Tijd voor enkele
EXCUSEER als ge da nu nog nooit gedaan hebt momenten
De eerste matatu-rit. Het
openbaar vervoer van en naar het Mulago hospital bestaat uit
mini-busjes die eender waar stoppen, maar vooral waar er muzungus
lopen. Opstappen is geen probleem, afstappen daarentegen Het
duurde enkele ritten eer we doorhadden hoe de ugandezen met
stilzwijgen en stilzitten de chauffeur duidelijk maakten te stoppen:
je hoeft maar masauw te roepen (versta fluisteren in het
Ugandees). Toen we dit echter van op de achterbank voor de eerste
keer probeerden, keek heel het busje vreemd achterom. Excuseer, als
ge nu nog nooit nen blanke masauw hebt horen roepen Anneleen
riep (ad rem!) nog enkele keren opnieuw masauw, waarop het
busje maar bleef rijden. Wij helemaal over ons toeren ;-) Achteraf
bleek masauw te betekenen ZODRA willen we afstappen, nu nog
niet, maar niet lang meer. Hoe meer we het riepen, hoe verder de
chauffeur dus reed
De eerste pineapple:
orgasmisch! Addicted from the first try.
Het eerste busje fruitsap:
radio-actief waspoeder.
Sofie haar eerste
vervoegde Luganda-werkwoord: nfa, ofa, afa, tufa, mufa, bafa. Ik ga
dood, jij gaat dood, hij/zij gaat dood, etc. Helaas lijkt ons dit nog
handig om te weten hier...
De eerste muggenbeet:
lijkt mij niet grappig genoeg om hier op deze blog te schrijven.
Sofie merkt op dat haar eerste malaria-episode inderdaad niet grappig
hoeft te zijn :p.
De eerste kakkerlak:
Anneleen ontdekt hem, springt een gat in de lucht en gilt de buurt
bijeen.
De eerste weekend-uitstap:
Mpanga National Forest Reserve, het allereerste real life view op/in
een regenwoud (hoewel het niet volgens iedereen zo wordt
gedefinieerd, waardoor we ons vragen stellen over de definitie
ervan). Meer daarover volgende keer (inclusief fotos).
De eerste bodaboda-rit:
naast minibusjes, rijdt Kampala (en Uganda) vol met motors, een
gemakkelijke, snelle vorm van taxi. In Kampala-city volgens mij
levensgevaarlijk (de chauffeurs durven nog al eens te vergeten dat je
benen en armen ook veilig moeten aankomen en scheuren tussen de
kleinste gaatjes in het drukke verkeer door). Bij gebrek aan
minibus-taxi, namen we een bodaboda van Mpanga naar het
dichtsbijzijnde stadje met taxipark. Tot mijn verbazing reden ze noch
tegen muren, noch in de stal, noch tegen de borduur... Opgelucht
stapte ik af en ...schuurde tegen de uitlaat met mijn kuit: de eerste
brandplek.
Het eerste Ugandeze
feest. We zijn een goed team met ons drieen! Ik krijg langs alle
kanten uitnodigingen, Anneleen zorgt dat we op de parties geraken met
een typisch Belgisch cadeautje en Sofie is er, voor we het weten,
verwikkelt in diepe gesprekken over schijnhuwelijken en wordt
gekidnapt door haar beste (zwarte) vriendin. Deze eerste keer
ging in elk geval zo. Ik kreeg een uitnodiging voor de graduation
party van Dokter Robert (eigenlijk zesdejaars, doing internship, maar
ze worden hier dan al dokter genoemd) waarbij ik op stage stond voor
een week. You should bring a gift and
its about food, was de enige info die ik kreeg. We
verwachtten een gezellig samenzijn met vrienden, maar dat was buiten
de party spirit van de ugandezen gerekend. Het bleek een poolparty
(ook mijn eerste keer!) te zijn met 100 a 150 genodigden, familie en
vrienden, muziek (ook hier zijn de 90ties in), eten a volonte
(we konden ons bord niet dragen met 1 hand omdat het zo vol werd
geschept), speeches,... We kregen een plaatsje tussen enkele Ugandeze
studenten om heel het schouwspel te volgen en...HU? Dat meisje naast
mij ken ik...Niet van de eerste week hier...VAN IN BELGIE! Wie onder
jullie kent Ramullah nog? ZIJ ZAT GEWOON NAAST MIJ!!!!
Ongelooflijk he! (Voor de niet-TUFH-gangers: is een Ugandeze studente
geneeskunde die jaar in jaar uit het TUFH-congres meedoet, dus ook
dat in Belgie. Nu is ze dokter in Mulago Hospital, lees opnieuw
zesdejaars doing internship op pediatrie.) Een tweede uitnodiging
voor een graduation party tot gevolg natuurlijk .
Gelukkig zijn er
hier ook serieuse bezigheden om de dag te vullen ;-). Enkele
stage-impressies... (meer info over onze stage-omgeving volgt later!)
De eerste ascitespunctie:
Thursday is tapping day. Patiënten met de tropische ziekte
endomyocardia fibrosis komen wekelijks op routinebezoek naar mulago
hospital, om het ascitesvocht te laten draineren. Komt daar een klein
manneke van 10 jaar binnen, zwanger van het ascitesvocht. Het was
gelijk een miniversie van een ouw peke met ne mega-bierbuik. Hij
meldde zich aan en werd teruggestuurd... he forgot his jerrycan
and went back to get it... HU? Patienten brengen hier hun eigen
jerrycanneke mee, om het ascitesvocht in af te laten!!! Tot 10L wordt
hier in 1 keer afgenomen! Kunt ge u de buiken voorstellen? En dan nog
bij kinderen?
Door de ziekte geraakt ook
het peritoneum (buikvlies) fibrotisch (stijf en dik), met als
resultaat 5 keer prikken en nog niet door de huid geraken. Go on
Sofie, you push, push hard.
De eerste infuus-steking
bij een zwarte vrouw: het eerste infuus dat toucours lukte bij
mij...als ge het niet erg vindt dat de jas van de patiënt
gedrenkt geraakt in het bloed. Oeps...
De eerste
zelfstandigheid: psychiatrisch geval, decompenserende vrouw (jah!).
Ik tegen passerende dokter: can you help me? I
dont know what to do, I cant understand what shes saying (ze
sprak in Luganda)! Dokter: Geeft ze gewoon diazepam, da
ze slaapt! Ik: Excuseer, als ge da nu nog nooit gedaan hebt
De eerste TB-bacil: no way
dat wij clean thuis komen! Volgens de lokale krant is 7% van de
bevolking hier HIV-positief. Die 7% passeert ongetwijfeld op onze
spoed: minstens 80% van de patienten hier zijn seropositief. De helft
hoest en is dus met grote kans TB-positief. Maskers? Iemand? Niemand!
(Voor de niet-dokters: tis ni omdat we een TBC-souvenierke opdoen
hier, dat we ook TBC gaan krijgen; de ziekte breekt maar door als je
immuunsysteem ondermijnd wordt door bijvoorbeeld HIV).
De eerste urgentie
de eerste dode. Hoewel we op spoed staan, hebben we nog geen
ambulance of MUG met gierende sirenes zien passeren. Een urgentie?
African style, baby! Situatieschets: 14u, ik onderzoek op het gemakje
patienten op de triage-afdeling van internal medicine emergency (ik
stond op de triage-afdeling van internal medicine emergency, Anneleen
staat daar deze week, Sofie volgende week). Een verpleegster van de
surgical emergency komt binnen en zegt iets in Luganda tegen Dr.
Robert. Ze babbelen een tijdje heen en weer tot Robert zegt: ik ga
even reanimeren, waarop hij op het gemak opstaat, nog even
rondkijkt en buiten wandelt. Ok ?! Blijkbaar zijn de reanimaties
hier minder urgent ?! Bij aankomst op de surgical emergency bleek
het te gaan om een vrouw van 45jaar (natuurlijk HIVpositief!) met
longoedeem op basis van hartfalen, die nog volledig bewust was.
Terwijl de directe familie de patient verzorgde, stonden Robert en de
verpleegster een beetje te kijken. De patiënt klaarde op na
toediening van Lasix en geraakte geagiteerd. Het signaal voor Robert
om terug naar de triage-afdeling te keren. Ondertussen 14u30. Ik
vraag hem retorisch: die patiënt zal waarschijnlijk doodgaan
binnenkort, ook al kwam ze er nu door, he?! Want de oorzaak werd niet
weggenomen, toch? Nee hoor, volgens Robert haalt ze het, met Lasix
komt het allemaal in orde! Ze reageerde er nu goed op en er is geen
reden dat ze opnieuw in distress zou gaan. Een kwartier later, 14u45
komt een verpleger binnen en zegt doodleuk (DOODleuk, zwarte
situatiehumor hehe ): de patiënt is beginnen gaspen en
is nu dood. Verdorie! Een kwartier geleden lag deze patiënte
nog te babbelen, kon ze goed ademen en werd ze ok verklaard
Agitatie voor het sterven?
Zulke situaties zijn
ondenkbaar in België en het zet ons aan om te reflecteren (waar
zijn terugkomdagen als je ze nodig hebt ;-)): waarom wordt hier
minder contentieus omgegaan met urgenties (en bij uitbreiding
ernstige ziektebeelden en geneeskunde; hoewel dit sterk kan
verschillen van arts tot arts en situatie tot situatie), geraken de
ugandezen zelfs niet gemotiveerd om een reanimatie snel uit te
voeren, had deze patiënte het beter gesteld in België, was
haar voorgeschiedenis/belasting een reden om de reanimatie niet te
ver door te drijven, had het toucours zin gehad om te reanimeren,
etc.? En dan de belangrijkste vraag natuurlijk: zijn onze indrukken
hier wel juist? Want dat moet wel gezegd worden: we kennen de cultuur
(nog) niet voldoende, we zijn ons ongetwijfeld nog niet half bewust
van de situatie (problemen) hier en we verstaan de taal niet.
Robert was nog heel
de namiddag bezig om de familie te overtuigen om het lijk van hun
eigen moeder te aanvaarden. Van wat ik er al van begreep (moet het
nog een keer navragen), kan een familie hier een overleden persoon
weigeren, vermoedelijk om kosten van begrafenis ed uit te
sparen?! Wat er ook achter zit, ik vond het behoorlijk confronterend
om te zien. Bij de jongste zoon drong het nog niet door, met grapjes
tot gevolg, de oude zoon liet af en toe een diepe snik toe, de
grootmoeder liep reddeloos over en weer en de dochter liep huilend
buiten bij de eerste blik, die ze duidelijk niet kon verdragen.
Ondertussen zagen we hier
al behoorlijk wat patiënten sterven in omstandigheden die in
België ondenkbaar zijn: op de gemeenschappelijk zaal, zonder
enige familie, zonder dat iemand er erg in heeft, terwijl wij hem van
toilet naar bed dragen (en hij zijn laatste urinelozing toch nog in
bed doet), etc. Even slikken
Tijdens de
stage-uren zien we ellendige situaties en verschrikkelijke
ziektebeelden. Gelukkig staan we er niet altijd even lang/hard bij
stil, omdat het tegelijkertijd ontzettend interessant en leerrijk is.
De ziektebeelden zijn hier vaak zo ver gevorderd dat ze zich voordoen
als in de tekstboeken. Dit geeft ons de kans om onze anamnese, maar
vooral klinisch onderzoek en klinische voeling goed in te oefenen en,
gecombineerd met de typisch bedside teaching, ver door te denken op
pathofysiologie. En dat staat dan nog los van alle fascinerende
tropische ziektebeelden die we hier leren kennen.
En ontspanning
vinden we de volgende weken ongetwijfeld in onze vrije tijd:
thuiskomen op ons appartementje, uitstapjes naar marktjes
musea en the wild of feestjes. Niet allemaal zwarte sneeuw dus
Verre van! ;-)
Tuseka ne tutambula
(we lachen en we reizen)!
x Merel