Dag 10. Rocroi - signy-L'Abbaye (32 km)
Wanneer ik deze morgen in Rocroi het hotel buiten stap, schijnt de zon. Na een bezoek aan de bakker laat ik dit gezellige vestigingsstadje achter me. Alhoewel het gevoel in mijn benen vandaag iets beter is, boezemt de afstand die ik vandaag moet doen me toch wel wat angst in. Ik bedenk dat ik de volgende keer toch beter niet te vaak dagafstanden van boven de 30 km inplan. Wanneer ik met de fiets ben, plan ik nooit iets en begin ik pas na 17 uur naar een slaapplaats uit te kijken. In de meeste gevallen komt dat goed. Maar er zijn ook dagen bij dat het bijna donker is wanneer ik ergens mijn fiets kan stallen. Die vrijheid kan ik mij naar mijn gevoel nu niet permitteren. Daarom hoop ik volgende keer mijn tentje mee te brengen. Al moet ik daar toch nog wel eens goed over nadenken. Ik moet ze dan ook altijd dragen, wat het gewicht van de rugzak toch wel gevoelig doet toenemen.
Op enkele dagen na heb ik voor dit deel alle slaapplaatsen gereserveerd tijdens mijn voorbereiding. En dan zit ik daar met mijn boekje en denk "32 km! Moet lukken. En de dag daarna 30. Toch geen probleem.". Maar als dat dan dag tien is en je begint te beseffen dat die 32 km niet op een loopbandje moeten gewandeld worden, maar in een heuvelachtig terrein met een rugzak op je rug, zou je plots willen dat je even het plot kon herschrijven.
En plots zijn er van die dagen zoals morgen en overmorgen, waar je nog wel wat kan veranderen, maar de kans erg klein is dat het zal gebeuren. Morgen is het 30 km en slaap ik in een pelgrimslokaal waarvan ik de code van de deur heb gekregen omdat de winkel waar je die normaal moet halen morgen gesloten is wegens een feestdag. Maar als ik iets anders vind, houdt niets mij tegen om het te veranderen. En overmorgen heb ik niets geboekt, wat wel riskant is op een vrijdag. Als ik op zaterdag in Reims ben, blijf ik op schema.
Als ik het nog even over het dagverloop wil hebben. Het ging omhoog en omlaag, soms ééntonige lange wegen en even later loop je dan weer door het bos of de weide. Als je dan al eens in de bewoonde wereld komt, is het een klein dorpje zonder winkel noch caffè. Dus vraag in deze namiddag aan een oud vrouwtje dat in de deur van haar huisje staat of zij mijn lege waterflesjes kan vullen en hop, ik kan er alweer tegen tot aan de meet. 4 km voor de aankomst krijg ik alweer een erge kramp in mijn been, waardoor ik net lang genoeg moet rusten om in de laatste kilometer mijn poncho aan te treken omdat er even wat druppels uit de lucht vallen.
Bij mijn aankomst ben ik alweer erg blij dat ik het gehaald heb. Al was het vandaag een erg lange dag.
|