Zoeken in blog

De Karmelieten en andere kloosterorden
  • Karmel
  • Cisterciënzers
  • Favoriete Restaurants
  • Hostellerie De Biek Moorsel
  • Hof de Merode Mechelen
  • De Mooie Molen Meldert
  • Mijn favorieten
  • Bouwkundige termen
  • {TITEL_VRIJE_ZONE}
    Zilverpassen

    28-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Tentoonstelling in KSMK Antwerpen 17 januari 2023
    Het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen (KMSKA) is het grootste kunstmuseum van Vlaanderen. Met absolute topwerken van de Vlaamse primitieven en de Antwerpse barok tot een omvangrijke verzameling moderne kunst met Rik Wouters, Henri De Braekeleer en René Magritte. Kroonjuweel is de grootste collectie van James Ensor ter wereld. 
    Het KMSKA bezit 8400 objecten waarvan 650 in de huidige tentoonstelling aanwezig zijn.


    Ontdek het museum aan de hand van de afbeeldingen genomen door Annemie Pas tijdens de rondleiding met als gids Marijke Vervloet.  
    Informatie en begeleide teksten komen uit de app van het KMSKA en fragmenten uit wikipedia.




    De kus Jef Lambeaux (1881)
    Bronzen sculptuur van 1m60 hoog en breed en 75 cm diep

    Aan het einde van de 19e eeuw was "De Kus" zeer controversieel vanwege de beweging, speelsheid en sensualiteit ervan, ongekend in de vroegere beeldhouwkunst. Lambeaux onthulde een gipsmodel gebaseerd op de Wereldtentoonstelling in Antwerpen in 1885 en later een bronzen versie voor het museum. Dit was ooit het eerste beeld dat door een museum werd aangekocht, en met de opbrengst van de verkoop en een beurs ging Lambeaux naar Italië om de werken van Michelangelo en Bernini te onderzoeken. Toen Vincent van Gogh het Antwerpse Academiemuseum bezocht, werd hij door het beeld geïnspireerd om meer naaktstudies te tekenen. Ook de Brabofontein op de Grote Markt van Antwerpen is van de hand van Lambeaux.  

     

    Antwerpen kroont zijn kunstenaars: schilders en bouwmeesters
      Nicaise De Keyser (1873)
    Nicaise De Keyser (1813-1887), een Vlaamse romantische schilder, werd geboren in Zandvliet en stierf in Antwerpen. Hij maakte vooral portretten en historische taferelen, en  De Keyserlei in Antwerpen werd naar hem genoemd. In 1861 en 1872 maakte de directeur een collectie van 15 schilderijen voor het trappenhuis, een speciaal ontworpen kunstwerk van 5 meter hoog en 13 meter breed. Het toonde de Maagd van Antwerpen met twee figuren aan haar voeten - de ene gekleed in gotische stijl en de andere in renaissancestijl. Rubens, met zwarte hoed en donkerrode kniebroek, en Antony Van Dijck staan ​​rechts, terwijl de Maagd een stadskroon en in haar rechterhand een lauwerkrans houdt, als symbool voor de erkenning van de Antwerpse school.   

     

    Heilige Lucas schildert Madonna Maerten de Vos (1602)
    Olieverf op paneel 270x217cm

    Dit kunstwerk sierde vroeger het altaar van de Sint-Lucasgilde in de Antwerpse kathedraal. Tijdens de beeldenstorm van 1566 werd het favoriete altaarstuk zwaar vernield. Het duurde bijna twee decennia voordat het zich een nieuw exemplaar kon beschrijven. Maria en het kindje Jezus worden afgebeeld in een grote ruimte met zuilen en nissen. De schilder, Sint Lucas, wordt voorgesteld door de os die naast hem staat. Hij heeft kwasten in zijn linkerhand en leunt met zijn rechterhand op een schilderstok, zodat zijn hand niet bevlekt raakt. Links bereidt een hulpje verf.

     

    Dromedarissen Christoph Coppens (2022)
     

    Aanbidding door de Koningen Peter Paul Rubens (1624-1625)
    Olieverf op paneel 447x336cm

     

    De Rubenszaal is de beroemdste en belangrijkste zaal van het museum. Wie hier nu binnenkomt, ziet in het midden een ronde bank waar twee dromedariskoppen uit steken. De bank is deel van de kinderspeurtocht ‘De Tien’ die is gemaakt door operamaker en beeldend kunstenaar Christophe Coppens (52). Coppens ging als kind al graag met zijn opa naar het KMSKA. In overleg met het museum koos hij tien details uit kunstwerken, die hij verbeeldde in vreemde sculpturen. Sommige van deze werken bewegen, maken geluiden of hebben lichteffecten. De Rubenszaal vond Coppens de grootste uitdaging. ‘Ik dacht: wat kan ik hier nou aan toevoegen?’ Uiteindelijk haalde hij een bank weg en paste die aan, zodat het lijkt ‘alsof de twee dromedarissen uit het schilderij van Rubens Aanbidding door de koningen, dat in dezelfde zaal hangt,  door de blender zijn gegaan’. Coppens werkte voor het maken van De Tien samen met de ateliers van operahuis de Munt in Brussel. De borduursels op deze dromedarissen werden speciaal voor Coppens gemaakt in een atelier in Mumbai. En ja, je mag eraan zitten en er zelfs óp zitten.


     

    Portret van een jongetje Johanes Fijt (1655)
    Olieverf op doek 136x103cm
     

    Vissersjongen Frans Hals (17de eeuw)
    Olieverf op doek 74x61cm
    Een jonge knaap staat in een open landschap en lijkt wat hautain en ongemakkelijk. Op zijn linkerzij zit een slechtvalk met een rode kap, en op zijn rechterheup zit een valkentas. Naast hem zitten twee jachthonden, een bruin-wit gespikkelde spioen en een windhond. Dit doet vermoeden dat het soort een aspirant-jager is. De achtergrond is een Antwerps stadsgezicht en men kan de Sint-Jacobskerk, de kerktoren en de voormalige Sint-Michielsabdij onderscheiden. Het is niet bevestigd wie de telg is, het zou een afstammeling kunnen zijn van de familie Baut de Rasmon van de familie Della Faille. Aanvankelijk werd aangenomen dat het  een meisje was, maar aan de hand van de kleding kan worden vastgesteld dat het een jongen is. De jongen draagt ​​een blauw damasten bovenkleed en heeft een blauwe riem met gele strikken eromheen. De jongen heeft eenvoudige linnen manchetten en de linkerhand is in een leren handschoen gestoken. Op het hoofd staat een witte muts met een schuine zwarte rand.  


    Frans Hals, een Nederlandse schilder, is wereldwijd bekend door zijn levendige schuttersstukken en groepsportretten van heersers en regenten in het Frans Hals Museum. Daarnaast was hij bekend om zijn levendige afbeeldingen van mensen uit alle lagen van de bevolking, kinderen en een groot aantal andere tijdgenoten. Zijn werken worden gekenmerkt door hun levendigheid en hij was zijn tijd ver vooruit door zijn schilderijen niet af te werken zoals al zijn tijdgenoten deden, maar juist te proberen het leven erin te houden. Pas in de 19de eeuw kreeg hij eindelijk bewonderaars, vooral onder de impressionisten.  





    De Bruiloftsdans Pieter Bruegel de Oudere (1566)
    Olieverf op hout 117,2x165,5cm

    De Dans der Bruid is een prachtig voorbeeld van Bruegel’s fascinatie voor het platteland en toont een wirwar van dansende boeren. Hun bewegingen worden versterkt door de ritmische compositie waarin vormen en kleuraccenten herhaald worden en ons oog rondleiden zonder het rust te gunnen. Het bruidspaar is in het centrum van de compositie afgebeeld. De bruid danst iets links van het midden. Ze is de enige zonder hoofddoek en draagt in haar losse haren een rode haarband. De man met wie ze danst is vermoedelijk niet de bruidegom. Deze is waarschijnlijk iets rechts van het midden weergegeven met een bruine broek, bruin hemd en een donkere mantel die correspondeert met de kleur van de jurk van de bruid. Aan zijn hoed zijn, net zichtbaar, witte nestels vastgemaakt, in de zestiende eeuw een typische bruiloftstooi. Ook de voorste doedelzak is voor de gelegenheid versierd met een nestel.




    Rokers Adriaen Brouwer & David Teniers (1633)
    Olieverf op paneel 29,8x52,4

    Teniers stamt uit een kunstenaarsfamilie. Hij is de zoon van David Teniers I en vader van David Teniers III. Hij trouwt met Anna Brueghel, een dochter van Jan Brueghel I. Teniers onderhoudt een goede relatie met Peter Paul Rubens en krijgt opdrachten van onder meer de Gentse bisschop Antonius Triest, stadhouder prins Frederik Hendrik van Oranje en Filips IV, koning van Spanje. Hij is de hofschilder van aartshertog Leopold Wilhelm en zijn werk wordt snel nagevolgd en gekopieerd. Rond 1630 vervaardigt hij genrestukken die zeer sterk verwant zijn met die van Adriaen Brouwer. Het zijn schilderijen met een satirisch karakter en personages in donkere, rokerige interieurs. Teniers maakt zelfs kopiëen van Brouwers werk, maar is nooit even snedig qua zeggingskracht of compositie.



     

    Heilige Hiëronymus Marinus van Reymerswale (1541)
    Olieverf op paneel 78x107cm

    Nog een deel van de kinderspeurtocht 'de Tien' door Christophe Coppens. Het is een detail in het kunstwerk 'De Heilige Hiëronymus van Bethlehem' door Marinus van Reymerswale.

     

                                      Groentemarkt Joachim Beuckelaer (1567)

    In 1567 schilderde Joachim Beuckelaer een van zijn beroemde markttaferelen: de Groentemarkt. Geïnspireerd door zijn leermeester Pieter Aertsen, die het genre introduceerde, werd Beuckelaer een meester in deze marktscènes met figuren die een overvloed aan etenswaren verkopen. Die zie je op de voorgrond, als een stilleven. Het is een seks-gerelateerd schilderij; de vrouw, omringd van verse groenten en fruit, wordt zeer begeerlijk voorgesteld.
    Het werk is onlangs volledig gerestaureerd. Het schilderij kampte met nogal wat problemen.  
    Het schilderij kwam in 1950 in de collectie van het KMSKA terecht. Het ging schuil onder een dikke en sterk verdonkerde laag vernis. Beuckelaers heldere kleuren waren nauwelijks nog zichtbaar. Uit het vooronderzoek bleek dat er op het verfoppervlak veel oude retouches en overschilderingen aanwezig waren. Bovendien was er een probleem met de hechting van de verf op de ondergrond. Om het werk voor de toekomst te behouden was een restauratie noodzakelijk.Wil je alles hierover weten bekijk dan deze pagina.

     

    Keizer Karel als kind Jan van Beers (1879)
    Olieverf op doek 139x149x3cm

    In augustus 1881 is Van Beers goed twee jaar aan het werk als schilder van de beau monde. Zelfverzekerd neemt hij met twee schilderijen deel aan de jaarlijkse Salon in Brussel. Het portretje Lily en De jacht La Sirene, een iets ambitieuzer werk met een vrouw die in een roeiboot geholpen wordt door een officier. Beide in zijn nieuwe stijl. En dan breekt de hel los. Drie critici menen onder de verflaag van beide schilderijen sporen te zien van de onderliggende foto. Schandalig! Hoe kan een schilder van grote historiestukken zich verlagen tot gewoon overschilderen, tot het niveau van ambachtsman? Hoe kan zo’n beloftevolle schilder zijn publiek zo bedotten? En waarom deed hij niet meer moeite om zijn trucs te verbergen? Waarom had hij sowieso fotografie gebruikt? Dit was toch geen voorbeeld voor nieuwe schilders ! De trotse kunstenaar doet zijn critici een voorstel: ze mogen de verflaag wegkrassen. Is de aanklacht bewezen, dan betaalt Van Beers een geldsom. Geen van de critici gaat in op het voorstel. Toch weet een onbekende op 3 september het hoofd van de vrouw op La Sirene weg te krassen. Allicht aangespoord door de polemiek die ondertussen niet alleen de kranten beheerst, maar ook vele kunsttijdschriften. Voor- en tegenstanders van het gebruik van fotografie in de schilderkunst roeren zich in heel Europa. En Van Beers? Die stelt snel een jury samen die het beslissende oordeel moet vellen. Acht mannen, waaronder Charles Verlat, docent aan de Antwerpse Academie, en twee professoren chemie en fotografie, vatten hun oordeel samen in lijvig rapport met als conclusie:
    1. Waar de verflaag weg is, zien de juryleden een ondertekening in inkt.
    2. De detailrijkdom van La Sirene is te groot om gewoon een overschilderde foto te zijn.
    3. Het schilderij heeft een formaat en verhoudingen die verschillen met die van foto’s.
    Samengevat: Jan Van Beers is een eerlijk man. Lucien Solvay van La Gazette, en één van de oorspronkelijke drie critici, is niet overtuigd. Hij acht het niet bewezen dat Van Beers geen foto gebruikte als referentiemateriaal, en die misschien over kalkeerde. Van Beers is het zat en daagt Solvay voor het gerecht voor eerroof. De rechter is duidelijk: wie tentoonstelt, stelt zich als vanzelf bloot aan kritiek. Lucien Solvay heeft volgens de rechtbank het recht om de methodes van Van Beers in vraag te stellen. Over eerroof kan Van Beers bovendien niet spreken, dankzij l’affaire Van Beers is hij van schilder in de marge tot ster gekatapulteerd.

     
     

    Onbescheiden Henriëtte Ronner-Knip (1897)
    Olieverf op doek 89x71cm

    Op het einde van de 19de eeuw komt de kat als huisdier steeds vaker voor in de salons van de welgestelde burgerij. Henriette Ronner Knip, Nederlandse dier schilderes in Brussel, volgde de nieuwe trend op de voet. Lieflijke tafereeltjes met speelse katten in fraaie decors werden haar handelsmerk. Henriette leerde het vak bij haar vader Josephus Augustus Knip (1777-1847), vooral bekend als schilder van landschappen. Hij raadde zijn dochter aan naar de natuur te werken en Henriëtte legde zich toe op het leven op en rond het boerenerf. In 1850 trouwde Henriette met Feico Ronner. Het paar verhuisde van Amsterdam naar Brussel, aangetrokken door het bruisende artistieke leven en de uitstekende mogelijkheden om tentoon te stellen en te verkopen. Henriette raakte geboeid door de talloze honden in het Brusselse straatbeeld en besloot zich te specialiseren in het schilderen van honden. Ze verbeeldde niet alleen trekhonden met volgeladen karretjes, maar portretteerde ook schoothondjes van chique dames. Omstreeks 1870 verlegde de kunstenares haar aandacht volledig en koos resoluut voor de kat als hoofdonderwerp. Ze werd de beste poezen schilderes van België en Nederland. Na veel oefening in het tekenen naar levende katten wist ze perfect hoe de diertjes natuurgetrouw weer te geven. Vaak liet Henriette de poezen model zitten in een speciaal voor haar ontworpen observatiemeubel, een glazen kast in Lodewijk XV stijl. Ze bereidde haar schilderijen zorgvuldig voor. Eerst schilderde ze het bijwerk en later plaatste ze de dieren erin. Ze heeft honderden poezen geschilderd, telkens in geestig bedachte composities, ravottend in rijke interieurs. Een regelmatig terugkerend thema is de moederkat met haar jongen. Onbescheiden is een mooi voorbeeld daarvan.  Het salonpubliek was dol op Henriettes katten tafereeltjes. In 1898 volgde het KMSKA de smaak van het ruime publiek en kocht tegen de verminderde prijs van 4.500 frank het schilderij aan voor zijn afdeling moderne kunst.

     

    De oude herberg "Het Loodshuis" in Antwerpen Henri de Braekeleer (1877)
    Olieverf op doek gemaroufleerd op paneel 83,5x112,5cm

    “Henri De Braekeleer schilderde vooral interieurs, waar meubels en accessoires belangrijker zijn dan karakters. Deze kunstenaar blonk noch door de verbeelding noch door het begrip van de compositie, maar hij had de rijke en levendige kleur van de oude Vlaamse school, en een wonderbaarlijke wetenschap van clair-obscur. " In 1904 schreef de Duitse kunstcriticus Richard Muther in de Belgische schilderkunst in de 19e eeuw : “Henri De Braekeleer werd een kunstenaar van hoge smaak. Zelfs vandaag zijn er in Brussel, zoals in Antwerpen, waar hij woonde, hele wijken die lijken te zijn langdurige overblijfselen uit het verleden, wijken waar geen paleizen en kazernes zijn om terug te keren, maar van smalle puntgevelhuizen, met steile trappen en krappe kamers, vol duisternis. Henri De Braekeleer verplaatste zich in deze stille wereld en zag daar dat het licht door de met lood omhulde kleine ramen naar binnen stroomde, net als in de tijd van Pieter de Hooch . Het doel van zijn activiteit was dan ook om de subtiele gradaties van dit licht weer te geven. Hij schildert onder meer de interieurs van oude stadhuizen. Het is noch het verleden, noch het heden. Dit is het moderne leven, gezien met het temperament van een de Hooch. 

     

    De Ijsselpoort in Ijsselstein Jan Weissenbruch (1852)
    Olieverf op doek 39x53cm
     
    Jan Weissenbruch werd geboren in Den Haag, in een eenvoudig gezin. Geen arme arbeiders, maar zeker ook geen welgestelden. In zijn jeugd volgde hij een opleiding aan de Haagse Academie. Net als zijn beroemde neef Jan Hendrik Weissenbruch rekent men hem tot de Haagse School. Dit was een groep kunstenaars in en rondom Den Haag, waarvan het werk zich kenmerkte door sombere kleuren en realistische onderwerpen. Weissenbruch biedt een venster naar het Nederland van de 19e eeuw. Zo'n 150 jaar geleden wandelde hij door het gebied rond Culemborg, Amersfoort, Leerdam, Rhenen en Haarlem en verbeeldde de stad zoals hij hem aantrof. Zo ook IJsselstein. De zee in IJsselstein? Misschien is de zee, ook in het hart van ons land, wel dichterbij dan je denkt. Veel rivieren waren tot diep in de 19e eeuw onder invloed van eb en vloed. Ook de Hollandse IJssel.

     

    Inscheping in Calais James Tissot (1883-1885)
    Olieverf op doek 140,5x97,5cm
    Dit werk maakt deel uit van een onafgewerkte serie 'L'étrangère' die op haar beurt thuishoort in het grote beeldverhaal van 'La femme à Paris'. Hierin werden vrouwen uit diverse milieus opgevoerd zoals winkeljuffrouwen, society dames, vrouwen uit de demi-monde, meisjes en circusacrobaten. Parisienne is men pas wanneer men in Parijs geboren en getogen is, men kan het niet worden. Ze is het toonbeeld van opperste elegantie lieflijk en opposant. Een vrouw daalt bij het verlaten van de boot de trappen af. Alle blikken zowel die van de toeschouwer als die van de zeemannen en arbeiders zijn op de Parisienne gericht, terwijl haar blik niets schijnt te ontmoeten. Haar kledij is volledig volgens de mode van de tijd. Waarschijnlijk inspireerde James Tissot zich voor de vrouwenfiguur op zijn overleden vriendin Kathleen Newton. Het schilderij doet denken aan het werk van de laat-impressionisten. Hiervan getuigen de dicht opgebrachte penseelstreken, de levendige kleuren en de weergaven van rijkelijke decoratieve elementen.





    Het water in Virginie Demont-Breton (19e eeuw)
    Olieverf op doek 182,1x122,5cm

    Virginie is de dochter van Jules Breton, realistische schilder en daarna naturalist  en Élodie de Vigne (zelf de dochter van een Belgische schilder)... Het is dan ook niet toevallig dat Virginie Breton schilderes werd op haar beurt. In 1877 verloofde ze zich met Adrien Demont, ook een schilder en geboren in Douai. Eenmaal getrouwd, vestigden ze zich in Wissant (gemeente Boulonnais) in de Villa du Typhonium, ontworpen door de architect Edmond de Vigne. Samen ontdekken ze de charmes van de Côte d'Opale. De kunstenares begint het dagelijkse leven van vissers te schilderen, vooral dat van hun vrouwen en kinderen. Degenen die hard werken terwijl ze angstig wachten op de terugkeer van hun echtgenoten. De twee kunstenaars zullen de school van Wissant creëren.



    Ida, het vissersmeisje aan de deur Jozef Israëls (1851)
    Olieverf op doek 75,5x59cm

    Jozef Israëls is van joodse afkomst. Voorstellingen van eenvoudige mensen, vooral uit het vissersleven van Zandvoort en Katwijk aan Zee zouden tot zijn roem leiden.

     

    Solidariteit George Minne (1898)
    Gips 67,3X67,9X28,1 cm 12,3kg
     


     In de jaren 1890 bewoog George Minne zich in progressieve kringen en kwam hij in aanraking met socialistisch en anarchistisch gedachtegoed. Hij raakte bevriend met invloedrijke figuren als Henry Van de Velde, Emile Verhaeren, Octave Maus en Edmond Picard, die allemaal actief waren in de Section d’art van het Brusselse Volkshuis, het cultuurhuis van de Belgische Werkliedenpartij (Parti Ouvrier Belge). In 1898 maakte Minne voor de partij een ontwerp voor een monument, Solidariteit, naar aanleiding van het plotselinge overlijden van de journalist en socialistische voorman Jean Volders. Het gedenkteken was het eerste project dat de kunstenaar concipieerde voor de publieke ruimte. We zien geen beeltenis van Volders zelf, wel van een ranke, schijnbaar uitgerekte naakte jongeling – sinds 1889 een van Minnes hoofdmotieven – die in dit kunstwerk in tweevoud voorkomt. Minnes leermeester, Charles Van der Stappen, noemde zijn leerling ooit ‘de beeldhouwer van het gebaar’. Door de specifieke focus op gebaren en poses lijken Minnes figuren altijd onder spanning te staan, zowel fysiek als psychisch. De twee jongemannen staan wijdbeens, met de voorarmen op elkaar, op de voorsteven van een schijnbaar zinkend schip. Het delicate evenwicht tussen de twee wordt geaccentueerd door de fragiele weergave van zowel de figuren als het bootje. Ondanks de precaire situatie waarin de mannen zich bevinden, overheerst hier toch een gevoel van balans. Dat moest van dit beeld een universeel symbool van de diepmenselijke nood aan broederschap, oprechte steun, hulp en solidariteit maken. Toch valt ook op dat er al bij al maar weinig diepgaande menselijke interactie is tussen de twee figuren. Zo grijpen zij zich niet met hun handen aan elkaar vast en kijken ze eerder uitdrukkingsloos naast elkaar. Het is onduidelijk of dat zichtbare gebrek aan menselijk contact een rol speelde, maar de werklieden partij keurde Minnes voorstel af. Het gipsen ontwerp voor het monument in de publieke ruimte, dat op ware grootte drie meter hoog was, werd door de kunstenaar vernietigd. Toch commercialiseerde Minne het basismotief. Zo werd een kleiner gipsmodel in 1898 tentoongesteld op de tentoonstelling Arts and Crafts in Den Haag, onder de titel Solidarité. Ook werden er versies in brons en marmer gecreëerd. Behalve dit bronzen beeld bezit het Koninklijk Museum voor Schone Kunsten Antwerpen een gipsmodel, dat in 1947 geschonken werd door Henry Van de Velde. Dat Minne belang hechtte aan het motief van twee elkaar ondersteunende figuren, blijkt uit de herhaling ervan in het eveneens nooit uitgevoerde Vredesmonument (ca. 1930-1931), dat we kennen dankzij ontwerpen. De ranke figuren en het fijngevoelige evenwicht ruimen daar plaats voor meer gespierde en starre personages, in een meer geometrische compositie. Minne maakte in de loop van de 20ste eeuw vaker varianten en pastiches van zijn eigen iconografische motieven.


     

    Een adder, een vampier, een raam
    Marcel Broodthaers (1974)
    Acrylverf op doek en koffer met acrylverf en sticker
     


    Dit werk van de Belgische conceptuele kunstenaar Marcel Broodthaers bestaat uit een koffer en een schilderij, met de tekst ‘Une vipère, un vampire, une vitre’, oftewel ‘een adder, een vampier, een raam’. Broodthaers is bekend geworden als beeldend kunstenaar, maar hij was van oorsprong dichter. Taal speelt een cruciale rol in zijn kunst; zijn werken bevatten niet alleen woorden, letters en cijfers, maar bestaan ook uit combinaties van taal, afbeelding en object. Dit is tevens het geval bij deze nieuwe aanwinst. De woorden ‘vipère’, ‘vampire’ en ‘vitre’ zijn voorbeelden van woorden met de letter V, die bovenaan het schilderij prijkt. In het werk is zelfs nog een vierde Franse V te ontdekken: een ‘koffer’ is in het Frans een ‘valise’. Het geheel lijkt op een schools abc-lesje, maar de betekenis van de woorden is minder onschuldig: een adder is in het Frans ook een lasteraar en een vampier is tevens een uitzuiger. Broodthaers verwerkt steeds cryptische verwijzingen en woordgrappen in zijn kunstwerken en geeft zijn bedoeling nooit zomaar bloot.  Broodthaers veel werk in oplage vervaardigd, terwijl dit een uniek werk is.  



    Landschap met touwtje springend meisje Salvador Dali (1936)
    Olieverf op doek 293x280 cm

    Dit drieluik maakte Dalí voor het huis van Edward James, de excentrieke Engelsman die hem financieel ondersteunde. Het meisje dat touwtje springt symboliseert een gelukkige jeugdherinnering. Dit motief herhaalt zich in de klok van de toren. De figuren rechts, waarvan één half skelet, zouden Dalí en zijn overleden oudere broer kunnen zijn, naar wie hij vernoemd is. Botten op de voorgrond, donkere, langgerekte schaduwen en dramatische wolken zorgen voor een dreigende sfeer. Dali schilderde niet de werkelijkheid maar dromen.


     

    Nog een deel van de kinderspeurtocht 'de Tien' door Christophe Coppens. Het is een detail in het kunstwerk ' De verzoeking van de Heilige Antonius' van Maerten de Vos
     

    De verzoeking van de heilige Antonius Maerten de Vos (1594)
    Olieverf op paneel 277,4x209cm


    Heilige Familie met de papegaai Peter Paul Rubens (1614-1633)
    Olieverf op paneel 164x190cm

    Als je goed kijkt, zie je het: oorspronkelijk was het paneel kleiner. Alleen Maria en Jesus Christus stonden er op. Later voegde Rubens de papegaai, wijnranken, een landschap en Jozef toe. Er zit veel symboliek in het werk. Zo verwijst de appel in Jezus Christus's rechterhand naar de eerste zonde van Adam en Eva. Zij plukten de verboden vrucht uit de boom van de kennis van goed en kwaad, tegen de wil van God.


    Madonna omringd door serafijnen en cherubijnen Jean Fouquet (1450)
    Olieverf op paneel 92x83,5cm

    De tronende Madonna houdt het Christuskind op haar knie. Ze is gekleed als een koningin, met een hermelijnen mantel en een kroon versierd met parels en edelstenen. Maria is omringd door twee soorten engelen, volgens de invloedrijke christelijke denker Pseudo-Dionysius de voornaamste hemelse wezens. De rode serafijnen waren de hoogste in rang. Ze zijn het talrijkst en staan het dichtst bij Maria, met hun handen op haar troon. De blauwe cherubijnen stonden op de tweede plaats in de hemelse hiërarchie. Zij bidden op de achtergrond. Het schilderij is het rechterpaneel van een tweeluik waarvan de andere helft zich in Berlijn bevindt. Daarop staan de opdrachtgever, Etienne Chevalier, en zijn patroonheilige, de heilige Stefanus, in een renaissancegebouw. Chevalier bidt terwijl Stefanus zijn hand op zijn rug legt. De twee panelen verwijzen naar elkaar: Chevalier richt zijn gebed naar het rechterluik en Christus wijst naar het linkerluik. Mogelijk reflecteert in de twee bollen links op Maria’s troon een raam van het gebouw op het linkse paneel. Het originele tweeluik werd in 1661 gedetailleerd beschreven. Rond beide panelen zat een blauwe lijst versierd met borduursels en medaillons in email. Slechts één medaillon is bewaard: hij toont een zelfportret van Jean Fouquet (Louvre, inv.nr. OA 56). De twee lijsten waren aan elkaar bevestigd met scharnieren, wat betekent dat de diptiek gesloten kon worden. In gesloten toestand was de waarschijnlijk beschilderde achterkant van het Berlijnse paneel te zien. Deze voorstelling is spoorloos, omdat de drager op een onbekend moment doormidden is gezaagd. De oorspronkelijke vorm suggereert dat de diptiek diende als altaarstuk. Dit strookt met het gegeven dat het schilderij hing in de Notre-Damekerk in Melun, waar opdrachtgever Chevalier een kapel had. Etienne Chevalier was de schatkistbewaarder van Karel VII van Frankrijk. Documenten over de opdracht zijn niet bewaard, maar een dendrochronologische en stilistische analyse suggereert dat het werk rond 1450 besteld werd bij Jean Fouquet, toentertijd Frankrijks belangrijkste kunstenaar en een uitzonderlijke schilder en miniaturist. Fouquet ontwierp de voorstelling van Madonna met serafijnen en cherubijnen waarschijnlijk niet voor Chevalier, maar voor Karel VII. Op röntgenopnames van zijn Portret van Karel VII, dat vóór het Antwerpse paneel geschilderd werd, is namelijk al een versie van de Madonna te zien. Het is niet duidelijk waarom Fouquet uiteindelijk besloot een portret van de koning over dit tafereel heen te schilderen. Er wordt verondersteld dat Chevalier na het zien van deze eerdere versie een herhaling bestelde. Een oude traditie wil dat de Madonnafiguur gebaseerd is op Agnes Sorel (1422-1450), een maîtresse van Karel VII die om haar schoonheid werd geroemd. Waarschijnlijk klopt deze overlevering. Fouquets Madonna lijkt op Sorels grafportret in Loches, de enige bewaard gebleven 15de-eeuwse afbeelding van haar. Bovendien lijkt ook Maria’s kledij aan Sorel te refereren. Normaal werd de Madonna afgebeeld in een gewaad, maar hier draagt ze een jurk met ontblote schouders. Sorel introduceerde dit type aan het Franse hof. Haar innovatieve en onthullende kledij trok de aandacht van zowel tegenstanders als bewonderaars. Men achtte het lang onverenigbaar dat Sorel de rol van Maria kreeg in een altaar voor Chevalier. Toch is dit niet noodzakelijk problematisch. Mogelijk bracht Chevalier met het werk een hommage aan Karel VII of aan Sorel zelf. Sorel en Chevalier waren geen onbekenden: hij was de executeur van haar testament. De Madonna omringd door serafijnen en cherubijnen is een van dé iconische werken van het KMSKA. De spierwitte Madonna en Christus, in combinatie met de roodblauwe kleuren van de engelen, bezorgen het schilderij een surreëel en tijdloos effect. Toch was het niet altijd geliefd. Dat blijkt onder andere uit de beslissing van de kerk van Melun om het werk te verkopen (1775). Toen Florent van Ertborn het enkele decennia later aankocht, raadde een bevriende specialist hem aan het in een donkere hoek te hangen. Nadat Van Ertborn het paneel in 1841 aan het museum had gelegateerd, werd er aanvankelijk amper over geschreven. Pas sinds de vroege 20ste eeuw groeide Fouquets Madonna uit tot een gelauwerd meesterwerk.


