Ik heb een beetje een dipje. Dat gebeurt. Het is niet erg en
het gaat wel weer over, maar op dit moment is het er. Ik denk dat het er
gekomen is doordat iemand heel lief voor me was. Zonder bijbedoelingen (daar ga
ik toch van uit, want je weet het natuurlijk nooit), zonder meer te verwachten,
zonder wat dan ook. Iemand was gewoon zomaar lief en dat was al een hele poos
geleden. Niet dat mensen nooit lief zijn voor mij, maar deze keer heeft het mij
echt geraakt en dan volgt er een weerslag. Dan besef je plots ten volle dat je
er alleen voor staat, dat je zoveel liefde hebt om te geven en niemand om die
liefde te krijgen. Dat je zoveel warmte te bieden hebt en niemand om er gebruik
van te maken. Dat je een leegte zou kunnen vullen, maar enkel met een leegte
achterblijft en dat is geen leuk gevoel. Ik heb geen dipje omdat iemand
vervelend deed tegen mij, want dat maakt me hooguit kwaad en kan ik makkelijk
naast me neerleggen. Ik hoef niet in de spiegel te kijken en iemand te zien die
lelijk doet tegen anderen, dus dat laat ik niet aan mijn hart komen. Ik heb een
dipje omdat ik heel even kon proeven van wat ik niet heb. Alsof je een stukje
chocoladetaart mag proeven om dan de taart aan iemand anders cadeau te geven.
Het is leuk dat iemand anders gelukkig zal zijn met die taart, maar soms zou je
de taart liever helemaal voor jezelf houden en zelf opeten.
Ik weet niet waarom die persoon lief deed tegen mij, ik weet
wel dat het eenmalig was en geen vervolg gaat krijgen. Ik vraag niet om meer,
ik smeek niet, ik val niet lastig en ik dring niet aan. Dat heeft toch geen
zin. Als het niet spontaan komt, dan is het niets waard. Ik koester de herinnering
en het gevoel en ik mis. Ik mis in die mate dat het me een dipje geeft, maar
daar valt nu niets aan te doen. Het leuke aan dipjes is dat ze mij dwingen tot
creativiteit, tot inspiratie en creatie. Dipjes maken dat ik muziek speel en
juwelen maak, want ik moet ergens naartoe met alles wat ik heb en waarom niet op
een positieve manier. Dipjes maken ook dat ik me afsluit van de wereld en
mensen wil vermijden. Dipjes zijn persoonlijk en intimistisch en ik wil ze niet
delen. Wellicht zouden ze sneller voorbijgaan mocht ik ze wel delen, maar
iedereen heeft recht op een dipje en ik dus ook. Dus ik nestel me in een warme
trui met een heerlijke kop warme chocolademelk en geniet van mijn dipje, want
ook dat is een mogelijkheid.
Ik vraag me af wat mensen ertoe drijft om zomaar heel lief
te zijn voor een ander om dan terug te verdwijnen. Of ze dan echt lief zijn of
enkel in een moment van opwelling. Of ze misschien toch een behoefte te vullen
hadden waar jij je als ontvanger niet bewust van bent. Of ze misschien
geschrokken zijn van je reactie of iets gezien hebben dat hen deed besluiten
weg te gaan. En met lief zijn bedoel ik niets fysieks. Ik bedoel een mooi
woord, een warme lach, een teken van interesse of begaan zijn met een ander.
Dingen waaraan je wil kunnen vasthouden, maar hoe zelden blijven zon momenten langer
duren dan een fractie van de tijd. Of misschien is dat enkel bij mij zo, ik zou
het niet weten want ik kan enkel mezelf zijn en dus mijne eigen ervaringen
delen. Ik weet niet of ik het zelf kan, altijd lief zijn. Ik probeer vanuit
liefde te leven en te delen, maar ik ken ook momenten van ergernis, kwaadheid
of onverschilligheid. Misschien geef ik anderen ook een dipje en zeggen ze het
gewoon niet. Net zoals ik nu ook niet ga zeggen dat ik een dipje heb of dat
lief gebaar mis.
Het zou fijn zijn, mochten we gewoon altijd lief kunnen zijn
voor anderen. Maar het zou niet realistisch zijn, want dan waren we wellicht
niet altijd lief voor onszelf. We hebben ieder onze eigen behoeften en noden en
om die in te vullen, moeten we soms dingen doen die niet lief zijn tegenover de
mensen om ons heen. Dat is nu eenmaal hoe de wereld in elkaar zit. Ik hou van
openheid en integriteit. Ik zeg wat ik denk en ik ken weinig taboes. Je mag bij
mij hetzelfde doen. Maar ik merk dat dit niet altijd geldt voor de mensen om
mij heen. Wat een knuffel is voor de ene, is een aanval op persoonlijke ruimte
voor een ander. Het hangt er allemaal maar van af hoe je de wereld ervaart.
Misschien is wat ik lief vind voor een ander niet meer dan beleefdheid. Dan zou
die nooit kunnen begrijpen hoe het mij zo diep kan raken, want het zou enkel
die diepgang en relevantie hebben voor mij. Alleen al daarom moet je leren
loslaten en een ander in zijn waarde laten. De reden van het lief zijn is
tenslotte niet relevant en wijzigt niets aan de ervaring. Ernaar vragen en
vissen zou enkel een mooie herinnering kunnen vergiftigen en tot iets lelijks
maken. En dat is niet de bedoeling van een mooi gevoel.
Soms geloof ik in liefde, in de prins op het witte paard en
alles wat daarbij komt kijken. Meestal geloof ik er niet in. Ik ben niet
verbitterd, maar ervaring heeft mij die magie ontnomen en ik kan mezelf niet
dwingen om ze terug te vinden. Misschien komt dat wel vanzelf. Misschien steeds
heel even om dan gevolgd te worden door een dipje. Het maakt niet uit, ik leef
in pieken en dalen en dat is prima. Ik zou de pieken nooit willen opgeven voor
de dalen. De pieken zijn nog steeds veel talrijker aanwezig. Een vlak leven zou
niets voor mij zijn, ik zou het gevoel krijgen gestorven te zijn en enkel nog
aanwezig omdat mijn lichaam dat zo bepaalt. Klinkt misschien negatief, maar het
is niet zo geschreven en wie mij kent, weet het wel te plaatsen. De rest moet
mij maar op mijn woord geloven.
Rest mij nog dank je te zeggen voor het liefs dat ik mocht
ontvangen. Wie of wat, waarom, wanneer of waar heeft geen belang, ik ben er
zeker van dat die persoon mijn dankbaarheid ooit of ergens wel zal ervaren.
Dus, vanuit de grond van mijn hart, een oprechte dank je omdat je mij, al is het
maar heel even, de koning te rijk deed voelen.
|