Dinsdag 27 januari 2009.
Le Charme, Sukhothai.
Hoofdstuk 10.
Deel 1 : "Is mijn gat niet te dik voor deze fiets?"
Het hotel bleek muisstil, de kamer zelf iets minder. De ijskast, de boiler, de airco van de buren,
alles zong zijn eigen liedje. Gelukkig konden we veel apparaten gewoon uittrekken. Maar het bed is een steen, misschien uit een zachte steensoort maar toch, al waren we wel zo moe dat we als een blok op onze steen in slaap zijn gevallen.
Nadat we ze vanmorgen eerst fatsoenlijke eieren hadden leren bakken was het zalig om voor de eerste keer midden in een wijde, open tuin te zitten ontbijten in volle zon.

Eigenlijk toch wel chance dat ik die apenbeet alleen zelf zie als ik op een foto sta...
Aan de receptie stonden onze huurfietsen klaar maar dat was niet direct wat we verwacht hadden. Helemaal geen sportieve dingetjes, wel van die oude bommafietsen. Paul ging er op zitten en zijn fiets bleek een platte achterband te hebben
"Bike is no good. The tyre is flat."
"Is no fláááááááát! Is you heavyyyyyyyyyyy."
Uiteindelijk bleek ook mijn fiets plat te staan (ik ben natuurlijk ondertussen ook vrij heavy) en hebben we de bomma's bij de receptioniste gelaten, zijn in onze superauto gestapt en zelf in 't dorp een fietsenverhuurder gaan zoeken. Keuze genoeg. Honderden fietskes stonden op ons te wachten, maar ik wou er eentje met een mandje voorop zodat Paul onze zware fototas niet over zijn schouder moest hangen in deze gloeiende hitte. Jammer genoeg zijn van al de fietsjes op politiebevel de manden afgevezen. De toeristen lieten er hun spullen te achteloos in rondslingeren en er werd veel gestolen. Desalniettemin heb ik toch nog met veel palaberen zo'n mand weten te versieren en ze gingen ze op een fiets vijzen. Maar op de welke?...
Voor Paul was er geen enkele goed genoeg, proefrit na proefrit bleef hij terugkeren met het slechte nieuws dat dit geen velo was maar een grasmachine. Ik kon hem niet van het idee afbrengen dat we hier echt geen koersfiets gingen vinden en dat het halfslachtige mini-fietsje het ultieme rijtuig van hier was. Na er in geslaagd te zijn hem te overtuigen dat we niet de Mont Ventoux gingen beklimmen maar gewoon een beetje in 't zonneke tussen wat tempelruïnes dwalen en meer afstappen dan rijden, kon hij zich neerleggen bij het zevende fietske dat hij probeerde. De mand werd erop gevezen en we konden eindelijk vertrekken. Ondertussen was er een busje Nederlanders aangekomen die nu vanzelfsprekend óók zon mandje op hun rijwiel wilden
Arme fietsenverhuurder, Paul als klant krijgen
Er zijn makkelijker manieren om uw dag te beginnen.

Het werd reuze plezant! Ik ga niet al die namen van tempels proberen op te schrijven want er zijn er weinig met minder dan vijfdelige namen, ik zou dan zinnen krijgen als : en we reden van de tempel van koning Mahathammaracha de vierde naar die van koning Borommatrailokanat van Ayuthaya. Geef toe, geen boeiende lectuur, zeker als ge niet zelf door de ruïnes kunt slenteren. Mij maakt het ook weinig uit wie wat gebouwd heeft, mij gaat het veel meer om te sfeer, 't lekker fietsen in de zon en achter elk bosje een nieuwe Khmer-rest te ontdekken.



Ik vond alle restjes stuk voor stuk de moeite om te bezien en er rond te cirkelen, zowel de kleine als de gigantisch grote. Wat Sorasak, een klein tempeltje, stond op een sokkel waar grote olifanten uit de stenen te voorschijn stapten, andere veel grotere tempels lagen op eilanden omringd door vierkante slotgrachten. Eerst reed ik nog braaf op de weg maar al snel ben ik overgeschakeld naar pure cross-country. Oh, ginder staat er nog eentje, stuur omdraaien en er recht op af, boebbeldeboebbel door 't gras. Zalig! Voor heel mijn lichaam behalve mijn achterste...

Wat Sorasak op zijn olifantensokkel.

Maquette van Sukhothai in het visitor center.

Eén van de enorme grachten.
Het oude Sukhothai is maar liefst 70 vierkante kilometer groot en er liggen werkelijk overal gerestaureerde en nog half overgroeide ruïnes. De Boeddhakes lachen u van alle kanten toe, gesteld dat ze nog een kop hebben. De Khmertempels zijn de mooiste omdat die bekroond zijn door hoge torens in de vorm van maïskolven en versierd met vele kleine beeldjes en bas-reliëfs.
Hier kwamen we enkele schoolreizen en een boel Aziatische toeristen tegen maar weeral haast geen Westerlingen, honderden huurfietsen stonden in 't park werkloos in hun stallingen te wachten. Fijn.
Maar van fietsen krijgt ge, onder andere, honger...
Deel 2 : Gebeten door... een stoel!
Op de middag reden we naar 't centrum van 't park om aan de souvenir- en eetstalletjes iets te gaan knabbelen. Dolblij een klant te zien probeerden de restaurateurs ons van mekaar af te snoepen maar al fietsend zijn we natuurlijk moeilijk te pakken. Tenandere, ik had een strak omlijnd doel en daar gingen we niet van afwijken. Ons achterwerk had ons duidelijk gemaakt dat het de rest van de dag dienst ging weigeren als het tijdens de lunch niet in een stoel die naam waardig werd gezet. Dus al de barakskes met houten banken (de ene al oncomfortabeler als de andere) en die met verzamelde melkkrukjes rond lage tafeltjes vielen al uit de gratie. Opeens viel mijn oog op enkele plastic stoelen die helemaal achteraan voor een gesloten barak stonden! Ik zat nog niet neer of ik kreeg al een menukaart van een nabijgelegen tentje in de hand, onmiddellijk werd een ventilator aangesleurd en binnen 't kwartier stond er 1 verkeerd gerecht op onze tafel, 1 bord met gefrituurde stukjes kip en een bord met iets wat met een klein beetje fantasie voor frieten kon doorgaan. Een groot succes dus. Althans tot ik na de maaltijd plots op pijnlijke wijze ontdekte dat de plastic zitting van de stoel gebarsten bleek
Ik stond recht, de scheur in het plastic sloot zich terug aaneen, de zitting kneep zich vast in mijn bil, ik slaakte een kreet van een gewonde tijger... Ik kreeg die verrekte stoel alleen maar van mijn zitvlak geplukt door terug te gaan zitten, zodat de scheur zich weer opende en haar tanden loste. Geloof me, zon flinterdunne reep geplet vel doet al even gemeen pijn als een apentandenafdruk in uw armen. Gebeten door een terrasstoel begot. Het moet mij toch weer gebeuren. En mijn billen waren al zo gehavend...
Na de lunch wilden we het hoogtepunt van het park, de Wat Phra Si Mahathat, gaan doorwandelen, een kanjer van een ruïne, jammer genoeg lagen de beelden in tegenlicht dus komen we deze tempel morgen best eens terug bekijken.

Wat Phra Si Mahathat.



Enkele fietsminuten later vonden we in een smalle, strakke vihara een meer dan 10 meter hoge zittende Boeddha. Het tempeltje had iets van reuze schouw met een kleine ingang, als ge binnenkomt staat ge boenk aan de voeten van dat reusachtig beeld. Ook deze hadden de gelovigen proberen vol te wrijven met bladgoud, maar ook hier kleefden de blaadjes niet goed. De reuzehanden van de Boeddha waren schilferig van 't goud en minuscule goudvelletjes dwarrelden omhoog aangetrokken door het open dak boven het beeld. Een magisch zicht... dwarrelend goud rond een stenen Boeddha.
In de muren van de tempel was een smalle trapgang van 45cm breed uitgewerkt, zodanig dat de priester destijds stiekum door de dikke muren tot aan het hoofd van het beeld kon klimmen, naast dat hoofd waren uitsparingen - een soort brede schietgaten - en daardoor kon de Boeddha dan zogezegd "spreken". Net dezelfde truk als diegene die ze in Egypte uithaalden. Bedrog is van alle landen, alle tijden, alle culturen, alle godsdiensten.

Boeddha's gezicht is zichtbaar door de driehoekige ingang...


Van dichtbij kan je niet anders dan omhoog kijken...

Of hem een handje geven...

Niet eenvoudig om te fotograferen... zo'n grote jongen in zo'n nauw tempeltje...
Deel 3 : "Nine million bicycles... maar geen goei..."

De mooiste tempel van de dag was een met drie torens in maïskolfvorm. Hij lag daar te schitteren in 't zachte avondlicht tussen eeuwenoude bomen en vijvers. Niet alleen de vorm was prachtig maar ook de basreliëfs waren nog in vrij goede staat. Heelder stripverhalen stonden rond zijn torens gebeeldhouwd...







Buiten de driedubbele stadsomwalling van Sukhothai - twee muren, drie brede grachten - begint plots het platteland. Heerlijk is het om daar te fietsen! Rijden tussen de boerenerven vol kippen en hanen die onder de houten huizen op palen rondscharrelen, langs mensen die hun velden bewerken en tussen dat alles resten van de oude stad ontdekken! Stukken van forest monasteries, tempeltjes, alles ligt hier door mekaar in opgegraven ofwel half-opgegraven vorm en soms zelfs al opnieuw overgroeid. Ge kunt u hier nog een klein beetje ontdekkingsreiziger wanen.
Uit volle borst Katie Melua nazingend van "There are 9 million bicycles in Beijing,... maar geen goei. Want ons gat is nu van steen... en we klagen steen en been... maar naar alweer een oude steen... rijden we toch altijd nog heen..." Het was op den duur een lied van 20 coupletten of meer.



Bij zonsondergang waren we nog lustig bezig met fietsen, zingen en fotograferen (moeilijke combinatie wel) in 't park en we moesten plots nog een flink sprintje trekken om nog op tijd buiten te geraken. Het was zo betoverend mooi dat we alweer de tijd vergeten waren. Ons zitvlak niet natuurlijk maar dat negeerden we gemakshalve.
Vandaag zijn we dan toch twee Belgen tegengekomen die hier ook met een auto rondbollen, maar die hebben wel een heel druk programma, die zijn aan zo'n recordpoging bezig van Thailand in 14 dagen zoals Paul oorspronkelijk ook van plan was, die sukkels leggen enorme afstanden af en zien niks. Wij hebben twee dagen en drie nachten uitgetrokken voor Sukhothai en zij lappen dat op amper één namiddag af en dat is jammer want het is hier echt plezant als ge 't wat rustig aan doet.
's Avonds bleek dat het Belgisch koppel ook in ons hotel logeerde, en nog een derde! Oók met een huurauto, maar die pakten het helemaal relax aan, die bleven overal zolang ze er zin in hadden want ze trokken toch sowieso vijf weken rond. Zalig. Vreemd toch dat het vooral Belgen zijn die hier zelf rondrijden, is dat omdat wij in België als automobilist zo doodgetreiterd worden dat wij betere oorden gaan opzoeken om eens vrolijk in 't rond te kunnen rijden? Of is het omdat wij thuis zo bangelijk getraind worden om op 700 dingen tegelijk te letten op de baan dat wij geen weg of land nog te moeilijk berijdbaar vinden?
Bij 't diner was mijn curry weer zo godsgruwelijk pikant dat ik hem maar heb laten staan, mijn poepeke is al genoeg geteisterd van dat fietszadel dat ik de binnenkant van mijn achterwerk nu ook nog niet ga laten ruïneren.
En daarna legden zij hun ijzeren gat ten ruste op hun stenen bed. Reizen is altijd een heel klein beetje lijden. Maar 't vooruitzicht is goed want morgen is er weer een dagje "Angkor Wat voor Beginners".