We begonnen het nieuwe seizoen met een activiteit in Nederland. Na een autocarrit van ongeveer twee uren was een koffie met cake welkom. We werden ontvangen in hotel-brasserie Tivoli, waarvan het terras een prachtig uitzicht heeft op de Basiliek van de heiligen Agatha en Barbara waar onze activiteit een aanvang nam.
Eerst even een stukje geschiedenis over de brasserie Tivoli:
In 1835 vestigden de Jezuïten zich op deze prachtige locatie in Oudenbosch waar ze in 1877 het huidige kloostercomplex bouwden. Het gebouw met neogotische en neorenaissance kenmerken, was een ontwerp van Nicolaas Molenaar, een leerling van de zeer bekende Nederlandse architect Pierre Cuypers. In 1929 verlieten de Jezuïten Oudenbosch en vestigden zich in Nijmegen. Het gebouw heeft vanaf dan gediend als woonhuis voor de Missionarissen van de heilige familie en ook van de broeders van Saint Louis.
Vanaf 1994 functioneert het gebouw als hotel-brasserie Tivoli.
Brasserie Tivoli Oudenbosch in de huidige vorm is geopend in april 2013.
Ook de sterrenwacht is na 44 jaar terug in het pand Tivoli Oudenbosch.
Brasserie Tivoli met zicht op Basiliek, Markt 68
Achterzijde brasserie met zicht op tuin.
Cafetaria van brasserie Tivoli
De Basiliek van de Heiligen AGATHA en BARBARA.
Het bouwen van deze Romeinse kerk is het initiatief van Pastoor Willem Hellemons ( Pastoor van 1842-1884). Deze Pastoor studeerde jarenlang in Rome en de St-Pietersbasiliek en ook St.Jan van Lateranen hadden grote indruk op hem nagelaten.
Hij besloot daarom midden in Brabant een verkleinde versie van de Sint-Pieter te laten bouwen. De architect Dr. Pierre Cuypers kreeg de opdracht voor het ontwerp van deze kopie, terwijl voor de voorgevel als model het front van de St.Jan van Lateranen te Rome genomen werd (voltooid in 1892 onder leiding van Prof.Ir. G.J. van Swaay). Tegen Cuypers' principes over neogotiek en eerlijk materiaalgebruik resulteerde het kerkgebouw in neoclassicistische stijl met pleisterwerk en marmerpatronen beschilderd hout.
De bouw werd aangevangen in 1865 en voltooid in 1892.
Het gebouw past zo'n 16 keer in zijn voorbeeld in Rome. De lengte van de kerk is 81 meter, de breedte 55 meter en het hoogste punt van de koepel is 63 meter.
In 1912 kreeg de kerk de rang van "Basiliek' door Pius X.
In de loop der jaren raakte het gebouw dusdanig in verval, in de tweede wereldoorlog is hij veelvuldig beschoten, dat ingrijpende maatregelen nodig waren. In 1959 zijn de restauratie werkzaamheden begonnen en werden na jarenlange arbeid in 1987 voltooid.


Het sacramentsaltaar is ontstaan onder pastoor Rovers in 1903. Er staan grote beelden van kerkleraren. Deze zijn gemaakt door de Vlaamse beeldhouwer Jan Frans De Vriendt. In de goudkleurige achterwand van het altaar zit een gebrandschilderd raam met een duif (het zinnebeeld van de Heilige Geest).
Langs de wanden in de zijbeuken hangen schilderijen die de kruisweg van Jezus voorstellen.
Het interieur is rijkelijk versierd met plafondschilderingen en beelden.
Er is een tombe-altaar met een goudkleurig baldakijn. Tegen de schuine zijden van de vier hoofdpilaren staan beelden van kerkvaders. Dicht bij het altaar staat het beeld van Maria met kind.
Het baldakijn was een schenking van ene Rosalia, vandaar de 3 rozen links en rechts in tegenstelling met bijen (symbool van de vruchtbaarheid) in het baldakijn in de Sint-Pieter in Rome
Er is één grote koepel (20 meter doorsnede en 51 meter hoog) en diverse kleinere koepels. De koepel is via een smalle trap(140 treden) te beklimmen en de schilderingen aan de binnenkant van de koepel zijn zo van dichtbij te bekijken. Het schilderwerk is van de hand van Cornelis Raaijmakers.
Onder de koepel staat een Latijnse inscriptie:
TV ES PETRVS ET SVPER HANC PETRAM AEDIFICABO ECCLESIAM MEAM. TIBI DABO CLAVES REGNI CAELORVM
(Jij bent Petrus(rots), en op deze rots zal ik mijn kerk bouwen. Aan jou zal ik de sleutels van het Koninkrijk der Hemelen geven)
De tekst is afkomstig uit het Evangelie volgens Matteüs 16:18 en het is een kopie van de inscriptie onder de koepel van de Sint-Pieter.

De terrazzovloer met mozaïken is aangelegd in 1904. Daarvoor was de kerk voorzien van een tegelvloer. De vloer is gelegd door Italianen. Volgens de overlevering waren zes Italianen ruim zes maanden bezig om deze vloer te leggen. De vloer is bekostigd door een gift van een (rijke) weduwe, die bovendien van adel was. Onder de banken is de vloer niet aanwezig. De banken staan op houten vlonders.
Tussen de zitbanken werd centrale verwarming aangebracht in metalen buizen waarop de rode matjes gelegd werden om knieën of voeten (bij koud of nat weer zonder schoenen) te beschermen.
Plaats waar de doopplechtigheden worden gehouden.
Voor elke dopeling een hartje.
Onder de kansel bevindt zich het beeld van St. Petrus in zittende houding.
 |
 |
Paus Johannes XXIII, geboren als Guiseppe Angelo Roncalli. Stond als paus aan het hoofd van de Rooms- Katholieke Kerk van 1958 tot 1963. Hij werd op 3 september 2000 door paus Johannes Paulus II zalig en op 27 april 2014 door paus Franciscus heilig verklaard. |
Paus Johannes Paulus II, geboren als Karol Jozef Woityla. Stond als paus aan het hoofd van de Rooms- Katholieke Kerk van 1978 tot 2005. Hij werd op 1 mei 2011 door paus Benedictus XVI zalig en op 27 april 2014 door paus Franciscus heilig verklaard.
|
Relikwie: bloedspat op schoudermantel van paus Johannes Paulus II opgelopen tijdens aanslag 13 mei 1981.
Lijst van pastoors van de kerk van Oudenbosch benoemd gedurende 720 jaren vanuit de Sint-Bernardusabdij te Hemiksem, thans gevestigd in Bornem. Er wordt aangenomen dat de monniken van de abdij nauw betrokken waren bij de ontginning van klei in de Rupelstreek, en dus bij het maken van baksteen gebruikt bij de bouw van de kerk.
Wil je meer weten over het orgel klik dan hier.

Gids Cor tijdens de rondleiding in de basiliek.
Voor de lunch togen we naar Breda waar we na een korte wandeling op de Markt brasserie Dickens&Jones aantroffen aan de voet van de Grote Kerk. Dickens&Jones is een brasserie met een authentieke Engelse country sfeer. We genoten er van een uitstekende maaltijd.
Nassauwandeling
Kapucijnenhof
De Kapucijnenhof was een hofhuis dat al in 1352 bestond. De stadsbrand van 1534 verwoestte het pand dat in 1538 al werd herbouwd. De naam dankt het hof aan de kapucijner monniken die er korte tijd woonden.
De list met het turfschip is een van de bekendste gebeurtenissen uit de Tachtigjarige Oorlog. Breda was in handen van de Spanjaarden. Naar het voorbeeld van het Paard van Troje bedacht prins Maurits een list. Zeventig soldaten verstopten zich in een schip met een lading turf voor het Kasteel van Breda. Toen het turfschip eenmaal binnen de muren was, konden deze soldaten het Kasteel en de stad op 4 maart 1590 eenvoudig innemen.
De commandant van deze soldaten was Jonker Charles de Héraugière. Voor zijn heldendaad werd hij beloond met het gouverneurschap van het kasteel, stad en land van Breda. In 1597 kocht hij dit huis.
De Waalse kerk werd in 1440 gesticht door Johanna van Polanen en een eeuw later geschonken aan de Begijnen. Voorheen was de naam de Wendelinuskapel, een kapel gewijd aan de Heilige Wendelinus, die beschermde tegen de pest. In 1590 werd het katholieke Breda veroverd door Prins Maurits, wat grote veranderingen in de stad teweegbracht. De kapel werd de Begijnen afgenomen en werd ingericht als Waalse Kerk. In 1625 heroverde Spinola de stad en kregen de Begijnen het gebouw weer tot hun beschikking, maar in 1637 werden de Spanjaarden ten slotte verjaagd door Maurits' broer Prins Frederik. De overwinning van de protestanten vond haar bekrachtiging in de Vrede van Münster in 1648.
Tegenwoordig is het gebouw onder meer in gebruik als trouwlocatie en kerkdiensten vinden plaats elke tweede en vierde zondag van de maand.
Rijksmonument in de Catharinastraat in Breda
Huis met gebosseerd gepleisterde lijstgevel, waarin vensters met afgeronde bovenhoeken, kuiven van stuc en voluutvormige consoles onder de kroonlijst. Bouwjaar: ca.1870
Ingang van het begijnhof in de Catharinastraat
Het begijnhof bestaat uit een langwerpige hof omgeven door rijen lage huisjes. Deze dateren uit de 17e eeuw en werden in het begin van de 18e eeuw met een verdieping verhoogd. Nadat de Wendelinuskapel Waalse kerk was geworden, richtten de begijnen enkele huizen aan de noordzijde in als kapel.
In 1836-'38 werd de huidige begijnenkerk opgetrokken. Dit neoclassicistische gebouw heeft in de voorgevel een nis met Catharinabeeld.
In de hof staan 3 hardstenen pompen uit omstreeks 1860.
De Grote Kerk
De Grote kerk of O.L.Vrouwekerk is een geheel met natuursteen beklede kruisbasiliek en een vertegenwoordigster van de Brabantse gotiek op het hoogtepunt van haar bloei. De kerk bestaat uit een driebeukig schip met zijkapellen, een dwarspand en een driebeukig koor met omgang. Het koor wordt aan de noordkant geflankeerd door de Prinsenkapel en aan de zuidzijde de Sacramentskapel. Aan de westzijde verheft zich een majestueuze toren. De kerk voor het eerst genoemd in 1269, werd in 1303 tot kapittelkerk verheven. Sinds 1637 is het een protestantse kerk. De bouw van deze kerk begon in 1410 en werd voltooid in 1536. Een eerste herstel ving aan in 1904 en werd beëindigd in 1968. Een nieuwe restauratie drong zich op, voornamelijk voor het vervangen van verweerd natuursteenwerk, in 1995 die werd voltooid in 1997.
De kerk bezit een rijke inventaris, hoewel tijdens de beeldenstorm van 1566 veel werd vernield en beschadigd. De twee dubbele koorbanken dateren van omstreeks 1445. de rijk gesneden wangen aan de oostzijde tonen scènes uit het leven van Maria en St.-Barbara; de misericordes zijn levendig met figuren versierd.
Drieluik in Prinsenkapel. Jan van Scorel (1550). Vinden van het H.Kruis door keizerin Helena.
De rijk bewerkte renaissance preekstoel met bijhorende koperen leuning , lessenaar en kandelaars (midden 17e eeuw).
Tot de tijd van Willem van Oranje zijn de heren van Breda en hun familieleden in de kerk begraven. De kerk bezit bijzondere grafmonumenten, die van groot belang zijn omdat na de beeldenstorm in de Nederlandse kerken zo weinig beeldhouwwerk bewaard is gebleven.
De zwaar geschonden tombe van Jan II van Polanen (+1372) met 2 van zijn 3 echtgenotes: Oda van Horne en Mechteld van Rotselaer.
Grafmonument van Engelbrecht I van Nassau. Knielende figuren zijn Engelbrecht (+ 1442), zijn vrouw Johanna van Polanen (+1445), hun zoon Johan (+1475) en diens vrouw Maria van Loon (+1502). Rechtstaande figuren zijn hun beschermheiligen. Restauratie in 1860.
Het gesmede ijzeren hekwerk dateert uit omstreeks 1475.
Grafmonument (1530) van Engelbrecht II (+1504) en zijn vrouw Cimburga van Baden (+1501) opgericht door Hendrik III van Nassau.
Het grafmonument bestaat uit een zwart marmeren sokkel waarop de in albast uitgevoerde figuren van de overledenen liggen, met langs de rand albasten wapenschilden. Overhuifd met een zwartmarmeren zerk (vernieuwd in 1952) met daarop in albast de stukken van een wapenuitrusting. Vier knielende albasten mannenfiguren dragen de zerk. Ze verbeelden deugden, verpersoonlijkt in Julius Caesar ( dapperheid), Marcus Regulus (edelmoedigheid), Hannibal (volharding) en Philippus van Macedonië (voorzichtigheid)
Het Kasteel van Breda
Het Kasteel van Breda ligt in het centrale stadsdeel van Breda aan het Kasteelplein. Sinds 1826 is de Koninklijke Militaire Academie(KMA) gevestigd in het kasteel, waardoor het kasteel niet vrij toegankelijk is voor het publiek.
We werden rondgeleid onder begeleiding van een gids. Veel van de oorspronkelijke versterkingen zijn niet langer aanwezig; slechts aan het Spanjaardsgat zijn nog twee zevenhoekige torens zichtbaar.
Klik hier voor de geschiedenis van het kasteel
Waterpoort het Spanjaardsgat gelegen tussen Granaattoren links en de Duiventoren rechts.
De Duiventoren wordt gebruikt als voorlichtingscentrum van de Nederlandse Defensie Academie, waarvan de KMA sinds 2005 een onderdeel is geworden. Op de begane grond huisvest een protestantse kapel.
In de Granaattoren is op de eerste verdieping een bar voor het vaste militaire en burger Defensiepersoneel gehuisvest. De begane grond huisvest een rooms-katholieke kapel.
13-09-2017 om 00:00
geschreven door mave 
|