Vandaag was een lange dag. De afstand van Vézelay tot het eerste iets-of-wat behoorlijk dorp met voorzieningen was volgens het kaartje 35 km. Ik zag er behoorlijk tegenop. Maar naar mate de dag vorderde had ik er steeds meer zin in om toch door te gaan. Ook hier ging best wel omhoog en omlaag. Maar het was lang niet zo erg als gisteren. Er waren wel vaak open stukken met prachtige vergezichten. Het nadeel was dan weer dat de zon er een zweeterige dag van heeft gemaakt.
In Varzy was er zeker een camping. Maar aangezien de belgen de 8ste finale van de wereldbeker voetbal vanavond spelen wil ik liefst naar een hotel. En dus vraag ik in een café of er een hotel in dit dorp is. Jazeker. 100 meter verderop voorbij de "tabac" is een hotel. Je zou het beter een B&B noemen. Ik krijg er een kamer met ontbijt. De douche is een verdieping lager en het toilet op de gang. Maar er staat een tv. Meer moet dat niet zijn ... of toch!
De uitbater raad mij aan om te eten bij de marokaan op de hoek. Ik volg zijn raad en tijdens het eten kijk ik naar de voorbeschouwing van de wedstrijd tussen België en de VS. Wanneer ik afreken vraag ik om welk uur hij sluit en of het eventueel mogelijk is om bij hem naar het voetbal te kijken als mijn tv het niet uitzend. Het is geen probleem, maar om 23h30 moet hij sluiten.
Terug op mijn kamer zap ik door al de posten van mijn tv. Geen voetbal! En dus vertrek ik terug naar de marokaan op de hoek. Wanneer ik de deur van het hotel probeer op slot te doen wil dat niet lukken. Plots gaat ze terug open en staat er een man aan de andere kant van de deur in een rood t-shirt met een Jupiler logo. Ik leg hem uit dat ik de deur niet op slot krijg. En dan dringt het tot mij door dat hij ook Belg is. Ik leg hem uit dat ik bij de marokaan op de hoek naar het voetbal ga kijken. Hij gaat zodadelijk ook komen zegt hij en loopt weer naar binnen.
Ik zit nog maar net op mijn stoel of hij is daar al, gevolgd door nog een andere man en twee minuten later hun bijde vrouwen. Met vijf Belgen suporteren we in een kleine kabab-zaak in het Franse Varzy voor de Belgen. Eén vlaming en vier Duitsaligen.
Wanneer de verlengingen beginnen vraagt de marokaan om zijn zaak te verlaten. We mogen aan het raam blijven kijken, maar hij wil kuisen. Eén van de vrouwen is ondertussen gaan slapen. Met vier staan we in een pikdonker straatje, met honderde insecten rond ons hoofd, aan het venster van de Marokaan naar de tv te kijken. Wanneer de vloer gekuist is en de hij alles heeft klaargemaakt om te sluiten, roept hij ons terug binnen. We staan op dat moment 1 - 0 voor. Wanneer om 00h30 de triller beslecht is met winst voor de Belgen gaan we met vier terug naar het hotel en kan de man eindelijk zijn zaak sluiten. Wat een dag!
Vezelay kan je wel beschouwen als één van de hoogtepunten op de pelgrimstocht naar Compostela. Het is één van de drie grootte verzamelpunten van waar de pelgrims in de Middeleeuwen samen aan hun kweesten begonnen. Wanneer ik hier vorig jaar de berg opfietste, vond ik dit al geweldig. Vandaag kwam ik langs de andere kant de berg op en vond ik het nog geweldiger. Langs die kant waan je jezelf op een middeleeuws paadje dat naar een hoger gelegen kasteel gaat. En op het einde kom je uit voor de basiliek.
Ik moet wel zeggen dat dit een erg zware dag was. Om 9 uur bleef mijn caravan verweesd achter. Gelukkig had ik nog een beetje melkbrood, want zelfs dat ene winkeltje dat deze middag op mijn pad lag, was op maandag gesloten. Tegen half twee had ik pas 12 km gestapt. Maar als je dan naar de hoogtemeters gaat kijken was daar zeker wel een verklaring voor. Het ging soms erg stijl berg op en berg af. In totaal ging het vandaag 600 meter omhoog over een afstand van 33 km. Dat is bijna een bergwandeling.
Om 18h30 stond ik aan de kathedraal. Daar begon toen net de mis met prachtige meerstemmige gezangen. Ik had er haast spijt van dat ik verder moest om een slaapplaats te gaan zoeken. De pelgrimsherberg was volzet, maar er is hier keuze genoeg. Beneden zijn enkele hotelletjes en een kilometer verderop is een jeugdherberg met een camping aan.
En zo slaap ik vannacht km een hotel en heb ik alweer erg lekker gegeten.
En zo is het boekje "Via Campaniensis" uit. Morgen beginnen de kaartjes van de "Voi de Vézelay"
Ik was de wekker deze morgen 2 minuten voor. Maar wanneer ik aan het ontbijt verscheen bleek er nog niemand wakker te zijn. Dan maar terug naar mijn kamer. Daar had ik nog wel wat werk met alles terug in te pakken. Door het vochtige weer was alles wat ik gisteren gewassen had nog lang niet droog. Dat is niet zo leuk.
Om 8 uur ga ik nog eens kijken en er staat een tafel voor mij gedekt in het café. Stokbrood met confituur en koffie.
Op zondag is het markt in Chablis. Ik hoef dus zelfs niet naar de winkel want de winkel staat voor de deur. Net voorbij negen uur ben ik alweer op pad. Het gaat berg op en berg af tussen de erg uitgestrekte wijngaarden. Deze omgeving is alweer erg mooi. Voor de middag doet het nu en dan eens een flinke bui. Na de middag is het eerder omgekeerd en regent het soms erg hard. Mijn kousen zuigen het water op en brengen het tot aan mijn tenen. Tot mijn verbazing heb ik geen blijnen gelopen.
Door een verkeerd geplaatst pijltje ben ik 1.5 km omgelopen. Ook dat vond ik niet zo leuk. En wanneer ik aan het hotel kom waar ik graag had geslapen, sta ik alweer voor een gesloten deur. Blijkt dat ze alleen nog maar restaurant doen maar tijdelijk geen slaapgelegenheid meer hebben. En dus ga ik naar de camping. Daar huur ik een caravan zodat ik niet in de regen aan mijn tentje moet beginnen knutselen.
ondertussen heb ik zowat al mijn kleren gewassen en hangen ze te drogen. Maar om 22h00 waren ze nog erg nat. Hopelijk blijft het vannacht droog en heb ik morgen iets om aan te trekken.
Ervy-le-Châtel naar Chablis. 36 km 375 hm
Om te beginnen even een schrijffout an gisteren rechtzetten. Het is dus niet Evry maar Ervy-le-Châtel. Verder verliep alles vannacht ongeveer zoals ik het verwacht had. Slech in slaap geraken, om 4 uur wakker worden om te plassen, nog moe zijn als de wekker afloopt en regenen wanneer ik wakker werd. Zo begin je de dag dus beter niet. Speitig genoeg is het nu eenmaal niet anders. Tegen dat mijn hebben en houden terug in de rugzak stak was het ruim negen uur. In het dorpje zag ik één voor één de mensen terug waarmee ik gisteren gesproken had. De man van het restaurant, de uitbater van de camping en de dame die de toeristische dienst uitbaat. Allemaal wenste ze me veel succes.
De rest van de dag verliep vrij goed. Het was altijd bewolkt en er viel soms regen, al-dan-niet met onweer. Maar over het algemeen was het droog.
Rond vier uur bel ik naar de gitte waar ik vannach zou gaan slapen. De vrouw neemt op en vertelt mij dat ze in vet weekeinde niet open zijn. Op dat ogenblik had ik 25 km gestapt en de eerstvolgende plaats voorbij de gitte was 12,5 km verder. De moed plakte meteen onder mijn schoenen. Maar er zijn erg weinig keuzes. Via een kleine afkorting heb ik er nog 1,5 km af gekregen. Chablis is bekend om zijn uitstekende wijn en had vandaag niet verder moeten liggen.
Ik slaap vannacht in een simpel kamertje. Nog even tandjes poetsen en dan genieten van een welverdiende nachtrust.
Tentje gisterenavond
Alweer was het mooi weer vandaag. Dat gaat morgen aanpassen worden als het gaat regenen. Deze morgen was ik veel te laat vertrokken. 10 uur is echt te laat. En toch was ik om 17h al in Evry. En daar was er zoals verwacht helemaal geen slaapplaats meer vrij. Ook niet in de speciale voorzieningen voor pelgrims. En dan begon ik te twijfelen tussen hier in mijn tentje op de camping of verder gaan en wild kamperen. Het is de douche die mij hier heeft gehouden. Dat blijft toch een vorm van luxe wanneer je na een dagje zweten een zalige douche kan nemen en op een normaal toilet kan.
Nu nog eten en dan proberen te slapen in mijn tentje. En dan hopen dat ik alles morgenvroeg niet kletsnat in de rugzak moet steken.
Voilá. De kop is eraf. Ik zit terug op de route. De voorbije nacht was een beetje kort. Maar dat lag in de lijn van mijn verwachtingen. Als je na een late shift om zeven uur moet opstaan, is dat best normaal. En dan mag ik al blij zijn dat de 5 uurtjes die ik geslapen heb van goede kwaliteit waren.
Met dank aan mijn broer, stond ik om 8h30 mooi op de trein te wachten. En dat was ruim op tijd want de trein had 9 minuten vertraging. In Leuven stond de trein naar Oostende op ons te wachten. Ik kon er nog net bij. Ergens in de gang was nog een plaatsje.
In Brussel had ik een half uurtje om mij naar de TGV te begeven en om iets na half twaalf was ik in Parijs. Dan 10 minuutjes stappen tot gare 'l est en daar de trein op naar Troyes. Ook die zat overvol en alweer zat ik de ganse rit in de middengang. Het was er ook erg warm. Om 13h45 stapte ik in Troyes van de trein. Een korte broek en factor 50 smeren tegen de zon waren geen overbodige luxe.
Daarna begon dan ook de eerste tocht. 19 kilometer lang in de blakende zon. Ik mag zeggen dat ik blij was toen ik om 19h00 aan de chambre ' d hôtes aankwam waar ik voor vannacht gereserveerd had. De douche deed geweldig deugd.
Straks spelen de Rode Duivels hun 3de wedstrijd op het WK voetbal. Op mijn kamer heb ik geen TV, maar er staat een tv in de gemeenschappelijke ruimte. Als mijn ogen niet dichtvallen ga ik mij dus zeker nog kunnen amuseren.
Vanaf morgen wordt het wisselvalliger weer en heb ik ook geen kamers meer geboekt. Voor morgen weet ik al bijna zeker dat het slapen wordt in mijn tentje.
Ondertussen zijn de belgen aan het spelen en wordt het op de tv hier niet uitgezonden. Is dat even balen!
Vannacht Heb ik vreselijk slecht geslapen. Volgende keer neem ik zeker een andere slaapzak mee. Deze is goed voor als het vriest. Ik werd meermaals zwetend wakker. Het gevolg hiervan was dat ik mij deze morgen niet echt fris voelde en alweer erg traag op dreef geraakte. Gisteren avond heb ik in het salon van de gitte gezeten met een pelgrim uit Namen. Die heb ik vanmorgen nog gehoord op de gang, maar van gans de dag niet meer terug gezien.
Als ontbijt eet ik twee boterhammen met hesp. Het brood is van dat brood dat je in de winkel kunt kopen, voorgesneden in een zakje, dat drie weken vers blijft. Niet te eten dus, maar ik heb dan toch iets voedzaam binnen.
Om negen uur start de tocht. Te beginnen met 23 km langs het kanaal. Mooi gegraven door de natuur, maar erg saai. Na een half uur neem ik voor het eerst mijn ipod uit mijn rugzak en die blijft mij de ganse dag gezelschap houden. Het loopt vandaag voor geen meter. Alles doet pijn. Wanneer ik na 23 km aan het einde van het kanaal kom is het nog 6 km. Even gaat het nog door een gezellig dorpje, maar daarna is het lintbebouwing tot in het centrum van Troyes. Het is net geen 5 uur wanneer ik aan de kathedraal aankom. De man in het loketje grijpt al direct naar zijn stempel wanneer hij me ziet binnen komen.
Een kaarsje branden is het minste wat ik hier kan doen. Het waren 18 zware dagen, en toch ook zo geweldig. Van het weer mag ik eigenlijk niet klagen en ik ben er toch maar geraakt. Oke, ik zal wel enkele dagen nodig hebben om te recupereren. En die heb ik ook. Ondertussen brengt de trein me alweer terug naar Brussel. En morgen ... geen 30 km stappen. Waarschijnlijk met de motor naar Namen om mijn spullen op te halen die ik daar heb achter gelaten.
Wat een dag was me dat vandaag. Gans de dag nu en dan een bui. Het is geen weer om ergens te stoppen of eens een half uurtje op een bankje te zitten. Die ben ik trouwens zelden tegen gekomen vandaag. Wanneer er om half twee eens een groot gat in de wolken valt, maak ik daar even gebruik van om iets te eten. De rest van de dag gaat de poncho zelden uit. Om drie uur heb ik 22 km gedaan en kom ik aan op mijn voorziene stopplaats voor vandaag. Maar aangezien het hotelletje pas open gaat om 17h30 beslis ik om er nog 12 km bij te doen.
Wanneer ik verder ga begint het net erg hard te regenen. Op het plaatselijke voetbalveld ga ik een schuilen en rust ik een half uurtje uit. Ik bel ondertussen ook om een slaapplaats voor vannacht te regelen en kan daarna gerust vertrekken. De eerste 6,5 km vallen best mee. Maar de laatste 5,5 km regent het fel door. Als de vermoeidheid dan al wat begint te komen is het soms wel even tanden bijten. Tot ik in het kanaal waar ik langs loop de vissen zie zwemmen. Dit kanaal lijkt wel een reusachtig aquarium. En het water is glashelder.
Plots zie ik de gitte liggen waar ik voor vannacht geboekt heb. Het stopt met regenen en een uur later, wanneer ik mijn was gedaan heb en een douche heb genomen, schijnt de zon. Lekker gaan eten is er helaas vandaag niet bij. Maar een boterham met hesp vult ook de maag.
Ik heb vannacht erg slecht geslapen. En alsof dat nog niet erg genoeg is regent het ook nog. Aan het ontbijt blijf ik lang zitten. Al weet ik dat het vandaag een lange dag gaat worden. Om 9h40 trek ik mijn poncho over mijn hoofd en ben ik eindelijk weg. Gelukkig kan ik hem een half uur later uit doen en blijft het droog genoeg om hem vandaag niet meer aan te doen.
Omdat ik zo laat vertrokken ben en toch weer een dag van boven de 30 km voor de boeg heb, begin 8k automatisch sneller te stappen. Na een kleine twee uurtjes besef ik net te laat dat ik helemaal niet goed bezig ben. Onder mijn linker hiel, waar de tweede generatie blaren net beter was, is een derde generatie geboren. Net op dezelfde plaats. Ik plak er zo snel mogelijk compeed op, maar het kort niet. Best wel pijnlijk.
wanneer ik om zes uur aankom in het laatste hotel dat ik deze reis geboekt heb, probeer ik de schade enigszins te beperken. Maar of dat gelukt is zullen we morgen pas weten.
Ik twijfel een beetje aan de afstand die ik morgen ga doen. Het wordt 23 of 35. Het is wel een erg groot verschil. Ik zal er best nog even een nachtje over slapen.
Deze morgen krijg ik een lekker ontbijt voorgeschoteld in de chambre 'd hôtes van Mr. Paté. Het is toch alweer na negen wanneer ik er vertrek en het is stralend weer. In het dorpje ga ik tevergeefs op zoek naar een bakker. In het dal steek ik de Marne over. Ook in het volgende dorp kom ik niet aan brood. Op maandagochtend is hier niets open. Daarna gaat het omhoog de wijngaarden in. Het is er prachtig. Het enige nadeel in deze wijngaarden is het zoeken van de juiste weg. Je moet wel erg goed opletten om de wegwijzers te zien. Mijn GPS moet mij tot drie maal toe corrigeren. Maar misschien komt het gewoon omdat ik mij te veel vergaap aan het mooie landschap. Net voor de middag kom ik in Moussy. In de verte zie ik de Nederlander lopen die ik gisteren al tegenkwam. En op het zelfde moment zie ik een bakker die zijn rolluiken wel opgetrokken heeft op maandagvoormiddag. Die doet vast en zeker gouden zaken vandaag. Ik spring er even binnen voor een half frans brood en ga tevreden weer verder. drie busjes van de gemeente-arbeiders rijden me voorbij wanneer ik terug omhoog het dal uit kruip. 10 minuten later kom ik aan een picknickplaats met een erg mooi uitzicht over het dal. Aan één tafel zitten de gemeente-arbeiders met zijn allen te picknicken. Aan de andere tafel een eenzame pelgrim uit Nederland. Ik stop even om goeie dag te zeggen, maar ga dan weer verder. Aan we winkel had ik net een koek gegeten en het was nog iets te vroeg om al te eten. Na nog een kwartiertje klimmen is er een mooie picknick plaats in het bos. Omdat ik ervoor vrees dat er niet al te veel van deze picknickplaatsen meer gaan volgen, besluit ik toch nu al maar te eten. Ik zit ten slotte bijna in de helft van mijn dagafstand. Wanneer ik klaar ben zie ik die Nederlander net passeren. Ik maak me op mijn gemakje terug klaar en ga dan terug op pad. Tien minuten later loop ik hem in en de rest van de dag lopen we samen verder. Onderweg heeft hij een kamer gereserveerd in het hotel waar ook ik heb geboekt voor deze nacht en omstreeks 17h20 komen we er aan.
Het eten wordt pas geserveerd om 19h30 en dus spreken we af om dan te gaan eten. Ik zou hem vinden aan de bar want hij ging nog een biertje drinken.
Om half acht ga ik naar beneden. Wanneer ik hem zie, schrik ik een beetje. Ik tref hem aan, zittend op de vloer, een kussen achter zijn hoofd, één been omhoog en het andere op de grond. Behoorlijk bleek en nat van het zweet. Hij verteld dat hij van zijn krukje gevallen is. Maar de tien Fransmannen die rond hem staan, vertellen me dat hij eerst met zijn hoofd op de toog is gevallen en daarna van zijn krukje viel en een halve minuut buiten westen lag. Zij hebben ondertussen de ambulance laten komen en vijf minuten later komt die er aan en nemen ze hem mee naar het ziekenhuis.
Om half negen ga ik lichtjes uitgehongerd aan tafel. Ook al ken ik de man niet echt, toch ben ik er niet echt goed van.
En dan zonet, om 22h30, hoor ik zijn stem in de gang. Hij is oververmoeid volgens de dokter. Maar verder vinden ze niets ernstigs. Toch raden ze hem aan om zijn tocht te onderbreken. Ik weet wel zeker dat het voor hem een fikse hoofdbreker zal worden. Kiezen tussen effectief stop of proberen verder te gaan op een kalmer tempo met het risico dat het dan nog niet zou lukken.
gelukkig hoef ik deze keer zulke keuze niet te maken. Voor mij gaat het nog vier dagen door en dan moet ik zowieso naar huis en zitten de eerste 500 km er op.
Op een zondag morgen om half acht zit er nog niet zo gek veel volk aan tafel in het Ibis hotel ten midden van Reims. Ook bij mij gaat het langzaam, maar nog vóór negen uur ben ik toch de deur uit. De route loopt langs de andere kant van de rivier. En daar is het op zondagochtend wel al erg druk. Joggers, fietsers, mensen die hun hond uitlaten en een paar van die rugzaktoeristen als ik. Ze zijn er allemaal. Zo kom ik ook de Duitsers die ik al drie dagen gezien heb terug tegen. Waarschijnlijk voor de laatste keer. Eén is vandaag naar huis vertrokken. De twee andere hebben beslist om de GR te volgen. Zij nemen vandaan een relatieve rustdag van 20 km en moeten er zeker niet te snel zijn. Ik wens hen nog veel succes.
Je kan ze echter geen ongelijk geven. Het is prachtig weer en daar moet je dan ook van genieten.
Wanneer het pad dat ik volg, van het water weg gaat is het eerst nog enkele kilometers minder mooi. Daarna gaar kilometers door de wijngaarden van Reims. Tot Rilly-la-Montagne. Daar gaat het bergop het bos in. Daarna kom je maar enkele keren het bos uit. Eén van die keren is in Bellevue. Daar krijg je een prachtig uitzicht over gans de vallei waar onder andere Epernay in ligt.
nadat ik op dit mooie uitzichtpunt iets gegeten heb ga ik verder naar Hautvillers, waar ik een chambre 'd hôtes heb gereserveerd. Eten kan ik er spijtig genoeg niet want het restaurant in de buurt is gesloten op zondag avond. En zo kan ook de rijstschotel die ik meegebracht heb dienst doen.
Om 8 uur staan we te wachten aan de ontbijtzaal, maar die is nog niet open. Tien minuutjes later komt de jongedame eraan en worden er verse broodjes gebakken.
Het is ongeveer half elf wanneer ik in Bazancourt afscheid neem van Viviane. Vandaag wandelen we elk een ander traject en vanavond had ik reeds geboekt in Reims en zij heeft vaar kamer van gisteren een extra dag gehouden.
Vóór ik begin te stappen ga ik eerst bij de bakker langs. Daarna zoek ik het gemeentehuis voor mijn stempeltje. Wanneer ik langs de post passeer ga ik er even binnen en stuur ik het eerste boekje terug naar huis. Ook het grootwarenhuis passeer ik niet zonder er even binnen te gaan om nog wat toespijs te kopen.
En dan ben ik eindelijk vertrokken. Het moet bijna middag zijn geweest. En toch heb ik helemaal geen haast. 4 á 5 uurtjes wandelen. Het voelt aan als een rustdag.
Net voor dat ik in de helft ben, neem ik mijn chanter uit mijn rugzak. Meer dan een uur speel ik terwijl ik op mijn gemakje verder ga. Daarna kom ik terug op de weg tussen de auto's terecht. In de verte tussen de velden is er een soort festival bezig, maar ik heb het gevoel dat ik er niet veel aan mis wanneer ik er niet naartoe ga. De politie is er wel massaal voor op de straat gekomen.
Als ik tussen de huizen begin te komen staan een jongen en een meisje aan een kraampje aardbeien te verkopen ik krijg er eentje aangeboden en blijf nog wat praten. Een kwartiertje later vind ik een gezellig bankje en ga ik eten. Het is dan ook al 15h30. En dan gaat het winkel moment van deze morgen gewoon verder. Te beginnen bij de kapper waar ik mijn haar terug wat in de plooi laat knippen en daarna ga ik langs bij de schoenmaker om mijn drinkfessen houder te laten maken.
En dan kom ik eindelijk aan de kathedraal van Reims. Binnen zitten twee dames aan een tafeltje te wachten op pelgrims. Ik ben de vierde vandaag. De drie Duitsers waren er al geweest. Volgens het vrouwtje gaan twee van hen verder over de GR. De derde gaat morgen naar huis. Nadat ik mijn stempel heb gekregen en het formulier van hun heb ingevuld, wandel ik door de kathedraal. Daarna pak ik mijn rugzak weer op en ga ik buiten. Daar val ik bijna om van het schrikken. Viviane en haar hondje Lucky zijn daar net aangekomen. Ik kan haast niet geloven wat een afstand zij alweer hebben gewandeld vandaag. De hond is wel erg blij dat hij er is. Die legt zich in een bolletje te slapen terwijl Viviane er uit ziet alsof ze nog een met plezier terug wandelt naar haar wagen, maar door tijdgebrek toch maar een taxi gaat zoeken. Je mag gerust zeggen dat er niet veel vrouwen zijn die het haar nadoen. Morgen wandelt ze nog één etappe over de GR en 's avonds rijdt ze naar huis.
Ik hoop nog een kleine week door te kunnen gaan. Als mijn scheenbeen niet te veel moeilijkheden geeft en ik van alle ander onheil gespaard blijf, moet dat lukken.
Deze avond ben ik, op aanraden van de receptionist, gaan eten in "il Duomo". Dat is een Italiaans restaurant op de 7de verdieping van het Holliday-inn hotel. En die man had naar mijn mening gelijk. Het was lekker eten op een erg leuke locatie.
Voilá. Daarmee zitten de 2 rustige dagen er alweer op. Morgen is het terug 30 km. Ze voorspellen alleszins al goed weer.
Vandaag houd ik het even kort, want het is alweer erg laat. Deze morgen rijden we met de wagen naar het eindpunt van Vivianne haar tocht. Daar nemen we de taxi verder naar Chateaux Porcien. Om half twaalf komen we daar aan en gaan we elk onze eigen weg. Ik ga eerst nog langs bij de bakker voor een half frans brood en spring nog even het gemeentehuis binnen oor een stempel in mijn boekje.
De tocht voert over de uitgestrekte vlaktes van de champagne en verloopt voor een groot deel over geasfalteerde wegen. Er i zeker één oordeel aan en wat is dat ik een dag zonder noemenswaardige pijn heb kunnen stappen. Al baart het dikker worden van mijn scheenbeen me toch wel kopzorgen. Er is echter ook een nadeel. Soms is het zonnig, dan weer bewolkt en de constante is een koude wind.
Om 15h20 kom ik aan in Basencourt. De eerste mensen die ik tegen kom zijn de drie Duitsers. Zij weten mij te zeggen dat het hotel niet open is en de pelgrimsherberg vol is. Maar zij hebben een ander adres gekregen waar ze met drie kunnen slapen. Ik wacht op Vivianne en wij rijden naar Reims. Ook daar is alles vol. Uiteindelijk vinden we een hotelletje net uiten de stad. 100 meter verder op gaan we pizza eten. Om dan tegen tien uur te beginnen aan de was en de plas.
de weersvoorspelling ziet er niet goed uit. Een hele dag regen. Uiteindelijk valt dat toch nog goed mee. Net voor de midag komt de zon er zelfs door en is het nog enkele uurtjes zalig genieten. Eén kilometer voor de aankomst begint het dan toch te regenen. Maar hadden we niet verkeerd gelopen waren we er droog geraakt. Ja, we! Acht kilometer vóór Chateau Pourcien kom ik Vivianne tegen. Een vrouw uit Waver die vier dagen met haar hondje een stukje van de Jacobsroute komt wandelen en zo in korte etappes richting Compostela gaat. Op het einde van de dag loopt de weg rechtdoor naar de meet. Toch missen we een bordje en lopen we twee kilometer om. Ook na het eten doe ik er twee bij omdat ik denk dat ik verkeerd ben gelopen en een kilometer terug ga om te constateren dat de pijl toch naar hier stond. Zo wordt het vandaag 34 km.
Behoorlijk vermoeid kom ik aan de pelgrimsherberg aan. Met de gekregen code gaat de deur open. Ik wacht nog even tot de taxi van Vivianne er is die vaar terug naar haar auto brengt. In de kleine herberg is er echt niets buiten een douch waar een stinkende dwijl vóór ligt, een wc en lavabo en drie bedden. Geen tafel, stoel of waterkoker. En dus kan ik geen eten maken. Het is er ook erg koud. Dus bel ik Vivianne en vraag of ze de taxi niet terug kan sturen. Zij vertrekt morgen tog ook terug hier. In plaats daarvan komt ze mij halen en gaan we op zoek naar een slaapplaats. Die vinden we pas om kwart voor tien in Reims. Daar kunnen we nog snel iets eten voor de keuken om 10 uur dicht gaat. Maar ik ben al lang blij dat ik eten en een frisse douche heb.
Wanneer ik deze morgen in Rocroi het hotel buiten stap, schijnt de zon. Na een bezoek aan de bakker laat ik dit gezellige vestigingsstadje achter me. Alhoewel het gevoel in mijn benen vandaag iets beter is, boezemt de afstand die ik vandaag moet doen me toch wel wat angst in. Ik bedenk dat ik de volgende keer toch beter niet te vaak dagafstanden van boven de 30 km inplan. Wanneer ik met de fiets ben, plan ik nooit iets en begin ik pas na 17 uur naar een slaapplaats uit te kijken. In de meeste gevallen komt dat goed. Maar er zijn ook dagen bij dat het bijna donker is wanneer ik ergens mijn fiets kan stallen. Die vrijheid kan ik mij naar mijn gevoel nu niet permitteren. Daarom hoop ik volgende keer mijn tentje mee te brengen. Al moet ik daar toch nog wel eens goed over nadenken. Ik moet ze dan ook altijd dragen, wat het gewicht van de rugzak toch wel gevoelig doet toenemen.
Op enkele dagen na heb ik voor dit deel alle slaapplaatsen gereserveerd tijdens mijn voorbereiding. En dan zit ik daar met mijn boekje en denk "32 km! Moet lukken. En de dag daarna 30. Toch geen probleem.". Maar als dat dan dag tien is en je begint te beseffen dat die 32 km niet op een loopbandje moeten gewandeld worden, maar in een heuvelachtig terrein met een rugzak op je rug, zou je plots willen dat je even het plot kon herschrijven.
En plots zijn er van die dagen zoals morgen en overmorgen, waar je nog wel wat kan veranderen, maar de kans erg klein is dat het zal gebeuren. Morgen is het 30 km en slaap ik in een pelgrimslokaal waarvan ik de code van de deur heb gekregen omdat de winkel waar je die normaal moet halen morgen gesloten is wegens een feestdag. Maar als ik iets anders vind, houdt niets mij tegen om het te veranderen. En overmorgen heb ik niets geboekt, wat wel riskant is op een vrijdag. Als ik op zaterdag in Reims ben, blijf ik op schema.
Als ik het nog even over het dagverloop wil hebben. Het ging omhoog en omlaag, soms ééntonige lange wegen en even later loop je dan weer door het bos of de weide. Als je dan al eens in de bewoonde wereld komt, is het een klein dorpje zonder winkel noch caffè. Dus vraag in deze namiddag aan een oud vrouwtje dat in de deur van haar huisje staat of zij mijn lege waterflesjes kan vullen en hop, ik kan er alweer tegen tot aan de meet. 4 km voor de aankomst krijg ik alweer een erge kramp in mijn been, waardoor ik net lang genoeg moet rusten om in de laatste kilometer mijn poncho aan te treken omdat er even wat druppels uit de lucht vallen.
Bij mijn aankomst ben ik alweer erg blij dat ik het gehaald heb. Al was het vandaag een erg lange dag.
Ook deze morgen kom ik alweer moeilijk op dreef. Hoe komt dit toch? Misschien wel gewoon omdat het slecht weer is en mijn hersentjes hierop reageren. Ook na het eten regent het nog. Gelukkig is het niet te erg. Zelfs de sla zou liever iets meer hemelwater hebben. Toch trek ik mijn poncho aan en zo vertrek ik omstreeks 9h00 in Olloy-sur-Viroin.
Ik ben het dorp nog niet uit of de route loopt al door de bossen. Dat zal nauwelijks veranderen tot bij de aankomst in Rocroi. Ook al is het geweldig mooi wandelen, toch kom ik niet vooruit. Tegen de middag ligt mijn gemiddelde snelheid op 3,5 km/h. Dat is tergend traag, maar ik kan er niets aan veranderen. Wanneer ik even stop om te drinken loopt er een hert voorbij. Tegen dat ik mijn fototoestel genomen heb, verdwijnt het alweer in de bossen.
Om iets na één kom ik aan twee jachthutjes, midden in het grote bos. In het kleine kan ik binnen en zet ik mij neer om te eten. Ik neem er een lange pauze en probeer eens iets te doen aan mijn scheenbeen. De spier die mij parten speelt, zorgt ervoor dat ik mijn voet kan optrekken. Wanneer ik mijn voet strek probeer ik die spier te stretchen. Ik houd me er eventjes met bezig en wanneer ik verder ga werpt het zijn vruchten af. De pijn is nog nauwelijks voelbaar en het gaat veel beter. Ook de regen is veel minder geworden. Toch houd ik nog even mijn poncho aan.
Plots word ik door iemand ingehaald. Het is Henk. Een Nederlander die hier met zijn vrouw op reis is en ook in stukjes de route naar Compostela wandelt. We praten ons een weg door het bos. Soms letten we zelfs niet voldoende op de bordjes (of de GPS). 1 keer moeten we een eindje terug en een andere keer komen we terug op het juiste pad door eventjes naar links te lopen. Wanneer we in Brûly het bos uit komen, komt zijn vrouw ons net tegemoed gereden met de camper. Hij stelt voor om een kopje koffie te zetten, maar het is al half vier en ik moet nog wel even stappen, dus neem ik afscheid zonder de koffie en ga terug alleen verder. Al vond ik het een erg aangename verrassing om even samen te lopen.
In Brûly ga ik de Franse grens over. De mijlpaal is gezet. En dat op de plaats waar ik mijn laatste kamp met de chiro heb beleefd. Ik ga niet speciaal om via het dorp. Maar ik kan er niet aan ontkomen om enkele herinneringen te dagdromen. Het zijn er allemaal erg leuke.
de route stuurt me terug het bos in. Alweer is het erg mooi. Toch begin ik uit te kijken naar het eindpunt van deze etappe.
Om 17h45 sta ik voor het hotel waar ik voor vannacht geboekt heb. En dien ik het nog te zeggen. Alweer is de deur gesloten. Maar nadat ik op de bel heb gedrukt komt er toch iemand open doen en kan ik mij zalig gaan douchen.
soms zijn er van die leuke weggetjes in het bos
Het is nog erg ver
Een selfie op de vestiging in Rocroi. Het eerst boekje "via Monastica" is uit.
Het avondeten van gisteren is mij niet goed bevallen deze nacht. Ik heb niet echt goed geslapen en ben veel voor de wekker wakker. Dit ziet er niet zo goed uit. Het voelt aan alsof ik helemaal niet gerecupereerd ben. Mijn benen doen pijn, mijn darmen liggen helemaal overhoop en er zit geen fut in mijn lichaam. Er is echter geen keuzeknopje. De dag komt op gang en ik moet mee.om 9h20 zet ik mij in beweging. De eerste stop is de kerk van Givet. 150 meter voorbij het hotel. Het is de eerste kerk die ik deze reis tegen kom waarvan de deur open is. Ik ga er een kaarsje branden.
Daarna begin ik dan echt aan. Ik zoek naar een oplossing vaar mijn pijnlijke benen en een gemeentewerker met een zitmaaier brengt mij, volledig onbewust, de oplossing. Als ik mij voortbeweeg aan de snelheid waarmee hij over de gazon raast, voel ik geen pijn. Ik blijf oefenen met kleinere pasjes te zetten dan welke ik gewoon ben. En eureka! Dit helpt mij de dag door. Mijn gemiddelde snelheid ligt vandaag op 3,9 km/h, maar ik kom tenminste aan waar ik wil zijn zonder pijn te hebben (met uitzondering bij stukken die sterk dalen).
Ik vrees echter wel dat het nog enkele dagen langzaam zou kunnen gaan. Maar dat zien we dan de komende dagen wel weer.
Over de etappe van vandaag kan ik alweer kort zijn. Ik vond ze alweer erg mooi! Door een afkorting te nemen kwam ik zelfs nog ruim op tijd aan. Maar voor de tweede dag op rij blijkt het hotel waar ik gereserveerd heb dicht te zijn. Het is een oud huis buiten het dorp dat ook dienst doet als manége. Na vijf minuten rond te kijken ga ik verder naar het dorp. Ook daar is eigenlijk niet veel te zien. Een koppel Nederlanders spreken mij aan. Zij huren een huisje en stellen voor om bij hun te slapen als ik om 23h00 nog geen onderdak heb gevonden. Oké!...
Er staat ook een pijl naar een camping. Ik vraag aan een man hoe ver die hier vandaan is. Het is meer dan een kilometer buiten de route. Wanneer ik hem vertel dat het hotel dicht was, stelt hij voor om mij terug te brengen. Hij kent de eigenaars goed en weet hen zeker wel te vinden. Wanneer we er terug aankomen staan de eigenaars buiten en hoef ik niet verder te zoeken.
Het eten was heel lekker. Er viel niet te kiezen van de kaart, want het was gewoon eten wat de pot schaft.
Morgen ga ik nabij Brüly de grens over. Alweer een mijlpaal. Zowel één van deze reis als één uit mijn verleden.
Hoe goed de wekker ook zijn best doet deze morgen, pas na de derde poging blijven mijn oogjes open. Ik heb alweer zalig goed geslapen. Na een uitgebreid ontbijt en de gebruikelijke ochtendopmaak sta ik omstreeks 8h30 alweer met mijn rugzak op mijn rug naast de Maas. In Dinant centrum is het nog erg rustig. Ook vandaag gaat het gans de dag langs de oever van de Maas. Toch is het verschillend met gisteren. De eerste helft van de dag is de route geweldig leuk om te wandelen. Bospaden en weiden! Asfalt nog beton of verharde wegen. Gewoon schitterend. Onderweg kom ik twee klimmers tegen die onderweg zijn naar de rotsen van Freyr. Ook elk met een super grote rugzak die in hun geval vooral gevuld zal zijn met touw en een volledige klimuitrusting. Zij klimmen moeilijkheidsgraad 7a buiten. Dat kan al telen.
alweer sta ik er versteld van hoe goed sommige mensen in walonië Nederlands spreken. Zowel één van deze twee jonge klimmers als de bejaarde man van de B&B deze morgen hebben er helemaal geen moeite mee om over te schakelen naar onze moedertaal. Ik vind het alleszins niet evident en heb er erg veel bewondering voor.
Wanneer ik in Waulsort kom ga ik eten. Hier hangen veel herinneringen. We zijn hier meerdere keren geweest toen ik nog een vinnig jongentje was. Het bootje dat manueel over de Maas wordt getrokken is er nog steeds. Wanneer ik na het eten terug vertrek staan er mensen aan de andere kant van de oever te wachten en stapt de schipper in zijn bootje. Met mankracht trekt hij zich via een kabel in het water naar de andere kant. Ik heb het altijd geweldig gevonden, maar vandaag heb ik hem niet nodig. Ik blijf gewoon aan deze kant verder stappen. Het mooie pad wordt verharde weg, en later ook beton. Spijtig toch. Al valt er aan de omgeving niets af te keuren.
In Hastiere stond "domain du Bonsoy" aangegeven. Daar hebben we ook ooit eens gelogeerd denk ik. In een erg leuk verleden.
Even verder is er aan de oever van de Maas een plaatsje waar veel stenen liggen. Plots schiet het mij te binnen dat ik hopenlijk ergens volgend jaar, op een ander stuk van dezelfde reis, langs cruse de ferro passeer. Ik neem er een pauze en zoek mij alvast een steentje uit de maas, om mee te nemen tot aan dit legendarische kruis.
Net even hiervoorbij steek ik de Maas over. Enkele kilometers verder ook de grens met Frankrijk. Dit is echter nog niet definitief. Morgen gaat het nog terug door België.
De laatste 6 km begon mijn rechtse scheenbeen pijn te doen. En dat doet het nog steeds. Hopelijk gaat het snel weer over.
Gisteren avond zat ik met een zwaar dilemma. Buiten mijn blaar had ik ook last van mijn knie. Dat het een lange dag was zal er zeker geen goed aan gedaan hebben, maar naar mijn gevoel loog het ook een beetje aan het gewicht dat ik moet verplaatsen. Niet dat ik een dikkert ben hé, maar het gewicht van mijn rugzak is volgens mij een beetje te hoog. En dat komt ook op mijn knieën en voeten terecht. Ik lig er lang over na te denken wat ik misschien kan missen uit de selectie die ik thuis al heb gemaakt. Ondertussen scheuren de rallypiloten door de bochten aan de citadel. Ik hoef niet te gaan kijken, want het lijkt of ze door mijn kamer passeren.
Deze morgen na het ontbijt vraag ik aan de receptionist van het hotel of ik eventueel een zakje met wat spullen hier kan laten om het binnen twee weken terug op te pikken. Het is voor hem geen probleem en dus begin ik meteen aan mijn selectie. Het gasbrandertje, het gas en de pot gaan er als eerste uit. Mijn tweede dwarsligger blijft ook daar. Ik zal al moeite moeten doen om de eerste uit te lezen. De kleren die op één nacht tijd niet drogen worden ook uitgerangeerd. Mijn douchegel vervang ik door het restje uit het hotel en de wasknijpers die al 5 fietsreizen mee hebben gemaakt en nog nooit gebruikt zijn, blijven nu ook achter.
Ik noteer mijn naam, adres en telefoonnummer op de achterkant van mijn hotel reservatie en laat een goed gevulde zak achter bij de receptie.
Ondertussen is het wel bijna tien uur geworden wanneer ik het hotel buiten kom. In korte broek, dito T-shirt en goed ingesmeerd tegen de zon want van achter het glas zag het er prachtig weer uit. Maar wanneer ik effectief buiten ben duurt het niet lang voor ik mijn windstopper aan heb en de pijpen van mijn broek terug aangeritst zijn. Ook al besef ik dat ik vrij laat vertrokken ben, ik wil mij vandaag niet afjagen.
Het gaat gans de dag langs de oever van de Maas. Deze weg heeft voor mij geen geheimen. Het is reeds de derde keer dat ik hier passeer. De vorige twee was met de fiets richting Barcelona en Compostela. Onderweg passeren mij twee fietsers die onderweg zijn naar Barcelona. En wanneer ik 's middags aan het eten ben passeert er een volgepakte fietser waarvan ik geen idee heb waar hij naartoe fietst. Hij heeft alleen maar oog voor zijn voorwiel en lijkt wel te sterven op zijn rijwiel. Op de één of andere manier versta ik hem wel een beetje. Ook ik weet al gans de dag uit welke richting de wind komt en voor een overbeladen fietser is dit geen lachertje. En dan mogen we nog van geluk spreken dat het droog blijft.
tijdens de namiddag pauze neem ik mijn chanter nog even om enkele deuntjes te spelen. Dat is zowat de enige manier om mij langer dan vijf minuten te laten zitten wanneer ik niet aan het eten ben. Wanneer in even later aan de laatste loodjes van de dag bezig ben komt er een man op zijn racefiets voorbij die al wuivend "bonne camino" naar mij roept, waardoor mijn rugzak gedurende 10 minuutjes 5 kg lichter lijkt te wegen.