Zoeken in blog

De Karmelieten en andere kloosterorden
  • Karmel
  • Cisterciënzers
  • Favoriete Restaurants
  • Hostellerie De Biek Moorsel
  • Hof de Merode Mechelen
  • De Mooie Molen Meldert
  • Mijn favorieten
  • Bouwkundige termen
  • {TITEL_VRIJE_ZONE}
    Zilverpassen

    07-04-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Duinkerke April 2019

    Duinkerke of Dunkerque was aanvankelijk een vissersdorp en strategisch gunstig gelegen voor de handel tussen Vlaanderen en Engeland.
    Reeds tijdens het bewind van Keizer Karel begonnen kapers de handel op de scheepvaart onveilig te maken. Kapers mochten wel niet doden, wel saboteren om uiteindelijk de buit binnen te halen.
    Duinkerke is bezet geweest door Spanjaarden, Fransen en Engelsen. In 1662 slaagde Frankrijk erin de havenstad van Engeland af te kopen.
    Vauban versterkte de haven en liet een citadel bouwen.
    In 1713 lieten de Engelsen in het Verdrag van Utrecht de vestingwerken afbreken en de haven afsluiten zodat de uitvalsbasis van de kapers onschadelijk werd gemaakt. De handel richtte zich dan op visserij en koloniale waren.
    Duinkerke is nu de derde grootste haven van Frankrijk na Marseille en Le Havre.

    Jean Bart (1650-1702), geboren in Duinkerke, stamde uit een familie van zeelieden.
    Hij was één van de bekende kapers in het gebied van de Noordzee in opdracht van de koning van Frankrijk, Lodewijk XIV.
    In de slag van Texel in 1694 versloeg hij met 6 kleine fregatten 6 Hollandse oorlogsschepen.
    Als beloning werd hij door Lodewijk XIV tot ridder geslagen en benoemd tot commandant van de zeemacht van Duinkerke. Hij werd een echte held in Duinkerke.
    Hij stierf niet tijdens een zeeslag maar ten gevolge van een longontsteking. Zijn standbeeld (beeldhouwer David d'Anger) staat op het vroegere koningsplein sinds 1845.
    Hij werd begraven in de kerk Saint-Eloi (Sint-Eligius) en we vinden hem terug op de gevel van het stadhuis en in een glasraam binnenin.
       


     
    Deze 57 meter hoge toren uit de 15de eeuw was tot 1558 een klokke-
    toren, met carillon en verbonden met de St-Eloikerk. Sinds de Franse
    aanval het enige wat overeind bleef en nu functioneert als Belfort.
    Hier is ook de toeristische dienst gehuisvest.
    De beiaard met 48 klokken speelt om het kwartier.
    Sinds 2005 vermeld op UNESCO-Werelderfgoedlijst

    Na de vernieling in 1558 besloot het gemeentebestuur in 1559 een nieuwe kerk te bouwen
    onder leiding van architect Jean de Renneville. De middelste beuk werd verhoogd en de kerk
    werd vergroot door een aantal aangebouwde kapellen. Wegens geldgebrek werd de toren
    (nu Belfort) niet meer verbonden met de kerk. De onafgewerkte kerk werd afgesloten door
    een 40m lange blinde muur. In 1591 was de kerk nog verbonden met de toren door een
    gaanderij. Tussen 1783 en 1787 werd de kerk grondig verbouwd en raakte de toren definitief
    gescheiden van de kerk. De voorgevel van de kerk werd herhaaldelijk vervangen en
    uiteindelijk tussen 1887 en 1889 vervangen door een kerkportaal in neo-gotische stijl.
    Tijdens de Tweede Wereldoorlog werd ze nogmaals vernield en na de oorlog in neo-gotische
    stijl gerestaureerd. De voorgevel vertoont nog steeds honderden inslagen van kogels en
    granaten uit de 2 wereldoorlogen.

     
     
    Gedenkteken voor de vele gesneuvelden op het land, de zee en in de lucht onderaan het Belfort
     
        Binnenzicht van de Sint-Eligiuskerk

     
    Grafsteen van Jean Bart in de Sint-Eligiuskerk

     

    Grafsteen van een pagador: pagador is een betaalmeester van de soldij
    voor de Spanjaarden die te klein van stuk waren om deel te nemen aan
    de gevechten. Hiervan afgeleid is 'pagadder' bijnaam voor kleine kinderen.

     
    Werk van Pieter Pourbus, hangt wat ongelukkig achteraan Sint-Eligiuskerk
     
    Offerblok ten gunste van de kapers, staat achteraan in de Sint-Eligiuskerk
     




    Het stadhuis van Duinkerke dateert van 1901 en is opgetrokken in de Vlaamse renaissancestijl. In de nissen bevinden zich Ridders en andere historische figuren
    die iets betekenden voor Duinkerke.
    In de inkomhal staan vele Vlaamse namen van voormalige burgemeesters vermeld. Duinkerke is immers lange tijd Vlaams geweest.
    De toren van het stadhuis wordt het tweede belfort van Duinkerke genoemd, 75 m hoog. Hij werd in 1901 geïnaugureerd door de Franse president Emile Loubet
    en tsaar Nicolas II van Rusland en is opgenomen in de werelderfgoedlijst van Unesco.
    In het midden in een nis bevindt zich het bronzen beeld van koning Lodewijk XIV gezeten op een paard. Het paard staat afgebeeld met één voorpoot opgeheven:
    de ruiter is aldus op het slagveld verwond en elders overleden. (2 poten in de lucht betekent dat de ruiter op het slagveld is gestorven, 4 poten op de grond
    betekent dat de ruiter aan een natuurlijke dood is overleden)


     

    Glasraam van Jean Bart boven de traphal in het stadhuis. De kaper staat er afgebeeld (rechts onder de
    man met de blonde krullen) bij zijn terugkeer na de zeeslag van 1694 die hij had gewonnen (slag om
    Texel).
    De vlag van Duinkerke staat hier verkeerd afgebeeld, bovenste streep moet wit zijn. Lodewijk XIV was
    ook niet aanwezig bij zijn aankomst na de zeeslag.
     

    Op dit werk lieten glazenier Gaudin en ontwerper Tardieu zich inspireren voor het glasraam.
    De prent hangt in het Musée de la Marine in Parijs.


    Kennismaking met de haven door een rondvaart met de TEXEL


    Links het trainingschip la Duchesse Anne, een Duits schoolschip uit 1901.
    Het schip kwam in Franse handen na de Tweede Wereldoorlog als betaling
    voor oorlogsschade. In 1959 werd het uit de vaart genomen en lag te
    verkommeren. Duinkerke heeft het aangekocht in 1980 en laten restaureren.
    Het is nu een geklasseerd monument en is onderdeel van het Havenmuseum
    van Duinkerke over leefomstandigheden van cadetten.

    Rechts ligt het Franse lichtschip Sandettié en diende ter waarschuwing van zandbanken.
    In 1946 werd met de bouw gestart en in 1949 neergelegd bij de zandbank Dyck.
    In 1978 kreeg het een nieuwe bestemming en kwam te liggen bij de zandbank Sandettié
    voor de kust van Calais. Het deed daar dienst tot 1989.
    Het licht had een bereik van 25 zeemijl en flitste elke 5 seconden.
    De bemanning bestond uit 2 personen. Het schip maakt nu deel uit van de collectie van
    het Havenmuseum.



     

    Het havenmuseum, vroegere tabaksloods biedt 500 geëxposeerde werken waaronder scheepsmodellen en havenwerktuigen waarvan hieronder enkele voorbeelden.


           

           



    De Leughenaer, verdedigingstoren uit de 15de eeuw waarop men op
    de uitkijk stond. 'Leugheren' (loeren) betekende 'uitkijken'. Er doen 
    allerlei verhalen de ronde over die uitkijkfunctie. Zo bestaat er één 
    dat de toren zou gebruikt zijn om de schepen te misleiden en op het
    strand te doen stranden. Hij is 30m hoog en octogonaal.
     

    Dat Duinkerke ooit Vlaams is geweeest wordt meermaals duidelijk
    gemaakt door talrijke Vlaamse Leeuwen hier te merken op de Place 
    charles Valentin voor het stadhuis. Op de achtergrond merk je een
    flatgebouw, 75 m hoog en niet hoger dan het nabijgelegen Belfort.
    Het gebouw bestaat uit slecht geïsoleerde appartementen.


    Duinkerke is ook bekend om zijn langdurig vieren van Carnaval. Twee en een halve maand lang komen de carnavalvierders op hun mooist uitgedost bij elkaar, om in een gemoedelijke sfeer te paraderen. Iedere zaterdag wordt er ergens in een wijk een volksbal georganiseerd. Op zondagmiddag geven "bendes" of orkesten meestal de toon aan. Het absolute hoogtepunt blijft de week van Dikke Dinsdag, met optochten van kleurrijke reuzen.
    Tijdens het carnaval worden vanop het balkon van het stadhuis gerookte haringen (kippers) naar beneden gegooid.
    Meer hierover indien interesse!

    07-04-2019 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    25-03-2019
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kreken en Polders in het Meetjesland, februari 2019

    'Meetjesland’ of grootmoedersland. Keizer Karel kwam hier in het verleden jagen op jonge vrouwen, maar keerde nadien meermaals ontgoocheld terug naar Gent. 
    Afspraak met de gids aan het station van Eeklo. Nadien met de bus richting Middelburg (Maldegem) een piepklein Middeleeuws dorpje met een grote geschiedenis van Pieter Bladelin.

    Bladelin had door zijn functies binnen het Bourgondische hertogdom een belangrijke politieke en artistieke invloed.

    In 1460 liet hij een triptiek schilderen door Rogier Van der Weyden, waarop hij zelf staat afgebeeld, met op de achtergrond zijn pas voltooide burcht te Middelburg. Zie info.

    Middelburg was 500 jaar geleden een welvarend stadje dat gesticht werd door Pieter Bladelin, een rijke Brugse poorter. Rond 1450 bouwde hij er zijn eigen luxueuze kasteel.  

    We drinken koffie in het Convent van Santa-Clara waarna we via een korte wandeling een bezoek brengen aan de kerk en het kasteel. Foto's zie website.

       

       


    Ooit woonden, werkten en mediteerden er vierentwintig Arme Klaren in het oude kloostergebouw van Middelburg. Nu heeft Paul Verstraete er zijn middeleeuwse praat- en peuzelkroeg Convent Santa-Clara, met trappistenbier. Grote eiken kloostertafels, een middeleeuwse vloer en een prachtig gerestaureerde schouw zijn een belangrijk deel van het uiterlijk. Het terras aan de tuinzijde sluit daar bij aan. In de tuin zijn nog de fundamenten van een kapel en een stukje oude kademuur gevonden.

    Uitbater Verstraete is als het ware vergroeid met Middelburg. De geschiedenis van het grensdorpje heeft hem altijd mateloos geboeid en hij was tot voor enkele jaren ook de eigenaar van de gronden waar het kasteel van Pieter Bladelin stond. Het oudste deel van het gebouw dateert van 1515. Het was één van de eerste slotkloosters van de Clarissen in de streek. Het klooster werd grotendeels verwoest in 1604. Dat was het einde van de zogenaamde Arme Klaren in Middelburg.

    Het dorpje heeft veel meer te bieden dan enkel rust en groen: de schandpaal midden het dorp, de archeologische kasteelsite, de Sint Pieter en Pauluskerk, de Molenkreek, het bezoekerscentrum, het bijenhuis Lekens ...


     




     

     
     

    de Sint Pieter en Pauluskerk, meer info


    Middaglunch in Aardenburg restaurant ‘ den Wijngaard’. Namiddag tocht door polders en kreken. In St Jan in Eremo bezoek aan een eeuwen oude Zeeuwse schuur, met een verzameling oude rijkoetsen in bezit van adellijke familie. Kerk van St Jan De Doper (1682), het 19e eeuwse Godshuis in St Laureins:

    Het Godshuis in de Meetjeslandse gemeente Sint-Laureins is een monumentaal negentiende-eeuws gebouw.


     

    het Godshuis in Sint Laureins, meer info

       


    Het Godshuis, 75 meter lang en 56 meter breed, werd tussen 1843 en 1849 gebouwd in een neoclassicistische stijl met neobarokke en neorenaissancistische elementen. Het fraaie gebouw bevindt zich pal in het centrum van Sint-Laureins. In de jaren 90 van de 20e eeuw stond het hele gebouw te verkommeren, maar vandaag is het prachtig gerestaureerd. Het is nu een hotel, restaurant en feestzaal.

    Tussen 1843 en 1849 werd het Godshuis gebouwd met financiële ondersteuning van juffrouw Antonia Van Damme (1797-1879). De bedoeling was dat het grote gebouw een soort ziekenhuis zou worden voor mensen met moeraskoorts, een ziekte die toen nog frequent voorkwam in het waterrijke Meetjeslandse krekengebied. De bestemming van het gebouw werd een aantal keer gewijzigd doorheen zijn geschiedenis: van tehuis voor bejaarden en gewone zieken, tot een weeshuis en een onderwijsinstelling.

    In 1940 en ook tijdens de bevrijding in 1944 verwierf het Godshuis grote populariteit, omdat de grote kelders een veilig toevluchtsoord waren voor de bevolking tijdens de gevechten.

    In 1999 werd het vervallen gebouw zeer grondig gerestaureerd en in 2004 ging het Godshuis weer open als hotel en restaurant.

     


       

     




    Koffie & versnapering in Krekenpoort en terug via Kaprijke, Lembeke naar Eeklo.


     


            

    25-03-2019 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    14-12-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beyond Klimt Bozar - december 2018
    Beyond Klimt

    De tentoonstelling werd opgezet in samenwerking met het Belvederemuseum in Wenen. Ze toont kunststromingen na Klimt in Centraal-Europa. Ze onderzoekt de relatie tussen kunst en politiek in de periode tussen de twee wereldoorlogen. Ze gaat over het uiteenvallen van landen, over kunstenaars die moeten migreren, over de kwellingen van de Eerste wereldoorlog.
     
    Een 80-tal werken van o.a. Gustav Klimt, Egon Schiele, Capek, Oskar Kokoschka, László Moholy-Nagy worden tentoongesteld.  
    Wie vooral voor Klimt de bus opstapte kwam wat bedrogen uit alhoewel we al spoedig door enkelen gewaarschuwd werden. 
    De publiekstrekker van de expositie is het kunstwerk van Gustav Klimt, Johanna Staude.
     
     

    Johanna Staude 1917-1918 Gustav Klimt

         

    Moeder van Oskar Kokoschka 1917

    Romana

    Johanna Staude poseerde verschillende keren voor Klimt. Iets wat
    ze ook deed voor zijn jongere collega Egon Schiele.
    Ze is geboren in Wenen op 16 februari 1883 en stierf aldaar op 2 juli 1967.
    Ze gaf als beroep achtereenvolgens op taallerares en schilder.
    Het portret is onafgewerkt, vooral de mond. Klimt wou dat ze terugkwam 
    naar zijn atelier.
    4 jaar vóór haar dood verkocht ze haar portret aan het Belvederemuseum.

      Oskar Kokoschka was een jonge kunstschilder toen hij in 1911 Alma Schindler, weduwe van de 19 jaar oudere componist Gustav Mahler, ontmoette.
    Er ontstond een heftige liefdesrelatie. Twee jaar lang hadden ze een intense 
    relatie. Hij adoreerde de knappe Alma en  schilderde meerdere portretten van haar. Ze werd zwanger van Kokoschka, maar besloot het kind te aborteren.
    Kokoschka's moeder dreigde Alma te vermoorden als ze de relatie niet beëindigden en patrouilleerde met een vuurwapen door haar straat om het dreigement kracht bij te zetten. Uiteindelijk brak Alma rond 1914 de relatie om terug te keren bij een oudere liefde. Kokoschka was geobsedeerd door Alma, zelfs nadat de relatie voorbij was.
    Hij liet daarom een levensgrote pop van haar maken.
    Hij kon de afwijzing niet verdragen en vluchtte het leger in. Hij overleefde nauwelijks de Eerste Wereldoorlog, na een schotwonde in zijn borst.
    Gedurende deze tijd bleef hij van Alma houden.

    Meer over Oskar Kokoschka

     

    Place de l'Observatoire - Boedapest 1914 József Rippl

    József Rippl is een Hongaars kunstschilder (1861-1927) Hij wordt gerekend tot het symbolisme, synthetisme en postimpressionisme.

     
    De Laatste Mens (1917-1924) Anton Hanak
    bronzen reuzengroot beeld, 200 kg, gerealiseerd van 1917 tot 1924

    Als op 11 november 1918 de Grote Oorlog eindigt werkt Anton Hanak aan zijn meesterwerk:
    Zie de mens: in wankel evenwicht aan de rand van de afgrond

    Anton Hanak, Oostenrijks beeldhouwer 1875-1934

       

    Meisje met kam - zelfportret
    (1926) Marie-Louise von Motesiczky

    Von Motesiczky (1906-1996), opgegroeid in een welgestelde Joodse familie in Wenen, studeert vanaf 1928 enige tijd  aan de academie in Frankfurt. Haar vroege werk vertoont duidelijke invloed van  Duitse expressionist Max Beckman.
    Later wordt haar schilderwijze losser en staat het dichter bij de stijl van Oskar Kokoschka.  Vanaf 1938 verblijft ze  in Londen, waarheen zij met haar moeder is gevlucht. 
    Von Motesiczky’s werk is net als dat van haar twee grote voorbeelden gedeeltelijk naar de werkelijkheid geschilderd (stillevens, landschappen, portretten, waaronder vele van haar moeder), gedeeltelijk op de fantasie gebaseerd en symbolisch geladen.  

                                                                                      

    De macht van muziek 1918-1919 Oskar Kokoschka




    In de macht van muziek brengt Oskar Kokoschka, student van Klimt, zijn gevoelsleven op expressionistische manier tot uiting. Een combinatie van enerzijds warme kleuren voor de mansfiguur en anderzijds koelere tinten voor de vrouw met trompet. Een uitbeelding  van Kokoschka’s emoties naar aanleiding van een onbeantwoorde liefde. Strijd tussen de seksen waarbij de vrouw de man betovert en tot wanhoop drijft.
              

    Study for around a point (1911-1930) Frantisek Kupka

    Frantisek Kupka is een Tsjechisch abstract schilder 1871-1957
     
    Squatting Man - dubbel zelfportret 1918 Egon Schiele

    Egon Schiele (1890-1918), Oostenrijks kunstenaar, jugendstil en expressionisme .

       
       
       





    14-12-2018 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    15-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Antwerpen 'Barok Shock'
    Barock  Shock

    Deze activiteit werd een stadswandeling die ons liet kennismaken met de wonderlijke religieuze kunst uit de 17e eeuw, verwezenlijkt in de twee mooiste barokkerken van Antwerpen: Sint-Carolus Borromeus aan het Hendrik Conscienceplein en Sint-Augustinus in de Kammenstraat. Onze gidsen leidden ons langs de hoogtepunten van de Antwerpse barok en de resterende sporen in de straten, de harten en geesten van de Antwerpenaar. Talrijke gevels in de stijlen van weelderige rococo, pralende neobarok en imponerende beaux-arts. Barok weet ook in 2018 nog hedendaagse kunstenaars te prikkelen en te inspireren.
    We eindigden deze wandeling met een bezoek aan de voormalige Sint-Augustinuskerk, parel van vroegbarokke architectuur, nu het internationale muziekcentrum AMUZ.
     


    Voorgevel van de Sint-Carolus Borromeuskerk, ontworpen door leden van de jezuïetenorde tussen 1615 en 1621, gebouwd bovenop de toenmalige Ankerrui.
    De kerk is een typisch product van de contrareformatie, waarin de katholieke Kerk probeerde het volk weer aan zich te binden door pracht en praal. De jezuïeten speelden hierbij een leidende rol. De voorgevel is geïnspireerd op o.a. die van de Gesù-kerk in Rome, moederkerk van de jezuïeten. Zij is 8 meter hoger dan de kerk zelf.



    IHS met een kruis boven de H en 3 strepen eronder is het embleem van de jezuïeten, de strepen staan voor de nagels waarmee Jezus werd gekruisigd.


    Rubens had als schilder-decorateur-architect een hand in de toren, de voorgevel, het hoogaltaar, het plafondstucwerk en de Houtappel of Mariakapel. De brand van 1718 vernielde 39 plafondschilderingen van Rubens waarvan de schetsen nog bewaard gebleven zijn in het Plantijn Moretusmuseum.


    Het hoogaltaar bestaat geheel uit hoogwaardig marmer en is gespaard gebleven uit de brand in 1718. De wijde vensters op de bovengalerij laten overvloedig licht binnen.


    Het hoogaltaar wordt hier bekroond door het schilderij van Cornelus Schut De Kroning van Maria- (1597-1655) uit de Antwerpse School. Dit schilderij wordt afwisselend gewisseld met de - Kruisoprichting- van Gerard Seghers (1591-1651) d.m.v. een vernuftig katrolsysteem. Drie maal per jaar gebeurt deze wissel - op Aswoensdag, Paasmaandag en 14 augustus onder grote belangstelling. Een derde kunstwerk Onze-Lieve-Vrouw van de Karmel  van Gustaaf Wappers functioneert mee in deze wisseling.
    Vroeger maakten de twee retabels - De mirakelen van de H. Ignatius van Loyola (stichter van de jezuïeten) - en - De mirakelen van de H. Fransiscus Xaverius - van Rubens deel uit van de te vervangen schilderijen. Deze bevinden zich thans in het Kunsthistorisch museum van Wenen. 
    De houten communiebank op de voorgrond dateert uit de 18de eeuw.

    Bij het betreden van één van de twee zijkapellen 'Mariakapel' werden we in vervoering gebracht door de speelse barokkunst. Een juweel dat gelukkig gespaard bleef van de brand  van 1718. Deze realisatie werd mogelijk gemaakt door het mecenaat van de drie gezusters Houtappel van Ranst en hun vader Godefridus Houtappel.  De grafsteen van Godefridus H. bevindt zich vóór het altaar waaronder de grafkelder van de familie ligt.
    De amper vijf à tien minuten durende uitleg van onze gids was te kort om al dit moois te kunnen bewonderen, laat staan alles te fotograferen. De enkele beelden hieronder volstaan zeker niet om al het prachtige wat de kapel te bieden heeft te kunnen opnemen. Daarom, en zeker niet te versmaden, ga je best naar de uitvoerige beschrijving over de Houtappel of Mariakapel.

     


    Kopij (1925) van het altaarstuk 'De tenhemelopneming van Maria' van P.P.Rubens. Het originele werk was oorspronkelijk bedoeld voor de Onze-Lieve-Vrouwekathedraal, aangekocht in 1776 door keizerin Maria Theresia en bevindt zich nu in het Kunsthistorisch Museum in Wenen.


    Marmeren beelden als patroonheiligen van de opdrachtgevers, de gezusters Houtappel en hun nicht Anna 's Grevens: H.H.Anna, Cristina, Catharina van Alexandrië en Suzanna.


    Het leven van Maria kun je volgen op de tien taferelen geschilderd door Hendrik I van Balen (1560-1632) op de marmeren wanden, opzij en als predella (voetstuk) van het altaar. Bijzonder speels hierbij is dat de nerven van de okerbruine marmeren ondergrond in sommige taferelen aangewend werden voor de rotspartijen terwijl voor de weergave van grote tempelarchitectuur geopteerd werd voor een ondergrond van wit marmer.
    Hier de presentatie van Maria in de tempel. 


    De marmeren communiebank vervangt een houten exemplaar. De schenkster, Anna Houtappel, laatste overlevende van de familie, betaalde de som van 1800 florijnen.
    Centraal staat de gekroonde naam van Maria (links in dit beeld). Bloemsymbolen: de roos van uitverkiezing en lelie van zuiverheid. Plantaardige symbolen voor de aanwezigheid van Jezus in de eucharistie: maïskolven voor het brood van de hostie (het lichaam van Christus) en druiven voor de wijn (bloed van Christus).


    Lieve-Vrouwebeeld op het altaar gemaakt uit het hout van de miraculeuze boom van Scherpenheuvel, geschonken door aartshertogen Albrecht en Isabella.



    Het schilderij "De Terugkeer van de Heilige Familie uit Jeruzalem" werd in 1620 gedoneerd door de Antwerpse burgemeester Nicolas Rockox en aangebracht in de St.-Carolus Borromeus boven het Sint-Jozef altaar.

    Na de opheffing van de Jezuïetenorde werd het werk op 20 mei 1777 in Antwerpen, in 1829 te Brussel, in 1830 te Londen geveild en vervolgens in 1871 aangekocht door het Metropolitan Museum in New York. Een veiling in 1980 bij  Christie's in New York was de voorlaatste stap vooraleer de 'Terugkeer...' terugkwam naar de St-Carolus Borromeuskerk. In 2011 heeft de kerkfabriek van Sint-Carolus Borromeuskerk het werk terug kunnen kopen op een veiling. Daags na de verkoop is het schilderij voor 5 jaar naar KIKIRPA vertrokken voor een grondige restauratie. Sinds 23 juni 2017 hangt het schilderij van Rubens terug op zijn oorspronkelijke plaats in Sint-Carolus Borromeuskerk.


    Verstopt in een inham van de Minderbroedersrui staat dit standbeeld van Paul Van Ostaijen (1896-1928). Dichter van o.a. 'Marc groet 's morgens de dingen...'.
    Wilfried Pas (uit Londerzeel en familielid van Annemie Pas) maakte in 1966 het beeld op het intieme pleintje. Het beeld bruist van de vitaliteit die de dichter en prozaschrijver niet enkel in zijn werk staande hield maar ook in zijn leven.

    Enkele barokgevels tijdens de wandeling:



    Herenhuis in barokstijl in de Mutsaardstraat, oorspronkelijk gebouwd door de familie Van Den Kerckhoven in het einde van de 17e eeuw. Vanaf 1920 gebruikt door de Katholieke Normaalschool en in 1944 zwaar beschadigd door een V-bom in de Minderbroedersstraat. In 2005 gerenoveerd tot wooncomplex met winkels.
     
     

    Koninklijke Academie voor Schone kunsten gevestigd in een pand van het minderbroedersklooster sinds 1811. Resten van de kloosterkerk zijn nog te zien.


    Hotel Delbeke oorspronkelijk gebouwd in 1516 door stadspensionaris A. Herbouts.


    Het Snijders&Rockocxhuis in de Keizerstraat. Meer weten over dit gebouw, eigendom van KBC.


    Keizerkapel in de Keizerstraat

     

    Toren van de Sint-Carolus Borromeuskerk in de Sint-Katelijnevest.

     

    Calvarie in de Korte Nieuwstraat.


    Gebouw op de hoek van de Sint-Katelijnevest en de Beggaardenstraat, gebouwd in opdracht van drukker D. De Vettere. Op het massieve topstuk rust een buste van Johannes Gutenberg, uitvinder van de Europese boekdrukkunst (loden letters).
     
     

     

    De barokke kunst van weleer inspireert nog steeds de huidige kunstenaars, ook in de streetart.

     

    Gevel van de voormalige Sint-Augustinuskerk, thans locatie van AMUZ

    Als sluitstuk van onze rondleiding bezochten we het AMUZ gelegen in de voormalige barokke kerkruimte Sint-Augustinus getransformeerd naar een modern concerthuis.  

    Speciaal voor 'Antwerpen Barok 2018' ontwierp de Antwerpse totaalkunstenaar Jan Fabre drie nieuwe werken die samen met het verhaal van de gerenoveerde kerk, de realisatie van de nieuwe infrastructuur, de basis vormden van deze rondleiding.
    De nieuwe kunstwerken vervangen de altaarstukken die Pieter Paul Rubens, Antoon Van Dyck en Jacob Jordaens in1628 schilderden. De originele schilderijen behoren thans tot de collectie van KMSKA. De kopieën (20ste eeuw) die lang in de Sint-Augustinuskerk hingen, zijn van de hand van Leon Van Ryssegem en kregen een nieuwe bestemming.

    Bij deze drie kunstwerken maakt Fabre gebruik van de dekschildjes van de Juweelkever, zoals bij de permanente plafondsculptuur 'Heaven of Delight' in de Spiegelzaal van het koninklijk paleis in Brussel. Elk apart schildje, restproduct zoals een mosselschelp, heeft een groen-blauwe glans, absorbeert het licht en laat dat tegelijk reflecteren met een iriserend effect zoals parelmoer.
    Fabre werd hiervoor bijgestaan door 10 jonge internationale kunstenaars om de 450.000 keverschildjes op de panelen aan te brengen. Ze werkten er ongeveer 2,5 jaar aan.


     

    Op het hoofdaltaar : 'Het  mystieke contract' vervangt 'H.Familie en de veertien heiligen' van P.P.Rubens

     

    Linkerzijaltaar: 'Het monastieke optreden' vervangt 'Extase van de Heilige Augustinus' van Van Dijck



    Rechterzijaltaar: 'De extatische opname' vervangt ' De marteldood van de H.Apolonia' van Jacob Jordaens


    Blik op de restauratie van het stadhuis op weg naar het restaurant 


    Deze gegoogelde 'dronefoto' geeft ons een verrassend beeld van de Sint-Carolus Borromeuskerk met de 8 meter hoge voorgevel op het Hendrik Conscienceplein en de toren aan de Sint-Katelijnevest.

    15-11-2018 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    12-11-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoeilaart september 2018

    De rondleiding vangt aan in het Gemeenschapscentrum Felix Sohie van Hoeilaart dat geopend werd in juni 2012. Het werd genoemd naar de grondlegger  van de Belgische druiventeelt onder glas Zijn borstbeeld bevindt zich in de grote serre, een overdekt cultuurplein dat 'binnen' en 'buiten' zuid- en noordvleugel met elkaar verbindt. De serre verwijst naar de grootschalige druiventeelt van weleer. Hoeilaart wordt dan ook wel eens het 'glazen dorp' genoemd. De druiventeelt werd tot in de tweede helft van de twintigste eeuw in verwarmde serres gedaan.


         

    Het was Felix Sohie die in 1865 te Hoeilaart de eerste serre bouwde ... voor meer  weten zie Ontstaan en Bloei van de druiventeelt.

    Onze rondleiding gaat verder langs het Jan Van Ruusbroecpark waar we verscheidene kunstwerken aantreffen:


    'Lichtvolume' van de kunstenaar Vincent Strebelle (1946°) uit Hoeilaart 

    Dit kunstwerk is een spel van lijnen, plooien, rondingen en schaduwen. Strebell vertrekt hierbij steeds van een A-4papier, dat hij door plooien vorm geeft en vervolgens in staal laat uitvoeren en vergroten. 



     

    'Druiventros' van Thierry Verhelle, (1955°) beeldhouwer uit Tervuren n.a.v. 125 jaar druiventeelt


    Onze gids toont hier het beeld van Jan van Ruusbroec gemaakt door Rik Van Schil, fransiscaner beeldhouwer uit Vaalbeek n.a.v. de viering 125 jaar Sint-Clemenskerk, met als thema 'Hoop op gerechtigheid'- 1999

    Het beeld  is een kunststoffen replica van het bronzen beeld dat uit veiligheidsoverwegingen in het gemeentehuis blijft staan.

    Het is een afbeelding van Jan van Ruusbroec (1293-1381), de eerste prior van de priorij van Groenendaal en een van de grote mystici van het Europese christendom. In 1343 ontvluchtte Ruusbroec met twee andere vrome mannen de wereldse drukte van de stad Brussel en vestigde zich in Groenendaal. In 1350 werd deze 'kluis' een augustijnerklooster. Het klooster overleefde de Franse Revolutie niet. 


    Romeinse Votiefsteen ontworpen door Luc Cauwenberghs, beeldhouwer uit Tervuren (°1953)

     

    Dit beeld verwijst naar de Romeinse aanwezigheid in Hoeilaart. Het bevat een kopie van de votiefsteen ( votief: gebeeldhouwde of geschilderde afbeelding in kerk als dankbetoon voor verkregen gunsten) uit de Romeins-Keltische periode, die in 1870 bij de afbraak van de oude Sint-Clemenskerk gevonden werd. De originele votiefsteen bevindt zich nu in de Koninklijke Musea voor Kunst en Geschiedenis (Jubelpark) in Brussel.

    Uit de tekst op de steen kan afgeleid worden dat hij opgericht werd door een zekere Caius Appianius Paternus, waarschijnlijk een Germaan die diende in het Romeinse leger en na zijn krijgsdienst mocht beschikken over een 'domein', hier in het Zoniënwoud. 




    Kasteel-gemeentehuis. 

    Waar nu het gemeentehuis staat, stond vroeger het uit de 15de eeuw daterende kasteel van de heerlijkheid Terheide. Dit landgoed werd door de baron Jozef de Man d'Hobruge (burgemeester van Hoeilaart van 1823 tot 1846 en van 1848 tot 1854) aangekocht in 1820. 
    Zijn zoon, baron Jean de Man d'Attenrode (burgemeester van Hoeilaart van 1854 tot 1878) liet in het begin van de jaren 1850 het kasteel van de heerlijkheid Terheide afbreken en vervangen door het huidige kasteel, een typisch gebouw uit de periode van de romantiek, waarin natuurelementen en neo-stijlen vermengd zitten. Het werd ontworpen door architect Jozef Claes uit Antwerpen.
    Na de oorlog van 1914-1918, namelijk op 1 december 1919, werd het kasteel door Maxime de Laage de la Rocheterie aan het gemeentebestuur verkocht. De onderhoudskosten werden immers te zwaar. Het kasteel werd hervormd tot gemeentehuis.



    Bij het kasteel horen ook de kasteelhoeve en de Onze-Lieve-Vrouwkapel. De kasteelhoeve is een overblijfsel van het domein van de heerlijkheid Terheide. In haar huidige vorm gaat ze terug tot de 17de eeuw. Hier zijn nu de sociale dienst van het OCMW en de dienst Omgeving gevestigd.  

    Enkele beelden van het interieur van het gemeentehuis. De renovatiewerken (afgerond in 1995) werden grotendeels uitgevoerd door het gemeentepersoneel. Hierbij werd getracht de eisen van een moderne administratie te verzoenen met de eigen sfeer en het historisch kader van dit oude kasteel.
     



    De imposante neoromaanse Sint-Clemenskerk werd ontworpen door de Limburgse architect Herman Jaminé. Ze dateert uit 1874.  Het kerkhof rond de kerk verdween voor de aanleg van een plein en werd overgeplaatst naar de Molenberg. Deze bakstenen kerk met speklagen en koorafsluiting in witte zandsteen heeft geen toren. Opmerkelijk zijn ook de luchtbogen aan de buitenzijden.  



    Het tramstation maakte deel uit van de lijn Groenendaal- Overijse, die bestond uit 2 sporen: een gewoon tramspoor voor het reizigersvervoer en een breder spoor voor het goederenvervoer dat gebruikt werd voor het ransport van druiven, mest en steenkool. In Groenendaal sloot het aan op de spoorweg Brussel-Namen. door de opkomst van het goederentransport per vrachtwagen en van de auto, en door de uitbouw van het busvervoer kwijnde de tramlijn langzaammaar zeker weg. In juni 1958 reed de goederentrein voor het laatst. Het tramstation is sinds 1997 beschermd erfgoed. het werd in 2000 door brasserie Nerocafé in gebruik genomen.
    Marcel Neels alias Marc Sleen liet Nero zijn intrek nemen in het tramstation in het album 'De verschrikkelijke tweeling' (1990). Ridder Marc Sleen woonde in Hoeilaart sinds 1955 en overleed op 93-jarige leeftijd in november 2016.


    In deze brasserie genoten we van ons middagmaal.


    Ook een gewezen inwoner van Hoeilaart was weerman Armand Pien (1953-1990). Een klein museum met zijn naam werd in het gemeentehuis opgericht in 2005.


    De IJse is een riviertje dat een paar kilometer verder westwaarts in het bos van Groenendaal ontspringt en in de Dijle uitmondt in Neerijse (Huldenberg).De talrijke vijvers ontstonden door het werk van de kloosterlingen van de priorij van Groenendaal en later in opdracht van koning Leopold II nog verder uitgegraven in het kader van de verfraaiing van het Zoniënwoud.


    Vooraleer te gaan lunchen begaven we ons naar Sylvies Schoonheidsinstituut dat gevestigd is in een typische serristenvilla.
    Wil je alles weten over Sylvies therapie en haar schoonheidsproducten op basis van geperste druivenpitten ga dan naar www.sylviestherapy.be






    Voor de namiddagactiviteit bezochten we nog één van de overgebleven serristen waar we een rondleiding kregen. Als afsluiting kregen we een glaasje puur druivensap. 
    Heerlijk !!!




    12-11-2018 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    15-10-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Oudenaarde, Adriaan Brouwer oktober 2018
    Adriaan werd rond 1606 in Oudenaarde geboren als zoon van een tapijtwever. Op jonge leeftijd trekt hij naar de Noordelijke Nederlanden, waar hij roem vergaart in Haarlem en Amsterdam. Nadien trekt hij naar Antwerpen waar hij in 1638 op jonge leeftijd sterft. In deze korte tijdspanne schildert hij een indrukwekkend oeuvre bij elkaar van uitzonderlijk kunsthistorisch belang. 
    Adriaan Brouwer drijft in zijn werk wel eens de spot met mensen en hun gedragingen. Het tentoonstellingsproject ‘Charivari’brengt een 20-tal hedendaagse kunstenaars samen die in hun werk een gezond gevoel voor ironie, kritiek en spot aan de dag leggen, maar ook gedreven zijn door een zoektocht naar schoonheid, poëzie, een gevoel van verheffing en verlichting.

    Een schilder van wereldformaat, van wie het werk in de allergrootste musea hangt: dat is Adriaen Brouwer.  Nooit eerder werden er van zijn zeventigtal werken een kleine helft samengebracht.  

    Reeds tijdens zijn leven was Brouwer befaamd, zijn werken gegeerd. Ook de allergrootsten, zoals Rubens en Rembrandt, bezaten stukken van hem. Zijn schilderijen zijn bovendien een feest om naar te kijken. Een lust voor het oog. Brouwers werk wordt ook vergeleken met dat van tijdgenoten en navolgers zoals Frans Hals, David Teniers en Joos van Craesbeeck.

    Voor de afwezigen tijdens deze uitstap, geen nood,  je kan een uitgebreide reportage over de tentoonstelling opvragen via vrt.be

    15-10-2018 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    17-06-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Haven van Gent en rondleiding langs de Maisons de Plaisance en Kastelen in het Meetjesland
    Haven van Gent en rondleiding langs de Maison de Plaisance en de Kastelen van het Meetjesland.
     
    Onze gids is mevrouw Liesbeth Misseghers uit Zomergem. Haar levendige, enigszins humoristische manier om de geschiedenis van de Gentse havenstad en de evolutie van de Maisons de Plaisance en Kastelen van het Meetjesland te verhalen, zal ongetwijfeld beklijven.
    Na een koffiepauze in het MIAT - Museum over Industrie, Arbeid en Textiel, en voordien katoenspinnerij (1813-1975) - fabriek van het Manchestertype, vertrekt de autocar richting haven Gent.
    Manchestertype = stevig bakstenen gebouw met een gietijzeren constructie, grote raampartijen en sheddaken om zo veel mogelijk licht binnen te halen. De gewelven en vloeren zijn in steen om het risico op brand te beperken.
     

                           Foto MV Eigen werk
    De geschiedenis van de Gentse textielindustrie start met het verhaal over Lieven Bauwens (1769-1822), zoon van een welstellend leerlooier. Deze toonde al vroeg belangstelling voor werktuigkunde en ging op spionagetocht naar Engeland. Hij slaagde er in een mechanische katoenspinnerij stukje bij beetje over te smokkelen en overhaalde ook Britse technici voor de montage ervan (Mule Jenny- pronkstuk in het museum Miat). Zo ontstond al vlug een bloeiende textielindustrie die spoedig leidde naar uitbuiting van de arbeiders en zelfs ook kinderarbeid. De ene katoenfabriek na de andere zag het levenslicht waarvan sommige overblijfselen nog getuigen van een bloeiende wijk met tientallen fabrieken die de Schelde gebruikten als een kloppende ader. De vele arbeiders werden gehuisvest in de beluiken (meer dan 200 voor meer dan 2000 gezinnen)afgeleid van het oude werkwoord 'luiken', wat afsluiten betekent. Hier leefden de arbeiders in erbarmelijke omstandigheden, ze leefden dicht op elkaar en deelden het sanitair. Je hoorde er Gents, West-Vlaams,Berbers en vooral Turks in één enkele straat. 

     



    Originele Mule Jenny gebouwd door Samuel Crompton. Museum van Bolton in Engeland (Wikipedia)
    De autocar werd door Liesbeth langs de oude katoenloodsen in de voorhaven geleid. Daar werden tussen 1885 en 1900 vijf opslagplaatsen gebouwd. Het aantal binnenlopende schepen en hun tonnenmaat nam geleidelijk aan toe. Vanaf 1874 verdrong de stoomvaart definitief de zeilschepen. In 1886 werd in de Voorhaven al een schip gelost met een lading van 9416 balen ruwe Indische katoen. Vanuit de haven ging het vervoer eerst per kar en paard, nadien per vrachtwagen of via het spoor vanuit de loodsen naar de textielfabrieken. De vijf loodsen waren elk 100 meter lang, 40 meter breed en 20 meter diep, op 10 meter van de kademuur. Drie loodsen beschikten over een kelderverdieping.   
     Foto MV Eigen werk
    Alle loodsen werden gefundeerd op beton, de bovenbouw was een volledig ijzeren skeletgebouw. Rond de loodsen kwam er een bestrating in kasseien, het fraaie gietijzeren afsluithekken dateert uit 1886. De overgebleven drie havenloodsen worden beschermd als monument. Eén ervan is reeds omgebouwd tot lofts.  
     Foto MV Eigen werk
    Omdat een brand desastreuze gevolgen kon hebben, kwam er in 1902 Voor de Voorhaven een eigen brandweerkazerne in de Londenstraat. Deze kazerne werd permanent bewoond door 16 brandweermannen met hun familie.  
      Foto MV Eigen werk


    Voor het vervolg van de rondleiding  rijden we verder over het verbindingskanaal, in de 19de eeuw gegraven met de bedoeling om de Brugse Vaart en de Voorhaven met elkaar te verbinden,  richting Vinderhoute en zijn kastelen. 
    Eerst nog de verklaring van 'Meetjesland' volgens wikipedia:

    Er gaan verschillende legendes rond over waar de naam Meetjesland zou vandaan komen. Eén ervan spreekt over een doorreis van keizer Karel V. Uit angst voor de seksuele appetijt van de keizer verborgen de inwoners hun dochters. De keizer zag alleen oude vrouwen (meetjes) die zaten te spinnen voor hun deur. Dit zou de keizer de uitspraak ontlokt hebben dat dit het land was van de meetjes. Een andere verklaring is dat de naam wijst op de lange smalle reepjes grond (meetjes) die typisch voor de streek zijn. Ze werden systematisch afgegraven voor het winnen van turf.

    De meest plausibele verklaring houdt verband met de enorme lijnwaadproductie in het Meetjesland van de 17e en 18e eeuw. Gent was in die tijd immers één van de belangrijkste lijnwaadmarkten van Vlaanderen. In Waarschoot waren er bijvoorbeeld 821 wevers actief, in Lovendegem 800. Om één wever aan het werk te houden waren minstens vier spinsters nodig. Spinsters waren vaak vrouwen, moeders en meetjes. Bij goed weer spon men buiten voor de deur, waardoor die meetjes heel zichtbaar waren.

    De verklaringen hiervoor zijn echter volksetymologie. De woordafleiding is simpelweg de benaming voor een stuk bouwland met sloten en in dit geval is het een toponiem geworden.  Kleine slooten, die men meetgoten, meedgoten, metgoten, meyntgoten of groene goten of ook dwarsgruppels noemt, Misschien ook in den naam van het Meetjesland, eene streek in het noorden van Oost-Vlaanderen. 

    Liesbeth wijst ons op het onderscheid   tussen een “maison de plaisance” en een kasteel. Een “maison de playsance” of lusthof doet eerder denken aan een klein kasteeltje dat vooral tijdens de zomermaanden of het jachtseizoen werd bewoond. Een kasteel daarentegen was meestal veel groter en imposanter.  Een kasteel is een zelfstandig versterkt bouwwerk , verdedigbaar  en bewoonbaar  door een beperkte groep mensen, variërend van een adellijke familie tot een militair garnizoen.

    In de 19 e eeuw was Vinderhoute een dorp met zoiets als 600 inwoners waarvan de meesten kleine landbouwers waren. Door de opkomst van de fabrieken in de stad Gent zochten nogal wat gezinnen het dagelijks brood in de textielindustrie. Daarnaast kwamen rijke industriëlen uit de stad hier wonen op hun buitenverblijf, ver van de stank en het lawaai. Vandaar de talrijke herenhuizen en kastelen.

     


     
    Het Kasteel Van Heyghen.

    Het kasteel is gelegen in een omgracht park met fraaie ijzeren toegangspoort tussen arduinen pijlers met vaasbekroning.  Het was gelegen in een complex grachtensysteem verbonden met de Oude en de Nieuwe Kale; twee dreven leidden naar de weg Brugge-Gent, een eikendreef leidde naar de kerk (de huidige Kasteellaan) en één naar de Kale.  

    Het is het oudste kasteel van Vinderhoute. Langs de weg zie je enkel de toegangspoort.
    De eigenaar van het kasteel, Philippe Van de Vyvere, behoort samen met zijn familie tot de vijftig rijkste Belgen. Hun waarde wordt geschat op zo'n 500 miljoen euro. Van de Vyvere vergaarde zijn kapitaal door te investeren in diverse sectoren binnen de havenwereld. Met SeaInvestis hij dan ook een van de grootste spelers in het wereldje.
    Hij heeft onlangs het bekende Franse wijndomein Phélan Ségur in Saint-Estephe, zo'n 60 kilometer boven Bordeaux, gekocht.

    Het blijkt dat de inwoners van Vinderhoute bedacht zijn met de spotnaam 'Reigers'. Naar verluidt waren de bossen en weiden rond het kasteel een geliefkoosde plek voor deze grijze vogels.








    Fragment uit:
    Agentschap Onroerend Erfgoed 2017
    Kasteeldomein van Vinderhoute [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/33576 (geraadpleegd op ).
     
     Foto Heemschut

    Het Kasteel Schouwbroek.

    Indrukwekkend en merkwaardig eclectisch kasteel opgetrokken uit bak- en
    hardsteen. Kasteel van twee bouwlagen boven een souterrain, afgedekt met van dakkapellen en spitse torentjes voorziene leien daken. Vierkante hoektoren die doet terugdenken aan een middeleeuws belfort: hoger opgetrokken, voorzien van uurwerk, gemarkeerd door weergang, borstwering, kantelen en spietorentjes en bekroond met klokkentoren.
    Het fraaie park is aan de kant van de Schouwbroekstraat afgesloten door een imponerend ijzeren hek over de walbrug met balustrade. Achter het hek staan drie monumentale oude kastanjebomen; één ervan is de dikste kastanjeboom in België.  

    Fragment uit:
    Agentschap Onroerend Erfgoed 2017
    Kasteeldomein  Schouwbroek [online],  https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/33589 (geraadpleegd op ).
     
    Eén van de majestueuze kastanjebomen aan de ingang van het kasteel,  zou de dikste zijn van het land.
    Zijn stamomtrek bedraag ongeveer 8,45 meter gemeten op een hoogte van 1,5 meter.
    De boom is aangeplant geweest omstreeks 1600 en is bijgevolg ongeveer 418 jaar oud.

     
     
     Foto Wim Brinkerink
    Het Kasteel Diepenbroeck.

    Bepleisterd en beschilderd kasteel van twee onderkelderde bouwlagen in zijn huidige staat daterend uit begin 19de eeuw in empirestijl. 
    Centrale deur met trap, bekroond met een kroonlijst op consoles, oorspronkelijk voorzien van het wapenschild van de familie de Vaernewyck.  

    Sinds 1980 rusthuis. 

    Fragment uit:
    Agentschap Onroerend Erfgoed 2017
    Kasteeldomein Diepenbroeck [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/33428 (geraadpleegd op ).
     
     Foto MV Eigen werk
    Aan de merkwaardige ingang dankt het kasteel haar volkse benaming "het kasteel van de reus en de reuzin". IJzeren hek in de vorm van pijlen, gevat tussen pijlers en twee 3 meter hoge zandstenen hermen met vrouwen- en mannenbuste onderaan respectievelijk voorzien van saterpoten en voeten in hardsteen, vernieuwd in 1922 door beeldhouwer Van Belle.







    Fragment uit:
    Agentschap Onroerend Erfgoed 2017
    Kasteeldomein Diepenbroeck [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/33428 (geraadpleegd op ). 
     
     Foto's MV eigen werk
    Herenhuis aan de Vredesdreef.

    Fraai herenhuis in neoclassicistische stijl, met omringende tuin afgesloten door middel van ijzeren hek tussen dito pijlers, daterend van circa 1870. Bepleisterd dubbelhuis van vijf traveeën en tweeënhalve bouwlaag onder schilddak (leien). Dubbelhuisopstand met geaccentueerde middentravee uitlopend in een gebogen van oculus voorzien fronton.  



    Agentschap Onroerend Erfgoed 2017
    Neoclassicistisch landhuis met tuin [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/33592(geraadpleegd op ).
    Het Kasteel Ten Velde. 

    Zogenaamd "Kasteel Ten Velde",  in classiciserende en empire getinte stijl naar model van het vroegere kasteel.  




    Agentschap Onroerend Erfgoed 2017
    Kasteel Ten Velde [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/33583 (geraadpleegd op ).

    Kasteel van Lovendegem.

    Huidig uitzicht daterend van circa 1858 en 1888. Een dubbele eikendreef leidt van de Brugse Vaart  naar het omwalde kasteel in een rechthoekige omgracht park  voorzien van een neogotische kapel (ten noorden) en een ijskelder en toegankelijk via een ijzeren hek aan bakstenen pijlers.

    Imposant geheel binnen een brede omwalling toegankelijk via een stenen walbrug met vijf gedrukte spitsbogen en een overbouwde toegangspoort geflankeerd door twee vierkante torens, rechts met aangebouwd rond traptorentje onder spits leien dak, naar ontwerp van P. Van Kerkhove daterend van 1888.  

    Ten oosten, fraai kasteel in eclectische stijl opgetrokken in verschillende soorten baksteen naargelang de bouwperiode en zandsteen, met behoud van oude kern uit de 17de of de 18de eeuw.  

    Ten noordwesten, op het einde van een dreef buiten de omgrachting, staat op de plaats waar baron I. Dons de Lovendeghem in 1918 vermoord werd een bakstenen kapelletje met een overluifelde calvarie ter nagedachtenis van het slachtoffer.

    Agentschap Onroerend Erfgoed 2017

    Kasteeldomein van Lovendegem [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/33482 (geraadpleegd op ).






    In Zomergem rijden we voorbij aan het gemeentehuis van de hand van architect ValentinVaerwyck in 1923 .
    Foto MV Eigen werk

    Het Kasteel van Bellem

    De oorsprong van het domein gaat terug tot het midden van de 16e eeuw. Het domein kwam in het bezit van Lodewijk-Frans, prins de Montmorency (+1736). In 1808 verkocht prinses Louisa de Montmorency het kasteeldomein van Bellem aan de Gentse textielbaron Jacob Lieven van Caneghem (1764-1847). Dochter Jeanne van Caeneghem (1789-1867) was gehuwd met Eugène Joseph de Naeyer (1786-1843), hun dochter Elise de Naeyer was de moeder van Alice Marie de Kerchove. Zij was de betovergrootmoeder van prinses Mathilde van België.

    De laatste adellijke eigenaar was graaf de Kerchove d'Exaerde. Sinds 1963 is het eigendom van de vzw 'Federatie van de zustercongregaties van het bisdom Gent'. In 1965 werd het een retraitehuis voor religieuzen, zogenaamd 'Mariahove'. 

    In 2017 werd het domein verkocht aan een kleinzoon van Guy de Crombrugghe de Picqendaele (Amaury de Crombrugghe de Picqendaele).  


    Het bepleisterd laatclassicistisch kasteel werd opgetrokken omstreeks 1815, met neoclassicistische aanpassingen van 1855-1860 naar ontwerp van de Doornikse architect Bruno Renard.  Het opvallend middenrisaliet omvat drie rondbogen, op de bovenbouw een colonnade van Korinthische zuilen, een half verheven reliëf met wapenschild bekroont het middelste venster. 


    Agentschap Onroerend Erfgoed 2018
    Kasteel van Bellem [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/34825 (geraadpleegd op ).

    Twee parallelle gewitte dienstgebouwen van twee bouwlagen onder een leien zadeldak, gelegen aan weerszijden voor het kasteel, dateren vermoedelijk uit de 18de eeuw. De oostelijke vleugel vormde vroeger het zogenaamde ‘weduwehuis’. De westelijke vleugel deed voorheen dienst als koetshuis en paardenstallen. De linkergevel loopt uit in een gebogen fronton met gekleurd wapenschild.  







    Agentschap Onroerend Erfgoed 2018
    Kasteel van Bellem [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/34825 (geraadpleegd op ).
    Ten oosten bevinden zich nog dienstgebouwen, onder meer een oranjerie in empirestijl met gecementeerde gevels met rondboogvormige deuren en vensters met een bewaarde ijzeren roedeverdeling. Het dienstgebouw op H-vormige plattegrond dateert van het midden van de 19de eeuw. De geschilderde bakstenen gevels zijn afgedekt met pannen zadeldaken en zijn voorzien van een ritmerende rondboogarcade waarin de noodzakelijke muuropeningen aangebracht zijn.

                      
                      Foto MV Eigen werk

    Agentschap Onroerend Erfgoed 2018
    Kasteel van Bellem [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/34825 (geraadpleegd op ).
      Foto MV Eigen werk
    Het Kasteel van Poeke.

    Het kasteel van Poeke, een waterkasteel in rococostijl dateert  van 1750, het werd aangepast in 1872. Het uitgestrekte kasteeldomein blijft herkenbaar als een laat-19de-eeuws adellijk landgoed met hier en daar een accent uit de 20ste eeuw.
     
    Bij het overlijden van de laatste barones Ines Pycke de Peteghem in 1955 werd het goed overgemaakt aan de zusters apostolinen van Wetteren, die er de (Brusselse) schoolkolonie ‘Duinen en Heide’ inrichtten; in 1977 tenslotte werd het aangekocht door de gemeente Aalter; het park is voor het publiek toegankelijk.


    Agentschap Onroerend Erfgoed 2018:
    Kasteeldomein van Poeke [online], https://id.erfgoed.net/erfgoedobjecten/34998 (geraadpleegd op ).
     
     Foto MV Eigen werk

    Stichtingshuis Zusters van Liefde.

    In dit huis is men altijd welkom.   

       
     Foto MV Eigen werk  
     
     Foto MV Eigen werk  
    Naar een artikel van Kaat Leeman uit www.erfgoedhuis-zljm.org    
                                                      


     
                                                                                                                                         




























    17-06-2018 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    10-05-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bezoek aan Eperon d'Or in Izegem en Belle Epoquewandeling.
    Bezoek aan Eperon d'Or in Izegem en Belle Epoquewandeling.

    Het prachtig gerestaureerde art deco gebouw van Eperon d'Or, een voormalige schoenfabriek, is een tastbare getuigenis van het succes van de Izegemse schoennijverheid in de jaren 1930.
    De vele fabrikanten en werknemers zorgden voor een grote welvaart en een bruisend sociaal leven in de stad.
    De schoenmakerij balanceert op de grens tussen ambacht en verfijnde kunst.

       
       
                                               
       
       
                        
                                                            
                                                           
                                                
                                                
                                                 

    De borstelnijverheid scheerde hier eveneens internationale hoge toppen en blijft tot op vandaag belangrijk in de regio.
    Zeg nooit zomaar 'borstel' tegen een borstel. Er zijn meer soorten borstels dat je je kunt voorstellen.

       
       
       
       
                                       
                       

    Wandeling met een gids in de stad met de mooie Belle Epoque en Interbellumarchitectuur.

       
                         
     


    10-05-2018 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    20-04-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Roubaix : La Manufactures des Flandres of textielmuseum/ Kapel Sainte Thérèse/Villa Cavrois
    La Manufacture des Flandres.

    La Manufacture is een museum en atelier waar de herinnering aan de textielindustrie van Roubaix en omstreken levendig wordt gehouden.
    Het geluid van de machines, die in uw bijzijn door een gewezen wever worden bediend, dompelt u onder in de wereld van de textielfabrieken. Tijdens het bezoek aan dit textielmuseum schetst de gids hoe Roubaix (en de volledige agglomeratie) één van de eerste textielcentra ter wereld werd. Welke families van industriëlen  dit imperium bouwden, hoe de levensomstandigheden van de arbeiders in de loop der jaren evolueerden, welke rol de geïmmigreerde bevolkingsgroepen in dit avontuur speelden,  hoe de architectuur van een hele stad eraan aangepast werd. Alle grote vernieuwingen die een revolutie betekenden voor de weeftechnieken, worden uit de doeken gedaan. In één uur tijd krijgt men niet alleen een demonstratie, maar men verneemt ook hoe uit wol en andere vezels draad en vervolgens stof wordt gemaakt. Verder verneemt men hoe deze geschiedenis, die door een hele stad wordt gedeeld, nog steeds verdergaat en in het teken blijft staan van vernieuwing en textielcreatie.

       
     
       
       

    Kapel Sainte Thérèse (1956-1958), Hem

    De kapel is ontworpen door de Zwitserse architect Herman Baur en gerealiseerd in 1956-58 op kosten van de textielbaron Leclercq uit Roubaix.
    De glas-in-betonramen zijn van Alfred Manessier. het beeldhouwwerk is van de hedendaagse kunstenaar Eugène Dodeigne.

       
     
       
       
     

     

    Villa Cavrois.

    In het begin van de twintigste eeuw is het Noorden één van de meest geïndustrialiseerde regio's van Frankrijk. Roubaix en Tourcoing zijn belangrijke centra voor de textielproductie. Roubaix kreeg trouwens de bijnaam "stad met de duizend schoorstenen". De vennootschap Cavrois-Mahieu, die opgericht werd in 1865, vervaardigt luxestoffen voor Parijse woningen. In 1923 stelt het bedrijf, dat vijf fabrieken telt, zo'n 700 mensen tewerk.

    Wanneer Paul Cavrois, de eigenaar van deze vennootschap, beslist om een woning te laten bouwen voor zijn gezin, koopt hij een terrein aan in een plaatsje dat Beaumont heet, op enkele kilometers van Roubaix. Sinds 1870 ging de industriële bourgeoisie verder van de fabrieken af wonen, in een gezonder milieu en een beter leefkader. In de gemeente Croix, in de rand rond Roubaix, rijzen imposante burgerwoningen uit de grond, als echte kasteeltjes, die gekenmerkt worden door hun neo-regionalistische stijl. Het moderne silhouet van de villa die ontworpen werd door Robert Mallet-Stevens breekt radicaal met dit landschap. 

    Wil je meer weten over de geschiedenis van Villa Cavrois en  de beelden bekijken van de renovatie klik dan hier.


       
     
     
       
       
       
       
       
       

        

       


    20-04-2018 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    15-03-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Leuven, Museum M: Edgard Tytgat
    Vooraleer over te gaan naar de tentoonstelling "Herinnering aan een geliefd venster" van Edgard Tytgat, werden we geconfronteerd met het passionele werk ' De 7 sacramenten' van Rogier van der Weyden, Vlaams Primitief, schilder van de vijftiende eeuw. 
    Onze gids wijst ons in dit werk op de vele details zoals tranen, stofnetten tussen de schalken van de bundelpijlers, haarspeldjes ... getuigenissen van het natuurgetrouw weergeven van figuren, interieurs, gebouwen, ... in schril contrast met wat in het oeuvre van Tytgat te vinden is, daarentegen vinden we wel gelijkenis met de wijze waarop hij een verhaal weergeeft.


    Wil je nog even stilstaan bij dit prachtwerk lees dan een artikel uit Openbaar kunstbezit in Vlaanderen

    Om de tentoongestelde werken van Edgard Tytgat te begrijpen vangt de rondleiding aan met een foto van het huis van de schilder zoals te zien is op de video in de website van het museum M. Klik hiervoor op deze link. Hierbij krijg je dan ook de gelegenheid om de tentoonstelling nog eens visueel te bezoeken.

    Op de volgende schermafbeelding, foto van een werk van Tytgat:  'Enkele beelden van het leven van een kunstenaar' zien we het levensverhaal van de schilder:
    Na een ongelukkige val bleef de toen jonge Edgard vele jaren gekluisterd aan zijn bed en zijn kamer waar hij door het venster  het leven zag voorbij gaan. In vele van zijn werken  is dan ook een venster afgebeeld.


    De volgende tekst vind je terug op één van de muren bij het begin van de tentoonstelling.



    Als bijkomende illustratie lees je misschien ook nog de bloemlezing van ene Margot Blomme waarin deze de volgende werken becommentarieert:
    Ontbijt van Maria, Offer van Iphigenia, Euphrasie poseert voor de eerste maal, De acht dames, Voorspel van een gebroken liefde. Hierbij staan telkens ook de vermelde werken afgebeeld.

    Edgard Tytgat werd geboren in Brussel en bezocht daar de kunstakademie. Als schilder van mythologische composities, genre stukken, interieurs, aquarellist, graveur en illustrator werd hij beïnvloed door het fauvisme en het post-impressionisme. Hij sloot zich aan bij de Brabantse fauvisten die zich verenigd hadden rond Rik Wouters.  Zijn favoriete onderwerpen waren het circus, kermissen (vooral de carrousels), naakten en interieurs. Vanaf 1920 hoorde Tytgat tot de groep Vlaamse Expressionisten rond het tijdschrift ‘Selection’. Zijn werk uit die periode toont de invloed van Gustaaf de Smet.

    15-03-2018 om 22:34 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    14-02-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gerhard Richter februari 2018

    Gerhard Richter (1932, Dresden) wordt beschouwd als een van de belangrijkste actuele kunstenaars en als een van de naoorlogse hernieuwers van de schilderkunst. Zijn door experiment, twijfel en toeval gedreven werk levert telkens opnieuw het bewijs dat een schilderij niet in staat is om de realiteit weer te geven of te vervangen.De tentoonstelling vertrekt van Richters beginwerken zoals de schilderijen van gordijnen en ramen uit de jaren ’60 en ’70 die gegroepeerd zijn rond zijn eerste werk in glas, 4 Ruiten (1967) dat tussen de vloer en het plafond zit geklemd. Deze opstelling vindt haar echo en voortzetting in de presentatie van de kunstenaars werken van de laatste 14 jaar en acht nooit getoonde werken uit 2017 die hun weerspiegeling vinden in het glazen werk 7 Ruiten (Kaartenhuis) uit 2013. Op deze manier worden fundamentele aspecten van Richters vroege werken verbonden met zijn huidige artistieke praktijk.

    Wil je meer weten over zijn levensloop en verschillende stijlen in zijn oeuvre ga dan naar deze link.

    Volgende opnamen van tijdens de tentoonstelling ter illustratie:


     
     
     
     
     
       
         

    14-02-2018 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    10-01-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Nieuwjaarslunch: De Mooie Molen-Harpiste Lakshmi
    Onze groep bestaat 25 jaar en dat hebben we gevierd.
    Het bestuur nodigde ons uit voor een Nieuwjaarslunch in de prachtige locatie 'De Mooie Molen' in Meldert.

        

    Alvorens te aperitieven was er het optreden van de Gentse harpiste Matthieu Lakshmi.


    Matthieu Lakshmi bracht ons een schitterende uitvoering uit haar veelzijdige repertorium. Dat repertorium bestaat uit Ierse en Bretoense volksmelodieën en liederen, waaronder ook een lied van Vlaamse bodem, waarbij ze zichzelf begeleidt op een Keltische harp.

    Lakshmi Matthieu werd geboren te Gent (1981) en volgde er harples bij Martha Szabo aan de Muziekacademie in Gent, waar ze in 2000 afstudeerde met de Grootste Onderscheiding. 

    Ze zette haar harpstudie verder aan het Koninklijk Conservatorium van Brussel in de klas van de wereldvermaarde Suzanna Mildonian. Ze behaalde het diploma ‘Meester in de muziek’ met Grote Onderscheiding en vervolmaakte zich bij de gerenommeerde harpdocente Erika Waardenburg  aan het Conservatorium te Utrecht.

    Klik je hier dan kan je ook een fragment  beluisteren uit haar repertorium.

    Op het menu van onze nieuwjaarslunch:



    Wil je ook nog enkele foto's bekijken van tijdens de feestelijkheid klik dan op deze link


    10-01-2018 om 15:07 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    26-12-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bozar: Ancestors & Rituals
    Ancestors & Rituals Europalia Indonesia

    In het kader van Europalia was Indonesië aan de beurt om in de kijker te staan. De tentoonstelling kwam tot stand aan de hand van archeologische en ethnografische schatten, hedendaagse creaties en archiefbeelden uit alle hoeken van de archipel samen met het Nationaal Museum in Jakarta. 
    Onze gidsen belichtten tijdens de rondleiding de rijke diversiteit, kracht en poëzie in de verering van voorouders en wezen ons op het belang van tradities en rituelen in de hedendaagse samenleving. 

    Indonesië, officieel de Republiek Indonesië, is een land gelegen in Zuidoost-Azië en Oceanië. Het land bestaat uit een archipel van 14.572 eilanden en is daarmee 's werelds grootste eilandenstaat. (op de kaart in lichtgeel aangeduid)

    Deze eilanden strekken zich uit over maar liefst 5 000 kilometer van oost naar west. 
    Er zijn ongeveer 255 miljoen inwoners, 300 etnische groepen en meer dan 700 talen. Dat zegt al iets over de diversiteit van het land en de culturen waaruit het bestaat. 
    Al deze culturen hebben een gemene deler, namelijk het belang dat ze hechten aan de voorouders. 
    Van Sumatra tot Papoea, over Java, Borneo, Sulawesi, de Kleine Soenda-eilanden en de Molukken: voorouders speelden – en spelen vaak nog – een vooraanstaande rol in Indonesië. De voorouders, die biologisch of mythisch kunnen zijn, zijn nauw verbonden met het verleden, het heden en de toekomst. 
    Ze vervullen daarbij drie cruciale functies:
    1)  een directe link tussen de Indonesiërs en hun verleden waardoor de levenden hun plaats in de stamboom kunnen krijgen en hun       status en sociale positie bepalen. 
    2) de voorouders garanderen het evenwicht in de samenleving en verzekeren door hun steun en bescherming een harmonieus heden 
    3) ze zijn een bron van vruchtbaarheid en zorgen voor de toekomst en het voortbestaan van de volkeren en hun culturen. 

     De uitwisselingen met andere culturen en religies hebben in de loop van de millennia grote invloed uitgeoefend op de kunsten, op de identiteitsbeleving en op de manier waarop de Indonesiërs naar eigen land kijken. 
    De meeste culturen van de archipel hebben hun roots in de Austronesische cultuur, die nomadenvolkeren meer dan 5 000 jaar geleden uit Taiwan meebrachten. Verder zien we ook de invloed van de schitterende Dong Son-cultuur van het noorden van Vietnam, bekend om hun meesterlijke bronzen artefacten.   
    Vaak ligt de handel aan de basis van deze uitwisselingen. In de 5 de eeuw introduceerden Indiase kooplui, monniken en heen en weer reizende studenten het boeddhisme en hindoeïsme op Sumatra en Java.  
    Het is ook de handel die de eerste bezoekers uit China en het Midden-Oosten (vanaf de 7 de eeuw) meebracht. Via het Midden-Oosten kwam de islam naar Indonesië, die vanaf de 13 de eeuw op Java en Sumatra een enorme bloei kende. Nog later kwamen de Portugese kolonisten, gevolgd door de Nederlanders, op zoek naar kostbare specerijen. Zij legden respectievelijk het katholicisme en het protestantisme op. Al deze culturen gaven vorm aan de relatie van de Indonesiërs met hun voorouders.  
    In de tentoonstelling wordt een uitgebreid luik aan de verbazingwekkende dodenrituelen gewijd. Ze bestaan vaak uit verschillende fasen en meerjarige cycli die een overledene toelaten om voorouder te worden. 
    De achtergeblevenen sparen kosten noch moeite om hem of haar naar de bovenwereld te begeleiden en zo ook het evenwicht en de harmonie in de gemeenschap te bewaren.

     

     
    Een ladder is het communicatiemiddel tussen de wereld der levenden en die van de doden, voorouders en goddelijkheden. Levenden klimmen naar boven om gebeden te offeren  en omgekeerd laat deze ladder de doden toe om neer te dalen en in contact te komen met de levenden 
     

    Graftombe


    adu höro uit Zuid-Nias op Sumatra, 
    beeld opgesteld in het huis van een opperhoofd, soms ook op de akkers geplaatst ter promoting van de vruchtbaarheid
     

     
    Kris en schede (pedok) heeft een gegolfde kling (lemmet) waar mystieke krachten aan worden toegeschreven. De kris wordt dikwijls gedragen als teken van gezag of waardigheid. 
     

    Kris op de rug: vredelievende houding, in de zij: strijdlustige houding

     

                        'bisj'-paal van de Asmat-stam op Papoea                              De Asmat waren tot in de 19de eeuw koppensnellers. Op hun beelden werden de gesnelde schedels afgebeeld, vaak in de buurt van de gigantisch grote geslachtsdelen van de sculptuur. De Asmat zagen er geen graten in. Ze wilden gewoon de vruchtbaarheid promoten.

     

    Deze zwartselbak heeft de vorm van een buffel. In Zuid-Sumatra is het vijlen en zwartmaken van tanden een zeer belangrijke sociaal ritueel. Het geeft aan dat de persoon de huwbare leeftijd heeft bereikt. Het zwartsel wordt gemaakt van verbrande takken. Het zwartsel wordt verzameld in een metalen bak. Aan het begin van de 20ste eeuw is er een einde gekomen aan het vijlen van tanden.  
     
     
    De serene schoonheid van dit Prajnaparamita beeld stelt volgens sommigen Ken Dedes, de moeder van Anoesapati voor.

    Anoesapati (regeerde van 1227 tot 1248) was de tweede koning van Singhasari, een koninkrijk op Java.
     
     

     'tau-tau'-gedenkbeelden uit Zuid-Sulawesi.

    De rituelen bij de dood waren bij de Indonesische volkeren erg belangrijk. De ziel van een overledene kon enkel de wereld van de voorouders bereiken als de rituelen op de gepaste manier werden uitgevoerd.   
    De tau-tau werden geplaatst voor een graf in een rotswand. Ze traden op als tussenpersonen tussen de nabestaanden en het gestorven familielid.De rituelen bij de dood waren bij de Indonesische volkeren erg belangrijk. De ziel van een overledene kon enkel de wereld van de voorouders bereiken als de rituelen op de gepaste manier werden uitgevoerd. Op de expo zijn daarvan heel mooie en poëtische voorbeelden te zien zoals de 'tau-tau'-gedenkbeelden uit Zuid-Sulawesi. Ze lijken net echt. De tau-tau werden geplaatst voor een graf in een rotswand. Ze traden op als tussenpersonen tussen de nabestaanden en het gestorven familielid. 

     
    ikat

    Ikat: Een techniek waarmee men textiel van motieven voorziet door, voorafgaand aan het weven de garens te verven waarbij delen van de garens samen worden gebonden of bedekt worden met een waterafstotende stof (zoals was) zodat kleurstof zich op die plaatsen niet kan hechten. De techniek is mogelijk duizenden jaren geleden in China ontstaan. In Nederland is het procedé bekend onder de naam Ikat die in het Javaans "binden" betekent.  

    Men snijdt de garens op lengte en bindt ze in strengen samen. Precies afgemeten delen van een streng bindt men af en bedekt men met een vloeistofafstotend materiaal dat de verf en/of de beits (een mengsel waardoor kleurstof zich aan een vezel kan hechten) niet doorlaat. Men gebruikt daarbij een washoudende of vettige substantie. Als na het verfbad de garens droog zijn en het vloeistofafstotende materiaal is verwijderd, bindt men de strengen op andere plaatsen af en dompelt men ze in een verfbad met een andere kleur. Als dit proces meerdere keren is herhaald en de kleuren met grote nauwkeurigheid op de juiste plaatsen zijn aangebracht tekent zich bij het weven het beoogde dessin af.



    Indonesisch filmfestival vanaf 9-01 (opening in Bozar) tot 23-01-2018 in Vendôme (Brussel)

    Een retrospectief festival van de Indonesische film van de voorbije twintig jaar, met niet minder dan 51 films en 10 genodigden. 
    De films die in dit Indonesische hedendaagse filmfestival getoond worden, gaan over verschillende politieke, economische en sociale mijlpalen nadat de reformistische beweging president Suharto in 1998 ten val bracht. Ongeveer een decennium vóór deze belangrijke periode bevond de Indonesische film zich in een vacuüm waarin slechts een handvol films geproduceerd werd. Met andere woorden, de Indonesiërs zagen tien jaar lang geen ‘geprojecteerde beelden’ van zichzelf op groot scherm.

    Voor het programma klik hier.

    26-12-2017 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    14-11-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.200j UGent
    Naar aanleiding van het 200-jarig bestaan van de Gentse Universiteit deed onze groep een begeleide wandeling in de stad.   
    Deze wandeling had als thema het ontstaan en de groei van de universiteit van 1817 tot 2017. Aan de hand van allerlei nog bestaande sporen binnen de stad, volgden we de universiteit van bij haar ontstaan in 1817 tot vandaag 2017.

    Autocars mogen niet meer binnen de stad rijden en kunnen slechts op 3 plaatsen de reizigers laten afstappen. We begonnen onze wandeling aldus vanaf het Jules de Vigneplein, zo'n 10 minuten verwijderd van de afspraakplaats met de gidsen op de Vlasmarkt.

    De foto's, chronologisch genomen tijdens onze wandeling, ondersteunen het verhaal van de gids en laten zien hoe de huidige toestand van de oude en ook nieuwe gebouwen het leven nu in de universiteit uitstralen. 

    Wat de gidsen ons vertelden is moeilijk volledig weer te geven. De exacte geschiedenis achterhalen in verband met het ontstaan van de universiteit kan je best vernemen via de site www.ugentmemorie.be zoals je zal merken in de volgende reportage.

    Klik je op de onderstreepte naam bij de foto of in de tekst, dan krijg je eventueel de aangepaste historiek, soms aangevuld met details aangebracht door de gids ( vul maar aan of corrigeer indien ik niet voldoende heb opgelet ... Rolling Eyes )

    Aan het begin van onze wandeling richting Vlasmarkt lopen we voorbij de Scaldissluis



     

    Stadhuis Gent

    De gedetailleerde, rijk versierde gotische stijl, waarin het stadhuis oorspronkelijk is gebouwd, staat in schril contrast  met de strakkere lijnen van de eenvoudiger renaissancestijl waar het gebouw in werd voltooid.  

     Op 25 september 1816 vaardigt Willem I, sinds 1815 koning van het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, een organiek reglement uit waarin tot oprichting van drie universiteiten in de zuidelijke Nederlanden wordt besloten: in Gent, Leuven en Luik.
    De feestelijke openingsplechtigheid van de universiteit in Gent vindt plaats op 9 oktober 1817 in de troonzaal van het Gentse stadhuis. In het bijzijn van kroonprins Willem van de Verenigde Nederlanden ‘installeert’ Ocker Repelaer van Driel, commissaris-generaal van onderwijs, kunsten en wetenschappen, de nieuwe rijksuniversiteit. Koning Willem I zelf is niet aanwezig; zijn troon blijft leeg. Samen met het kersverse professorenkorps en de curatoren van de universiteit, luistert de verzamelde Gentse elite naar de toespraak van burgemeester de Lens en de Latijnse ‘oratio’ van rector Jean-Charles van Rotterdam.  
    ’s Avonds wordt aan de plechtigheid een vervolg gebreid met een banket voor 78 personen waarbij 189 flessen wijn worden ontkurkt.
    Een maand later, op 3 november 1817, starten de eerste colleges. De Hollandse periode zal duren tot de Belgische Revolutie in 1830.
    In het eerste jaar telde de universiteit 190 studenten, dertien personeelsleden en zestien professoren, waarvan er negen uit het buitenland kwamen, voornamelijk uit Noord-Nederland en Duitsland. Zij waren verdeeld over vier faculteiten: Letteren, Rechten, Geneeskunde en Wetenschappen. De voertaal was het Latijn. 

    Uit "1817. Opening universiteit Gent." UGentMemorie. 
     

    Schilderij van Mattheus Van Bree van de plechtige installatie van de Universiteit van Gent door de prins van Oranje in de troonzaal van het stadhuis op 9 oktober 1817 (Collectie Rijksmuseum, Amsterdam).


    Ingang van het stadhuis
     

    Ontmoetingsplein met gebouw ontworpen door architecten Robbrecht en Daem  en Marie-José van Hee



    Bij haar ontstaan kreeg de Universiteit Gent een aantal gebouwen ter beschikking van de stad Gent. Het Jezuïetenklooster tussen de Universiteitstraat en de Volderstraat ging naar Letteren en Wijsbegeerte.


    Binnenkoer Jezuïetenklooster


    Detail van de Aula (Lodewijk Roelandt)



     De hoofdingang van de Aula, 'het Paleis van de universiteit', wordt enkel gebruikt voor speciale gelegenheden.




    Lichtkunstwerk 'Blauwe vogels'  van Maurice Maeterlinck (ontwerpstudio Pitaya) aan de Predikherenlei naast het Pand bij daglicht.


    Kunstwerk 'Blauwe vogels' bij avondlicht.


    Justitiepaleis (Lodewijk Roelandt) thans Hof van Beroep

       
    Als je niet met je kop naar de grond hebt gelopen in de Lindelei heb je het beeldhouwwerk van een duiker gemerkt op het dak van een hoog gebouw (vermoedelijk het huis van een architecte).
    Een corresponderend beeld van een vrouwelijke duikster bevindt zich aan de overkant, veel lager op het balkon van een appartement in de Ketelpoort, aan de oever van de Leie. Het beeld heet Diving Lady. (van de Londense kunstenaar Ronald Cameron.


    Rijkshogere Technische en Handelsschool, voormalig St-Agneteklooster en momenteel gebruikt door NUCLEO voor 'dakloze' kunstenaars.

    Geïnteresseerd in een uitgebreid historisch overzicht over dit complex klik dan hier.



    Zicht op de 'Coupure'


    Ingang van het Plateau in de Plateaustraat.

    Vier allegorische beeldhouwwerken boven de ingang verbeelden de oorspronkelijke studierichtingen van de ingenieursopleiding: Bruggen en Wegen, Burgerlijke Bouwkunde, Kunsten en Fabriekswezen en Architectuur. 

       

    Linker- en rechtervleugel van het Plateau

     Omwille van restauratiewerken aan de Boekentoren kregen we een volledig  ingepakt gebouw te zien. Wil je meer weten over de historiek en de restauratie ervan ga dan naar www.boekentoren.be





    Architect en kunstverzamelaar Charles Vandenhove (°1928) wilde aan zijn rijke kunstcollectie een publieke betekenis geven en een inhoudelijk project koppelen. Dit doet hij door een partnership aan te gaan met de Universiteit Gent, door zijn waardevolle kunstcollectie aan de universiteit te schenken, en financiële ondersteuning te bieden voor de verwezenlijking van een studiecentrum.

     

     

    Omgeving van de Therminal, studentenhuis

    Het studentenhuis is ondergebracht in de oude stookplaats van de universiteit. Aan de kade werden de kolen gelost die in de thermische centrale werden verwerkt tot stoom. Via een buizensysteem verwarmde de stoom de aanpalende universiteitsgebouwen. Na een prestigieuze renovatie van het oude 'kolenkot', opende men het studentenhuis in 2006 onder de naam Therminal. De bakstenen schouw verraadt de oude functie van het gebouw.
      
     


    Oud arbeidshuis omgetoverd tot luxueus studentenkot in de Hoveniersberg, straatje dat op het einde met een trap leidt naar de Therminal
     
    Einde van de wandeling brengt ons bij het UniversiteitsforumHet UFO is een ontwerp van Stéphane Beel en Xavier De Geyter




    c

    Gevel van Dagblad Vooruit in Art Decostijl, thans jeugdherberg

    We sloten deze wandeling af met een welverdiende lunch in 'De Acht Zaligheden', in hartje Gent aan de Leie en op de rand van de oude stadskern Patershol, in Oudburg nr.4

    Nog een weetje: De eerste vrouwelijke studente aan de universiteit Gent was Sidonie Verhelst

    Op 6 december 1882 schrijft Sidonie Verhelst zich als eerste vrouwelijke student in aan de Gentse Universiteit. De Gentse kruideniersdochter en onderwijzeres schrijft zich in voor studies in de Natuurwetenschappen. Hoewel ze de tweede kandidatuur met onderscheiding beëindigt, verlaat ze de universiteit zodat de Brusselse onderwijzeres Emma Leclercq in 1885 als eerste vrouw in Gent afstudeert. 

     

    Tenslotte nog een overzicht van het parcours van onze wandeling: 

    Beginnend rechts aan het De Vigneplein zijn we na ongeveer 5 km wandelen geëindigd in het restaurant 'de Acht Zaligheden' bovenaan. Kun je de afgelopen weg nog terugvinden?

    14-11-2017 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    26-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Plantijn en Moretus Antwerpen- Luthers Lente in Sint Andrieskerk
    Museum Plantin-Moretus

    De Club Zilveren Passer Affligem-Hopland bestaat nu 25 jaar en wil in dit jubileumjaar een tweede bezoek aan het museum Plantijn Moretus in Antwerpen tot één van de activiteiten laten behoren.

    Waarom een  bezoek aan dit museum?

    In de 'Richtlijnen voor de Dagelijkse Werking van de Clubs' staat vermeld in rubriek 2:

    De Zilveren Passer is genoemd naar een van de huisjes van het Plantin-Moretusmuseum, waar de Gulden Passer (overkoepelende organisatie van Zilveren Passer en Koperen Passer) ontstond. Het eerste bezoek van een nieuwe club wordt dan ook traditiegetrouw gebracht aan het Plantin-Moretusmuseum.
    Voor niet-Antwerpse Clubs is dit meteen een uitnodiging om van dit bezoek een eerste activiteit extra muros te maken.

    Wat is er te zien in dit museum?

    De leden die het eerste bezoek gemist hebben kunnen het antwoord vinden door hier te klikken.   













    Tentoonstelling: Luthers Lente in de Sint-Andrieskerk
    Klik je hier dan kom je alles te weten waarom na 500 jaar Luther wordt gevierd. 

    26-09-2017 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    13-09-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Basiliek Oudenbosch NL/ Nassauwandeling in Breda
    We begonnen het nieuwe seizoen met een activiteit in Nederland. Na een autocarrit van ongeveer twee uren was een koffie met cake welkom. We werden ontvangen in hotel-brasserie Tivoli, waarvan het terras een prachtig uitzicht heeft op de Basiliek van de heiligen Agatha en Barbara waar onze activiteit een aanvang nam.

    Eerst even een stukje geschiedenis over de brasserie Tivoli:

    In 1835 vestigden de Jezuïten zich op deze prachtige locatie in Oudenbosch waar ze in 1877 het huidige kloostercomplex bouwden. Het gebouw met neogotische en neorenaissance kenmerken, was een ontwerp van Nicolaas Molenaar, een leerling van de zeer bekende Nederlandse architect Pierre Cuypers. In 1929 verlieten de Jezuïten Oudenbosch en vestigden zich in Nijmegen. Het gebouw heeft vanaf dan gediend als woonhuis voor de Missionarissen van de heilige familie en ook van de broeders van Saint Louis.
    Vanaf 1994 functioneert het gebouw als hotel-brasserie Tivoli. 
    Brasserie Tivoli Oudenbosch in de huidige vorm is geopend in april 2013.   
    Ook de sterrenwacht is na 44 jaar terug in het pand Tivoli Oudenbosch.

     

    Brasserie Tivoli met zicht op Basiliek, Markt 68


    Achterzijde brasserie met zicht op tuin.


    Cafetaria van brasserie Tivoli

    De Basiliek van de Heiligen AGATHA en BARBARA.

    Het bouwen van deze Romeinse kerk is het initiatief van Pastoor Willem Hellemons ( Pastoor van 1842-1884). Deze Pastoor studeerde jarenlang in Rome en de St-Pietersbasiliek en ook St.Jan van Lateranen hadden grote indruk op hem nagelaten.
    Hij besloot daarom midden in Brabant een verkleinde versie van de Sint-Pieter te laten bouwen. De architect Dr. Pierre Cuypers kreeg de opdracht voor het ontwerp  van deze kopie, terwijl voor de voorgevel als model het front van de St.Jan van Lateranen te Rome genomen werd (voltooid in 1892 onder leiding van Prof.Ir. G.J. van Swaay). Tegen Cuypers' principes over neogotiek en eerlijk materiaalgebruik resulteerde het kerkgebouw in neoclassicistische stijl met pleisterwerk en marmerpatronen beschilderd hout. 
    De bouw werd aangevangen in 1865 en voltooid in 1892. 
    Het gebouw past zo'n 16 keer in zijn voorbeeld in Rome. De lengte van de kerk is 81 meter, de breedte 55 meter en het hoogste punt van de koepel is 63 meter.
    In 1912 kreeg de kerk de rang van "Basiliek' door Pius X.

    In de loop der jaren raakte het gebouw dusdanig in verval, in de tweede wereldoorlog is hij veelvuldig beschoten, dat ingrijpende maatregelen nodig waren. In 1959 zijn de restauratie werkzaamheden begonnen en werden na jarenlange arbeid in 1987 voltooid.




    Het sacramentsaltaar is ontstaan onder pastoor Rovers in 1903. Er staan grote beelden van kerkleraren. Deze zijn gemaakt door de Vlaamse beeldhouwer Jan Frans De Vriendt. In de goudkleurige achterwand van het altaar zit een gebrandschilderd raam met een duif (het zinnebeeld van de Heilige Geest).

     


     Langs de wanden in de zijbeuken hangen schilderijen die de kruisweg van Jezus voorstellen.


    Het interieur is rijkelijk versierd met plafondschilderingen en beelden.


    Er is een tombe-altaar met een goudkleurig baldakijn.  Tegen de schuine zijden van de vier hoofdpilaren staan beelden van kerkvaders. Dicht bij het altaar staat het beeld van Maria met kind.


    Het baldakijn was een schenking van ene Rosalia, vandaar de 3 rozen links en rechts in tegenstelling met bijen (symbool van de vruchtbaarheid) in het baldakijn in de Sint-Pieter in Rome



    Er is één grote koepel (20 meter doorsnede en 51 meter hoog) en diverse kleinere koepels. De koepel is via een smalle trap(140 treden) te beklimmen en de schilderingen aan de binnenkant van de koepel zijn zo van dichtbij te bekijken. Het schilderwerk is van de hand van Cornelis Raaijmakers. 

    Onder de koepel staat een Latijnse inscriptie:

    TV ES PETRVS ET SVPER HANC PETRAM AEDIFICABO ECCLESIAM MEAM. TIBI DABO CLAVES REGNI CAELORVM

    (Jij bent Petrus(rots), en op deze rots zal ik mijn kerk bouwen. Aan jou zal ik de sleutels van het Koninkrijk der Hemelen geven)

    De tekst is afkomstig uit het Evangelie volgens Matteüs 16:18 en het is een kopie van de inscriptie onder de koepel van de Sint-Pieter.



    De terrazzovloer met mozaïken is aangelegd in 1904. Daarvoor was de kerk voorzien van een tegelvloer. De vloer is gelegd door Italianen. Volgens de overlevering waren zes Italianen ruim zes maanden bezig om deze vloer te leggen. De vloer is bekostigd door een gift van een (rijke) weduwe, die bovendien van adel was. Onder de banken is de vloer niet aanwezig. De banken staan op houten vlonders.



    Tussen de zitbanken werd centrale verwarming aangebracht  in metalen buizen waarop de rode matjes gelegd werden om knieën of voeten (bij koud of nat weer zonder schoenen) te beschermen.


    Plaats waar de doopplechtigheden worden gehouden.


    Voor elke dopeling een hartje.


    Onder de kansel bevindt zich het beeld van St. Petrus in zittende houding.

       
    Paus Johannes XXIII, geboren als Guiseppe 
    Angelo Roncalli.
    Stond als paus aan het hoofd van de Rooms-
    Katholieke Kerk van 1958 tot 1963.
    Hij werd op 3 september 2000 door paus Johannes
    Paulus II zalig en op 27 april 2014 door paus
    Franciscus heilig verklaard.
      

    Paus Johannes Paulus II, geboren als Karol Jozef
    Woityla.
    Stond als paus aan het hoofd van de Rooms-
    Katholieke Kerk van 1978 tot 2005.
    Hij werd op 1 mei 2011 door paus Benedictus XVI 
    zalig en op 27 april 2014 door paus Franciscus
    heilig verklaard.


    Relikwie: bloedspat op schoudermantel van paus Johannes Paulus II opgelopen tijdens aanslag 13 mei 1981.


    Lijst van pastoors van de kerk van Oudenbosch benoemd gedurende 720 jaren vanuit de Sint-Bernardusabdij te Hemiksem,  thans gevestigd in Bornem.  Er wordt aangenomen dat de monniken van de abdij nauw betrokken waren bij de ontginning van klei in de Rupelstreek, en dus bij het maken van baksteen gebruikt bij de bouw van de kerk.





     Wil je meer weten over het orgel klik dan hier.


    Gids Cor tijdens de rondleiding in de basiliek.

    Voor de lunch togen we naar Breda waar we na een korte wandeling op de Markt brasserie Dickens&Jones aantroffen aan de voet van de Grote Kerk. Dickens&Jones is een brasserie met een authentieke Engelse country sfeer. We genoten er van een uitstekende maaltijd. 

    Nassauwandeling


    Kapucijnenhof

    De Kapucijnenhof was een hofhuis dat al in 1352 bestond. De stadsbrand van 1534 verwoestte het pand dat in 1538 al werd herbouwd. De naam dankt het hof aan de kapucijner monniken die er korte tijd woonden. 
    De list met het turfschip is een van de bekendste gebeurtenissen uit de Tachtigjarige Oorlog. Breda was in handen van de Spanjaarden. Naar het voorbeeld van het Paard van Troje bedacht prins Maurits een list. Zeventig soldaten verstopten zich in een schip met een lading turf voor het Kasteel van Breda. Toen het turfschip eenmaal binnen de muren was, konden deze soldaten het Kasteel en de stad op 4 maart 1590 eenvoudig innemen. De commandant van deze soldaten was Jonker Charles de Héraugière. Voor zijn heldendaad werd hij beloond met het gouverneurschap van het kasteel, stad en land van Breda. In 1597 kocht hij dit huis. 


    De Waalse kerk werd in 1440 gesticht door Johanna van Polanen en een eeuw later geschonken aan de Begijnen. Voorheen was de naam de Wendelinuskapel, een kapel gewijd aan de Heilige Wendelinus, die beschermde tegen de pest. In 1590 werd het katholieke Breda veroverd door Prins Maurits, wat grote veranderingen in de stad teweegbracht. De kapel werd de Begijnen afgenomen en werd ingericht als Waalse Kerk. In 1625 heroverde Spinola de stad en kregen de Begijnen het gebouw weer tot hun beschikking, maar in 1637 werden de Spanjaarden ten slotte verjaagd door Maurits' broer Prins Frederik. De overwinning van de protestanten vond haar bekrachtiging in de Vrede van Münster in 1648.

    Tegenwoordig is het gebouw onder meer in gebruik als trouwlocatie en kerkdiensten vinden plaats elke tweede en vierde zondag van de maand.



    Rijksmonument in de Catharinastraat in Breda

    Huis met gebosseerd gepleisterde lijstgevel, waarin vensters met afgeronde bovenhoeken, kuiven van stuc en voluutvormige consoles onder de kroonlijst. Bouwjaar: ca.1870 



    Ingang van het begijnhof in de Catharinastraat


    Het begijnhof bestaat uit een langwerpige hof omgeven door rijen lage huisjes. Deze dateren uit de 17e eeuw en werden in het begin van de 18e eeuw met een verdieping verhoogd. Nadat de Wendelinuskapel Waalse kerk was geworden, richtten de begijnen enkele huizen aan de noordzijde in als kapel.
    In 1836-'38 werd de huidige begijnenkerk opgetrokken. Dit neoclassicistische gebouw heeft in de voorgevel een nis met Catharinabeeld.
    In de hof staan 3 hardstenen pompen uit omstreeks 1860.

       


    De Grote Kerk


    De Grote kerk of O.L.Vrouwekerk is een geheel met natuursteen beklede kruisbasiliek en een vertegenwoordigster van de Brabantse gotiek op het hoogtepunt van haar bloei. De kerk bestaat uit een driebeukig schip met zijkapellen, een dwarspand en een driebeukig koor met omgang. Het koor wordt aan de noordkant geflankeerd door de Prinsenkapel en aan de zuidzijde de Sacramentskapel. Aan de westzijde verheft zich een majestueuze toren. De kerk voor het eerst genoemd in 1269, werd in 1303 tot kapittelkerk verheven. Sinds 1637 is het een protestantse kerk. De bouw van deze kerk begon in 1410 en werd voltooid in 1536. Een eerste herstel ving aan in 1904 en werd beëindigd in 1968. Een nieuwe restauratie drong zich op, voornamelijk voor het vervangen van verweerd natuursteenwerk, in 1995 die werd voltooid in 1997.
    De kerk bezit een rijke inventaris, hoewel tijdens de beeldenstorm van 1566 veel werd vernield en beschadigd. De twee dubbele koorbanken dateren van omstreeks 1445. de rijk gesneden wangen aan de oostzijde tonen scènes uit het leven van Maria en St.-Barbara; de misericordes zijn levendig met figuren versierd.





    Drieluik in Prinsenkapel. Jan van Scorel (1550). Vinden van het H.Kruis door keizerin Helena.


    De rijk bewerkte renaissance preekstoel met bijhorende koperen leuning , lessenaar en kandelaars (midden 17e eeuw).

    Tot de tijd van Willem van Oranje zijn de heren van Breda en hun familieleden in de kerk begraven. De kerk bezit bijzondere grafmonumenten, die van groot belang zijn omdat na de beeldenstorm in de Nederlandse kerken zo weinig beeldhouwwerk bewaard is gebleven.


    De zwaar geschonden tombe van Jan II van Polanen (+1372) met 2 van zijn 3 echtgenotes: Oda van Horne en Mechteld van Rotselaer.
     

    Grafmonument van Engelbrecht I van Nassau. Knielende figuren zijn Engelbrecht (+ 1442), zijn vrouw Johanna van Polanen (+1445), hun zoon Johan (+1475) en diens vrouw Maria van Loon (+1502). Rechtstaande figuren zijn hun beschermheiligen. Restauratie in 1860.
    Het gesmede ijzeren hekwerk dateert uit omstreeks 1475.
     

    Grafmonument (1530) van Engelbrecht II (+1504) en zijn vrouw Cimburga van Baden (+1501) opgericht door Hendrik III van Nassau.
    Het grafmonument bestaat uit een zwart marmeren sokkel waarop de in albast uitgevoerde figuren van de overledenen liggen, met langs de rand albasten wapenschilden. Overhuifd met een zwartmarmeren zerk (vernieuwd in 1952) met daarop in albast de stukken van een wapenuitrusting. Vier knielende albasten mannenfiguren dragen de zerk. Ze verbeelden deugden, verpersoonlijkt in Julius Caesar ( dapperheid), Marcus Regulus (edelmoedigheid), Hannibal (volharding) en Philippus van Macedonië (voorzichtigheid)

    Het Kasteel van Breda

    Het Kasteel van Breda ligt in het centrale stadsdeel van Breda aan het Kasteelplein. Sinds 1826 is de Koninklijke Militaire Academie(KMA) gevestigd in het kasteel, waardoor het kasteel niet vrij toegankelijk is voor het publiek. 
    We werden rondgeleid onder begeleiding van een gids. Veel van de oorspronkelijke versterkingen zijn niet langer aanwezig; slechts aan het Spanjaardsgat zijn nog twee zevenhoekige torens zichtbaar. 
    Klik hier voor de geschiedenis van het kasteel 
     

    Waterpoort het Spanjaardsgat gelegen tussen Granaattoren links en de Duiventoren rechts.

     De Duiventoren wordt gebruikt als voorlichtingscentrum van de Nederlandse Defensie Academie, waarvan de KMA sinds 2005 een onderdeel is geworden. Op de begane grond huisvest een protestantse kapel.

     In de Granaattoren is op de eerste verdieping een bar voor het vaste militaire en burger Defensiepersoneel gehuisvest. De begane grond huisvest een rooms-katholieke kapel.






    Gids Peter

    13-09-2017 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    25-06-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Veurne - Kasteel Beauvoorde - Jules Destrooper
    Na de koffie en een boterkoek in 't Hof van Hemel begon deze daguitstap met een stadswandeling in het historisch centrum van de stad Veurne. 

     
     Bewonderenswaardig is het Belfort (1628).


    Het Belfort van Veurne is sinds 1999 ingeschreven op de Lijst van het Werelderfgoed van UNESCO.
     
    Het Belfort of Ceciliatoren (1628), dat deel uitmaakt van het renaissancistische Landshuis, symboliseert de bestuurlijke vereniging van de Stad en de Kasselrij van Veurne-Ambacht, die sinds 1586 is ingevoerd. De laatgotische ornamenten op zijn vierkante romp en de achthoekige bovenbouw in regionale baksteenstijl vormen een sterk contrast met de uitgewerkte lantaarn en de bekroning, die aanleunen bij de Renaissance en vroegbarok.

    Het Landhuis was de bestuurlijke zetel van Veurne-Ambacht (Kasselrij).  Na de Franse Revolutie en de afschaffing van het kasselrijbestuur werd het Landhuis gerechtshof.
     
    De Veurnaar Karel Cogge (1855-1922) speelde een voorname rol tijdens de eerste Wereldoorlog. Als toezichter van de "Noordwatering Veurne" werd hij geraadpleegd op het Stadhuis van Veurne in verband met het onderwaterzetten van de IJzervlakte. Voor zijn tussenkomst verhief Koning Albert I hem tot Ridder in de Leopoldsorde. 

      

    Sint-Niklaaskerk

    De zware westertoren werd gebouwd in de 13e eeuw. De kerk is hoofdzakelijk opgetrokken in baksteen met hier en daar ijzerzandsteen, kalksteen en Doornikse steen. 
    In de kerk staat in de rechterzijbeuk vooraan het kruis van de Sodaliteit in ebben- en bukshout. Het verwijst naar het broederschap dat jaarlijks sinds 1646 de Veurnse Boetprocessie inricht.

     




       
       



    Het Sint-Walburgapark


       
       

    Met een bezoek aan het stadhuis dat oorspronkelijk fungeerde als conciergerie van het Landshuis  werd de voormiddag afgesloten. 


    De Albertzaal in het Stadhuis was het hoofdkwartier van Koning Albert I tijdens de Eerste Wereldoorlog.


    De lunch nam plaats in de brasserie Excelsior op de Grote Markt.

    In de namiddag was er een geleid bezoek aan het Kasteel van Beauvoorde (1817).


    Eén van de best bewaarde geheimen van de Westhoek. Het kasteel ontstond wellicht in de 12de eeuw en werd rond 1600 grondig verbouwd door hoogbaljuw Jacob de Bryarde. Het kasteel bleef eigendom van de familie de Bryarde tot 1838. Eind 19de eeuw kocht de excentrieke edelman Arthur Merghelynck het kasteel. Hij liet het restaureren naar 17de-eeuwse normen, met een prachtig kasteelpark. 

    Merghelynck was een échte, onverdroten romanticus. Toen hij het kasteel in 1875 kocht, haalde hij het in zijn hoofd om het kasteel in 17de-eeuwse stijl te laten restaureren. Niet alleen de buitenkant kreeg een ‘nieuw’ jasje, maar ook de binnenkant. Merghelynck stouwde het gebouw vol echte en nep 17de-eeuwse meubels en andere curiositeiten. Ook liet hij een prachtig Frans-Engels kasteelpark aanleggen. Alles staat er vandaag nog zo bij zoals in 1908, toen Merghelynck stierf.

    Merghelynck, als edelman, durfde te trouwen met een gewoon burgermeisje en joeg zo zijn hele familie op de antieke kast. Daarna onterfde hij iedereen. Bij testament liet hij de kasteelsite over aan de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde.  

    Deze dag werd beëindigd met een bezoek (inclusief proeverij) aan het fabriek van Jules De Strooper die lekkere koekjes bakt sedert 1886.


    Voor  uw aperitiefhapjes, voorgerechten, hoofdgerechten of desserten ontdek hier de recepten van Jules Destrooper.

    25-06-2017 om 17:49 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    11-05-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Scherpenheuvel-Abdij van Averbode
    Bedevaartsplaats Scherpenheuvel

    Na de geplande koffiepauze in brasserie 'De Ram' en onder een stralende zon maar toch nog frisjes, werden we geleid naar de startplaats van de gegidste rondleiding voor de bedevaartplaats Scherpenheuvel en de bijhorende Basiliek.
    De hele geschiedenis rond het ontstaan van deze wereldwijd gekende plaats kan je terugvinden als je hier klikt. Op dezelfde site vind je ook nog het ontstaan van de orde der Oratorianen onder de rubriek 'Parochie' en verder alles wat je praktisch wilt weten over het bedevaartsoord.
    Via deze website kan je ook een aanvraag doen om een noveenkaars te laten branden. Uw kaars zal op de door u gevraagde datum in een kaarsenkapel ontstoken worden en u kan ook een boodschap meesturen. IdeaWink

     
    Bij het ontstaan van Scherpenheuvel hebben de aartshertogen Albrecht en Isabella een belangrijke rol gespeeld. 
    Hun hofarchitect Wenceslas Cobergher, kreeg de opdracht om plannen te tekenen voor kerk en stad. 
    Scherpenheuvel ontving stadsrechten in 1605 en werd hierdoor zelfstandig – de plaats zou niet langer deel uitmaken van de eeuwenoude stad Zichem. Vier jaar later werd de eerste steen gelegd voor de bouw van de kerk. Een bedevaartkerk (barokstijl) die het hart vormde van een stad in de vorm van een ster met zeven punten. (verwees zowel naar de zeven smarten van Maria als naar de zeven deugden) . 

     

    In deze woning verbleven Albrecht en Isabella bij hun bezoeken aan Scherpenheuvel.





     
    Vanaf zondag 15 maart tot en met zondag 15 november zijn de traditionele kraampjes rond de basiliek te Scherpenheuvel weer te bezoeken.De seizoenkramen rond de basiliek te Scherpenheuvel zijn een vaste traditie en vormen mee het typisch en pittoreske uitzicht van deze stadskern.  



     




     
     Paviljoentjes waar kaarsen en noveenkaarsen  worden aangestoken.


    De Gouden Roos wordt door de paus jaarlijks gewijd op zondag Laetare ,de vierde zondag van de vastentijd. De Gouden Roos werd in de 20e eeuw sinds de dood van paus Pius XII uitsluitend geschonken aan bedevaartplaatsen van, voornamelijk, Maria. Het Mariabeeld in Scherpenheuvel heeft van paus Benedictus XVI een Gouden Roos gekregen in 2011. Het is de eerste keer dat een Belgisch bedevaartsoord er een krijgt.

     


     

    Honderden mensen wonen dagelijks tijdens het bedevaartseizoen misvieringen bij. 
    Er zijn 4 (in de week) tot 8 ( op zon-en feestdagen) vieringen per dag .

     

    In de basiliek treft men het beeld aan van Pater Damiaan. Hij zou voor zijn vertrek naar Molokai hier afscheid genomen hebben van zijn moeder.

     

    Een afbeelding van Maria in de eikeboom met aan beide zijden Albrecht en Isabella. Links ervan merk je de plaatjes van de verenigingen die een eucharistieviering hebben aangevraagd.

     

     In de klokkentoren van de basiliek bevindt zich een beiaard met 49 (7x7) klokken.

     

    Opdat de kerk goed gezien zou worden zette de architect de bolle koepel bovenop de heuvel extra in de verf met 298 gulden sterren met zeven punten. 



     Galerij die het klooster der Oratorianen verbindt met de basiliek.
     


     

     Gebouwen van het klooster der Oratorianen.



    Kapel die later werd toegevoegd als reactie op een twist met 2 jongedames die weigerden de kerk nog te betreden. Zij konden Maria zien van op hun balkon. 

     

     Woning van de jongedames.

     

    Niet ver van de basiliek kan je de waterput bezoeken. Deze put dateert van 1632 en voorzag Scherpenheuvel van drinkwater. Voor die tijd moest men hiervoor naar Zichem.

     

    Uit de 62 meter diepe put werd water bovengehaald door middel van een looprad. Wie meeliep met het rad moest slechts de helft betalen.

     


    In de tweede helft van de negentiende eeuw werd een gebouwtje rond de
    waterput geplaatst om hem te beschermen tegen de elementen.

        
    Abdij van Averbode

    Na onze lunch alweer in brasserie 'De Ram' togen we naar Averbode voor een geleid bezoek aan de abdij. Momenteel zijn er nog een 40-tal paters. Voor de geschiedenis van de abdij en haar inwoners en meer info bezoek je best deze site  
     
     

    Vooraanzicht van de abdij der paters Norbertijnen.  

     Deze Deze ondiepe waterplas zorgt voor een weerspiegeling van het gebouw.
     

    Aan de voorkant bevindt zich de 'pastorie' waar een pater verblijft die vaak buitenhuis moet. Ook gasten vinden hier een onderkomen.

     

    Vroegere paardenstallen en koetshuizen nu verblijfsplaatsen gasten, studenten,... en vergaderruimten
     
    Deze houten poort dient als toegang voor het domein van de abdij en bevat geen metalen onderdelen.


    Armengat aan de buitengevel in het voorportaal.



    Deze gevel bevindt zich aan de ingang na de toegangspoort en vormt als het ware een voorportaal.



    De nutsgebouwen bevinden zich naast de pastorie langs de straat kant.



     


    Altaargedeelte aan kant van paters


    Boven op de toren staat een ram.


    Altaargedeelte publiek



    Zitplaatsen van de paters in de kerk.








    Elk beeld is uniek

     
     
     

    Terras van 'Het Moment'. Huidige belevingscentrum waar kwaliteitsvolle producten ( brood, peperkoek, kaas en bier) van de abdijgemeenschap verkocht worden.
    In de omgeving van het Moment bevinden zich de boerderij, het washuis, de uitgeverij, de kaasrijperij, de bakkerij en de huisbrouwerij.

     


    kwaliteitsvolle producten: brood, peperkoek, kaas en bier 
    kwaliteitsvolle producten: brood, peperkoek, kaas en bi
     

    Zicht op de zijgevel van de abdij.



    11-05-2017 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    22-04-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.le Cateau-Cambrésis / Henri Matisse
    Le Cateau-Cambrésis (Kamerijkskasteel) is een stad in het Noorderdepartement, regio Nord-Pas-de-Calais in Frankrijk op ongeveer 2 uren rijden van onze vertrekplaats.
    De rondleiding in de stad start op de 'Place Verte' waar zich het monumentale glas-in-loodraam 'Bijen' bevindt in de vroegere lagere school van Matisse. Oorspronkelijk was het raam ontworpen voor de kapel van de Dominicanen in Vence maar het werd dan door Matisse aangepast voor de speelzaal van de school. We kregen het niet te zien maar hieronder een afbeelding van de school en het glas-in-loodraam.
     


    Tijdens de rondleiding werd ons de geschiedenis van de stad uiteengezet wat in het kort kan samengevat worden als volgt: de stad ontstond in de 9e eeuw door samenvoeging van twee tegenover elkaar gelegen plaatsen aan de rivier de Selle.

    In 1001 kreeg de bisschop van Kamerijk van keizer Otto I markt-en muntrecht en mocht er vestingwerken aanleggen. 

    In 1559 werd in de stad de vrede van Cateau-Cambrésis getekend.

    De voornaamste bezienswaardigheden in de stad zijn: 

    het stadhuis, uit het midden van de XVIe eeuw, opgetrokken in renaissancestijl

    aangenzend aan het stadhuis, het belfort  onder het episcopaat van Fénelon, aartsbisschop van het nabijgelegen Cambrai, gebouwd in 1705 in harmonie met het stadhuis

     


    de kerk van St.Martin ( voormalige Benedictijnerabdij), gebouwd in 1634 een pareltje van barokke kunst (maniërisme), het is ook opmerkelijk voor de uitbundige sculpturen van Jaspard Marsy.

     

    het Paleis Fénelon, oude tweede woning van de aartsbisschop van Kamerijk. Het huidige gebouw dateert uit de late 17e eeuw en herbergt het Matisse Museum sinds 1982. 

      

    de Brasserie de l'Abbaye (voormalige brouwerij Lefebvre Scalabrino sinds 1775), is een historisch monument geklasseerd als industrieel erfgoed sinds 2000. Ze is opgericht in de oude abdij Saint-André. In deze brouwerij produceert men het bier Vivat, dat ons als aperitief werd aangeboden na een uitgebreide uiteenzetting over het brouwen van dit bier tot aan de sluiting in 1926. Het is een blond biertje met een hoge gisting en pure malt dat nog op authentieke wijze wordt gebrouwd.
    De gerestaureerde brouwerij is sinds 2001 opnieuw open.  
    We lunchten in de brasserie en genoten van 'la Vivat' en de limonade 'P'tit Quinquin'.


    Op weg naar het museum van Matisse, op de Place du Général de Gaulle, passeren we het bronzen standbeeld van een vermaarde Cartésien gemaakt door Théophile Bra: Edouard Mortier (1768-1835), maarschalk van het Eerste Keizerrijk en hertog van Treviso onder Napoleon.


    Op de Place du Commandant Richez bevindt zich de Fontein Seydoux genoemd naar de familie die voor stromend water zorgde in de stad in 1881. De originele fontein werd afgebroken in 1950 en opnieuw opgebouwd tijdens de renovatiewerken van het vroegere plein Thiers in 2003. De inwijding vond plaats in juni 2004.


    Achter de fontein bevindt zich het gebouw van een meisjesschool waar in de zijgevel een lood-in-glasraam ingewerkt is van de hand van August Herbin. Van deze kunstenaar zijn ook enkele werken te vinden in het museum Matisse.

     

    Het museum, gevestigd in het XVIIe eeuwse kasteeltje, dat Matisse zelf heeft opgericht, bevat drie uitzonderlijke collecties met 170 werken van Matisse zelf, 65 werken van Auguste Herdin en 39 werken van de schenking Alice Tériade. Door deze schenking zijn er in het museum ook collecties te bewonderen met onbekende werken van Picasso, Rouault, Giacometti, Léger, Miro en Chagall.  


    werk van Picasso

    Tot de schenking van Tériade behoort eveneens de 'Salle à Manger' versierd door Matisse:


    Bij de rondleiding door de werken van Matisse, werden we vanaf de eerste werken te Bohain tot aan de voltooiing van zijn oeuvre met de kapel van Vence, op een meesterlijke wijze van onze gids, gefascineerd onderricht over het gebruik van de kleuren, de gevarieerde technieken, de mooie modellen, de passie voor het tekenen en de liefde voor poëzie voortgebracht door de kunstenaar.
    Enkele voorbeelden van de tentoongestelde werken:

       

    La Chapelle de Vence



    22-04-2017 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)
    16-03-2017
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Uit de archieven van de stad Mechelen.
    Een bezoek aan het Zotte Kunstkabinet in Mechelen werd door een stadsgids ingeleid door een bezoek aan de Sint-Romboutskathedraal.

    Sint-Rombout of Rumoldus is een heel belangrijke figuur voor Mechelen. Hij stond mee aan de wieg van de stad. Rumoldus vond zijn dood volgens moderne onderzoeken tussen 620 en 690. Hij zou een priester van Schotse afkomst geweest zijn. Tijdens een pelgrimstocht naar Rome gaf God hem de opdracht om in onze streken het christendom te verspreiden. Uiteindelijk kwam de man op de plaats van het huidige Mechelen terecht. Rumoldus werd er ontvangen door graaf Ado en zijn vrouw Elisa. Zij wilden al heel lang een kind maar tevergeefs. Door de gebeden van Rumoldus lukte dit toch. Het grafelijk echtpaar kreeg een zoon met de naam Libert die hij van de verdrinkingsdood zou redden.  Uit dankbaarheid kreeg Rumoldus een stuk grond voor de bouw van een kerk of abdij.  Na de bouw van zijn kerk werd Rumoldus vermoord door twee dieven. De moordenaars gooiden het lijk in het water. Op die plaats bleef een licht schijnen. Hierdoor werd Rumoldus snel gevonden en door graaf Ado met de nodige pracht en praal begraven. Al snel gebeurden er mirakels rond het graf. Rumoldus werd heilig verklaard en zijn graf werd een echte bedevaartsplaats. Dit heeft bijgedragen tot de ontwikkeling van Mechelen als stad. Volgends de overlevering zou er reeds sinds 1150 een kapel gebouwd zijn, waar de relieken van Rumoldus werden bewaard... Deze kapel stond op de hoek van de Katelijnestraat en het Sint-Romboutskerkhof. Voor 1250 werd er reeds met de bouw van de machtige Sint-Romboutskathedraal begonnen… De relieken van Rumoldus liggen zorgvuldig opgebaard in een reliekschrijn in de prachtige Sint-Romboutskathedraal.  De hele legende van St.Rombouts kan je gaan "lezen" in de kooromgang van de St. Romboutskerk op 25 gerestaureerde houten schilderwerkjes in de stijl van de Vlaamse primitieven. Het leven van de patroonheilge staat er op afgebeeld en ook de mirakelen tijdens en na zijn leven. Vooral die mirakelen na zijn overlijden zijn de moeite, wonderbaarlijke genezingen, het kleden van een door Noormannen gekidnapte en naakte  non (zuster Gerlindus). Het terugbrengen van een haan door de vos die hem pakte etc... Maar ook op enkele paneeltjes een gezicht op het Mechelen van rond 1500. 

                                                           
       






                                                  

    16-03-2017 om 00:00 geschreven door mave  


    >> Reageer (0)


    Deze blog is vervangen door de website zilverpassen.be
    Archief per week
  • 17/04-23/04 2023
  • 13/03-19/03 2023
  • 23/01-29/01 2023
  • 05/12-11/12 2022
  • 19/09-25/09 2022
  • 20/06-26/06 2022
  • 25/04-01/05 2022
  • 15/11-21/11 2021
  • 07/06-13/06 2021
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 10/12-16/12 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 14/11-20/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 13/06-19/06 2016

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Inhoud blog
  • Donderdag 20 april 2023, Rijsel
  • Theodoor Rombouts MSK Gent maart 2023
  • Tentoonstelling in KSMK Antwerpen 17 januari 2023
  • Vervolg tentoonstelling KMSKA
  • Tentoonstelling in KMSK Brussel: Picasso & abstraction, 6 december 2022
  • print&paint-Kasteel d'Ursel Hingene-13 september
  • Geel, in het spoor van Dimpna. 14 juni 2022
  • Donderdag 21 april 2022, Baasrode-scheepswerven
  • Dinsdag 16 november: Artistiek & Koninklijk Laken
  • Gent en zijn monumenten
  • Bozar: Tentoonstelling Brancusi december 2019
  • Hallepoort-Broodhuis/ november 2019
  • Abdij Herkenrode, Hasselt juni 2019
  • Duinkerke April 2019
  • Kreken en Polders in het Meetjesland, februari 2019
  • Beyond Klimt Bozar - december 2018
  • Antwerpen 'Barok Shock'
  • Hoeilaart september 2018
  • Oudenaarde, Adriaan Brouwer oktober 2018
  • Haven van Gent en rondleiding langs de Maisons de Plaisance en Kastelen in het Meetjesland
  • Bezoek aan Eperon d'Or in Izegem en Belle Epoquewandeling.
  • Roubaix : La Manufactures des Flandres of textielmuseum/ Kapel Sainte Thérèse/Villa Cavrois
  • Leuven, Museum M: Edgard Tytgat
  • Gerhard Richter februari 2018
  • Nieuwjaarslunch: De Mooie Molen-Harpiste Lakshmi
  • Bozar: Ancestors & Rituals
  • 200j UGent
  • Plantijn en Moretus Antwerpen- Luthers Lente in Sint Andrieskerk
  • Basiliek Oudenbosch NL/ Nassauwandeling in Breda
  • Veurne - Kasteel Beauvoorde - Jules Destrooper
  • Scherpenheuvel-Abdij van Averbode
  • le Cateau-Cambrésis / Henri Matisse
  • Uit de archieven van de stad Mechelen.
  • Het Zotte Kunstkabinet-Kazerne Dossin/Museum Holocaust
  • Extra activiteit: Dokter Guy Verhulst, gynaecoloog, spreekt over zijn levenswerk “RENAISSANCE”
  • Harpiste Anneleen Lenaerts
  • Styling en kleuradvies door 'La Patka'
  • Elisabethzaal-De Grungblavers
  • Caermersklooster - Tentoonstelling ´Voor God en Geld'.
  • HST-station Luik-Guillemins / Tentoonstelling ´ 21 rue La Boétie ´
  • Bezoek bedrijf Prins & Dingemanse Yerseke Nederland / Deltawerken
  • Beeldentuin Hugo Voeten in Geel / Rondleiding stad Geel

    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs