DE REIGER
Plotsklaps scheert een reiger heel laag over de waterplas,
wijl ik aan het dromen ben tussen de lissen en het gras.
Ik schrik van de schaduw tussen mij en de luchten,
want ik lag te dromen over wat in mijn dromen leeft.
Ik droomde over dingen die ik nooit zou kunnen zien,
nu over die reiger: waar naartoe, ver weg al misschien?
Welke droom vliegt met haar mee? Waar het beter toeven is?
‘n Droom die m’n hele denken vasthoudt, middenin tussen het lis.
‘k Krijg geen antwoord. De schaduw is weg, en ik blijf denken,
blijf maar turen…Zijn het de sterren al die wenken?
Want ‘t werd donker. Ik bleef liggen, en ineens merk ik de poolster!
Of een luchtspiegeling, of een ‘ding’, is het die reiger al zo ver?
‘t Fascineert mij. Is het ’n flikkering in het donker, of die reiger…?
Ik word ineens suf en rol mij om tot bovenop de gladde steiger.
Vermits ik ‘r geen antwoord op krijg, ‘t leven zoveel wendingen neemt.
rol ik mij om en om en om, tol even rond, voel mij ineens zo vreemd…
Raar voel ik mij , wat onrustig, middenin die wijde beemd,
angstig zelfs ineens, omdat ik HET nóg niet weet…VREEMD.
Kristin nazomer 2008.
30-05-2011 om 20:19 geschreven door tlissewegenartje
|