
REGENVLOED
Het was nat, kliedernat.
De lucht weerspiegelde zich strak
in de plassen waar geen straten meer zijn.
Water kolkte en krinkelde zat,
de lucht had haar dak gesloten
en schilderde alles grijs en grauw.
Modder stroomde door huizen en hoven,
en mens en dier redden zich gauw.
Bomen staken hun takken uit
naar de hemelkoepel vaal en lek,
geen sterretje was te bespeuren,
aan het zwangere wolkendek.
De regen gutste eindeloos
en verzoop Vlaanderen tot in haar ziel.
Eerst de storm, genadeloos rukkend
en rammelend met al wat los zat fragiel,
schaterend liet hij reclames kletteren,
mensen werden tegen de muren geblazen,
dieren angstig, voelden wat er op komst was
en ’s nachts hoorden wij de winden razen.
Ineens was hij, eindelijk moe, gaan liggen
maar de wolken braken, ‘t water stroomde
over hun donkergrijze randen.
Vroeg donker al dacht ik dat ik droomde
Maar de wind liet zich weer horen,
floot door de schouw een dreigend deuntje,
speelde met nog wat blaadjes aan kale bomen,
trok ondeugend aan de dunne takken
en schudde die plaagziek over en weer...
Het was bang afwachten…
KRISTIN 2010
08-01-2012 om 00:00 geschreven door tlissewegenartje 
|