Woensdag, 28 januari 2009.
Le Charme, Sukhothai.
11. We maken van ons gat ne steen.
Vanmorgen ging ik ze leren degelijke spiegeleieren bakken, niet zo'n snottig smoske met uitgelopen eigelen, maar een mooie, ordelijke 'sunny side up'. 't Moet niet altijd Paul zijn die het missioneringswerk doet. Ik dacht het eens origineel en opvoedkundig aan te pakken - niet door mondelinge overbrenging, ze snappen zelfs het woord "egg" niet - maar door te tekenen. Ik tekende in mijn schrijfboekske dus een koppel spiegeleieren... Het bovenaanzicht van twee spiegeleieren... En ik stak dat argeloos met een brede glimlach onder het garçonneke zijn neus... Ge had dat ventje moeten zien kijken! En een seconde later hadt ge míj moeten zien kijken toen ik mij plots realiseerde wat ik weer had aangevangen... Goed dat ik een vrouw ben want als een man deze stoot had uitgehaald had hij zeker een Thais madammeke geserveerd gekregen als ontbijt.
Na een stevig maaltje stonden we opnieuw klaar in de startblokken met onze poep in de witte talk, onze armen onder de zonnecrème en ons nieuw ochtendlied op de lippen :
Olifanten die schijten...
Tijgers die bijten...
Ge kunt 't ze niet verwijten.
Maar toeristen die bleiten
Omdat hun gat begint te slijten...
Awel, dát zijn flauwe geiten.
Dus hebben we van ons hart, en ons achterwerk, een steen gemaakt en zijn we terug zo'n rot-veloke gaan huren. Alle andere lichaamsdelen vinden het fietsen heerlijk en onze poep mag in de loop van volgende dagen nog genoeg in een zachte jeepzetel zitten dus die heeft het referendum verloren.
De keuze van de fiets verliep ook iets vlotter dan gisteren mits de nodige dreigementen langs mijn kant dat ik anders met een half uur voorsprong zou vertrekken en hij me niet meer zou terug vinden. Het ijzeren mandje werd aan Paul zijn exemplaar gevezen en weg waren we!

Wat Phra Si Mahathat



Eerst zijn we opnieuw naar de Wat Phra Si Mahathat gefietst om daar de Boeddhabeelden met hun snuiten in het oosterlicht te zien glunderen. Mooi! Hoewel er heel veel geroofd en vernield is en veel weggevoerd naar musea in Bangkok. Vandaag was het op die site wel druk want er was een grote kudde kinderen op schoolreis. Door de Aziatische toeristen werden we schuchter en giechelend gevraagd of we mee op hun foto wilden staan. Vervolgens wil natuurlijk élke Japanner van dat groepje een foto met ons. Ge zijt dan wel efkes bezig. De schoolkinderen vroegen geen foto's - die namen ze wel stiekem met hun gsm - zij kwamen bedelen voor interviews en om onze namen op papiertjes in te vullen. Vol goede wil begint ge daaraan maar als ge 30 keer uw naam en nationaliteit hebt opgeschreven komt dat wel uw strot uit. Voor Paul is 't misschien een goeie oefening maar mij zegt beroemd worden maar niks, ik ben er vrolijk fluitend vanonder gefietst. BV worden is zeker niet mijn ding, dat kost teveel tijd.


En maar handtekeningen zetten...
Een verkoopstertje (haar kraam bestond uit de twee manden die ze met een lange stok over haar schouders droeg) had een tros bananen en een pakje jackfruit liggen. Ik zag daar een gezondere lunch in dan alweer gebakken kip, dus kochten we haar fruit en reden een kilometer verder naar 't eetbarakje met de plastic stoelen. Het was nog steeds gesloten maar de buurvrouw stond er, voor we goed en wel neer zaten (op een andere stoel dan die van gisteren vanzelfsprekend) en zonder iets te vragen, al met een colake voor mij en een pintje voor Paul. Dat wist ze duidelijk nog van gisteren en ze wou duidelijk niets aan 't toeval overlaten zodat haar nieuwe vaste klanten toch zeker niet van lunchadres zouden veranderen. De menukaart hebben we niet opengeslagen want we hadden ons fruit bij. Ge zou het in België allemaal eens moeten proberen, uw bananen gaan opeten op een terras! En deze lieve vrouw was al lang content dat we naar haar terug gekomen waren om ons drinken te kopen. Wat is 't leven toch gemakkelijk als ge snel tevreden zijt.


Offergaven...

De offergaven verdringen mekaar, het lijkt soms meer op een rommelmarktje.

Maar sommige gelovigen beperken zich niet tot plastic beeldjes... Ze vlechten de mooiste offergaven uit planten en bloemen. Echte kunstwerkjes!
Deel 2 : Per paling naar de hemel.
Om tijdens de grootste hitte van de dag even binnen te zijn reden we naar 't museum. We hoopten ons daar een uurtje in airco te kunnen wentelen. Niks was minder waar. Het was er om te puffen en ze waren er dan nog in aan 't werken ook... Droge wolken stof plakten zich vast in het zweet ons aanschijns. Niet te doen. We hadden tot overmaat van ramp aan de ingang onze fototas in een locker moeten steken, dus fotograferen kon ook al niet
Het is dan ook een vrij kernachtig bezoek geworden (hoewel er veel te zien was). Na een uur stonden we mottig terug buiten en waren we dolblij dat we op onze fietsjes konden springen en de wind weer langs onze lijven voelden spelen.
We zijn gewoon kriskras en zonder vooropgezet doel de ruïnes blijven doorkruisen. Zo kwamen we plots uit aan een heel mooi nieuw standbeeld van een oude koning, Ramkamhaeng. Hun Hendrik Conscience, hij leerde zijn volk lezen, 't is te zeggen : hij vond het alfabet uit. Maar hij heeft het de sukkelaars niet makkelijk gemaakt want zij hebben meer dan 50 letters om over de diverse toonhoogten bij de uitspraak nog te zwijgen. Al een chance dat onze Boudewijn ons niet 't alfabet bezorgd heeft anders hadden wij ook een 27ste letter : de oew. Van "Oewwaarde landghenoten...".

Koning Ramkamhaeng.

Eén van de eerste geschriften. Zwaar schrijfboekske wel...
In de brede laan voor dat standbeeld was een ware Scherpenheuvel-nederzetting. In het eerste kraam (nu ja, "kraam", het had dak noch muren) stonden een paar rekken met plastic zakken die levende vissen bevatten. Maar niet alleen vissen, ook kikkers, palingen, zelfs grote waterschildpadden hingen daar in de zon! In zon zakske lagen meerdere dieren te zieltogen en te wriemelen in minder dan een liter water. De bedoeling was zo'n zak te kopen en dan de dieren terug in de vijver te kieperen, ze aldus te "bevrijden" om "verdienste te verkrijgen" (een aflaat te versieren dus). Dieren bevrijden is iets dat veel merit opbrengt. Jammer genoeg moest alles weer met gebaren duidelijk gemaakt worden zodanig dat ik mijn prangendste vraag niet gesteld kreeg : "De sukkelaar die elke dag de dieren vangt... Hoe zit het daarmee? Die moet dan toch elke dag zijn hel in plaats van zijn hemel verdienen? En hoe geraakt die mens van al zijn slecht karma terug vanaf? Moet die dan, voor al die gevangen vissen en kikkers, ergens op de duur als Wiedergutmachung een heel olifantenkamp gaan leeghalen en bevrijden? Of hoe zit dat dan?... Vanzelfsprekend komt ge dit met gebarentaal allemaal niet te weten.
Maar waar ik persé een antwoord op wou hebben is wat er 's avonds met die dieren in die zakskes gebeurde als de madammen opkraamden en naar huis gingen. Gelukkig kreeg ik dat na een hele pantomime wèl te weten. De niet verkochte koopwaar werd gewoon terug in de vijver gekieperd en de volgende ochtend vingen ze ze wel terug. Tja, op die manier kunt ge de Boeddhistische cirkel van "life is misery" wel in gang houden natuurlijk...


Het kraam daarnaast had een grote gong staan waarop ge geacht werd fors te kloppen om geluk te verkrijgen. Dat is onschuldig vertier, dus aan zo'n Vlaamse Kermis doe ik graag mee. Er stond ook een kom met een soort van lottoballetjes met nummers, ge moest blindelings grabbelen en dan uw cijfer aflezen en in de bakskes op zoek gaan naar het overeenkomstig papierke om uw toekomst af te lezen.
Ik met mijn nummerke 6 naar 't bakske, maar 't stond er alleen in 't Thai en 't Chinees op
Een madam naast mij wou graag helpen, las mijn epistel gedurende een paar minuten aandachtig door, knikte en zei "Good." Persoonlijk vond ik dat wel een heel kernachtige vertaling van wat in t Chinees toch wel een zin of 10 was. Paul liet zijn briefke lezen en ze knikte evenzeer en mompelde ook "Good." We zullen dus een andere vertaler moeten zoeken als we ooit willen te weten komen wat het lot nu weer voor ons in petto heeft. Want ik zou nu toch wel heel graag weten of, als mijn menopauzale zoon binnenkort geboren wordt, zijn opvolger een dochter of weer een zoon gaat zijn, dan weet ik of ik mijn eerstgeborene zijn babykleertjes moet bijhouden.


Ik denk dat dit Boeddhatje destijds met een héél hoog stemmetje sprak...


Omdat we gisteren het platteland zo betoverend vonden zijn we terug een van de vier stadspoorten uitgereden en weer door de veldjes en weiden beginnen fietsen. Tussen de buffels, de lieve honden die zo parmantig midden op de baan liggen te slapen (en me altijd zo aan mijn poezen doen denken), de vechthanen gekoesterd onder hun grote ronde rieten manden, de ganzen in de plassen, de kippen op de boomtakken... alweer op zoek naar Khmerresten en koeienvlaaien.
Die boerderijen op pootjes zijn toch zo mooi. Niemand heeft kasten, alles ligt op schabben en de kleren worden buiten onder een afdak op een koord bewaard. Soms op kapstokken, anders gewoon over een draad gedrapeerd. Zo blijft de kleding lekker luchtig en wordt ze niet klam. Iedereen kan op deze manier wel zien hoe uitgebreid uw garderobe is. De pikante lingeriesetjes zullen ergens onder een struikske hangen denk ik.

"Mijn huis staat op stelten" heeft hier direct een heel andere betekenis...

Deel 3 : "Au Bon Marché" in de pampa's.

Sobere boerderijtjes op stelten. Maar wél altijd met de dikke pick-up-truck voor de deur.

En tussen die huisjes... overal ruïnes. (Ik bedoel dus wel degelijk die twee dingen op de zijkanten van de foto.)
Op de duur waren we wel op zoek naar zéér verlaten, en uiterst geïsoleerd gelegen, Khmerrestjes want Paul kreeg plots diarree. Misschien was mijn fruitdieet van 's middags toch niet zo'n goed idee geweest?... Een beetje later dreigde ook ik van mijn sokken en mijn fiets te vallen en daardoor viel ineens onze euro dat wij normaal per dag toch wel een liter of vijf, zes drinken en nu met onze fietskes kochten wij in 't park af en toe een flesje water maar hier op de buiten hadden we dat niet gedaan. Dus reden wij met onze laatste krachten en compleet suzelut zo snel mogelijk terug naar de bewoonde wereld waar we enkele winkeltjes gezien hadden om aan de hoognodige vloeistof te geraken.

We hielden halt bij een prachtige zaak. Onderaan palen met daartussen de klassieke rommel en veestapel, maar op de eerste verdieping van het reusachtige teakhouten huis een enorm overdekt terras met als reling een zitbank en daarachter wat ge zou kunnen noemen "de oermoeder van de supermarkten".
Volledig open bevonden zich daar rekken met snoep, drinken, eten, zeep, borstels, koord, en alle andere mogelijke huishoudelijke producten. Als ge iets verder in de duisternis doordrong (de winkel was makkelijk 20 meter diep) stondt ge ineens in een kapsalon. Een plaatsje van nog geen twee vierkante meter, maar alles was aanwezig tot en met de ouderwetse haardroogkap op wieltjes. De kast daarnaast bleek de dorpsapotheek. De zijwanden van de zaak bestonden uit glazen kasten vol kussens en beddegoed, achteraan stond de toonbank van de stoffenafdeling vredig naast de uitstalling van de serviezen. Middenin de winkel, tegen een muur, bevond zich open en bloot het bed van de eigenares met aan t voeteneind haar tv. Au Bon Marché in de pampa's. Subliem.

De slaap"kamer".

De coiffeur- en apotheekafdeling.

Even betalen voor al het lekkers en snel weer verder!
We hebben (alweer zonder woorden) één en ander genomen om te knabbelen en te drinken en ons op haar veranda geïnstalleerd, waar de eigenares bij onze aankomst trouwens knus lag te slapen. Na wat vloeistoffen en noten binnengeschrokt te hebben voelden we ons al een stuk beter, we betaalden het feestje en fietsten vrolijk verder door de landelijke omgeving. Voor we t wisten was t alweer hoog tijd om snel door t park te crossen om nog net op tijd onze fietsen terug te bezorgen. Time flies when youre having fun.

Niet alle boeddhabeelden op 't platteland zijn, heu, echte "meesterwerken". Ik denk dat dit "de heilige van de humoristen" is. Of de boeddha tot wie men bidt als men "gezichtverlies" geleden heeft.
Veiligheidshalve ben ik bij de 7/Eleven een paar tonijn-sandwiches en yoghurt (er zitten hier nog volledige en heel lekkere aardbeien in!) gaan kopen want ik ben echt niet van plan voor de derde keer op rij een onvergetelijk pikante curry voor mijn neus te laten zetten en onherroepelijk voorbij te laten gaan wegens oneetbaar.
Voor 't slapengaan een babbeltje gedaan met de intelligente receptioniste en toen bleek dat dit hotel een zusterhotel heeft in de steden Lampang én Pai! Geweldig want daar gaan we allebei naartoe en we hadden daar nog geen slaapplaats. Ze was zo lief om onmiddellijk de bijhuizen te bellen en zo konden we via de foto's op haar computer ineens onze kamers kiezen in de volgende hotels! Een ongelooflijk comfortabele situatie en we kregen alweer ongevraagd korting. Ofwel moeten wij er echt als armoezaaiers uit beginnen zien ofwel zijn deze mensen krampachtig op zoek naar klanten. En ik die gedacht had dat rondreizen in Noord-Thailand moeizaam ging gaan, het gaat er hier haast even efficiënt aan toe als in de USA, en alleszins veel vriendelijker.
Maar we hopen toch in stilte dat hun zusterhotels hun matrassen bij een ander beddenbedrijf ingekocht hebben. En dat de kok geen broer van den deze is...

Enkele van de tientallen vechtvissen, elk in een apart bokaaltje aan de receptie. De dieren leven normaal in de kleine hoeveelheden water die in de rijstvelden blijven staan. Vandaar dat ze gewoon zijn om in kleine ruimtes te overleven en ze in kleine potjes bewaard worden. Zogezegd zouden ze zich niet happy voelen in een grotere ruimte... Toch blijf ik 't maar zielig vinden.
|