|
Filosofie : kan ook best leuk zijn
A. In het museum :
de wereld als idee ;
-In een museum hangt een blanco schilderij met als onderschrift grazende koe in de weide .
Bezoeker tot Bewaker : Ik zie geen gras, geen groen
?
Bewaker : de koe heeft alle gras al opgegeten
;
Bezoeker : ik zie ook geen koe
?
Bewaker : ge denkt toch niet, dat de koe blijft staan, als al het gras op is
B. Einstein en Bohr :
ook in wetenschap moet men geloven ;
-Einstein was eens op bezoek bij Bohr ; boven de deur hing een hoefijzer
Einstein aan Bohr : Ge gelooft toch niet dat een hoefijzer geluk brengt ?
Bohr : neen, dat geloof ik niet
;
Einstein : waarom laat ge dat ijzer hier dan hangen ?
Bohr : omdat ze beweren, dat het ook mensen, die er niet in geloven, helpt
C. Gesprek met God :
alles is relatief
;
-Student theologie aan God : Gij zijt eeuwig, maar wat beteklent een miljoen jaar voor U ?
God : slechts één seconde
;
Student : en wat is een miljoen Euro voor U ,
God : slechts één cent
;
Student : mag ik dan één cent van U ?
God : ja, maar wacht een secondje
.
--Conclusie : geloof met de glimlach
|
