Na de koffie en een boterkoek in 't Hof van Hemel begon deze daguitstap met een stadswandeling in het historisch centrum van de stad Veurne.
Bewonderenswaardig is het Belfort (1628).
Het Belfort van Veurne is sinds 1999 ingeschreven op de Lijst van het Werelderfgoed van UNESCO.
Het Belfort of Ceciliatoren (1628), dat deel uitmaakt van het renaissancistische Landshuis, symboliseert de bestuurlijke vereniging van de Stad en de Kasselrij van Veurne-Ambacht, die sinds 1586 is ingevoerd. De laatgotische ornamenten op zijn vierkante romp en de achthoekige bovenbouw in regionale baksteenstijl vormen een sterk contrast met de uitgewerkte lantaarn en de bekroning, die aanleunen bij de Renaissance en vroegbarok.
Het Landhuis was de bestuurlijke zetel van Veurne-Ambacht (Kasselrij). Na de Franse Revolutie en de afschaffing van het kasselrijbestuur werd het Landhuis gerechtshof.
De Veurnaar Karel Cogge (1855-1922) speelde een voorname rol tijdens de eerste Wereldoorlog. Als toezichter van de "Noordwatering Veurne" werd hij geraadpleegd op het Stadhuis van Veurne in verband met het onderwaterzetten van de IJzervlakte. Voor zijn tussenkomst verhief Koning Albert I hem tot Ridder in de Leopoldsorde.
Sint-Niklaaskerk
De zware westertoren werd gebouwd in de 13e eeuw. De kerk is hoofdzakelijk opgetrokken in baksteen met hier en daar ijzerzandsteen, kalksteen en Doornikse steen.
In de kerk staat in de rechterzijbeuk vooraan het kruis van de Sodaliteit in ebben- en bukshout. Het verwijst naar het broederschap dat jaarlijks sinds 1646 de Veurnse Boetprocessie inricht.
Het Sint-Walburgapark
Met een bezoek aan
het stadhuis dat oorspronkelijk fungeerde als conciergerie van het Landshuis werd de voormiddag afgesloten.
De Albertzaal in het Stadhuis was het hoofdkwartier van Koning Albert I tijdens de Eerste Wereldoorlog.
De lunch nam plaats in de brasserie Excelsior op de Grote Markt.
In de namiddag was er een geleid bezoek aan het Kasteel van Beauvoorde
(1817).
Eén van de best bewaarde geheimen van de Westhoek. Het kasteel ontstond
wellicht in de 12de eeuw en werd rond 1600 grondig verbouwd door hoogbaljuw
Jacob de Bryarde. Het kasteel bleef eigendom van de familie de Bryarde tot 1838.
Eind 19de eeuw kocht de excentrieke edelman Arthur Merghelynck het kasteel.
Hij liet het restaureren naar 17de-eeuwse normen, met een prachtig kasteelpark.
Merghelynck was een échte, onverdroten romanticus. Toen hij het kasteel in 1875 kocht, haalde hij het in zijn hoofd om het kasteel in 17de-eeuwse stijl te laten restaureren. Niet alleen de buitenkant kreeg een nieuw jasje, maar ook de binnenkant. Merghelynck stouwde het gebouw vol echte en nep 17de-eeuwse meubels en andere curiositeiten. Ook liet hij een prachtig Frans-Engels kasteelpark aanleggen. Alles staat er vandaag nog zo bij zoals in 1908, toen Merghelynck stierf.
Merghelynck, als edelman, durfde te trouwen met een gewoon burgermeisje en joeg zo zijn hele familie op de antieke kast. Daarna onterfde hij iedereen. Bij testament liet hij de kasteelsite over aan de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.
Deze dag werd beëindigd met een bezoek (inclusief proeverij) aan het fabriek van Jules
De Strooper die lekkere koekjes bakt sedert 1886.
Voor uw aperitiefhapjes, voorgerechten, hoofdgerechten of desserten ontdek hier de recepten van Jules Destrooper.