Laathi's Thailand-reisverhaal
Een autotrip van Bangkok naar Chiang Mai
Foto

www.laathi.be

  • Voorwoord.
  • Hoofdstukken
  • 1. Varkensvis.
  • 2. Kippenvel in Bangkok.
  • 3. Herberekenen, herbereken, herbereken!
  • 4. De WC des Doods.
  • 5. Chang. Chaa-AAng? ChAA-aang? Chaa-AA-aaang? Oh! ChAA-aaa-âââng!
  • 6. Een waardig einde van een trouwe broek.
  • 7. Een mahout met een hoed.
  • 8. Hapklare brokken voor Hanuman.
  • 9. Het geslacht der engelen.
  • 10. Is mijn gat niet te dik voor deze fiets?
  • 11. We maken van ons gat ne steen.
  • 12. De wisselkoers van de gelukskiezel.
  • 13. De discipline van het olifantheffen.
  • 14. Een hernia van geluk.
  • 15. De Giraffennek- en de Apenarmvrouwen.
  • 16. Achter elke stam een nieuwe stam.
  • 17. Een wandelend souvenirstalletje.
  • Mijn andere blogs
  • Laathi (homesite)
  • Mijn jeugdverhalen
  • Reisverhaal Egypte
  • Reisverhaal Thaise eilanden
  • Reisverhaal Noorwegen en Spitsbergen
  • Mijn poezenblog
  • Mijn macro foto's
  • Irma
  • 23-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.6. Een waardig einde van een trouwe broek.

    Vrijdag, 23 januari 2006.
    Kanchanaburi, Felix River Kwai hotel.

    6. Een waardig einde van een trouwe broek.

    Deel 1 : Een kattepis-karma.

    Vandaag was het de grote Tijgerkesdag!
    Als eerste werk waren we fruit gaan kopen om aan de monniken te offeren. (Een verplichte numero.) Hier in 't hotel vroegen ze 600 baht om een schaal klaar te maken, ik ben dan maar zelf onderweg naar de tempel gestopt aan een  groentenkraam om daar ter plekke, in de pikkendonkere, een flinke mand samen te stellen met de meest uiteenlopende exotische (hier vanzelfsprekend "alledaagse") vruchten, en ik had een schoon bakske vol (eigenlijk een volwassen plastieken groentenbak) voor een vierde van die prijs. Als er daar evenveel monniken zitten als tijgers zou ik niet willen dat ze beginnen vechten voor een banaan…



    Het zoontje van 't groentekraam in zijn metalen wiegje met fietsmandje als nachttafeltje.

    Voor de poort van de tijgertempel stond een heel vreemd figuur. Een Indische man gekleed in de gekst gekleurde stofjes en pluchen tijgervellen. Paul dacht dat het een zot geworden paterke was en hij had nog gelijk ook. Tiger Baba blijkt een halve gare heilige uit India te zijn die beweert zelf ooit twee tijgers opgevoed te hebben en hij wil nu persé hier aan de abt komen uitleggen hoe hij met zijn tijgers moet omgaan... Hij bivakkeert met heel zijn “hebben en houden” aan de ingang van de tempel en jaagt  iedereen schrik aan. Naar ’t schijnt zijn zelfs de tijgers bang voor hem, en die beesten blijken normaal voor iedereen vriendelijk te zijn. De kerel zou zelfs een website bezitten. 't Zijn geen heiligen meer zoals vroeger.



    Tiger Baba. In de Carnavalsstoet van Aalst zou hij niet misstaan.

    Nou ja, voor iederéén zijn die tijgers nu ook niet vriendelijk want een paar weken geleden heeft er eentje een buffel aangevallen en doodgebeten… Het dier wist wel niet wat aanvangen met het kreng want ze kennen geen rood, bloedend vlees meer. Ze eten hier alleen kattenkorrels en gekookt vlees om niet de aandrang te krijgen toeristen tussen hun boterham te willen leggen. De dieren die hier momenteel zitten kunnen dus ook nooit meer terug in de natuur uitgezet worden want als die in ’t wild een prooi zouden vangen dan zouden die waarschijnlijk met hun buit in hun muil bij de keukenmonnik komen aanwandelen met de vraag : “Kunt u het hertje voor mij even koken alstublieft?” Maar ze moeten hier echt niet bang zijn dat ze een toerist aanvallen want ze staan allemaal zo vet dat er heus geen toeristje meer zou bijkunnen.

    Rod was zeer onder de indruk van ons fruit-“mandje” en nadat we alweer de papieren ondertekend hadden waarin we de verantwoordelijkheid over mogelijke ongevallen op ons nemen nam hij ons samen met nog twee andere bezoekers mee naar de tempel. Fijn dat we maar met een heel klein groepje zouden zijn.