    Wil je meer weten over de Madonna van Fouquet ga dan naar deze pagina.

     

    Madonna bij de fontein Jan Van Eyck (1439)
    Olieverf op paneel 19x12cm

    Dit kleine schilderij hing niet in een kerk, maar bij iemand thuis. De kleine Jezus Christus slaat liefdevol zijn arm om Maria's hals. Alle bloemsoorten en ook de fontein staan symbool voor de heilige Maagd. Maria is de bron van het leven. Bijzonder is de originele lijst. Daarop lees je Van Eycks motto: 'Zo goed als ik kan'. Ook zijn naam en het jaartal staan er op.


     

     Give the People What they Want Marlene Dumas(1992)
    Olieverf op doek 40x30cm
      Marlene Dumas is een van Nederlands meest productieve en invloedrijke schilders. Dumas werkt veel met olie op canvas en inkt op papier. Haar werken zijn psychologisch geladen en onderzoeken thema's als seksualiteit, liefde, geweld, dood en schaamte. Vaak hebben haar werken ook een actuele, politieke betekenis. In haar vroege series werkt ze zowel met verf en inkt als met collage. Foto’s en krantenknipsels geven context aan de tekeningen. Vanaf het midden van de jaren tachtig concentreert Dumas zich op schilderen, in het bijzonder portretten. Naast beelden van zichzelf, haar dochter en vrienden, gebruikt Dumas ook foto’s uit kranten, tijdschriften of haar beeldarchief, soms van bekende mensen, onder wie Amy Winehouse, prinses Diana en Osama bin Laden. De foto’s dienen niet als basis voor een waarheidsgetrouw portret, maar om een figuratief beeld te creëren dat een emotionele toestand overbrengt. De portretten doen vaak unheimlich aan: de figuren hebben een haast doorzichtige, groen- of blauwachtige huid en hun lichamen nemen onnatuurlijke en soms expliciete seksuele poses aan.
     


    Faiting Desire Pathy Govaert 120x120cm

    Wonen in de golven en geen verblijfplaats hebben in de tijd.

    Pathy groeide op tussen kunstenaar en antiquair, daar begon haar passie voor kunst en design. Deze interesse heeft ze aangewakkerd door haar job als interior designer. Ze heeft een langdurige passie voor het visuele vakmanschap van zowel interieurontwerp, architectuur en kunst. Haar passie voor creatieve proces is dan ook cruciaal in het maken het haar kunst. Werken met eenvoudige geometrische vormen waarbij de visuele perceptie van een kleur wordt beïnvloed. Pathy precieze toepassing van kleur creëerde een spel van ruimte en diepte. Door haar kunst onderzoekt Pathy subtiele patronen die elk kunstwerk uniek en individueel maakt. Het doel is om unieke stukken te creëren die interieurs unieke maken.

     

    De drie koningen Herman Faes

    Herman, vroeger aannemer, revalideert na een volledige verlamming en maakt kunstwerken van oud werkmateriaal. Een soort recyclagekunst van vondsten dus, vandaar zijn artiestennaam vunst. Zijn instagram-pagina vunst_ instagram stond nog maar drie maanden online toen hij op 27 juli 2021 in twee uur tijd volledig verlamd geraakte. Myelitis transversa of een ontsteking van het ruggenmerg die bij Herman heel hoog zit. Niemand kan de oorzaak exact zeggen. Kwam het door het coronavaccin? Was er een andere reden?Dankzij de wedstrijd ‘De Nationale Expo’, van KMSKA, VRT en museumPASSmusées, staat Faes’ sculptuur nu al wekenlang in het KMSKA. Kunstenaars werd opgeroepen hun eigen interpretatie aan ‘Aanbidding door de koningen’ (1624) van Peter Paul Rubens, ee

    28-01-2023 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    27-01-2023
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vervolg tentoonstelling KMSKA
    Vervolg van de tentoongestelde werken

    The inflatable Adoration of the Magi van Gilles Tytgat

    Je hebt composities met klei, met verf of met glas, maar ook … met ballonnen! Leraar en amateurkunstenaar Gilles Tytgat plet sinds 2017 ballonnen tussen plexiglas en dat deed hij ook met het schilderij van Rubens. Ballonnen zijn voor hem een manier om moeilijke thema’s, zoals rouwen, op een kindvriendelijke manier te vertellen.

    “Het idee begon eigenlijk op een beurs van mijn klas. Een leerling gaf me nadien nog een transparante zak met versiering waarin ook wat lek gestoken ballonnen zaten. In de ballonnen herkende ik toen een vrouw met een droevig gezicht en dat bracht me op het idee om portretten te maken met ballonnen, zoals een van Queen Elizabeth II of David van Michelangelo. Ik was in mijn klas toen ik hoorde dat ik met mijn interpretatie van Rubens naar het KMSKA mocht. Net op de plek waar het dus eigenlijk allemaal begon.” -Gilles Tytgat




    Rubens 2.0 (op z’n ketjes) van de kinderen van het Beeldatelier van de Academie Beeldende Kunsten Anderlecht 
    (waaronder kleindochter van Katleen)

    22 Brusselse ketjes van de Academie Beeldende Kunsten in Anderlecht gingen aan de slag met het werk van Rubens. Net als Rubens, zagen ze het groot. Onder leiding van hun docente Delphine, maakten ze een collage waarin de compositie identiek is, maar de figuren een meer hedendaagse look hebben. De koningen geven steps cadeau en we herkennen allerlei fantasiefiguren zoals een tovenaar, een vampier en een kleurrijke os.
    “We hebben op voorhand samen gebrainstormd over welke figuren we allemaal in de collage wouden verwerken. Met de enorme fantasie van de leerlingen, ging dat eigenlijk heel vlot. Daarna verdeelden we ons in groepjes en werkten we apart aan onze figuren en het decor. Dat brachten we samen in een houten kader, gemaakt door de volwassen leerlingen van het houtatelier, een hele fijne samenwerking. De kinderen waren dolenthousiast. Zo enthousiast dat ze zelfs in de verplichte pauze wouden doorwerken!” - Delphine, docente van het beeldatelier



    De oestereetster James Ensor(1882)
    Olieverf 205x105,5cm

    Dit werk zorgde in Ensors tijd voor een schok. Schilderijen van zo'n formaat waren voor serieuze onderwerpen. Toch niet voor een jonge vrouw die oesters eet! De vrouw en haar servet baden in het licht. Ensor voegde frisse kleuren toe aan het stilleven op tafel. Volgens Ensors vriend en schrijver Emile Verhaeren was dit het eerste impressionistisch schilderij in de Belgische kunst.


    Het Leven Frits Van den Berghe (1924)
    Olieverf op doek 131x141cm

    Frits van den Berghe was een Vlaamse schilder, tekenaar en graveur uit Gent. Van den Berghe werkte in de meest uiteenlopende stijlen, van Impressionisme tot Expressionisme en uiteindelijk tot Fantastisch Surrealisme. Samen met Albert Servaes, Constant Permeke en Gustaaf de Smet wordt Van den Berghe beschouwd als één van de mede-oprichters van de groep Latemse Expressionisme. Enkele andere kunstverenigingen waarin hij actief was, waren L'Art Vivant, Sélection en Les Compagnons de l'Art. Hij gaf les aan de Kunstacademie van Gent, waar hij ook studeerde. Frits keerde in 1914 terug uit New York en liet zich inspireren door het Fauvisme en het Duitse Expressionisme van Jan Sluijter. Tijdens de eerste wereldoorlog bloeide zijn expressionisme op. In 1928 begon Van den Berghe tekenfilms te maken voor het socialistische tijdschrift 'Vooruit', waar hij tot aan zijn dood zou blijven. Intussen was Van den Berghe's stijl geëvolueerd van expressionisme naar fantastisch surrealisme, met nachtmerries, dromen en hallucinaties in een sterk kleurenpalet, duidelijk beïnvloed door de Duitse surrealist Max Ernst. Hij beeldde de mens af als zijnde over het algemeen geobsedeerd en angstig. Invloeden van meerdere belangrijke kunstenaars zoals Max Ernst, Egon Schiele, Giorgio de Chirico, Edvard Munch en Leo Gestel zijn in zijn werk herkenbaar.



    De hemel weent over de puinen Jakob Smits (20ste eeuw)
    Olieverf op doek 128x121cm

    De hemel weent over de puinen is een naoorlogs schilderij waarin een dominante, (spier)witte hemel oogt als een stralenbundel: alsof een goddelijke licht tegelijk schijnt en huilt op de puinen van de oorlog, op de afgebroken bomen en kruisen, en op de overeind gebleven boerenhuisjes die de nietigheid van het menselijk bestaan verbeelden. Het schilderij, en bij uitstek de uitgestrekte hemelpartij, toont een schildertechniek waarbij de olieverf in dikke, vette lagen wordt aangebracht. Die impasto’s hebben een korrelige structuur die de kleuren een even vibrerende als lichtrijke uitstraling geven. ‘Elke fase [elke verflaag] rijpt, geeft een rijkere glans en intensifieert alles’, schreef Smits. Zo gaat deze ‘schilder van het licht’ voorbij aan een natuurgetrouwe weergave van het licht en geeft hij uiting aan een symbolisch licht, een licht als materie, ‘de evidente getuigenis van het levensmysterie', zoals hij het zelf omschreef.

    Smits werkte liefst in de halve duisternis door de meeste ramen van zijn atelier met planken af te dekken. Het licht dat via de twee overige ramen binnenviel werd bovendien gefilterd door ‘een aantal schermen van doorzichtig papier’, aldus de dichter Jan Van Nijlen die de schilder bezocht. Met andere woorden, Smits deed er alles aan om het natuurlijke licht zoveel mogelijk indirect op het doek te laten vallen. Zo trachtte hij op picturale wijze uiting te geven aan zijn typerende irreële licht. Van Nijlen noteerde: ‘De schilder die zulke mooie landschappen schiep met lumineuze avondluchten, met huizen waarvan de muren schitterden van een ongewoon en zuiver wit, was geen vriend van het zonnelicht.’


    Gusta met hoedje Albert Van Dyck 20ste eeuw)
    Olieverf op doek 49,5x59,5cm

    Toen Van Dyck begon als kunstenaar, was het expressionisme de gezaghebbende kunststroming in de Vlaamse kunstwereld. Als animist reageerde hij hierop. Hij richtte zich meer op het introspectieve. Albert Van Dyck evolueerde naar een zuiver picturale schilderkunst, waarbij hij vooral aandacht schonk aan het kind en aan het schrale Kempische landschap, in het bijzonder de omgeving van Schilde waar hij verbleef.

    In 1933 verscheen voor het eerst het buurmeisje Gusta in het oeuvre van Van Dyck. Zij zou zijn uitverkoren model worden.




    Freia's Garden Anselm Kiefer (2013)
    acryl, emulsie, olie, schellak, metaal, gips, bladgoud, bladzilver, polystyreen en sediment van elektrolyse op foto gemonteerd op canvas
    340 x 470 x 10 cm

    San Marco vanaf de Piazetta Jules Schmalzigaug (1913)
    Olieverf op doek 42,5x63,5cm

    Eind april 1912 arriveerde Schmalzigaug in Venetië, de stad waar hij zijn hart aan heeft verpand. Een tweetal maanden later berichtte hij aan zijn ouders dat hij steeds voor S. Marco wandelde ‘zonder te begrijpen op welke manier ik die basiliek op doek zou brengen – ik zag haar enkel op de manier waarop de postkaartjes haar tonen. Welnu, toen ik haar gisteren observeerde, zag ik haar "geschilderd", t.t.z. zoals ik haar geschilderd zou willen zien’. Het was het begin van een artistieke ontdekkingstocht.
    Vergelijkingen tussen San Marco vanaf de Piazetta en werk van slechts enkele maanden eerder tonen een plotse schilderkunstige overgang van het pasteuze en donkerdere naar het lichtere en frissere. De verf oogt meer uitgesmeerd en korrelig, terwijl witte pigmenten de heldere kleuren en vormen op doek een meer sprankelende uitstraling van binnenuit geven. Dit schilderij, meer dan waarschijnlijk gemaakt in de lente van 1913, correspondeert met Schmalzigaugs omschrijving van een reeks werken als ‘knappe kleurenvisies, met een verbazingwekkende lichtintensiteit weergegeven’. De schitterend weergegeven lichtinval, met een duidelijk contrast tussen violette schaduwpartijen op de zijgevels en de terrasjes, en een voorgevel van de basiliek die baadt in het licht, tonen dat Schmalzigaug op zoek was naar een coloristische tonaliteit. De heldere rode, blauwe, oranjegele en goudgele kleuren dienen om de silhouetten van wandelaars en terrasgangers weer te geven, maar ook om ‘de polychrome geest’ van de altijd kleurrijk gedecoreerde façade te vertalen. Die lijkt wel in vuur en vlam te staan.
    De belangrijkste oorzaak van deze picturale omwenteling was een bezoek aan het atelier van de Kempense schilder Jakob Smits, rond de kerstperiode van 1912. Schmalzigaug ontdekte daar Smits’ typerende kenmerken als korrelige verflagen en intense lichtwerking door contrasten van zuiver wit en zwart, en het spel met het warme rood. Even cruciaal was de ontdekking van Smits’ experimentele atelier-inrichting. Door middel van luiken kon Smits het invallende licht in een donkere ruimte manipuleren door het te laten reflecteren op een spiegel of een groot wit laken, waardoor het dan indirect op het schildersdoek kon vallen. Zo bleef de luminositeit van de verfpigmenten het meest zuiver waarneembaar tijdens het aanbrengen op doek. Toen Schmalzigaug in januari 1913 thuiskwam in Venetië richtte hij meteen zijn atelier in volgens de aanbevelingen van Smits.


    Mannen aan tafel Karl Hofer (20ste eeuw)
    Olieverf op doek 117x140cm

    Karl Hofer (1878-1955) was een Duitse expressionistische schilder en vanaf 1945 de directeur van de Hochschule für bildende Künste in Berlijn. Zijn positie als kunstenaar was bijzonder: hij was overtuigd dat er geen zinvol onderscheid gemaakt kan worden tussen abstracte en figuratieve schilderkunst, en dat de twee volledig compatibel zijn met elkaar. Hofer verzette zich tegen het nazisme en publiceerde zelfs artikels, zoals 'Wie kämpfen wir gegen ein Drittes Reich?' (Hoe vechten we tegen een Derde Rijk?), die gepubliceerd werden in de communistische krant Welt am Abend. Ondanks het feit dat hij het nazisme afwees, zocht Hofer naar manieren waarop kunst door het regime geaccepteerd kon worden. Hij schreef bijvoorbeeld eveneens het artikel 'Der Kampf um die Kunst' (De strijd om de kunst) in de rechts-conservatieve, door de nazi's doorgaans getolereerde Deutsche Allgemeine Zeitung, argumenterend dat de Duitse kunst grotendeels 'Jodenvrij' was, meer dan andere domeinen in de samenleving, met uitzondering van het leger. Maar uiteindelijk werd ook zijn werk door de nazi's beschouwd als 'ontaarde kunst', en acht van zijn schilderijen werden gepresenteerd op de Entartete Kunst-tentoonstelling van 1937.

       
    Nog een deel van het project 'De Tien' van Christophe Coppens. Het is een detail van het kunstwerk 'Gaston en zijn zuster' van Gustave Van de Woestyne.
     Gaston en zijn zuster Gustave Van de Woestyne (1923)
    Olieverf op doek 202,5x202,5cm



    Zondag Gustave De Smet (1921)
    Olieverf op doek 179,5x139cm

    Credo: In dit credo schetst de kunstenaar in eigen bewoordingen zijn stijlontwikkeling van het impressionisme tot het expressionisme en de invloed van het futurisme.

