niet direkt te lossen… Deze keer bleek het wel een open wonde verdorie. Ge kunt blijkbaar niet altijd geluk hebben. Na mijn portretreeks van pa aap afgemaakt te hebben wou ik aan de ingang aan 't loket een beetje ontsmettingsspul gaan vragen maar dat bleken ze niet eens te hebben, daarvoor moesten we terug naar de andere tempel. Toch wel straf, er moeten hier per dag toch wel minstens een paar mensen gebeten worden?



    Maar ik ben wel echt tevreden over mijn portretje van pa aap...



    ... en zijn lieflijke familie...



    In de andere tempel was er een ventje dat een souvenirstalletje open hield en die bezat een rudimentair EHBO-doosje. De eerste beet was ondertussen ook al een veelkleurige bloeduitstorting geworden en nu alles bruingeel onder de Isobetadine zat zag ik er helemaal smakelijk uit...
    Ik zie er nu, na amper een week reizen, al zo gehavend uit als anders na een paar weken snorkelen... Op mijn dij en mijn zitvlak twee tijgerbeten en wat krabben en op allebei mijn armen een apenbeet. Maar ik zal 't maar positief bezien : al een chance dat die olifant van gisteren me niet gebeten heeft. En och, ik zie die beten toch zelf niet want ze bevinden zich allemaal aan mijn achterkant.



    Tja, er staan overal waarschuwingen...
    Dus er zullen hier nog wel mensen de weg naar de Isobetadine gevonden hebben zeker?...


    De straten rond de tempel krioelden letterlijk van de aapjes. Ze slingerden aan de electriciteitsdraden, kropen in de masten en lantaarnpalen, beten op loshangende kabels en probeerden het weinige wat nog enigszins vast hing ook los te sleuren. De straat vormde een heuse speeltuin voor die dieren. Op het voetpad liepen we soms tussen wel 10 beestjes! Ze variëerden van 15 centimeter tot een dikke halve meter, vrouwtjes met hangborsten, mannetjes met dikke rode poepen en heelder kuddes baby's en speelse tienertjes, 't was prachtig om te zien.





    Metalen afschermingen voor de terrassen. Niet echt gezellig. Wel noodzakelijk.

    Meer "aapjes kijken", beten zoeken, en door ruïnes kuieren kan in mijn album :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/Thailand2009Hoofdstuk8Deel2DeAapjesVanLopBuri?authkey=Gv1sRgCLuo-cudqPTIZQ#


    Deel 3 : An American roadmovie.

    Nu de zon was doorgebroken schitterden de tempels. Het lijkt wel of op de haakachtige ornamenten die de daken versieren felle lichtjes branden maar het blijken gewoon spiegeltjes te zijn. Zelfs de dakpannen fonkelen en lichten één voor één op terwijl je voorbijwandelt. Het lijkt wel of de tempel een onhoorbaar muziekske speelt. Misschien spelt hij wel zijn geheimzinnige naam. Ik doe alleszins niet meer de moeite om hun namen te onthouden of uit te spreken voor mij zijn 't vanaf nu gewoon “Wat Isda” of  "Wat Ismedannutochweer” of “Wat Moetdienuweervoorstellen”.







    Op de balustrade van de tempel lag een grote dikke bruine kat met gouden ogen te soezelen. Het grootste poezenbeest dat ik al ooit in Azië gezien heb! Duidelijk een raskat want ze had zelfs een bandje met een belletje aan. Toch wel fijn dat er hier al echt voor sommige dieren gezorgd wordt. Nu die arme aapjes nog...

    In de Rue de France kwamen we voorbij de ruïnes van de oude Franse ambassadeurswoningen en zo aan 't koninklijk paleis. Ook een ruïne... deze keer zonder apen. Ik was eigenlijk al blij want als ’t zo voortgaat kan ik thuis van al de foto’s mijn blauwe-rood-paarse beten gaan weg Photoshoppen om me terug herkenbaar te maken…
    Het was een groots ommuurd terrein met gigantische tuinen, oude reuzenbomen en poorten van wel 7 meter hoogte. De koning moest er op zijn olifanten doorheen kunnen rijden natuurlijk. En die zat niet zomaar op de nek van zijn beesten die reed in een echt huisje dat achteraan op hun rug bevestigd werd.





    Ambassadeurswoningen aan de Rue de France.



    Koninklijk Paleis.



    Ondertussen was het al 32° en ik begon te sudderen in eigen nat. Het museum was leuk, de parken ook maar af en toe een bank of een drankstalletje had welkom geweest. Ik had zo stilaan genoeg ruïnes gezien en ik was er onderhand zelf een beetje als eentje beginnen uitzien. Zeker toen mijn euroke viel dat Paul dat niet als grapje had bedoeld toen hij daarstraks zei dat heel mijn rug vol apestront hing... Mijn mooie witte t-shirt met de tekst "Next moodswing : 10 minutes" zit aan de achterkant vol bruine apenpootafdrukken! En zo liep ik al een paar uur door 't stad rond... Als mensgeworden zongebakken apestront.

    In het centrum waren er verscheidene marktjes waar onder andere ook kramen stonden die offergaven verkochten, zoals papiergeld van de "Bank of Hell", nepvisakaarten, papieren gsm's en zonnebrillen, zelfs nachthemden waarvan alleen de voorkant op een blad papier afgedrukt was. Allemaal spul om te gaan verbranden te ere van de doden in de hoop hen op die manier al die spullen te bezorgen om hen een comfortabel hiernamaals te bezorgen. Een hemel vol gsm's... stel u voor...





    Luxe voorwerpen in karton om te offeren aan de overledenen.



    Papieren kostuum, gsm en een "Visa"-kaart.

    Maar eerst moesten vooral de levenden gevoed worden en liefst niet met karton. Overgelukkig viel ons oog op een 7/Eleven, maar o wee, de goeie sandwiches waren op... “Vermalen varkensvlees barbe-à-papa's” lagen er volop, maar daar gaan we ons geen tweede keer aan laten vangen. Er stond echter wel een zeer clean toogje waar ze hotdogs maakten. Paul zag 't niet zitten en wandelde verder maar mijn honger was blijkbaar groter en ik vond het toch het risico waard. Ik kreeg een hotdog volgens een ISO 9000-norm en daar hoorde zelfs een bezoekje aan een mini salad bar bij!!! Geweldig! Toen Paul dat zag was hij natuurlijk ook verleid. Hij stapte de winkel uit met de nieuwste uitvinding in zijn handen : de “Smos Dog”. Een worstje in een sandwich maar dan begraven onder een hoop komkommer, sla, tomaat en alles wat hij maar op die saladbar had kunnen vinden. Dát is pas een uitvinding die nuttig gaat zijn deze reis! De “Smos Dog” begot! Een ontdekking veel belangrijker dan die van Columbus. Eindelijk gaan we overdag bij momenten terug eens half zinnig eten vinden!



    Rijstwinkel met tientallen soorten rijst.



    Offer eens een toiletrol aan een monnik...

    Maar Paul had nog een bloemmekee in petto... Er bleek nóg een Khmer-ruïne in zijn boekske te staan. Nou ja, nog een paar torentjes erbij kon ook wel. Tot we er aankwamen en het een prachtige volwaardige ruïne was van ettelijke voetbalvelden groot… Dus weer stapten we rond een eindeloze omheining op onze zere voetjes tot we de ingang vonden.

    't Was wel echt de moeite, de ruïne leek erg op die van My Tho in Viëtnam, alleen veel groter, maar jammer genoeg niet in de vrije natuur maar midden in een stad. Ook daar hebben we nog een uurtje muurtjes en torentjes op en af geklommen tot we naar onze auto gestrompeld zijn, moe, gelukkig en heel vuil. Ik toch.
    En ook vandaag hebben we weer heel weinig Westerse toeristen gezien.  Waar zitten die toch allemaal? De enige mensen met fotoapparaten zijn hier oosterlingen op vakantie. Is het toerisme hier stilgevallen na die relletjes van twee maand geleden waardoor de toeristen enkele dagen in Bangkok vast gezeten hebben? Dat kan toch nooit zo’n enorm effect gehad hebben? Of gaat iedereen naar Sukhothai en Chiang Mai? En gaan we daar tussen de massa’s toeristen terechtkomen waar iedereen ons zo bang voor heeft gemaakt?



    Avondlicht in de Khmer-ruïnes.













    Naast onze auto stond al een ventje met een keukenkar en plastic stoelen te wachten om zo rap als wij weg waren op dat plekje zijn avondrestaurant op te bouwen. Hij nam het ons helemaal niet kwalijk dat we op zijn plaats gestaan hadden en wuifde ons goedlachs na. In België zou zoiets anders afgelopen zijn.
    De meeste mensen zijn hier heel vriendelijk, zeker eens ze verstaan wat ge vraagt, dan worden ze zelfs heel enthousiast en behulpzaam. Maar meestal verstaan zij geen woord van ons en wij geen klank van hen. De talen zijn kompleet verschillend, zij werken met toonhoogtes iets waar wij totaal geen voeling mee hebben, zelfs de eenvoudigste woordjes kunnen wij nog niet juist "gezongen" krijgen. En de minste toon of klemtoon verkeerd en het woord heeft een totaal andere betekenis en ’t gesprek loopt helemaal de mist in. Jammer wel.



    Plots opdoemende stoep-restaurantjes.

    Thuis wou ik me als eerste werk ont-"stronten" - bijna ritueel ontsmetten en reinigen - en toen bleek 't badstopke te ontbreken... Dat werd dus weer een queeste van een half uur, en ’t ploegske van housekeeping dat drie keer op bezoek moest komen, eer ze dat euvel verholpen hadden, maar dan, dan... was er een heerlijk moment van "beten baden". Alleen zijn het deze keer eens geen insectenbeten maar tijger- en apenbeten. ’t Is zo eens iets anders. Maar 't zicht is niet appetijtelijk, ik zie er echt uit als een gegeselde. Ik veronderstel dat ik in mijn vorig leven fakir ben geweest. Nu zit ik alleszins vol gaatjes... Soit, gesteld dat het is zoals Paul beweert dat die een apenbeet een litteken blijft  dan nog is het een origineel souveniertje aan Hanuman zijn stadje en 't zit toch aan de onderkant van mijn bovenarm waar ik 't zelf niet eens zie. Een tatoeage is trouwens ook forever.
    Zou dat nu komen omdat ik zo dik ben dat alles mij wil bijten op deze reis?

    Vanavond wilden we echt niet in 't hotel eten dus vroegen we aan ons Trees een restaurant op te geven. Ze suggereerde een steakhouse op 500 meter van 't hotel. We gingen er op af en stopten voor... een coiffeur. Ernaast was een vreemde, kale eetgelegenheid en de mensen keken ons gretig aan en wenkten ons vriendelijk om er bij te komen zitten, ik wou dat dan maar doen om tenminste toch aan eten te geraken, maar Paul stapte resoluut voorbij om de indruk te wekken dat hij helemaal geen honger had. En gelukkig dat hij dat had gedaan want het steakhouse bleek achter het volgende muurtje te liggen en was een min of meer normaal restaurant. Met goeie steak zelfs! Ik heb geen brokje laten liggen! Een heel romantisch etentje wel, aan de rand van de baan, gezeten op enorm dikke boomstammen meubelen…

    Op de terugweg aan de 7/Eleven gestopt om ontbijtvoorraad in te slaan, dan kunnen we morgen met min of meer degelijke dingen het armzalige hotelontbijt verrijken.
    's Avonds zijn we hier op straat precies in een Amerikaanse roadmovie terechtgekomen die opgenomen wordt in Thailand! Die hele brede banen van vier rijvakken waarop benzineverslindende superzware en sjeike nieuwe auto’s rijden, de lichtjes langs de weg van typische eetkraampjes die op 't voetpad opgesteld staan en de oranje en groene neonreclame van de Amerikaanse supermarkt 7/Eleven waarvoor allemaal open pick-up trucks geparkeerd staan. En als soundtrack het irriterende “ding dong” van de winkeldeur die konstant open en dicht zwaait. De mensen drinken frisdrankjes met massa’s ijs uit reusachtige plastic bekers. "Big Gulp." Om de hoek is een reuze shopping mall met Pizzahut en Kentucky Fried Chicken vestigingen. Kortom 't is een zeer irreële sfeer die ik zeker in dit land niet verwachtte. Het mankeert er nog aan dat de Thai Stetsons beginnen dragen.

    Meer foto's in het album op :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/Thailand2009Hoofdstuk8Deel3DeRuinesVanLopBuri#




    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs