Om 4u30
gewekt door mijn wekker, een kakelende haan passend bij de natuur en Afrika. Om
kwart voor 5 vertrek ik met mijn gids voor de wandeling door het bos, het is
uiteraard nog donker dus mijn hoofdlamp komt goed van pas. In de tropische vochtige
warmte voelt het al snel als in een sauna, liters zweet als gevolg.
Na een
tijdje houden we halt en moeten de lampen uit, in de bomen zitten er apen en we
proberen ze te spotten, niet evident als het nog halfdonker is. Geen geluk,
verder door het halfdonker naar een ander plaats, daar hebben we meer geluk en
zien uiteindelijk een aapje uit de boom zwieren.
Rond 6u15
zijn we terug aan de ingang, ik stap nog efkes door en na een half uurtje neem
ik een trotro richting Cape Coast en dan nog een trotro tot Saltpond waar ik
verblijf.
Een frisse
douche doet deugd. Ik informeer nog eens of er al wat verder gewerkt is aan de
toiletten op school, enkel maandag is er wat verder gewerkt maar niet alles is,
af sindsdien is er niets meer gebeurt, zal dus spannend beginnen worden om
alles afgewerkt te hebben tegen vrijdag.
Ik ga wat
zwemmen in zee, het warme water voelt goed, alhoewel er overal plastiek in het
water drijft en aan je kleeft, ik was zo verstandig om mijn waterschoenen mee
te brengen die komen goed van pas want de zee is niet al te proper.
Na de
afkoeling in het water ga ik in de schaduw zitten en kijk naar de
bedrijvigheid, men is aan het vissen. Het vissen gebeurt op een bijzonder
manier, er is een heel lang net in de zee en met wel een 20 à 30 personen trekt
men dit uit de zee, een heuse zware karwei die wel uren in beslag neemt.

Vlak voor
het resort ligt het kadaver van een grote zeeschildpad, de roofvogels genieten
van het vlees.

Nog wat
schrijven en bloggen en na een deugddoende siƫsta om mijn slaaptekort van
gisteren wat in te halen maak ik een lange strandwandeling.
Ondertussen
is het net helemaal binnengehaald en zie ik wat vissen tussen alle afval en
wier in het net zitten. Door alle wier en afval is het veel werk om de netten
leeg te maken en de vissen te zoeken tussen alle rommel. De vissen zijn ook
heel erg klein, de vangst is magertjes voor alle zware werk dat ze ervoor
moeten doen.

Plots zie
ik in de verte iets wat precies op duinen lijkt, als ik dichter kom zie ik dat
het duinen van afval zijn, voor het afval zitten er 3 mannen op een rijtje te
kakken (ik kan het niet mooier zeggen want het ziet er niet uit, je kan alles
zien). Ietsje verder zie ik dat er velen vergeten zijn eerst een putje te
maken, dus uitkijken waar ik loop.

Na een
tijdje kom ik op een drukkere plaats waar er veel boten liggen, hier wordt
gevist met boten en ik zie direct het verschil in vangst, de vissen zijn veel
groter en talrijker, maar ook hier zit er heel veel afval in de netten. De
vrouwen verzamelen de vissen in grote kuipen die ze op hun hoofd dragen naar de
markt voor verkoop. Ik loop rond al kijkend en genietend van de bedrijvigheid, ik
ben er de enige Obruni maar voel met hier wel thuis, iedereen is vriendelijk,
vindt het niet erg dat ik er op sta te kijken en foto’s neem, de kinderen poseren
graag.

Op de
terugweg kijk ik nog een tijdje hoe ze met een grote groep en al zingend het
net in de boot trekken, alles gebeurt hier met de hand en het is heel zwaar
werk in een immense hitte.

De boten
uit het water halen gebeurt ook met mankracht en touwen, men gebruikt houten
planken en een metalen rol om de boot uit het water te trekken.

Aan het
resort geniet ik nog van de ondergaande zon op het strand. Ik ben er de enige
gast en vind dat wel aangenaam, een rustig plekje om mijn voorbije avonturen te
laten bezinken.

De
uitbaatster is ook de kok, vanavond krijg ik gegrilde vis met frieten en een
slaatje, als Belg moet ik ze feliciteren voor de frieten ze zijn overheerlijk,
veel beter dan in sommige Europese landen.

|