    Nadat ik mij in verschillende richtingen bewogen had, om tenslotte bij het impressionisme te belanden, besefte ik duidelijk, hoe ontoereikend de uitdrukkingsmiddelen van die stijl waren en ik zocht rusteloos verder.
    Deze onrust werd nog versterkt door de eerste manifesten en theorieën van Marinetti tot wanneer plotseling, in Nederland, de ontmoeting met het werk van enkele modernen, mij de openbaring bracht, dat de visuele nabootsing der natuur de zuivere expressie geweldig in de weg staat.
    Sindsdien heb ik getracht alles in mij af te breken en alles herop te bouwen. Ik arbeidde door met de wens mij stap voor stap te ontdoen van alle cliché's en van alle goedkope kunstgrepen.
    Voortaan wil ik mij inspannen het innerlijke leven te vertolken, met de grootst mogelijke eenvoud, expressief door de vorm en door de kleur.



    Lente Jean Brusselmans (1935)
    Olieverf op doek 151x151cm

    Vanuit het raam van zijn atelier keek Brusselmans naar dit Brabantse landschap. Hij schilderde het telkens opnieuw in alle seizoenen. De lente herleidde hij hier tot geordende kleurvlakken met harde contouren. Er is weinig diepte. Daardoor worden zijn landschappen uit de jaren 1930 bijna abstracte composities.



    Stilleven Marthe Donas (1917)
    Olieverf op doek 34,5x53cm

    Tijdens de Eerste Wereldoorlog verhuisde Donas van Antwerpen naar Parijs. Daar ontdekte ze het kubisme en schilderde ze dit stilleven. De objecten, licht en schaduw zijn herleid tot vlakken en fragmenten. Lichte en donkere kleuren wisselen elkaar af. zo krijg je het gevoel van beweging. 

     

    De ellende van Job Ossip Zadkine (1914)
    Olmenhout 122x139,5x83cm
     
     

    Het beeld uit 1914 is een uitbeelding van de frustraties en problemen waar jonge beeldhouwers als hemzelf in Parijs mee te maken kregen. Hij inspireerde zich ervoor op het Oud Testamentisch boek Job (Job 2:11-13). De passage waarin Jobs vrienden Elifaz, Bildad en Sofar naar hem toegingen om hem te steunen bij de vele rampen die hem troffen, is niet willekeurig gekozen. Oorspronkelijk noemde de kunstenaar zijn beeld Job en zijn vrienden. Later werd de groep hernoemd naar Job, na de verwerving door het KMSKA naar De ellende van Job.

    In feite gaat het om een beeldengroep. Toch behandelt de beeldhouwer de figuren als afzonderlijke individuen; zeer summier, maar toch sprekend weergegeven. Opvallend is hun kracht en monumentaliteit, iets waarin het materiaal (olmenhout) en de techniek (taille direct) een belangrijke rol speelt. De grafische inkervingen, de vorm en nerven van het hout bepalen de houdingen en gebaren. Door deze eerbied voor de materie, slaagde de kunstenaar erin het werk een grote samenhang en eenheid mee te geven. Het heeft ook iets diep-menselijks, versterkt door de spaarzaamheid van de kunstenaar met details.

    Zoals in ander werk, herinnert ook dit beeld aan de Afrikaanse beeldhouwkunst. De warme kleur van het hout en het spel van de nerven in diverse bruintinten versterken dat effect. Het tafereel doet innig en gevoelig aan, een effect gecreëerd door het “afgesloten blok van de gehurkte man met gebogen lijnen, [die] verzacht [wordt door] de strakke opwaartse lijn van de staande figuren door de zachte rondingen van hun neergebogen hoofden. Deze opstelling is niet origineel; de beelden werden pas na de  Eerste wereldoorlog op een laag grondvlak samengevoegd. Het was een onconventionele uitbeelding, die de kunstenaar had geleend van Auguste Rodin een Franse beeldhouwer voor wie hij veel bewondering had.



    Zelfportret met de zwarte ooglap Rik Wouters (1915)
    Olieverf op doek 102x85cm

    In het zeer persoonlijke Zelfportret met de zwarte ooglap schilderde de kunstenaar zichzelf, veertien dagen na zijn tweede oogoperatie. Hij was blind aan een oog en was daardoor zijn dieptegezicht verloren. Het was echter vooral zijn kaak, die voor een deel was weggenomen, die hem helse pijnen bezorgde.

    Het werk toont zijn hoofd, dat is geschoren zoals dat van een ter dood veroordeelde. Hij is gezeten in een groenblauwe pyjama voor een geruit deken en een rood gordijn. De diagonale gordijnrand houdt de schuin geplaatste, massieve figuur in evenwicht. De zwarte ooglap die zijn gehavende linkeroog sinds de operatie verbergt, valt meteen op. Het werk vatte zijn existentiële angsten en de wanhoop die hem overviel. Zijn echtgenote Nel schreef hierover: “Verzonken in de beschouwing van zijn wezen waarover het drama langzaam afschuift, schilderde Rik zijn eindeloze wanhoop”.

    De verf is dun uitgesmeerd op de witte ondergrond. Hij gebruikte in de periode dat dit zelfportret geschilderd werd steeds meer grijstonen; zijn vrolijke geel-roodcontrasten ruimden baan voor minder uitbundige kleurencombinaties. Wel springen de rode en roze nuances nog in het oog. De compositie straalt kracht uit, iets wat de kunstenaar bereikte door decoratieve elementen weg te laten en het geheel sterk te schematiseren. In tegenstelling tot de rest van het doek, stelde Wouters het hoofd in dit werk samen uit verschillende kleurvlakken. Hij gebruikte groen, bruin, rood, grijs en zwart. De levendige kleuren enerzijds contrasteren met zijn houding en leiden tot verschillende interpretaties van dit werk. In tegenstelling tot de impressionisten, die door middel van kleine toetsen licht en kleur pogen weer te geven, maar daardoor de vorm uit het oog verliezen, schilderde Wouters duidelijke vormen. 


     

    Dromerij Rik Wouters (1907)
    Brons 190x55x85,5cm 120kg

    Dit werk is een uniek exemplaar er werd maar één brons van gemaakt. Het beeld werd eerst in klei geboetseerd daarna in gips gemouleerd en tenslotte in brons gegoten. Net als het bronzen beeld werd het originele gips aan het museum geschonken. Het werk is iets meer dan levensgroot. Eén voet komt naar voren en staat losjes op de grond het lichaam neigt naar achteren. De sculptuur straalt rust uit veroorzaakt door de verdeling van de volumes.
    Over het gehele oppervlak zijn impressionistische toetsen zichtbaar zoals op het steunbeen.





         

     Lezende vrouw Rik Wouters (1913)
    Olieverf opdoek gemaroufleerd op paneel 62x51x7cm
     Zelfportret met sigaar Rik wouters (1913)
    Olieverf op doek 53x64cm
     Herfst Rik Wouters (1913)
    Olieverf op doek 135x140cm

    In een huurhuis in de Dennenbosstraat van Drogenbos zal Rik het grootste deel van zijn werk maken. Heel wat landschappen ontstaan in de straatjes van de wijk Bezemhoek en in het bos richting Welriekendedreef en Groenendaal, een pittoreske plek waar Rodin en Ensor respectievelijk dertig en twintig jaar eerder heerlijk werk hebben gemaakt. In talloze zelfportretten, stillevens en intieme taferelen met Nel in de hoofdrol herkennen we de kleine, lichte kamers van het huis. In de woonkamer poseren Nel of Ernest Wijnants voor oplichtende portretten.
    De kunst van Rik Wouters is een fauvistische liefdesverklaring aan de vrouw van zijn leven: Nel.
    Rik leefde samen met de liefde van zijn leven, arm maar al bij al wel gelukkig. Op 11 juli 1916 eindigt het harde leven van de dappere en veelbelovende kunstenaar die in Amsterdam overlijdt aan kanker.


    Midzomer Marc Mendelson (1954)
    Olieverf op doek 81,5x105cm

    Mendelson wordt gerekend tot een van de meest originele Belgische kunstenaars van zijn generatie. In zijn lange carrière werkte hij in verschillende stijlen, zowel figuratief als abstract. Hij maakte gebruik van verschillende media als olieverf, aquarel, assemblage, fotografie…Na zijn studies in Antwerpen verhuist Mendelson naar Brussel waar hij zich aansluit bij een groep kunstenaars die tussen 1945 en 1948 samen naar buiten treden onder de naam La Jeune Peinture Belge en de naoorlogse schilderkunst een vernieuwende boost gevenMendelson debuteert met een vorm van magisch realisme. Zijn stijl leunt aan bij De Chirico, en ook Picasso inspireert hem enige tijd. Maar in de jaren vijftig evolueert hij naar de abstracte kunst om nog later te experimenteren met materie. Doeken in een dikke verfpasta vermengd met zand, modder en cement bekrast hij met primaire lijnen en vormen. Omstreeks 1966 keert hij terug naar een nieuwe figuratieve kunst. Met gevoel voor humor en poëzie brengt hij een heel eigen universum in beeld.  In 1953 reist Mendelson voor de eerste keer naar Spanje. Een nieuwe wereld gaat open. In Midzomer beeldt hij de Middellandse Zee af zonder haar na te bootsen, in heftige kleuren en strakke vormen. 

     

    Transition Jean Paul Laenen (1964)
    brons en gelakt brons, gegoten en gelakt 133,7x140,3x137,1cm
     

    Uit een confrontatie met de kunstenaar: 

    Dit beeld lijkt in zich zelf een gesloten spanning, geeft een indruk van beslotenheid die echter geen afgeslotenheid is, geen beperking. Soms schijnen de krachtlijnen buiten het beeld door te lopen, het beeld is dan het kernstuk, de zon die de verhoudingen in evenwicht én in beweging houdt. (Kleuren die opvallen: brons, schakeringen van groen, weerschijn van oranje op wit, ook zwart en blauw). Het werk toont een a.h.w. gevoelige luister, een rijkdom zonder praal, een innerlijke vreugde die geen voldaanheid uitstraalt maar ontvankelijkheid; het schept ruimten om ze tot elkaar in betrekking te brengen, contacten ontstaan, wisselwerking, een eenheid die niet opslorpt maar verbindt. Het is een uit elkaar ontstaan en in elkaar terugvloeien: gebogen lijnen, wentelingen, cirkels, tegenstellingen die elkaar opheffen, een spel van naderen en verwijderen dat meestal eindigt (d.i. weer begint) in een middelpunt. Er is aan dit beeld geen ‘uitgang’, het begint niet, het houdt niet op. Door een volstrekt ontbreken van anekdotiek is het beschouwen eerder een spel dan een waarnemen.  

     



       

     
    Roi Narquois Pierre Caille (1967)
    hout en keramiek 286x178x39,8cm, 53,4kg

    De bladeren vallen, de dagen korten, vreemde wezens komen tevoorschijn. Pierre Cailles levensgrote koning, soldaat en paard zijn werkelijk bizar. Ze lijken je wel uit te lachen. Niet moeilijk, want vertaal je de titel, dan krijg je ‘Spottende Koning’. Een sterk en eigenzinnig werk van Caille.



    De roze strikken Paul Delvaux (1937)
    Olieverf op doek 121,5x160cm

    In een onbekende wereld krijgen herkenbare elementen uit de realiteit een nieuwe plaats toegewezen. De stilte is voelbaar. De naakte vrouwen de geliefde personages van Paul Delvaux dwalen rond in een bevreemdend landschap met klassieke ruïnes. Eén van de vrouwen draagt een grote strik rond het bovenlichaam. Op de bovenste galerij van het rechtse gebouw kan men een skelet onderscheiden. Delvaux' schilderkunst kan omschreven worden als die van het verstilde gebaar van de herhaling van de bevroren erotiek van de jeugdherinnering.


    Hoofd van Orpheus Ossip Zadkine (1956)
    brons 5x21,4x26 cm

    Zadkine was een kunstenaar met een heldere persoonlijke visie, waarin de onlosmakelijke band tussen mens en natuur centraal staat. Hij vertolkte daarmee de rol van Orpheus, de mythologische dichter die met zijn kunst zelfs bomen en stenen ontroerde en het kwaad in de wereld op afstand wist te houden. Precies de betekenis kende Zadkine, die twee wereldoorlogen meemaakte, ook aan zijn motivatie van de beeldhouwer. Het vermogen van Zadkine om zichzelf steeds opnieuw uit te vinden, om steeds met nieuwe vormen te reageren op de veranderende wereld om hem heen, kenmerkt hem als een van de grootste kunstenaars van zijn tijd.



    Veerman. Ontwerp voor brugbeeld van Esslingen Bernhard Heiliger (1956)
    brons en steen 126x87x24cm, 47kg

    Schip en veerman vormen een sierlijke eenheid, tussen figuratie en abstractie. Het beeld herinnert aan de Griekse mythe over veerman Charon die de ziel van overledenen over de rivier Styx naar het dodenrijk voert. Heiliger maakte het ontwerp voor een zeven meter hoog beeld op de Neckarbrug in Esslingen. Het is een eerbetoon aan mens en techniek.







    27-01-2023 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)


    Deze blog is vervangen door de website zilverpassen.be
    Archief per week
  • 17/04-23/04 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 05/12-11/12 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 15/11-21/11 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 10/12-16/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 14/11-20/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 13/06-19/06 2016

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Inhoud blog
  • Donderdag 20 april 2023, Rijsel
  • Theodoor Rombouts MSK Gent maart 2023
  • Tentoonstelling in KSMK Antwerpen 17 januari 2023
  • Vervolg tentoonstelling KMSKA
  • Tentoonstelling in KMSK Brussel: Picasso & abstraction, 6 december 2022
  • print&paint-Kasteel d'Ursel Hingene-13 september
  • Geel, in het spoor van Dimpna. 14 juni 2022
  • Donderdag 21 april 2022, Baasrode-scheepswerven
  • Dinsdag 16 november: Artistiek & Koninklijk Laken
  • Gent en zijn monumenten
  • Bozar: Tentoonstelling Brancusi december 2019
  • Hallepoort-Broodhuis/ november 2019
  • Abdij Herkenrode, Hasselt juni 2019
  • Duinkerke April 2019
  • Kreken en Polders in het Meetjesland, februari 2019
  • Beyond Klimt Bozar - december 2018
  • Antwerpen 'Barok Shock'
  • Hoeilaart september 2018
  • Oudenaarde, Adriaan Brouwer oktober 2018
  • Haven van Gent en rondleiding langs de Maisons de Plaisance en Kastelen in het Meetjesland
  • Bezoek aan Eperon d'Or in Izegem en Belle Epoquewandeling.
  • Roubaix : La Manufactures des Flandres of textielmuseum/ Kapel Sainte Thérèse/Villa Cavrois
  • Leuven, Museum M: Edgard Tytgat
  • Gerhard Richter februari 2018
  • Nieuwjaarslunch: De Mooie Molen-Harpiste Lakshmi
  • Bozar: Ancestors & Rituals
  • 200j UGent
  • Plantijn en Moretus Antwerpen- Luthers Lente in Sint Andrieskerk
  • Basiliek Oudenbosch NL/ Nassauwandeling in Breda
  • Veurne - Kasteel Beauvoorde - Jules Destrooper
  • Scherpenheuvel-Abdij van Averbode
  • le Cateau-Cambrésis / Henri Matisse
  • Uit de archieven van de stad Mechelen.
  • Het Zotte Kunstkabinet-Kazerne Dossin/Museum Holocaust
  • Extra activiteit: Dokter Guy Verhulst, gynaecoloog, spreekt over zijn levenswerk “RENAISSANCE”
  • Harpiste Anneleen Lenaerts
  • Styling en kleuradvies door 'La Patka'
  • Elisabethzaal-De Grungblavers
  • Caermersklooster - Tentoonstelling ´Voor God en Geld'.
  • HST-station Luik-Guillemins / Tentoonstelling ´ 21 rue La Boétie ´
  • Bezoek bedrijf Prins & Dingemanse Yerseke Nederland / Deltawerken
  • Beeldentuin Hugo Voeten in Geel / Rondleiding stad Geel

    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs