Na twee dagen niets van mij te laten horen, heb
ik hem gisteren dan toch gebeld. Ik had het niet mogen doen, het was een grote
stommiteit, maar ik kon het gewoon niet laten.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Het probleem is dat de pijn nog zo diep zit bij
mij en zo vers is dat ik niet anders kan dan hem verwijten als ik hem hoor. Dat
hij onze kans wegsmijt, dat hij weigert te zien dat het ook anders kans, dat we
bij elkaar passen en hij ons geluk gewoon laat vallen. Gevolg daarvan is dat ik
druk zet en hem nerveus maak, terwijl hij is weggegaan omdat hij geen rust meer
kon vinden bij mij. Wat ik dus doe met bellen, is hem nog verder wegduwen en
bevestigen in zijn beslissing.
Ik zou hem moeten bellen wanneer ik er vrede
mee heb. Wanneer ik terug mezelf kan zijn en terug zelf rust heb gevonden en
geluk. Eigenlijk is het allemaal absurd. Ik hou vast aan ongelukkig zijn omdat
ik schrik heb dat als ik gelukkig ben hij gaat denken dat het beter is omdat ik
ook gelukkig ben. Of dat hij terug verliefd wordt en ik niet meer. Terwijl dat
natuurlijk geen belang heeft, want als ik echt en oprecht gelukkig ben, is het
goed, ongeacht wat er verder tussen ons nog gebeurt.
Het goede aan hem te horen of te zien is dat
het mij steeds duidelijker wordt dat er voor hem echt geen ruimte is nu. Doordat
hij eerst zei een relatie te willen zonder samen te wonen, bleef ik met hoop
achter. Die valt nu langzaam weg. Natuurlijk niet volledig want ik blijf
bedenken dat het toch niet kan dat je plots zomaar al je gevoelens voor iemand
kan uitzetten, maar aan de andere kant zie ik dat hij dat blijkbaar wel kan.
Als we echt voor elkaar bestemd zijn, dan zal
de tijd dat wel uitmaken, dan kan ik daarop vertrouwen en hoef ik me eigenlijk
geen zorgen te maken. En als het niet zo is, zal de tijd dat ook uitwijzen en
zal ik daar niet ongelukkiger van worden. Een gedachte die ik probeer vast te
houden. Eenvoudig is dat niet, want nu is de pijn groter dan welk vertrouwen of
welke rationaliteit dan ook.
Ik probeer het van mij af te schrijven, door
zijn ogen te kijken, te vertrouwen, verder te gaan. Er zijn dagen die meevallen
en dagen die tegenvallen en elke dag is een beetje sterven, maar elke dag gaat
het ook een beetje beter.
Wanneer iemand je verlaat, is dat een beetje
zoals wanneer iemand sterft. Je moet omgaan met het gemis van die persoon aan
je zijde. Je moet rouwen om wat je kwijt bent om dan te zien wat je allemaal
nog hebt. Met dat rouwen echter heb ik het moeilijk. Ik kan me niet laten gaan,
ik kan moeilijk loslaten. Maar we zijn weer een dag verder. En dat ik gisteren
niet heb kunnen laten om te bellen, is voorbij. Daar hoef ik mij nu geen zorgen
meer over te maken. En morgen komt misschien nooit, dus dat heeft ook geen
belang. Er is enkel nu en nu wil ik leren om te leven zonder hem en dat ok te
vinden.
|