Hoi An is een oud vissersdorpje , teloor gegaan door het verzanden van de rivier, en nu dus 1 van de toeristische trekpleisters van Vietnam.
Het historisch centrum is wel mooi.
Het zijn maar een paar straatjes , verkeersvrij , maar het rijdt er toch nog vol met brommers.
Zowat ieder huis is nu een winkeltje of restaurantje , wat het voor de liefhebbers tot een shoppingparadijs maakt.
Je kan hier bvb een kostuum laten maken voor 10 US$.
Er is ook een rivier waar je een boottochtje kan gaan maken.
Of je gewoon laten overzetten naar de andere kant van de rivier.
Je kan ook gewoon op een bankje zitten.
Er speelt zacht klassieke muziek terwijl je geniet van het uitzicht en het windje.
Er is ook nog een overdekte Japanse brug , de oude toegang tot de stad.
En hier en daar een Boeddhistische tempel.
Een markt waar ze alles verkopen, à-la-minute en op de grond gesneden verse vis en vlees , groenten en veel exotisch fruit.
Zonder airco en en-plain-air.
Er mag gerookt worden op de markt , de aanvoer gebeurt door brommers , de honden lopen tussen de stalletjes , klaar voor de restjes.
Leuk om eens te zien , wel proberen te vergeten als je daarna iets gaat eten.
De kust is hier slechts 5 km vandaan.
Daar ben ik te voet naartoe gewandeld.
Zoals altijd vind ik dat het meest interessant , wandelen , je ziet onderweg heel wat.
Het was een mooi wit zandstrand , met palmbomen.
Hoi An is al een heel eind beneden de Kreeftskeerkring, dus het water lekker warm.
De bewaking van het strand is in handen van een militair.
Die ligt in een kaki-groene hangmat, met pet met rode ster er op.
Hij kijkt niet naar de zee, maar naar de weg.
Zijn job bestaat erin de brommers met zijn fluitje van het strand te houden.
Terwijl ik mijn 2de fles water soldaat maakte , was ik getuige van de aflossing van de wacht.
Zou die man ook tot zijn 65ste moeten werken?
Op het strand vooral Vietnamezen ,met lange mouwen en een hoed op.
De toeristen met blote schouders en benen.
s'Avonds wou ik Hoi An by night bezoeken, maar er stond iets voor 10 al een afsluiting voor mijn hotel.
Alle restaurantjes, alle winkeltjes waren ook al dicht.
En om naar een cocktailbar te gaan..
Nee, dan liever met de Vietnam News krant op mijn terrasje en nog een plons in het zwembad.
De Vietnamezen lijken mij heel chauvinistisch, hun Vietnamese vlag is overal aanwezig.
Soms ook nog de hamer en de sikkel, maar die hangt eigenlijk alleen nog aan officiele gebouwen.
Ze staan wel open voor toeristen.
Zowat iedereen spreekt hier engels, frans , russisch , spaans..
Ze hebben ook de Aziatische vriendelijkheid en glimlach.
Een gemeende glimlach zo voel ik aan.
Hun keuken is lekker , gewoon lekker zonder de kleurrijke afwerking die men er bvb in Thailand aan geeft.
Geen bloemetjes hier als versiering op je bord.
Gewoon lekker en goedkoop.
En eten met stokjes?
Dat is net als het oversteken van de straat.
Hoe minder je erover nadenkt hoe vlotter het gaat!
|