Sinds het eerste leerjaar in de lagerschool werd ik gepest. Ik kan me alles herinneren. De jongens, de meisjes, hoe ze in mijn gezicht deden, hoe ze achter mijn rug deden. Alle details van de manier waarop ik werd gepest. Elke dag uitgescholden geworden, buitengesloten geworden,.... Zij scholden, ik hield me in. Op een bepaald moment terug gescholden, ik was diegene die gestraft werd. Ken je dat gevoel dat je hele klas samen speelt en jij mag niet meedoen? Of dat ze zeggen dat je wel mag meedoen, maar eigenlijk sta je er gewoon bij? Ik wel. Elke middag werd er door de jongens gevoetbald. Ik met 3 vriendinnen achter de goal aan de rechterkant (ja ik ken de details nog goed). Continue werd de bal 'mis geshot' en raar maar waar, keer op keer in mijn gezicht of tegen mij. Die paar vriendinnen, die vriendinnen die wegvallen van zodra je niet meer in de klas of dezelfde school zit. 6 jaar, zomaar weggegooid. Alleen achtergebleven op school.
Dan had je nog thuis. Ik woon mijn hele leven al in een wijk. Een wijk waar ik 4 vriendinnen in totaal had. Elke dag spelen van die kinderspellen, je kent het wel. Een wijk met allemaal jongens die stoer willen doen. Je kent hun heel goed, je woont je hele leven al bij hun en toch kunnen ze je alleen maar uitschelden en lachen met elkaar. Puur om in de smaak te vallen. Kinderen! Tegen dat ik in het zesde leerjaar zat was er nog een meisje bij ons komen wonen. 5 vriendinnen in totaal, 3 verhuizen? Je ziet het al aankomen hé, 3 vriendinnen weg. Nu op dit moment, van de 2 vriendinnen die ik nog over had is er ene waar ik nog mee praat en meer niet. De andere is nog steeds mijn beste vriendin.
Na dit kwam ik aan op het middelbaar. Nog eens 3 jaar alleen maar gepest geweest, dit keer niet alleen jongen, ook meisjes. Uitgescholden worden, buitengesloten worden, nooit gekozen geworden, op school, aan de bus. Zelfs geslagen geworden en toch het enige wat ik deed was er altijd voor deze mensen zijn, ze helpen in nood terwijl ze zo doen tegen mij en over mij. Dit was het fataal moment voor mij. Niet alleen voelde ik mij slecht. Ik wilde weg, weg van deze wereld, weg om iedereen rondom mij een beter leven te geven aangezien ik toch alleen maar een last was. Ik wilde dat de pijn weg ging. Mezelf bevrijden van dit alles. Ik nam alles van het eerste leerjaar al met me mee. Het moment dat ik geslagen werd veranderde alles. Dit was in het derde middelbaar. Ik kropte alles op en na een zeer lange tijd werd alles me te veel. Ik sloeg, ik stampte, schreeuwde, kreeg black-outs van wat ik deed. Ik wist dat dit niet de manier was waarop, maar het ging niet anders. Niemand wilde luisteren en dit was mijn manier van het van me af te krijgen, maar dit is het nooit. Het was sterker als mezelf.
Mijn moeder heeft me naar een andere school gestuurd. In het begin werd ik opgenomen door de populaire kinderen, dit klopte niet volgens mij. Wat zouden ze echt achter mijn rug zeggen? Ik voelde me hier niet goed. Ik ben toen bij de minder populaire kinderen ook geaccepteerd en dit voelde meer vertrouwelijk. Vanaf dat moment werd ik opnieuw buitengesloten en gepest bij de populaire kinderen. Ik had spijt. Zouden ze me niet gepest hebben als ik bij hun was gebleven? Ik wilde bij ze allemaal terecht. Maar ergens had ik geen spijt. Als ze me pesten omdat ik niet bij hun ben gebleven, hebben ze me dan ooit wel een leuk meisje gevonden? Deden ze alsof? Wilden ze dat ik gelijk hun werd? Ik had niet echt vrienden, nooit echt gehad. Maar ik had wel kennissen waarbij ik ging zitten en babbelen.
Thuis ging het ook heel slecht. Ik vocht met mijn zussen, met mijn ouders,.... Ik sloeg mijn zussen, ik schreeuwde tegen mijn ouders in het gezicht, ik rende weg thuis, ik haalde het bloed zo onder mijn ouders hun nagels uit dat ze me bij mijn keel greep uit reflex omdat ik zo dichtbij in hun gezicht schreeuwde. Gewoon omdat niemand luisterde. Dagelijks ruzie met mijn zussen. Zo erg dat ik zelfs zei dat ze mijn zussen niet meer waren. Dat mijn ouders, mijn ouders niet meer waren. Het werd zo erg dat mijn moeder continue huilde. Ze begreep mij niet, ze wist niet waarom ik zo was en zo deed. Net zoals de rest van mijn gezin. Niemand weet waarom.
Ook op het speelplein gaat het slecht. Daar heb ik helemaal geen vrienden en word ik helemaal buitengesloten. Het enige wat me daar goed laat voelen is de liefde die ik krijg van de kinderen waarmee we de activiteiten doen. Wat zeker niemand weet is wat er gebeurd is op de toiletten in het midden van de nacht toen we een weekend ergens bleven slapen. Niemand wou me geloven en de ander verdraaide alles wat er gebeurd was.
Ik ben nu 18 jaar. Niet alleen dit blijft bij me plakken. Elke dag de ruzies thuis, zoals over de vaatmachine, de TV,.... Dit zijn dingen daar wordt over gepraat, ze zijn klein en ze worden opgelost, maar ik zal ze altijd onthouden en er altijd aan denken. Ik huil mezelf al 4 jaar bijna elke dag in slaap. Ik krijg dit allemaal niet van me afgezet. Elke dag loop ik rond met de gedacht wat kan ik doen? Zijn ze niet beter af zonder mij? Zou iedereen niet veel gelukkiger zijn zonder mij? Ik wil zelfmoord plegen, maar ik durf niet. Dit zijn allemaal gedachten waar ik dagelijks me zit. Ik heb mijn gedrag altijd ontweken. 'Het zal wel weggaan', maar nee dit deed het niet. Dit doet het niet. Ik heb nu de beste vriend in mijn leven die ik me kan voorstellen. Alweer was mijn bom ontploft. Ik ben nog maar 3 maanden samen, maar de kleine ruzies die ook wij hebben, net als elke relatie die stapelde zich steeds weer op. Bovenop alles waar ik al mee zit van mijn hele leven. Mijn 13 jaar lange slechte herinneringen. Bijna was het al gedaan, maar dit wilde ik niet. Op dit moment besefte ik dat ik het moest vertellen. Op zijn minst tegen hem. Hij moest mijn levensverhaal leren kennen en weten wat er allemaal binnen in mij afspeelde. Hij kreeg tranen. Was het omdat ik zo gedaan hem? Omdat hij weet wat er allemaal in me afspeelt en het erg vind? Dat hij me wil helpen, maar het niet kan? Dat hij wenste dat hij het allemaal eerder wist? Ik wist niet waarom hij weende, maar ik wist dat ik hem geraakt had. Het gaat nu iets beter nog niet helemaal, maar hij heeft me niet laten vallen. Hij steunt me en door hem heb ik beseft dat ik het niet langer kan ontwijken, maar dat ik ermee moet leren omgaan. Leren omgaan met wat er allemaal gebeurd is en wat er allemaal zal gebeuren. Mijn gevoelens en herinneringen leren plaatsen en leren loslaten. Ik weet zelf niet hoe ik dit kan doen en zal daarom hulp halen. Ik heb altijd met het CLB en het CGG gesproken, maar dit heeft niet echt veel uitgehaald. Ik heb daarom besloten om echt iets aan mijn leven en handelen te doen en heb nu een afspraak gemaakt bij een psychiater.
Dit is mijn manier om mijn verhaal te delen en het op de ene of andere manier ook van me af te kunnen zetten. Mijn familie is er altijd voor mij geweest en nu nog steeds en daar ben ik heel dankbaar voor. Mijn vriend is ook de grootste engel. Hij steunt me door dik en dun. Ik heb beseft dat ik mijn dierbaarste mensen ga wegduwen als ik mijn hele leven zo ga blijven of dat ze het gaan opgeven met mij. Vooral mijn vriend. Ik wil hem echt niet verliezen en de ruzie met hem heeft me echt mijn ogen geopend.