Rond de jaren 1500 waren heel wat renaissancekunstenaars op zoek naar technieken
om voorwerpen en taferelen in perspectief te tekenen.
De bovenstaande houtsnede is van de hand van Albrecht Dürer
die als grafisch kunstenaar pionierswerk leverde op het vlak van het perspectieftekenen.
Uiteraard vonden ook heel wat wiskundigen hierin inspiratie
om meetkundige stellingen op papier te zetten.
Eén van de mooiste stellingen over het centrale perspectief
is de zogenaamde STELLING VAN DESARGUES (1641).
Als de verbindingslijnen van de paren overeenkomstige hoekpunten
van twee driehoeken door één punt gaan (de perspectrix),
dan liggen de snijpunten van de paren overeenkomstige zijlijnen
van de twee driehoeken op één rechte (de perspector).
De stelling staat hieronder visueel voorgesteld op figuur 1:
als AA', BB' en CC' door één punt O gaan
dan liggen de punten P (snijpunt van AB en A'B'),
Q (snijpunt van BC en B'C') en R (snijpunt van AC en A'C')
op eenzelfde rechte lijn.
Voor deze stelling bestaat een verrassend mooi 'bewijs op zicht'.
Het volstaat namelijk de hele situatie driedimensionaal te bekijken.
Dat bewijs zie je dan op figuur 2,
waar men de driezijdige piramide met top O en grondvlak bepaald door A', B' en C'
doorsnijdt met het vlak bepaald door A, B en C.
De rechte door P, Q en R is dan de snijlijn van dat vlak met het grondvlak van de piramide.
Meer uitleg en een 3D-veralgemening staan vermeld in het artikel in bijlage
dat verscheen in het tijdschrift Pythagoras in april 2006.