Dit station ligt in de wijk Guillemins. Deze wijk werd genoemd naar de kloosterorde van de Wilhelmieten die daar een klooster stichtte in 1287.
Het station is een project van de bekende Spaanse architect Santiago Calatrava. Hij is geboren in 1951 in Valencia.
Calatrava's ontwerpen zijn veel besproken en eerder heeft hij stations ontworpen. Zo ontwierp hij het Stadelhofen-station te Zurich, het station van Luzern, het station Lyon-Saint-Exupéry TGV, het intermodaal station Oriente in Lissabon en het PATH-station in New York. Naast stations ontwierp hij ook theaters, opera's en bruggen en verwierf hij vele prijzen.
meer weten en laat vooral niet na te klikken op de naam van Santiago Calatrava.
Het station is gemaakt van staal, glas, wit beton en Belgische blauwe hardsteen, en beschikt over een monumentale overkapping van 160 m lang en 35 m hoog. De datum van de oplevering was oorspronkelijk gepland voor april 2006. Uiteindelijk vond de feestelijke opening van het station plaats op vrijdag 18 september 2009.
>
Tentoonstelling 'rue La Boétie '
Deze tijdelijke tentoonstelling neemt plaats in het museum voor Schone Kunsten van Luik in het parkLa Boverie.
Het museum bestaat enerzijds uit een museumgedeelte voor permanente tentoonstellingen en anderzijds uit een ruimte van 4000m² die bestemd is voor internationaal bekende tentoonstellingen.
Het is toegankelijk via de "Boverie"-brug die de linkeroever met de rechteroever van Luik verbindt en zich op 700m van het station van Guillemins bevindt.
Tempora presenteert er een kunst-en cultuurtentoonstelling in samenwerking met Anne Sinclair (Anne Schwartz), Franse televisie-en radiojournaliste en ex-vrouw van de Franse politicus Dominique Straus-Kahn (DSK), rond het boek ' 21 rue La Boétie '.
In haar werk beschrijft ze het parcours van haar grootvader langs moederszijde, Paul Rosenberg, één van de grootste kunsthandelaars van het eerste deel van de vorige eeuw.
Buiten de carrière van deze uitzonderlijke zakenman en vriend van Picasso, Matisse, Braque, Léger, Marie Laurencin, illustreert de tentoonstelling de dubbele wending van de kunstgeschiedenis: de uitvinding van de moderne kunst, en onder het cataclysme van het nazisme, de verschuiving van Parijs als kunstcentrum naar New York en van Europa naar de Verenigde Staten.