    Na een flinke reeks trappen kwamen we in de volledig open tempelzaal midden in 't bos. Ze was afgeboord door een breed terras met een mooie balustrade van zuiltjes. In het park rond de voet van de tempel zagen we alle ongevaarlijke geadopteerde dieren vrij rondlopen en grazen. Pastoraal tafereel bij de monniken. Ze kwamen net uit hun harde bedjes, wreven hun oogjes uit, krabden zich eens genoeglijk en begonnen aan hun ochtendrituelen.



    Met slaapoogjes de kleding in orde maken en een fris emmertje regenwater tappen.

    Terwijl een twaalftal oranjegeklede monniken geruisloos de zaal ingeschuifeld kwamen met hun bedelnappen onder hun arm mochten wij de vier kleintjes van 3 maand oud, die waar we gisteren al mee gespeeld hadden, hun papfles geven.

             
      
    Ondertussen werden aan de andere zijde de tijgers van een formaat groter naar boven geleid en één voor één vastgebonden aan de zuilen van de zaal of aan de balustrade.



    De monniken kregen als eersten hun ontbijt zittend op hun verhoogje voor het altaar vol boedhabeelden… een breedbeeld tv en... een geraamte in een glazen kast. Ze konden verorberen wat ze die ochtend vroeg bijeen gebedeld hadden en natuurlijk de inhoud van onze fruitmand die ik nog had aangevuld met croissantjes en flesjes mierzoet drinken die ik in onze picknickdoos van 't hotel gevonden had. De abt had alvast de flesjes drank aangeslagen en naast zijn etenskom gezet.



    Het altaar.



    Het ontbijtgerief van de monikken.



    Monnik gluurt alvast eens in zijn bedelpot om te zien wat de pot schaft deze ochtend.



    Om die mannen ongestoord te laten eten rolden de trainers een tapijt tussen ons vieren uit en kwamen ze aandragen met 3 baby-tijgertjes van amper drie weken oud! Die kleintjes worden dagelijks een uur van de moeder weggehaald om ze aan mensen te laten wennen maar ook om het vierde kleintje uit het nest - een nakomertje dat amper levensvatbaar was - de kans te geven zijn mama helemaal voor zich alleen te hebben en hem ongestoord te laten drinken in de hoop dat hij het toch zal halen…

    Het eerste wat mijn baby deed was me onderplassen. Ik trek kattenpis aan. Dat moet iets met mijn karma te maken hebben, nu weet ik 't wel zeker.





    Zelfs zo'n klein tijgertje is een zwaar beestje, ge doet er niet mee wat ge wils, als ’t niet met zijn goesting is om op de schoot te zitten dan zal 't niet gebeuren ook niet. Brullen dat die al kunnen!!! Daar kan onze Phineas nog iets van leren, van volume en van toonhoogte, heu, -laagte. Zo'n sonoor grommetje weergalmt door heel de tempelzaal.
     


    Voor kattenliefhebbers als wij zijn dit goddelijke momenten...



    Na hun maaltijd leidde de abt een gebed in, er was ons voordien nadrukkelijk opgedragen om op dat moment op te houden met wat we ook bezig waren tot het bidden stopte. Dus lieten wij de baby's gerust, plooiden onze benen netjes onder ons, vouwden onze handen en zaten daar in stilte te genieten van de zeer speciale sfeer… Een twaalftal oranje monniken die hoog in een tempelzaal in een forest monastery omringd door ongeveer evenveel tijgers in de schuin invallende stralen van het eerste zonlicht dat door de bomen valt zitten te prevelen... Magische momenten.
    Eén van onze baby's vond dat stilzitten maar niks en begon luidkeels te protesteren, maar geen van ons vier durfde natuurlijk te bewegen... Eén van de monniken keek eens zwaar verstoord (en weinig boedhistisch) in onze richting en dan is er iemand van ons dat kleintje toch maar beginnen aaien zodat het zweeg.

    Terwijl de monikken hun bedelnappen gingen uitwassen was het onze beurt om te ontbijten. Al het eten stond op een lange tafel achter in de tempelzaal, we kregen heel grote blikken borden, in vakjes ingedeeld, waarop we de rijst, allerlei visgerechten, fruit en cake konden leggen. Rod plukte netjes de croissantjes van uit mijn offermand van de tafel. Onze offergave werd dus blijkbaar door iedereen gesmaakt waaruit ik alvast concludeerde dat de goden ons vandaag wel goed gezind zullen zijn en wij zelf niet als ontbijt voor een tijger zulllen dienen.

    We gingen met onze borden terug op de grond zitten bij onze baby's. Ze bleven rustig tussen ons in soezelen en deden zelfs niet eens moeite om in onze reuzeborden te gaan neuzen en er eten uit te pikken. Heel wat anders dan onze katten thuis. Eten met baby-tijgers is veel rustiger dan lunchen met zes volwassen katten. Alhoewel er maar een paar toeristen aanwezig waren zaten we toch met vele tientallen mensen op de tempelvloer te schransen. Het is onvoorstelbaar hoeveel personeel hier werkt. Of althans onbetaald “liefhebbert”…

    Na ons ontbijt mochten we in alle rust de tijgers fotograferen. Ze lagen op het terras palend aan de tempelzaal te kijken naar de grazende dieren beneden. Zo mooi van kleuren… oranje pijen tussen bruin-gele tijgers in ’t warme zonlicht op een teakhoutenvloer…
    Sommige monniken speelden en plaagden de tijgers terwijl ze hun ontbijtresten afruimden, ze knuffelden ze, trokken aan hun oren, gaven ze restjes uit de hand te eten. Kortom ze behandelden de dieren zoals mensen met hun geliefde hond omgaan. De vier kleuters hadden wij bij 't binnenkomen al pap gegeven en die werden nu tegelijk met de drie zuigelingetjes terug naar hun kooien gebracht.



    Meer foto's op :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/ThailandHoofdstuk6Deel1OchtendInTijgertempel?authkey=Gv1sRgCK6W04_h8o_0FA#


    Deel 2 : "Wàs mijn gat niet te dik in deze broek?"



    Het afdalen van de trap van de tempelzaal na het ontbijt.



    Samen met de grote dieren wandelden we de trap af richting park en eindelijk mochten wij ze zelf bij de leiband nemen! Nu niet dat dat zo eenvoudig is want 't zijn verdorie flinke beesten (als ze op hun achterpoten staan zijn ze even groot als een mens sommige zelfs groter!) en daar doet ge niet mee wat ge wilt. De mijne besloot zijn klauwen te gaan scherpen aan een boompje, en tja, dat is dan maar zo, ge kunt daar aan trekken zoveel ge wilt, als de tijger niet wil voortstappen wil hij niet. Het was een heel zot ventje dus hij wou ook nog even klimmen, gelukkig niet helemaal tot boven want we hadden daar anders schoon gehangen als twee volrijpe vruchten.



    We kwamen samen met de trainers en de tijgers aan hun nieuwe zwembad, een bouwwerk dat ge met een decor uit een Zoo zou kunnen vergelijken, het bestond uit  vier in mekaar overvloeiende waterpartijen op verschillende niveaus. (Er zijn hier enorme bouwwerken aan de gang om er een heel groot tijgerpark van te maken om later dieren terug in ’t wild te kunnen uitzetten. Vandaar dat er ook serieuze financiële bijdragen aan 't publiek gevraagd worden.)





    Het tijgerzwembad met de drie watervallen.

    De 7 puber-tijgers waren dolgelukkig dat ze in 't water mochten gaan spelen. Er lagen ballen, matten, zakken, planken, kokosnoten, kortom speelgoed genoeg.
    't Was prachtig om zien hoe die beesten met mekaar stoeiden en in 't water plonsden. Toen er werd gevraagd of er soms iemand in 't water wilde stappen om mee te spelen zat ik natuurlijk nog sneller in die vijverkes dan dat ik "ikke!!!" had kunnen roepen. 't Was dan misschien niet “zwemmen met de tijgers” maar toch al “pootjebaden”. Althans het begon als pootjebaden.

    De drie frèle Thaise trainsters leerden me dat ik er altijd voor moest zorgen dat mijn rug gedekt was en dat ik ze allemaal in 't vizier had. Zeven stuks, begin er maar aan... En dat als ik met iets zwaaide en ze maakten aanstalten op me te springen dat ik het stuk speelgoed snel naast mijn lichaam moest zwieren - zo'n beetje als een toreador - om ze van mijn lijf af te leiden.
    Ik ben dan met een lange sliert kletsnat badtapijt beginnen zwieren en ze vonden het zalig om dat te pakken en daar in te bijten. Het is echt zoals met poezen spelen, alleen moet ge veel voorzichtiger zijn en al uw kracht gebruiken. En op tijd los weten te laten, want ge kunt toch niet winnen. Het was echt een feest, die beesten renden door dat water, sprongen op mekaar, dartelen om mijn vod heen, grepen er naar, trokken er aan,... Alleen de vod opzij zwieren als het gevaarlijk werd was moeilijk omdat die drie Thaise kippen probeerden om steeds naast me te staan. Ik kon mijn tapijt niet opzij zwieren zonder die tijgers op die meisjes te laten belanden, dat was dus een dilemma. Ik kreeg hen maar niet aan ’t verstand gebracht dat ze me de ruimte moesten geven en minstens één zijkant van me vrij moesten laten zodat ik kon wegspringen of mijn speeltje weg zwieren. Zinloos. En maar giechelen en kakelen en kwetteren en in de weg lopen. Ze vonden het wel heel plezant dat ik zo goed meespeelde en niet bang bleek.











    "Die is van mij! Van mij!!! Van MIJ!!!"

    Meestal was ik met één of twee tijgers tegelijk aan 't spelen om 't overzichtelijk te houden, maar plots bleken ze allemaal ineens zin te krijgen in mijn zwierende lap en vlogen ze totaal onverwacht met zijn vijven op me af. Ik kreeg de kans niet mijn mat weg te zwieren zonder de meisjes in een lastig parket te brengen, dus liet ik mijn speeltje vallen maar kreeg op die manier wel al die tijgers over me heen. De Thaise wichten gilden, iedereen sprong naar die tijgers om ze van me af te halen, eentje beet in mijn been, een andere in mijn achterwerk, ik verloor mijn evenwicht, (want die mannen zijn dus echt zwaar zélfs in verhouding met mij), en plots lag ik in 't water en werd het toch een klein beetje "zwemmen met de tijgers".



    "Mannekes alstublieft niet allemaal tegelijk!!!"





    En daar ging mijn broek...

    Nu ik toch zo goed als helemaal nat was, en mijn broek kapotgebeten, werd het helemaal plezant want nu moest ik voor niets meer voorzichtig zijn. Ik voelde mij als een vis in ’t water. En Paul maar roepen : “Ga eens weg uit de volle zon en kijk eens naar mij voor een fotootje als ge wilt.” Dat is natuurlijk een beetje lastig als ge tegelijk 7 van die beesten moet in de gaten houden en zien dat ge geen drie Thaikes vertrappeld... Dus de foto’s zijn jammer genoeg niet heel goed wegens een zeer ongelijkmatige belichting en een veel te drukke achtergrond.



    "Watte? Gij mij bijten!?
    Dan ikke u eens een saluatie met een kletsnatte vod tegen uwe snuit geven!
    Doe ik met mijn katten thuis ook."

    Op de duur was ik een tijger met een natte vod over zijn kop aan 't zwieren, heerlijk vond hij dat! Verfrissend denk ik. Ikzelf was ook dolgelukkig, ik denk dat ze mij honderd meter verder nog hoorden kraaien van plezier. Ik had niet eens gemerkt dat de andere bezoekers niet mee gespeeld hadden omdat ik wel heel geconcentreerd moest blijven want ik stond vrij onzeker in dat water omdat ge de bodem van die poeltjes niet ziet en de zijwanden zijn dan ook nog bezet met scherpe rotsen dus ge moet zien dat als ge valt ge daar zeker niet op terecht komt. Paul was ook niet mee in 't water gegaan maar die bleek alles gefilmd te hebben. Fijn, dan kan ik later eens zien wat er nu juist gebeurd is want de overrompeling was nogal snel gegaan. Tijgers zijn toch iets sneller dan gedacht.

    Toen ik – enigszins verfomfaaid – uit het water stapte hoorde ik de Amerikaanse bezoeker vol ontzag tegen Paul mompelen : "Your wife is the bravest woman I've ever seen. Of course also the craziest."
    De moedigste, de gekste, allemaal goed voor mijn part, maar één ding weet ik zeker : beslist de gelukkigste want ik had net iets mogen beleven wat zelfs circuskinderen nog niet meemaken.
    De trainsters vroegen naderhand of ik geen zin had er te komen werken, jammer genoeg moet ge wel onder de 50 zijn om er een tijd als vrijwilliger mee te draaien. Het omgaan met die dieren en het verzorgen zou ik geweldig vinden, en misschien zou het fotograferen van de toeristen bij de dieren me ook wel liggen, en uitleg geven ook, maar leven als een monnik trekt me al minder aan en dat is toch een van de voorwaarden om hier te mogen komen werken. Trouwens elke dag tussen toeristen zitten, nee, ik ben al heel blij dat ik deze halve dag heb kunnen beleven. Ik zal me thuis wel met mijn katten amuseren, die hun beten en krabben zijn trouwens kleiner.

    Wil je een tijgerstripverhaal zien van deze dag? Welkom in het album van vandaag op
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/ThailandHoofdstuk6Deel2SpelenInDeTijgerwatervallen?authkey=Gv1sRgCLKdpbPK4uXUmwE#


    Deel 3 : Wassen en plassen.

    De tijgers die zich een half uur een kriek hadden geamuseerd werden uit het water gelokt en toen mochten we hen gaan wassen. Maar dat was een beetje nep. Ze werden aan de tralies van hun hokken gebonden en dan was het de bedoeling dat we ze inzeepten als honden. De mijne zag het niet zitten en werd agressief dus kreeg ik een andere. Die bleef heel mooi zitten toen ik zijn nekske en rugske inzeepte en masseerde, hij ging zelfs op zijn achterpoten staan maar dat was blijkbaar niet de bedoeling. Daarna mochten we ze met de tuinslang afspuiten, ook heel plezant, wel voorzichtig zijn voor de oogskes natuurlijk. En de tandjes.



    "Ah ja! Lekker! Nog! Nóg!!!Nóóóóg!!!"



    Deze tijgerwasser probeert krampachtig zijn voeten droog te houden...



    Voor deze tijgerwasser had het allemaal niet zoveel belang meer.

    Ze zijn misschien wel echt braaf en tam door ’t wild ravotten maar toch ook door 't vele eten want toen we ze stukken gekookte kip mochten voeren wilden ze ze niet eens opeten.

    Van ’t tijgerkes wassen was ik nog een beetje natter geworden maar toen we met de volwassen tijgers naar de canyon wandelden (de echt héle grote) was 't zo heet dat ik binnen de 10 minuten droog was. Het is indrukwekkend om zo'n reuzebeest aan een leiband te houden. Die mocht ik wel niet alleen vasthouden, de trainer had ook nog een ketting in zijn handen. Dus daar mee rondstappen was wel meer voor de show, de tijger kende zijn weg naar de canyon, wist dat hij daar ging mogen zwemmen (daar was ook een grote vijver) en vervolgde gemoedelijk zijn weg, of er nu twee mensen aan hem aanhingen of niet. Paul mocht de zijne wel alleen aan de lijn voortleiden. Maar ja, die is dan nog wel 20 kilo steviger dan ik. Bij deze dieren mochten we ook niet vóór hen lopen, alleen gelijk met hun achterhand. Die voorzichtigheid was best te begrijpen want een volwassen tijger is echt een reusachtig groot en zwaar beest.



    Twee flinke jongens! Helemaal alleen op pad...

    Achteraan de canyon waar we gisterennamiddag voor de foto's poseerden ligt een grote vijver in tweeën gesplitst door een eilandje. Dat was het doel van deze wandeling en dat wisten die tijgers maar al te goed. De grootste jongens verlangden naar hun dagelijks badje en begonnen flink aan de leiband te trekken.

    In de canyon werden ze eerst alle zes vastgemaakt aan bomen of ringen in de grond terwijl wij braaf moesten wachten. Vervolgens moesten wij op een rijtje achter Rod tussen hen door laveren, tot wij werden opgesloten in een inderhaast opgesteld vierkant hekwerkje met een oude parasol om ons wat schaduw te geven. Dat veiligheidskooitje kunt ge best vergelijken met een Belgisch nadarhekje, alleen iets minder stevig. Het had iets van uzelf tegen een raketaanval proberen te beschermen met een parapluke...



    Het veiligheidshekje met de groene paraplu in de canyon net voor de zwempoel.

    Eens wij als kippen in dat rennetje stonden werden de tijgers losgemaakt en mochten ze in 't water gaan spelen. Wat er toen volgde heb ik nog nooit gezien.


    Deel 4 : Kijken als kippen naar een tijger.

    Die beesten renden naar het water, sprongen er met gigantische plonzen in en speelden als jonge katten met mekaar! Ze vlogen op mekaar af, ze klauwden, likten, sleurden mekaar voort, duwden mekaar kopje onder! Soms waren ze met zijn zessen tegelijk aan 't stoeien en spoot het water als fonteinen in 't rond, ge wist niet meer van wie welke kop of staart was. Ze sprongen over het eilandje om daar weer op de rug van een collega te landen die zich omdraaide en vrolijk met zijn broer in de aflap ging.









    "Maar maar maar toch! Hebben ze u een beetje nat gemaakt?
    Kom hier schat, ik zal uw pels drooglikken.."

    Af en toe werden ze zo speels dat ze uit de vijver renden en de canyons in schoten, dan volgde er een hoop herrie omdat de begeleiders - gewapend met eenvoudige stokjes van een meter lang - die reuzebeesten terug naar die vijver moesten krijgen. En wij stonden daar middenin die chaos in een gammel rennetje dat tot aan onze buik kwam… 't Was echt hilarisch. Maar ze zullen wel weten waar ze mee bezig zijn want er zijn nog nooit noemenswaardige ongelukken gebeurd. Op die buffel na dan.



    Wij in ons rennetje...
    Achteraf bezien was dat waarschijnlijk niet eens als veiligheidsmaatregel bedoeld
    maar meer om ons netjes bij mekaar te houden.
    Het personeel wou zichzelf waarschijnlijk beveiligen tegen onze mogelijke zotte kuren...



    Met vereende krachten - en hun stokskes - proberen ze de tijgers terug
    het water in te drijven...




    Maar net als katten... maken ze er graag een spelletje van...



    "Nee, op de rotsen klimmen mag niet, vooruit terug 't water in!
    Pas op want ik ben tot de tanden gewapend, ik heb een héle dikke stok vast hé!"






    Na de zwempartij werd heel de bende terug verzameld en vastgeketend, wij werden verlost uit ons rennetje en dat werd tegelijk gedemonteerd. Toen wij de canyon verlieten, werden de beesten losgemaakt en wandelden we met zijn allen weer naar boven. Na hun ochtendlijke work-out gingen de tijgers in hun kooien hun kippenlunch krijgen zodat ze in de namiddag - lekker loom en volgevreten - gingen liggen soezen en de toeristen veilig konden poseren met hun grote slapende koppen op hun schoot…



    Eventjes heel de bende terug aan de ketting leggen...



    "Jawèl. Toch wèl. Gij zúlt hier even wachten tot de toeristen uit hun rennetje verlost zijn."



    Onderweg naar hun lunch.



    Een flinke jongen likt liefdevol de hand van Rod.



    Een andere zachtmoedige kostganger van de tempel.

    Om half één zat onze tijgerdag er op. We mochten de rest van de dag ook blijven als we wilden maar dat had geen zin want nu kwamen de grote hopen toeristen en dat hadden we de vorige dag al meegemaakt. Ik bewaarde liever de goede herinneringen van vanmorgen.
    Aangezien ik wel enkele krabbetjes op mijn armen had en paar beten op mijn benen, die ondertussen blauw aan ‘t verkleuren waren en waarvan er eentje toch wel een klein beetje open lag,  wou ik alles eens grondig ontsmetten. Dat doe ik thuis met kattenwondjes uiteindelijk ook dus een mens moet uit euforie niet zorgeloos worden.
    In 't park was er, ongelofelijk maar waar, niets desinfecterends te krijgen dus verwezen de trainsters me naar het loketje aan de ingang waar ik de EHBO-doos kon gaan vragen. Dus ga ik weer naar die norse madam, laat een paar beten zien, het wicht doet teken langs de zijkant te komen, schuift de deur van 't bureeltje 30cm open en steekt daar een piepklein doosje met ontsmettingspullen door! En dat was het dan... ik kon mij gewoon buiten in volle zon staan ontsmetten... Van service gesproken... Zoiets stuit me tegen de borst. Ik wil best veel geld betalen voor zo’n unieke en prachtige ervaring, zeker omdat ge er die dieren mee steunt en er later misschien terug in de natuur kunnen uitgezet worden waar heel de natuur mee gediend is (want ze kweken hier toch als konijnen), maar waarom kan er dan niet een beetje beleefdheid en vriendelijkheid tegenover hun klanten af? Of is dat nog de ex-zelfstandige in mij die zich roert? Zouden ze hier dan zo gedesillusioneerd zijn in mensen? Of zijn de Thaise vrijwilligers die hier werken dan niet gelukkig? Ik krijg er geen hoogte van. De Westerse volunteers schenen toch best happy te zijn, zij gingen trouwens ook heel anders met de dieren om, veel respectvoller en liever, maar ook véél voorzichtiger.

    Ik weet nog altijd niet goed hoe ik tegenover heel deze tijgerkwekerij sta. Tijgers met halsbanden die gekookte kippen eten… Maar later ooit misschien jonge tijgers die kunnen uitgezet worden en van hun vrijheid genieten... Dit gedoe is misschien allemaal niet natuurlijk maar is het niet beter dan binnenkort helemáál geen tijgers meer? Het is ook niet zo dat de dieren, zoals vroeger in de circusssen het geval was, verplicht worden om kunstjes te doen. Zelfs wetenschappelijke onderzoekers laten ze hier niet toe. Geen geëxperimenteer met hun tijgers. De dieren leven ook comfortabel, hun kooien zijn heel ruim en ontzettend proper en ze worden dagelijks uitgelaten om te spelen en te zwemmen. Het geeft allemaal veel stof om over na te denken. Maar van stof gesproken…

    …Zo is dus mijn goede oude reisbroek, die met die heel veel zakken, die zo praktisch was dat Haricot er zelfs zijn eigen apart nestje in had, aan haar einde gekomen... In flardjes gebeten door een paar tijgers... Geef toe, dat is toch echt wel een waardig einde voor een broek die al zoveel meegemaakt heeft? Ik heb haar nog niet weggegooid, ze ligt nog achter in de auto. Maar mezelf kennende moet ik toch écht wel oppassen dat ze niet de weg van mijn geliefde slaapsokken op gaat...

    Moe maar gelukkig, en in andere kleren, togen we weer op pad.

    Voor de échte liefhebbers... meer foto's van deze ochtend vindt je in mijn album op :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/ThailandHoofdstuk6Deel3En4TijgertjesEnTijgers?authkey=Gv1sRgCIHhi-Lp_tq31QE#


    Deel 5 : De hel in het paradijs.



    Eierenkraam. Vooral niet tegen stoten.



    Nepgeld om aan de overledenen te bezorgen door het te verbranden in de tempel.







    Van tijgers temmen krijgt ge honger. Op een markje op zoek gegaan naar wat lekkers maar er lag niets wat niet onder de vliegen zat en onze smaakpapillen in vervoering bracht. Maar geen nood want zelfs in de middle of nowhere vindt ge hier 7/Eleven-supermarktjes en zo geraakten we weer aan een redelijke lunch van boterhammekes die we heerlijk in de vrije natuur konden gaan opeten. Na onze picknick, in het al iets zachtere licht van de namiddag, besloten we het museum van de Dodenspoorweg aan Hellfire Pass te gaan bezoeken.
    Voor iemand van mijn leeftijd, die de tweede wereldoorlog niet heeft meegemaakt, is het misschien vreemd dat ik zo gefascineerd ben door het onderwerp maar door er al verscheidene documentaires van op National Geographic te zien heeft de eindeloze droefheid van de zaken die zich hier hebben afgespeeld me tot in het hart geraakt. 



    Het was een uiterst verzorgde tentoonstelling waar voornamelijk oudere toeristen op afkwamen, misschien wel mensen die een familielid verloren waren aan bij de bouw van dit vreselijke project. Ontroerende herinneringen zoals dagboeken, gereedschappen, zeldzame persoonlijke spullen van mannen lagen er mooi uitgestald in glazen kasten rond een maquette van de het bergland met de spoorweg. Buiten, er op het einde van een houten vlonder, was een sereen monumentje opgericht voor de 120.000 doden die de aanleg van het spoor tussen Bangkok en Rangoon destijds geëist heeft. Echt een monumentje met een ziel. Het kijkt eindeloos uit over de vallei en de mooie bergen.



    Maquette van het terrein met de loop van de Kwai waarnaast de spoorweg ligt.



    Een eetlepel, een portefeuille, een pijpje, een dagboek...
    Ontelbare tranen moeten er al voor dit toonkastje gevallen zijn...



    Het Peace Vessel monument.



    Op de steile rotshelling waren eindeloze trappen en houten loopbruggen aangelegd om het ook voor oudere mensen mogelijk te maken Hellfire Pass te bereiken. Desalniettemin was het een hele klus.

    Ge kunt nog steeds een deel van de spoorbaan volgen, soms liggen de oude  treinbielzen er nog, maar meestal zijn ze weg. Het pad dat destijds door de dwangarbeiders in de bergwand gedynamiteerd werd is nu een herdenkings-wandelweg geworden en het leidt door de nauwe doorgang (een trein breed) van Hellfire Pass waar de gevangenen dag en nacht de rots moesten uithakken en bielzen leggen in 't licht van flakkerende lantaarns.



    Hellfire Pass waar ondertussen een flinke boom in gegroeid is.





    Een bloemetje van hoop... gevallen van een jungle flower boom.
    Zo'n bloemen moeten die mannen hier destijds ook gevonden hebben.
    Hopelijk heeft het in hun gruwelijke leven een straaltje schoonheid gebracht...




    Men schat dat elke dwarsbalk die gelegd is een leven heeft geëist van ofwel een krijgsgevangene ofwel een Thaise arbeider die naar deze helleplek was gelokt met een werkaanbieding. Het is een heel mooie plek maar emotioneel zwaar beladen. Het lijkt of het geleden verdriet nog steeds in de stilte van de kloof dwaalt, hoe mooi en zonnig ze ook is.
    Wij stapten een uurtje bergop en bergaf in de late namiddagzon en we waren al doodop, dan kunt ge denken hoe het moet geweest zijn voor die gemartelde, ondervoede, zieke mannen die 16 uur per dag moesten werken in een temperatuur van 37° of meer, zowel in 't droog seizoen als in 't regenseizoen, jaren aan een stuk... Die gruwel is onbeschrijflijk.



    Een herdenkingsplek naast de spoorlijn...


    Deel 6 : Een boedha met een uitzicht.



    Aapjes in het struikgewas onderweg naar Tham Krasae.
    (Ik denk dat zijn moeder hem "Kuifje" noemt...")





    Het stationnetje van Tham Krasae.



    De Kwai die, tijdens een watersnood in 1974, ooit zo hoog gestaan heeft
    dat hij tot amper één meter onder de sporen stroomde!


    We toerden nog wat verder door de vallei en kwamen aan een klein stationnetje waar we over de sporen, die hier op hoge houten staketsels liggen (het lijken wel luciferbouwsels of kaartenhuizen!), konden wandelen. Twee dagen geleden waren we over deze spoorlijn gereden maar vanuit de trein gaf het toch een heel andere indruk dan dat je hier even aan de kant van het spoor kan zitten en de bouwwerken rustig kan bekijken. Diep naast ons stroomde de snelle Kwai en aan de andere kant bevond zich een grote, diepe grot in de rotswand die vol stond met mysterieuze altaartjes. Krasae Cave, een grot die in de tweede wereldoorlog als kamp voor de krijgsgevangenen die aan de spoorweg werkten gebruikt werd.



    De bronzen klok in Krasae Cave.



    Als altijd heel romantisch, een mooi boedhabeeld omringd door TL-buizen...



    Het beeldje van een Chinese godin kijkt uit over de spoorlijn.

    Een grote bronzen klok hing aan 't plafond tussen de stalactieten. Krasae Cave wordt blijkbaar nog veel gebruikt als gebedsplaats want het ligt er nog vol bloemenslingers en verse offergaven. Net toen ik diep in de grot doorgedrongen was hadden we weer geluk, plots klonk het "toet-toet" van de trein! Ik repte me terug naar het zonlicht van de ingang en daar konden we hem vlak voor onze voeten zien voorbijrijden over die houten staketsels! Schitterende beelden! Ik zou dit stuk van het treintraject eens dolgraag van de overkant van de rivier bekijken om zo die houten kunstwerken eens beter te kunnen bezien. Wat moeten die sukkelaars destijds afgezien hebben om zoiets te kunnen bouwen. Hoeveel mannen moeten hier tijdens ’t werk in ’t water gevallen zijn en de kracht niet meer gehad hebben om tegen de stroming van de Kwai te vechten en hulpeloos verdronken zijn?









    Zicht vanuit Krasae Cave.





    We hadden daarnet in 't museum nog een filmpje gezien over die tijd en daarom konden we ons alles nog veel beter inbeelden. Thuis toch nog eens naar "The Bridge on the River Kwai" kijken, hoewel dat natuurlijk een zwaar geromantiseerde film is. De ontplofte brug uit die film lag zelfs niet eens over de Kwai maar over een zijrivier vlak voor haar monding in de Kwai.
    Ondertussen weet ik ook waarom ge de naam als "kwee" moet uitspreken en niet "kwai", het laatste woord betekent buffel in het Thai.



    Van buffels gesproken, het werd stilaan tijd voor de olifantenwasbeurt die er gisterenavond overgeschoten was. We reden naar het kamp en daar bleken alle olifanten reeds binnengepakt te zijn, op vier na die gereserveerd waren. Ik vermoed dat elke mahout zijn eigen dier 's avonds mee naar zijn huis neemt. Er kwam alleszins geen ritje uit de bus, laat staan een bad. Ik was bereid om mijn gekke droom maar op te bergen en hoopte over een paar dagen in 't noorden misschien nog een kans te krijgen, maar Paul geeft zo rap niet op, die bestelde aan de man een olifant voor morgenvroeg. Ik zag het niet zitten om dan weer 80 kilometer extra in de verkeerde richting te moeten gaan rijden op een reisdag waar we er toch al 350 voor de boeg hebben maar Paul argumenteerde dat de wegen hier zo goed zijn dat we toch geen tijd tekort komen en inderdaad  autorijden is hier echt nog een plezier. Iets wat een Belg zich nog maar moeilijk kan herinneren... met een auto rijden als ontspanning... waar is de tijd?





    "En jongen, zoudt gij morgen eens grondig door mij willen gewassen worden?"
    "Yes, yés, yéééés madam!!!"
    "Nee mahout, ik was niet tegen u aan 't spreken! Ik had het tegen de olifant."



    Ja, mijn olifant heeft er een goed oog in...

    's Avonds onze auto uitgeladen, (ongelofelijk hoeveel rommel van lege drankflessen en voedselverpakkingen wij op een dag bijeengespaard krijgen! Om van de souvenirs en trouvailles voor de beren nog te zwijgen...), want morgen moet hij helemaal leeg zijn om de bagage er in te krijgen. Vanavond was 't dan nog “de groten inpak” ook. Niet mijn meest geliefde moment… Zo’n tijdverlies, al die rommel in zakken en valiezen steken om het in de volgende bestemming er toch weer uit te moeten peuteren. Gelukkig neem ik altijd veel extra grote zakken mee zodat vanaf nu alles goed verdeeld is en we makkelijk alles terug vinden zonder de bagage waar al het snorkelgerief in zit nutteloos te moeten openen.

    Maar wat vanavond wél meeviel was het eten! Gisteren lag er bij 't afruimen meer op Paul zijn bord dan bij 't opdienen. De helft van zijn soep bestond uit oneetbare taaie wortels en vezelige kruiden en vandaag was in dezelfde soep alles netjes doorgekookt en lekker. Waarschijnlijk is de kok terug van vakantie. Jammer, net nu wij hier wegmoeten. Maar de apen van Lop Buri roepen me... Oh! Misschien willen ze wel gewassen worden?!



    En ja natúúrlijk waren 4 van mijn kleine fotomodellen ook mee op reis!
    Irma mag op zo'n reizen niet mee wegens de te vuile avonturen, en haar te kwetsbare pels,
    maar zonder mijn beren vertrek ik niet. Ook hún reisverhaal moest geschreven worden.
    Maar dat ziet er toch wel heel anders uit dan het mijne...


    Meer foto's van de aapjes, de markt, Hell Fire Pass en Tham Krasae kan je vinden in mijn album op :
    http://picasaweb.google.be/laathi.webalbums/ThailandHoofdstuk6Deel6HellFirePass?authkey=Gv1sRgCIvO3eTs4KTBfg#




    >

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs