Ik ben Jaclien, °19 december 1955. Ik werkte lange tijd in de tuinbouwsector, volgde onlangs de opleiding Begeleider Animator voor Bejaarden en werk nu in een woon- en zorgcentrum met ouderen met dementie. Ik ben getrouwd met Echtgenoot en mama van vier kinderen: Dochter (°1988), Oudste Zoon (°1990), Middelste Zoon (°1992) en Jongste Zoon of kortweg Jongste (°1999). Ik schrijf graag. Heb jarenlang meegewerkt aan de Wist-je, het schoolkrantje van de plaatselijke basisschool. Ook voor allerlei gelegenheden brouw ik wel eens een tekstje. Op dit blog wil ik graag wat van mijn dagdagelijkse ervaringen, herinneringen en bedenkingen, afgewisseld met vroegere spinsels, meedelen.
Dat Lien erg gevoelig is voor pijn, had ik al eens gemerkt toen ik haar een keer een ietsje te stevig bij de hand genomen had. Met een luide "au" trok zij toen die hand terug. Vanmorgen was een verpleegster bezig aan haar arm. Wat er precies had moeten gebeuren heb ik niet gezien: de arm was net keurig ingezwachteld toen ik binnenkwam. "Voilà, het is weer voorbij!" zei de verzorgster, glimlachte naar het dametje en ging weg. Lien was stil, maar toen ik even later naar haar keek, zag ik hoe twee dikke tranen over haar wangen biggelden. Ze was geluidloos aan het wenen. "Maar Lientje toch," schrok ik een beetje "wat nu? Heeft het zo'n pijn gedaan?" Ik liep naar haar toe en legde een arm om haar heen. Voelde hoe haar schouders schokten. Ze knikte, fluisterde zachtjes "Ja", terwijl de tranen van haar gezicht drupten. Ik nam een servetje en veegde ze voorzichtig weg. Later in de voormiddag was er het zanguurtje in de grote groep. Na het zingen kreeg ik de opdracht een groepje mensen mee naar hun plek op de eerste verdieping te nemen. Het was druk aan de lift en we moesten een poosje wachten. Ineens begon Janne vedrietig te huilen. Dat ze zo'n pijn had aan haar been. Al verscheidene keren had ik haar horen vertellen dat ze aangevallen geweest was door een hond. In haar beleving had de hond haar in het been gebeten. Janne verpakt haar verdriet en verlorenheid vaak in verhalen over pijn aan haar benen of knieën. In tranen vertelde ze het verhaal van de hond opnieuw aan Lientje die haar aandachtig opnam. "Maar allé toch..!" verbaasde die zich en dan sussend: "Kom...!" Ondertussen was traag een beverige hand omhoog gegaan en omvatte teder de wang van de ontredderde Janneke. Even traag bracht Lien ook het hoofd naderbij en gaf Janne een troostende zoen.
De kinderzender Nickelodeon propageert nu woensdag een "Buitenspeeldag". Ik heb het zelf niet echt gevolgd, maar volgens Jongste wordt op veel buitenspeelplekken, zoals speeltuinen bijvoorbeeld, iets speciaals georganiseerd. Ook de kinderen van zijn school, die woensdagmiddag in het semi-internaat blijven, gaan die dag wat bijzonders doen. Jongste kan niet deelnemen aan die Buitenspeeldag, omdat hij woensdagmiddag muziekschool heeft. Dat vindt hij wel heel erg jammer. "Moeten ze dat nu op een woensdagmiddag organiseren?" vraagt hij zich gefrustreerd af, telkens hij het reclamespotje ziet. Ook al weet hij natuurlijk wel dat bijna alle kinderen op woensdagmiddag vrijaf hebben. Na schooltijd zit hij er in de auto weer over te mopperen. Dat die Buitenspeeldag deze week doorgaat, terwijl hij nog muziekschool heeft. Deze week, de Goede week met de verschillende "bijzondere" weekdagen: Witte donderdag, Goede Vrijdag, Stille Zaterdag. Wat hem betreft is het woensdag ook een bijzondere weekdag: voor hem heet deze dag "Ongelukkige woensdag"!
De leerlingen van de notenleerklas moeten telkens als huistaak een aantal muzieklesjes oefenen. Bij wijze van test duidt de juf elke keer enkele leerlingen aan om zo een lesje te zingen vooraan in de klas. Een heleboel kinderen lijken dat erg graag te doen. Ook onze Jongste. Alleen is het voor hem niet eender welk lesje hij mag zingen. Hij heeft er altijd wel eentje dat zijn absolute favoriet is. En eigenlijk zou hij dan enkel dát bepaalde lesje voor de klas willen brengen. Zo kwam hij een poos geleden verontwaardigd en verdrietig thuis: hij was zo goed als aan de beurt geweest, wist welk "briefje" hij moest trekken om zijn lievelingsmelodietje te kunnen zingen. Maar net was de les voorbij geweest en had hij niet meer naar voor mogen komen. En volgende keer zouden het natuurlijk weer andere stukjes zijn. Gisteren kwam hij weer thuis na de notenleerles. Aan zijn helder gebabbel hoorde ik dat hij goed gemutst was. "Heb je nu mogen zingen?" vroeg ik nieuwsgierig. Neen, maar dit keer was dat niet erg. Volgende keer zou er een lesje bij zijn, dat hij heel mooi vond. Het aller-àllermooiste liedje uit héél zijn boek! "Zó mooi," bedenkt hij enthousiast "dat als ik ooit koning zou worden van een land, dit dan het volkslied moet zijn!"
Iedereen maakt wel eens een spreekfout door twee woorden of lettergrepen met elkaar te verwisselen. Zo ook Dimitri die met enkele kameraadjes aan het voetballen is en meedeelt dat hij voor scheidsrechter wil spelen. "Ik ben de recht-schijter!" roept hij.
"Zou jij eens niet mee willen gaan kijken?" vroeg ze. Dochter had mooie laarsjes gezien. Op de Meir in Antwerpen. Ze was ze al gaan passen en ze zaten als gegoten. Maar nu twijfelde ze nog om die laarsjes te kopen. Ze waren niet goedkoop. En zouden ze wel gaan onder een rok? Ik moest eigenlijk niet lang denken. Ik wou al een poosje naar boekhandel "De Slegte" gaan. Jawel, onder andere om lectuur die geschikt is voor oude mensen te zoeken, weet u nog? Dus eventjes met Dochter mee naar "t Stad"? Antwerpen lijkt nu dichterbij, nu ik weet hoe je er geraakt met de bus. Nu ik niet door drukke straten hoef te laveren of parking moet zoeken. Dus werd het vanmiddag een gestolen snoepuitstapje naar de Meir. We snoven daar de bijzondere sfeer op van de eerste lentedrukte. Mensen lijken wel anders te kuieren als het wat warmer is. Meer op hun gemak. En overal waren er straatmuzikanten, voor wie ik altijd graag een muntje opduikel uit mijn beurs. De laarsjes vond ik echt mooi, de koop was gauw gesloten. Of ik ze mee naar huis wilde nemen, want Dochter moest in de namiddag naar de les. "Ze niet op de bus laten staan hé!" kreeg ik nog te horen. In de boekhandel nam ik ruimschoots mijn tijd om, met de kostbare aanwinst van Dochter tussen mijn voeten, te grasduinen tussen de boeken. Ik kocht er een paar, al vond ik niet helemaal wat ik zocht. En dan maar weer naar huis. Een zorgeloos halfuurtje nog om te lezen in de bus. En voorbij was het, het onverwachte uitje...
De eerste keer dat ik haar zag was op mijn eerste stagedag in het woonzorgcentrum. Mitteke, een klein tenger dametje. Ze hield een grote pluchen poes, die behoedzaam in een dekentje was gewikkeld, op haar schoot. Ik glimlachte vriendelijk naar Mitte en begroette ook de poes, die ik zachtjes over de kop aaide. Maar dat mocht blijkbaar niet, want Mitte trok de kat boos weg. "Ge komt aan heure kop!" reageerde ze verontwaardigd. Later zag ik Mitte en haar knuffelpoes nog verschillende keren, als ik door de gang liep en in het voorbij gaan door de openstaande deur in haar kamer keek. Dan zat ze steeds op dezelfde stoel aan het tafeltje. Mitte komt maar zelden bij de andere mensen in de leefgroep zitten. Vorige week liep ik weer langs haar kamer en besloot even bij haar binnen te gaan. Een beetje beschroomd zei ik gedag, verwachtte half dat ze weer afwijzend zou reageren. Maar tot mijn verbazing begon Mitte ineens te vertellen. Dat ze altijd poezen had gehad. Dat ze een zoon had, die naar ze meende, nu "negentig" jaar was. Dat haar moeder vroeg gestorven was en ze haar tijdens de oorlog zo erg gemist had. Ook haar zusje, die altijd een speelkameraadje voor haar was geweest, was gestorven. Mitteke vertelde en bleef vertellen. Ik luisterde met oprechte belangstelling. Niet alleen om de inhoud van haar verhaal, maar ook vanwege de streektaal die ze hanteerde. Ze sprak precies hetzelfde dialect dat ik kende uit mijn kindertijd, de taal die Ma en Pa ook spraken: Het Noord-Brabants van hun dorp net over de Nederlandse grens. De streektaal waarin wij aanvankelijk hadden leren praten, voordat het op school vermengd werd met de streekeigen taal van onze woonplaats. Het was fijn om dit taaltje nog eens onversneden te horen. Zou zij echt uit dezelfde streek komen als Ma en Pa? Scherp luisterend hoorde ik hoe ze enkele woorden anders uitsprak. Niet helemaal van hetzelfde dorp dus. Later zou ik vernemen dat ze in het dorp naast dat van mijn ouders, het dorp net vóór de Nederlandse grens had gewoond. Mitteke babbelde maar door. Soms vertelde ze dingen al voor de tweede of derde keer. De poes op haar schoot bleek in haar wereld niet altijd een kat te zijn. Dat begreep ik toen ze vertelde dat ze een dochtertje verloren had. Het was niet het kleintje op haar schoot, want "...deze kleine is 'n een jongen éj!", zei ze met een hoofdknik naar haar knuffel. Even later vertelde ze hoe ze een keer alleen thuis was als er een mevrouw op bezoek kwam met een baby bij zich. Die mevrouw had haar gevraagd of ze het kindje eens had willen vasthouden. Ja dat wou ze wel. De bezoekster had voorzichtig het baby'tje op haar schoot gezet. "Zo, hou het nou maar vast. Voorzichtig zijn, en nie aan het koppeke kommen éj!" had die dame haar geleerd. Pas toen ik later thuis mijn ontmoeting met Mitte nog eens overliep, begreep ik ineens waarom ze de eerste keer zo boos had gereageerd op mijn vriendelijke toenaderen van de pluchen poes! Mitteke. Met een glimlach moet ik nog aan haar denken. Als ik nog eens bij haar terug kom, zal ze me niet meer kennen. Ontmoetingen worden niet meer naar de harde schijf van haar geheugen geschreven. Maakt niet uit. Voor mij was deze kennismaking met haar dé ontmoeting van de dag.
Een fotootje van Fien. U weet wel, het kleintje van Neef dat op 9 Maart is geboren. Als ik het goed heb was het vandaag "de uitgerekende datum" voor de bevalling. En vandaag begint, ondanks het sombere weer, ook de lente. Een mooie dag dus om dit prille kindeke te laten bewonderen op dit stekje.
dag bloesemknopje honingbijtje donzig kiekske net uit 't eitje
dag lentezusje, zonnekusje voorjaarswindje, vredeskindje elfenwijsje
"Probeer tegen volgende keer eens een verhaal te vinden. Een verhaal dat je geschikt vindt om voor te lezen aan de doelgroep." Een opdracht in onze opleiding Begeleider Animator voor bejaarden. Een kolfje naar mijn hand eigenlijk. Maar toch niet zo'n gemakkelijk gegeven, zo bleek. Al surfend en zoekend vond ik wel informatie over voorlezen aan ouderen. En hoe weldoende dat kan zijn, ook voor oude mensen dus, om naar verhalen te luisteren. Omdat het zo dicht bij mijn eigen belangstelling ligt, en omdat het zo'n eenvoudige manier is om mensen te boeien, wil ik me daar graag extra op toeleggen. Maar nu een verhaal vinden voor de doelgroep. Voorlopig bestaat die uit dementerende mensen. Met welke verhalen zijn deze mensen te boeien? Korte verhalen, omdat ze niet lang kunnen onthouden natuurlijk. Een verhaal over onderwerpen, gebeurtenissen, gewoonten, waarvan ze zich (nog) een voorstelling kunnen maken, die appelleren aan hun herinneringen. Of gedichten, die alleen al omwille van rijm en ritme iets weldadigs kunnen hebben. Verhalen voor oude demente mensen zijn niet hetzelfde als verhalen voor kinderen. Of zouden sommige prentenboeken toch voor hen geschikt zijn?
Terwijl ik dit schrijf is het vijfjarig kleutertje, aan wie ik een keer beloofde een verhaaltje voor te lezen, bij ons. Drie prentenboeken hebben we al doorgewandeld. Eén ligt er nog op tafel. "Het hart van Tom" van Carl Norac met tekeningen van Carl Cneut. Een schitterend mooi verhaal met een teder gegeven. Eén van mijn lievelingsprentenboeken dat ik destijds voorlas aan Jongste. Maar niet geschikt voor dementerende mensen, meen ik. Maar, bedenk ik dan, zou dat geen gat in de markt zijn? Prentenboeken voor ouderen? Prentenboeken voor dementerende ouderen? Getekend en geschreven vanuit precies de juiste invalshoek: zonder deze doelgroep terug te dringen naar een kinderniveau, toch rekening houdend met een verminderd begripsvermogen en geheugen.
En nu mijn opdracht nog. Er surfen hier wel eens mensen op mijn blog, die veel lezen en graag schrijven. Heeft iemand van jullie een idee voor een geschikt verhaal?
Veertien jaar geleden geschreven voor de schoolkrant:
Broer kan de slaap maar niet vatten. 't Is al bijna elf uur als ik nog even bij hem in bed schuif. Hij kruipt gezellig dicht tegen me aan, sluit zijn ogen en zegt: "Ik ga nog maar eens schaapjes tellen." En hij telt: "Eén schaap, twee schaap, drie schaap, ......, negen schaap, tien schaap, elf schaap, ......., zestien schaap, zeventien schaap..., en dan ineens: ..., achttien geit, negentien geit, twintig geit.... ." Dan doet hij kwasi verbaasd zijn ogen open. "Nu komen er ineens allemaal geiten in mijn hoofd." merkt hij op. En dan berustend, terwijl hij zich slaperig op zijn andere zij draait: "Ik denk dat dat komt omdat mijn schapen op zijn... !"
Lang geleden dat ik Em nog gezien had. En daar was ze ineens, in het zorgcentrum waar ik stage loop. Em heeft daar een job als kapster. Kapster dus, in een bejaardentehuis voor demente mensen. Ik kan me milieus voorstellen waar je hiermee geen hoge ogen zou gooien. Milieus waar prestige telt, en hoog opgeleid zijn, en ronkende titels en dito weddes. Maar het wordt anders als je een andere schaal hanteert. De schaal van warm-menselijkheid. Em en haar werk, en vooral de manier waarop ze dat werk doet scoort hoog op die schaal. Ze is hier ruimschoots haar gewicht in goud waard. Want "mooi" gemaakt en aangeraakt worden is zo belangrijk voor de bewoners van het centrum. En ze kunnen zo fier kijken als iemand hen vertelt dat ze "er zo goed uitzien". Zoals gezegd, ik kende Em al van vroeger. Van in "ons vorig leven" toen haar en mijn kinderen nog naar de basisschool gingen. We maakten deel uit van het groepje moeders, die wellicht de trottoirtegels voor de schoolpoort enkele centimeters hebben laten verzakken. 't Is niet zo dat we, zoals mensen soms smalend opmerken, niks anders te doen hadden. Maar ontmoeten en uitwisselen tussen collega-moeders is verrijkend en gewoon leuk. En voor wie (tijdelijk) geen andere collega's heeft ook broodnodig. Wat er ook van zij, het waren plezierige tijden. Als we jarig waren namen we een thermos koffie of chocolademelk mee naar onze stek aan de poort. En bij slecht weer fantaseerden we over een beschut plekje, een soort "moedercafé'tje". Fijn om Em weer tegen te komen. Het doet die herinneringen ineens weer binnen buitelen. De moeders aan de poort.Toch maar eens een reünie organiseren?
Deze week, op 9 maart, is Fien geboren. Fien is het tweede dochtertje van neef Wim en zijn vrouwtje Kim. Haar grote zus heet Silke. Fientje is het tweede kleinkind van Oudste Broer en Schoonzus en het vijfde achterkleindochtertje van Pa. Samen met Dochter ben ik de kleine spruit al gaan bewonderen. ('n schattig baby'tje dat ik ook al mocht vast houden!) Maar toch nog via het blog hartelijke felicitaties aan het gezin van Neef.
Hoog boven de wolken was ik, dromend tussen de sterren,
dan, een klein meisje wenkte en riep: "Wil jij bij ons wonen?"
Zo ben ik, kind in huis, "thuis" gekomen bij mama en papa, en 't klein meisje dus
Ik loop, diep in gedachten verzonken, op de schoolpoort toe om Jongste uit de nabewaking te halen. Ineens merk ik iets vreemds op in de verte. Iets in het rood komt zigzaggend het weggetje tussen de schoolgebouwen door, mijn richting uit. Ik kijk nieuwsgierig toe. Wat zou dat zijn? Als het "rode" naderbij komt zie ik het natuurlijk. Een papa, met het rode rugzakje van zijn kind in de hand, speelt tikkertje met zijn kleuterdochter. Met gemaakt kleine pasjes van links naar rechts lopend, holt hij achter zijn lachende meisje aan. Als ik hen kruis knik ik goedendag. Met een glimlach loop ik verder. Vertederd door de spelende papa en zijn kind.
Dierensnoezeldag op één van de afdelingen in het woonzorgcentrum. We hebben al alles klaar gemaakt: plastic op de grond met wat stro erop. En een soort omheininkje, om de verwachte beestjes wat begrenzing te bieden. De bewoners, de meesten van hen vrij diep dementerend, zitten er in een grote kring rond. Dan worden de dieren binnen gebracht: twee konijntjes en twee cavia's. Eerst mogen ze op het stro. Kunnen ze eventjes wennen en zich laten bekijken. Er klinken wat "oohs" en "aahs", meestal van verzorgenden en bezoekers, die vertederd dichterbij komen. Enkele bewoners kijken belangstellend toe. De animatrice streelt een konijntje, dan neemt ze het behoedzaam op. "Wilt u er graag ééntje pakken?" vraagt ze aan één van de dames en zet het konijn voorzichtig op haar schoot. Ik houd gespannen mijn adem in. Hoe zal de vrouw reageren? Ze begint, eerst een beetje aarzelend, het diertje te aaien. Dan breekt haar gezicht open in een blije glimlach. Met haar hoofd een beetje schuin, iets mijmerends in haar blik en nog steeds die glimlach om haar mond, blijft ze liefkozend verder strelen. Het andere konijn, een snoezige levende knuffel, belandt op de schoot van een mijnheer. Ook hij begint het dier te aaien, er ligt een grenzeloze tederheid in zijn gebaren. De zoon van de man zit naast hem. Hij praat zachtjes tegen zijn vader, steekt een hand uit en kriebelt het konijn onder de kin. Een mooi beeld, dit trio: de demente oude man, de zoon, met het hoofd dicht bij dat van zijn vader, en het konijn. Een andere man, die wanneer hij benaderd wordt, telkens geïrriteerd roept dat "ze hem met rust moeten laten", strijkt met de hand over de vacht van de zwarte cavia, die zit te snuffelen in de kom van zijn arm. Dan pakt hij het dier wat onhandig bij de snuit en oepsie, ongelukje: het beestje bijt in zijn vinger. Wat deze man betreft, is voor deze keer het magische moment voorbij. De snoezeldieren gaan van schoot naar schoot. Sommige mensen moeten er niet van hebben, dan hoeft het ook niet. Anderen genieten er zichtbaar van. Zoals die éne dame die alsmaar tegen het konijntje praat en een beetje boos wordt als het weer weg genomen wordt. Enkele bewoners beginnen zowaar te vertellen, over hoe vroeger hun vader konijnen hield, in de oorlog om als voedsel te dienen dat toen zo schaars was. Dat is ook een betrachting van een gebeuren als dit, dat het herinneringen doet opborrelen. Op die éne ongelukkige beet na, doen de dieren het goed. Ze zijn verrassend tam, al verraden hun snel op en neer gaande lijfjes wel dat ze gespannen zijn. Maar ze gedragen zich onberispelijk: niet één van hen doet "het" op iemands schoot. Na een uurtje of twee mogen ze weer naar de bekende beslotenheid van hun eigen kooi op de kinderboerderij.
"Het is niet zo spectaculair, maar ik vind het altijd wel leuk!" had mijn begeleidster me op voorhand gezegd. Maar ik vind het best wel spectaculair. Ik ben diep onder de indruk. Door hun ziekte is hen veel ontnomen, deze mensen. Hun vermogen om te denken, om te herinneren, om zich uit te drukken, om te beschikken en te beslissen. Maar dit vermogen blijkt bij veel van hen nog niet aangetast. Het beleven, ervaren en uitdrukken van een zo kostbaar iets als "tederheid".
"Is dat een kleinzoon van u?" vraagt de man van het frituur, met een blik op Jongste. "Neen," glimlach ik, een beetje in verlegenheid "dat is een zoon van mij. Heb ik op latere leeftijd nog gekregen, hij is ons nakomertje." "Waarom hebben jullie zo laat nog kinderen gekregen?" vraagt Jongste even later. "Nu, wat jou betreft..., op dat moment hadden we eigenlijk geen kind meer besteld!" antwoord ik een beetje plagend. "Niet besteld? Aha...," en op zichzelf doelend bedenkt hij "dat was er dus ééntje van het huis!"
Hoe ontegensprekelijk de lente ook in zicht komt, de laatste ochtenden zijn de ramen van onze auto, die wegens plaatsgebrek moet buitenslapen, telkens aangevroren. Voor het vertrek tijdig beginnen krabben is dus de boodschap.
"Hé ijsbloemen!" glimlachte ik een keer, toen ik, het krabbertje pakkend, vanuit de binnenkant van de wagen door de beijzelde voorruit keek. En ineens moest ik denken aan de tijd dat ik nog een kind was. We hadden geen verwarming op de bovenverdieping. Dus waren de ramen bij ijskoude nachten helemaal begroeid met ijsbloemen. Heel mooi vond ik dat. Maar die bebloemde ramen konden absoluut niet concurreren met het serreglas. Zoals ik al eerder vertelde was ik een tuindersdochter. De groenten bij ons thuis werden ten dele geteeld in serres. Een hele oppervlakte aan glas dus. Als er daar bij ijskoud weer niet in gestookt werd, betekende dat een heel dak vol ijsbloemen. Hoe vaak heb ik toen, verwonderd bewonderend, genietend van een schitterend glasraamschouwspel, er onderdoor gelopen. Zo mooi! Overweldigend prachtig, zo'n oerwoud van ijsplanten.
Vandaag één van de vele filmpjes die mensen naar elkaar doorsturen. Deze zat vorige week in mijn mailbox
en ik vind hem reuzeleuk. Het is de één miljoen keer al ver
gepasseerd, maar voor wie het nog niet gezien heeft...
Het hele ziekenhuispersoneel danst hier voor de strijd tegen borstkanker. De bedoeling was om het filmpje één miljoen keer te laten lopen, dan zou het ziekenhuis een grote donatie krijgen voor de behandeling van borstkanker.
"Auto's zijn eigenlijk wereld-vernietigings-machines hé!" vond Jongste onderweg. Hij heeft al vaak gehoord van van het teveel aan CO2 uitstoot, van het gat in de ozonlaag, van het milieu dat zwaar onder druk staat, ondermeer door het vele verkeer. Het houdt hem bezig. En zo bedacht hij dus dat die vervuilende auto's eigenlijk "wereldvernietigingsmachines" zijn. Gelijk heeft hij wel. Maar op dat moment, in de gutsende regen, bracht onze wereldvernietigingsmachine ons dan toch maar lekker warm en droog naar huis.
Na de inleefavond, vorige donderdag, stonden we nog na te praten met Marc. U weet wel, Marc, die onze avond heeft begeleid. We hadden het er over dat mensen met autisme zo vreselijk naïef kunnen zijn. En hoe kwetsbaar hen dat maakt. "Ik ben er fier op dat ik naïef ben." zei Marc "Dat ik altijd weer geloof in het goede van de mensen. Als ze me dan beschamen ligt dat niet bij mij, maar bij hen!" En als voorbeeld nam hij het stelen van een fiets. Hoe, wanneer je fiets gestolen wordt, je die fiets wel verliest. Maar je bent niet diegene die in de fout is gegaan. Ik moest een beetje lachen om zijn voorbeeld. Omdat ik toen net op mijn blog bericht had over de gestolen fiets van Zoon. Maar ik heb er veel aan moeten denken, aan die woorden van Marc. En ik denk dat ik begrijp wat hij bedoelt. Dat diegene die het overkomt wel verlies lijdt. En diegene die steelt, of op een andere manier iemand bewust benadeelt om er voor zichzelf voordeel uit te halen, lijkt op het eerste zicht de winnaar te zijn. Maar in wezen is hij de verliezer. Hij is diegene die iets veel kostbaarders verloren heeft: zijn integriteit. Niet dat die mens daar van wakker zal liggen. Daarvoor is zijn geweten veel te onderontwikkeld waarschijnlijk. Toch, je kan beter geen fiets hebben dan een onderontwikkeld geweten.
Overweldigend is de diepe zorg die zoveel mensen dragen. In dit geval de zorg om kinderen met een stoornis in het autismespectrum. In kleine groepjes zaten we bij elkaar, de meesten van ons ouders van kinderen met autisme. Verder enkele warm betrokken familieleden en leerkrachten. De opzet van de avond was om aan de lijve te ondervinden hoe het is om autisme te hebben. Hoe het is als je de ongeschreven regels, die de meeste mensen gewoon uit de lucht plukken, niet kent en niet zo maar weet te achterhalen, hoe je ook je best doet. Hoe het is als geluiden en andere prikkels zo ongefilterd binnen komen, dat het veel te druk wordt in je hoofd en je je niet meer weet te concentreren. Ook een flinke brok info was er, gegeven door de begeleiders die zelf ervaringsdeskundig zijn. En voorts tijd om uit te wisselen met elkaar.
Overweldigend dus, de diepe zorg van ouders met een autistisch kind. Al van bij het eerste moment was dat voelbaar in ons groepje. Bij de kennismaking sprong de stop al van de fles bij een moeder: ze blééf maar vertellen. Al die opgekropte spanning, emoties en vragen zochten een uitweg. Haar zoon was dertien jaar. De jongen had zich altijd al wat vreemd gedragen. Extreem op zichzelf dachten de ouders. Pas een jaar geleden had men hem getest en werd de diagnose ASS gesteld. Dat was bij de ouders ingeslagen als een bom, nooit hadden ze in die richting gedacht. Na het officiële gedeelte van de avond kwam ook de vader er bij zitten en de grootmoeder van het kind. De zorg stond in hun blik te lezen. De zorg van ons allemaal, die de oma verwoordde: "De maatschappij is zo hard, gaat hij daar wel zijn plaatsje vinden?" Een andere moeder vluchtte in tranen naar het toilet. Even later was ze er terug, streek nog met een zakdoek langs haar ogen. "'t Was ineens zo confronterend!" glimlachte ze verontschuldigend, "Ineens zag ik hoe het is voor onze Jan!" Nog een mama was daar met haar dochter. Het meisje vertelde over haar broer die én autisme en ADHD had. Hoe het is om samen te leven met zo'n speciale jongen. De mama wist zich vaak geen raad met de dagdagelijkse gang van zaken: haar kind bleek zowel zelf heel druk als ook overgevoelig te zijn voor alle prikkels uit de omgeving. Zelfs gewoon maar iemands ademhaling kon voor hem al storend zijn. En dan was er nog de mama van een kleine jongen met autisme en een mentale beperking, zoals dit voorkomt voor bij ongeveer de helft van de mensen met autisme. Mensen die door het leven gaan met een dubbele handicap.
Stuk voor stuk beklijvende verhalen waren het. Daarbij kwamen nog de anekdotes van de begeleiders: Frie, die twee kleutertjes heeft met ASS en Marc, die zelf autisme heeft. Marc had de leiding in handen. Hij vertelde vlot, met heldere stem. Wat zijn aanwezigheid bijzonder maakte was niet alleen dat hij boeiend kon vertellen. Maar gewoon dat hij daar was, dat hij dit deed en kon doen. Dat bracht de deelnemers een beetje hoop. Hij was het vleesgeworden bewijs dat het kan, dat kinderen en volwassenen met ASS, mits ondersteuning en begrip, zich volwaardig kunnen ontplooien en een waardevol steentje bijdragen.
Het is ze allemaal, al die zorgenkinderen en hun ouders, héél van harte toegewenst!
daar het verlangt dat het oog en oor en weerwoord vangt
en liefst van al: een glimlach..
Een tekstje lenen? Soms publiceer ik een dichttekstje op mijn blog. Is er één dat u aanspreekt en u graag wil lenen voor een gelegenheid? Ik zou mij heel vereerd voelen. Maar toch wil ik er graag enkele afspraken rond: -Dat mijn initialen er onder gezet worden (jb). -Dat er niets meer in gewijzigd wordt. (Wil het a.u.b. laten weten als er taal- of tikfouten in staan.) -Uiteraard niet te gebruiken voor commerciële doeleinden.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek